Regeling vervallen per 01-07-2021

Beleidsregels Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Kosten (TONK)

Geldend van 18-03-2021 t/m 30-06-2021 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2021

Intitulé

Beleidsregels Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Kosten (TONK)

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leusden;

gelet op:

  • titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • artikel 35 Participatiewet;

overwegende dat het college het nodig vindt kaders te maken voor een tegemoetkoming Tijdelijke ondersteuning noodzakelijk kosten (TONK);

Artikel 1. Begrippen

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • a.

    college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leusden;

  • b.

    het huidige inkomen: het in aanmerking te nemen inkomen als bedoeld in artikel 1, onder g, in de maand januari 2021;

  • c.

    het huidige vermogen: in afwijking van artikel 34 van de wet, worden voor de vaststelling van het recht op TONK slechts de geldmiddelen in aanmerking genomen;

  • d.

    geldmiddelen: de volgende onderdelen van het vermogen: contant geld, geld op betaal- en spaarrekeningen, cryptovaluta (zoals bitcoins), de waarde van effecten;

  • e.

    vermogensgrens: het voor de leefvorm toepasselijke vrij te laten bescheiden vermogen als bedoeld in artikel 34 lid 3 van de Participatiewet;

  • f.

    inkomen voor de coronacrisis: het in aanmerking te nemen inkomen als bedoeld in artikel 1, onder f, per 1 januari 2020;

  • g.

    inwoner: een belanghebbende die zijn woonplaats als bedoeld in artikel 40, eerste lid, van de wet, in Leusden heeft;

  • h.

    in aanmerking te nemen inkomen: het volledige inkomen waarover een inwoner redelijkerwijs kan beschikken als bedoeld in artikel 32, eerste lid, van de wet. Het inkomen uit bedrijf of zelfstandig beroep wordt in aanmerking genomen conform artikel 6 van de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers;

  • i.

    inkomensterugval: de terugval in inkomen wegens de coronacrisis. Het percentage van de inkomensterugval wordt als volgt berekend: (A-B)/A x 100%, waarbij:

    A = inkomen voor de coronacrisis;

    B = het huidige inkomen;

  • j.

    voor de leefvorm toepasselijke bijstandsnorm: de bijstandsnorm die van toepassing zou zijn in de leefsituatie van de inwoner als recht zou bestaan op algemene bijstand, zonder toepassing van artikel 22a van de wet;

  • k.

    wet: Participatiewet;

  • l.

    woonkosten: de kosten als bedoeld in artikel 4;

  • m.

    draagkracht: het gedeelte van het inkomen boven 110% van de toepasselijke bijstandsnorm en/of van het huidig vermogen boven de vermogensgrens dat de aanvrager op maandbasis geacht wordt aan te wenden om in de kosten waarvoor een tegemoetkoming TONK wordt aangevraagd te voorzien.

Artikel 2. Doelgroep TONK

Een tegemoetkoming TONK is bedoeld voor de inwoner:

  • die door de huidige omstandigheden als gevolg van de coronacrisis te maken heeft met een onvoorzienbare en onvermijdelijke inkomensterugval van tenminste 25%;

  • die daardoor de woonkosten niet meer kan voldoen uit een inkomen op het niveau van de toepasselijke bijstandsnorm en uit de draagkracht, en

  • waarvoor geen aanspraak gemaakt kan worden op een voorziening als bedoeld in artikel 5 sub e van de wet.

Artikel 3. Aanvraag

  • 1. De aanvraag voor een tegemoetkoming TONK wordt door de inwoner digitaal ingediend op basis van de aanvraagprocedure op de gemeentelijke website.

  • 2. In afwijking van een digitale aanvraag is een schriftelijke aanvraag mogelijk indien deze bijzondere omstandigheden in het individuele geval hiertoe aanleiding geven.

  • 3. Aanvrager verstrekt bij de aanvraag de volgende stukken:

    • a.

      bewijzen van het inkomen i;

    • b.

      bewijzen van het huidige inkomen;

    • c.

      bewijzen van het vermogen;

    • d.

      de bewijzen van de woonkosten over periode januari 2021 tot en met juni 2021;

    • e.

      een verklaring dat de terugval in inkomsten het gevolg is van maatregelen in verband met de coronacrisis (Covid-19).

  • 4. Een aanvraag tegemoetkoming TONK kan worden ingediend uiterlijk op 31 juli 2021.

  • 5. Een aanvraag die is ingediend kan met terugwerkende kracht tot uiterlijk 1 januari 2021 worden toegekend mits op die datum recht bestaat op een tegemoetkoming TONK.

Artikel 4. Welke kosten komen in aanmerking voor een tegemoetkoming TONK

De tegemoetkoming TONK is een tegemoetkoming in de kosten van:

  • a.

    Huur na aftrek van te ontvangen huurtoeslag van een door de aanvrager bewoonde woning; of

  • b.

    rente in verband met een voor de financiering van de door de aanvrager bewoonde woning afgesloten hypotheek; en

  • c.

    de kosten van elektriciteit, gas en water verbonden aan de door de aanvrager bewoonde de woning.

Artikel 5. Hoogte tegemoetkoming TONK

  • 1. De hoogte van de tegemoetkoming TONK per maand wordt als volgt berekend:

    • a.

      de kosten als bedoeld in artikel 4 onder a, b en c, in die maand;

    • b.

      verminderd met € 500,- voor alleenstaanden en € 600,- voor alleenstaande ouders en echtparen;

    • c.

      verminderd met de draagkracht in die maand.

  • 2. De hoogte van de tegemoetkoming bedraagt maximaal € 750,- per maand.

Artikel 6. Duur en vorm

  • 1. De tegemoetkoming wordt verstrekt voor ten hoogste de periode van 1 januari tot 1 juli 2021.

  • 2. De tegemoetkoming TONK wordt verleend om niet.

  • 3. In afwijking van het tweede lid, wordt de tegemoetkoming TONK verleend in de vorm van een geldlening als:

    • a.

      redelijkerwijs kan worden aangenomen dat de inwoner op korte termijn over voldoende middelen zal beschikken om over de betreffende periode in de woonkosten te voorzien;

    • b.

      de noodzaak tot het verlenen van een tegemoetkoming TONK het gevolg is van een tekortschietend besef van verantwoordelijkheid voor de voorziening in het bestaan.

Artikel 7. Betaling tegemoetkoming TONK

De tegemoetkoming TONK wordt maandelijks uitbetaald.

Artikel 8. Geen verhuisplicht

Het college verbindt aan de verstrekking van de tegemoetkoming TONK geen verhuisverplichting.

Artikel 9. Inwerkingtreding en intrekking beleidsregels en toepassingsbereik

  • 1. De beleidsregels treden in werking met ingang van de dag na publicatie in het Gemeenteblad en werken terug tot en met 1 januari 2021.

  • 2. De beleidsregels worden ingetrokken op 1 juli 2021.

  • 3. De Beleidsregels bijzondere bijstand Leusden zijn niet van toepassing bij een aanvraag voor een tegemoetkoming TONK voor zover de Beleidsregels Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Kosten daarvan afwijken.

Artikel 10. Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten gemeente Leusden.

Ondertekening

Aldus vastgesteld op 16 maart 2021.

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leusden

W.M. de Graaf-Koelwijn

directeur-secretaris

G.J. Bouwmeester

de burgemeester

Algemene toelichting

De TONK is een tijdelijke tegemoetkoming in noodzakelijke kosten. Deze tegemoetkoming is voor huishoudens die te maken hebben met een inkomensterugval en daardoor de noodzakelijke kosten niet meer kunnen betalen uit het inkomen (kamerbrief Uitbreiding economisch steun en herstelpakket d.d. 21 januari 20211). Het gaat hierbij om een vergoeding voor daadwerkelijke noodzakelijke kosten, niet om een inkomensondersteunende regeling. De tijdelijke noodmaatregel TONK geldt van 1 januari 2021 tot en met 30 juni 2021.

In deze periode wordt een ruimere toegang tot het instrument van de bijzondere bijstand geboden. Op grond van de Participatiewet kan door de gemeente in individuele gevallen bijzondere bijstand verstrekt worden als het door bijzondere omstandigheden niet meer mogelijk is om de noodzakelijke kosten te betalen (artikel 35 lid 1 Participatiewet). Gemeenten hebben daarbij eigen beleidsvrijheid. Er worden voor de tegemoetkoming TONK géén nadere centrale regels vastgesteld. Het is aan gemeenten om in voorkomende individuele gevallen, ruimhartiger om te gaan met draagkracht dan de gemeentelijke richtlijnen in “niet coronatijd” voorschrijven.

Aangezien de TONK is gegoten in de vorm van bijzondere bijstand, blijft de systematiek van de bijstand gelden. Dit betekent dat voldaan moet worden aan de algemene regels voor bijzondere bijstandsverlening, en dat alleen sprake is van een verruiming ten opzichte van de Participatiewet en de reguliere beleidsregels bijzondere bijstand daar waar dit expliciet volgt uit deze beleidsregels. Dat de systematiek van de Participatiewet geldt, impliceert ook dat gehuwden slechts een gezamenlijk recht op een tegemoetkoming TONK hebben.

Gehuwd, ongehuwd samenwonenden

In deze beleidsregels worden geregistreerd partners en ongehuwden die een gezamenlijke huishouding voeren gelijkgesteld met gehuwden, conform de Participatiewet.

Inlichtingenplicht

De inlichtingenplicht geldt voor de TONK onverkort (artikel 17 Participatiewet). Dat betekent dat de aanvrager elke wijziging die van invloed is of kan zijn op het recht op of de hoogte van de tegemoetkoming moet doorgeven. Het is belangrijk om hier helder over te communiceren bij de aanvraag, omdat het vaak zal gaan om mensen die geen bijstand ontvangen en dus niet bekend zijn met de regels.

Als achteraf blijkt dat op basis van onjuiste informatie ten onrechte of tot een te hoog bedrag bijstand is verstrekt, dan gaat het college over tot terugvordering.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1. Begrippen

Begrippen die al zijn omschreven in de Participatiewet, Algemene wet bestuursrecht of de Gemeentewet worden niet afzonderlijk gedefinieerd in deze beleidsregels. Deze zijn vanzelfsprekend van toepassing op deze beleidsregels.

Het huidig inkomen en het huidige vermogen

Bij het bepalen of een inwoner in aanmerking komt voor een tegemoetkoming TONK is het huidige inkomen van belang. Het college definieert het huidige inkomen als het in aanmerking te nemen inkomen in de maand januari 2021.

Voor de TONK tellen geldmiddelen waarover de aanvrager beschikt of redelijkerwijs kan beschikken mee voor de vaststelling van het recht op TONK. In verband met een eenvoudige uitvoering worden de vermogensvrijlatingen van artikel 34, tweede lid, van de wet niet in aanmerking genomen. Bij vermogen wordt uitsluitend uitgegaan van vrij beschikbare geldmiddelen van aanvrager en de partner van de aanvrager. Hiervoor is gekozen omdat aanvrager niet onmiddellijk kan beschikken over de waarde die deze bezittingen in het economisch verkeer opleveren.

Onder beschikbare geldmiddelen wordt onder andere verstaan:

  • a.

    contant geld;

  • b.

    geld op bankrekeningen;

  • c.

    de waarde van cryptovaluta (zoals bitcoins);

  • d.

    de waarde van effecten (hierbij gaat het om beleggingsrekeningen met aandelen, obligaties, en opties en effecten in depot).

Inkomen voor de coronacrisis

Het inkomen voor de coronacrisis is van belang in verband met het oordeel of er sprake is van een zodanige inkomensterugval waardoor recht kan bestaan op een tegemoetkoming TONK. Het inkomen voor de coronacrisis wordt beoordeeld per 1 januari 2020.

Het college kan het inkomen voor de coronacrisis over een langere periode meten en vaststellen als de methode als bedoeld in de eerste volzin tot een onredelijk resultaat leidt. Denk hierbij aan seizoensarbeid waarbij de beoordeling van het inkomen van een maand geen representatief beeld kan geven van het gemiddelde inkomen. Dit omdat de inwoner in deze maand juist wel heeft gewerkt maar daarmee ook maanden moet overbruggen waarin hij niet werkt. Of andersom: de inwoner in de peilmaand niet heeft gewerkt maar in andere maanden juist wel werkt. Het inkomen kan dan over een heel jaar (2019) worden gemeten.

Inwoner

Een belanghebbende heeft recht jegens het college van de gemeente waar hij zijn woonplaats heeft (artikel 40, eerste lid, van de wet). Hiermee is rekening gehouden met de definitie van het begrip inwoner.

In aanmerking te nemen inkomen

Het volledige inkomen waarover een inwoner redelijkerwijs kan beschikken als bedoeld in artikel 32, eerste lid, van de wet wordt in aanmerking genomen.

Bij het in aanmerking te nemen inkomen kan in ieder geval worden gedacht aan:

  • a.

    inkomen uit arbeid;

  • b.

    inkomen uit de eigen onderneming;

  • c.

    inkomen uit een uitkering;

  • d.

    inkomen uit verhuur; en

  • e.

    inkomen uit partner- en/of kinderalimentatie.

Inkomen voor zelfstandigen

Het inkomen moet worden berekend per maand. Dit geldt ook voor zelfstandigen. Voor zelfstandigen kan dit inkomen worden berekend zoals conform de regels van de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers. Het inkomen uit het bedrijf of zelfstandig beroep dat in aanmerking wordt genomen voor de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers betreft de netto beloning van de zelfstandige. Hierbij gaat het om het bedrag van de omzet (factuurbedrag) minus omzetbelasting, minus zakelijke kosten en minus het forfaitair percentage als bedoeld in artikel 6 lid 2 Tozo.

Inkomensterugval

De inkomensterugval is de terugval in inkomen wegens de coronacrisis. Een inwoner moet aantonen dat zijn inkomen is verminderd vanwege de coronacrisis. Het percentage van de inkomensterugval wordt als volgt berekend: (A-B)/A x 100%, waarbij:

A = inkomen voor de coronacrisis;

B = het huidige inkomen;

Voorbeeld

A = inkomen voor de coronacrisis = € 4000,-

B = het huidige inkomen € 1000,

Dan bedraagt de inkomensterugval

(4000-1000 = 3000) / 4000 = ,75. Dit vermenigvuldigd met 100% levert een inkomensterugval van 75% op.

Artikel 2. Voorwaarden tegemoetkoming TONK

Een tegemoetkoming TONK is bedoeld voor huishoudens:

  • die door de huidige omstandigheden als gevolg van het coronavirus te maken hebben met een onvoorzienbare en onvermijdelijke terugval in hun inkomen,

  • die daardoor noodzakelijke kosten zoals woonkosten niet meer kunnen voldoen, en

  • waarvoor andere regelingen niet of onvoldoende uitkomst bieden.

Het college heeft - hiermee rekening houdend - in artikel 2 voorwaarden opgesteld waaronder recht bestaat op een tegemoetkoming TONK.

Voorwaarden uit de Participatiewet

De tegemoetkoming TONK is gebaseerd op artikel 35 Participatiewet. Dit betekent dat een belanghebbende moet behoren tot de kring van rechthebbenden. Zo moeten de kosten zijn verbonden aan Nederland en de belanghebbende moet een Nederlander zijn of een daaraan gelijkgestelde vreemdeling (artikel 11 Participatiewet). Ook mag een belanghebbende niet zijn uitgesloten van het recht op bijstand (artikel 13 Participatiewet).

Er bestaat geen recht op een tegemoetkoming TONK wanneer een beroep kan worden gedaan op een voorliggende voorziening (artikel 15 Participatiewet). De Wet op de huurtoeslag is aan te merken als een passende en toereikende voorliggende voorziening voor de kosten van een huurwoning (zie ECLI:NL:CRVB:2019:4119). Voor de kosten van een eigen woning geldt dit niet (zie ECLI:NL:CRVB:2014:2171). Hierna volgt een schema in welke gevallen de Wet op de huurtoeslag is aan te merken als een passende en toereikende voorliggende voorziening voor de kosten van een huurwoning en wanneer niet.

Wel een passende en toereikende voorliggende voorziening voor de kosten van een huurwoning

Niet een passende en toereikende voorliggende voorziening voor de kosten van een huurwoning

Geen recht op huurtoeslag omdat de rekenhuur van zijn huurwoning te hoog is

In geval van woonkosten voor een eerste gebroken maand

Minder huurtoeslag wegens onderhuur

Geen recht op huurtoeslag omdat belanghebbende een niet-rechthebbende vreemdeling als medebewoner heeft

Het college kan geen tegemoetkoming TONK verstrekken als een inwoner een beroep kan doen op

een voorliggende voorziening die gezien haar aard en doel geacht wordt passend en toereikend te zijn. Er kan samenloop zijn met andere regelingen uit het steun- en herstelpakket van het Rijk zoals de Tozo. Een inwoner die Tozo-uitkering ontvangt is niet bij voorbaat uitgesloten voor de tegemoetkoming TONK.

Let op! Een vergoeding op basis van de TVL of NOW wordt niet beschouwd als een voorliggende voorziening voor de kosten waarin de tegemoetkoming TONK voorziet.

Wanneer is vastgesteld dat de aanvrager tot de kring van rechthebbende behoort, dan moet worden getoetst aan de voorwaarden van artikel 35 Participatiewet. Het college moet bij een aanvraag om een tegemoetkoming TONK, net als bij een aanvraag om bijzondere bijstand, altijd de volgende 4 vragen in een dwingende volgorde te beantwoorden om vast te stellen of recht bestaat op bijzondere bijstand:

  • 1.

    Doen de kosten zich voor?

    Zie artikel 4 op welke kosten de tegemoetkoming TONK betrekking heeft.

    Zo ja, beoordeel dan vraag 2. Zo nee, wijs de aanvraag af.

  • 2.

    Zijn de kosten in het individuele geval noodzakelijk?

    De tegemoetkoming TONK voorziet alleen in de kosten van een door de aanvrager zelf bewoonde woning (zie artikel 4). Alleen die kosten worden gezien als noodzakelijk.

    Zo ja, beoordeel dan vraag 3. Zo nee, wijs de aanvraag af.

  • 3.

    Vloeien de kosten voort uit bijzondere individuele omstandigheden?

    De aanvrager zal moeten verklaren en onderbouwden dat de terugval in inkomen het gevolg is van de coronacrisis.

    Zo ja, beoordeel dan vraag 4, zo nee wijs de aanvraag af.

  • 4.

    Kunnen de kosten worden voldaan uit de bijstandsnorm, de individuele inkomenstoeslag, het vermogen en het inkomen voor zover dit meer bedraagt dan de bijstandsnorm?

    Zo nee, wijs de aanvraag toe. Zo ja, wijs de aanvraag af.

Voorwaarden uit beleidsregels

Een inwoner heeft recht op een tegemoetkoming TONK als er sprake is van een terugval in inkomen van ten minste 25%. Ook wordt beoordeeld of de inwoner deze kosten niet zelf kan dragen. Tenslotte mag het vermogen niet hoger zijn dan de voor de leefvorm toepasselijke vermogensgrens als bedoeld in artikel 34, derde lid, van de wet.

Kortweg zijn de voorwaarden dus:

  • een terugval in inkomen van 25% of meer door de coronacrisis;

  • geen vermogen boven de toepasselijke vermogensgrens

De hoogte van het huidige inkomen staat dus op zichzelf niet in de weg aan recht op een tegemoetkoming TONK, zolang maar voldaan is aan bovengenoemde voorwaarden.

Voorbeeld:

Een inwoner met een inkomen van bijvoorbeeld € 3000,- voor de coronacrisis en een huidig inkomen van bijvoorbeeld € 1000,- en geen in aanmerking te nemen vermogen voldoet aan de voorwaarden voor een tegemoetkoming TONK. De terugval in inkomsten is immers groter dan 25%.

Artikel 3. Aanvraag

In dit artikel is neergelegd op welke wijze de aanvraag moet worden ingediend (eerste lid). Ook is bepaald welke stukken de aanvrager moet verstrekken bij de aanvraag (derde lid).

Een aanvraag tegemoetkoming TONK kan worden ingediend uiterlijk op 31 juli 2021 (vierde lid). Dat is immers de laatste dag van de periode waarop de TONK geldt. Met ingang van 1 juli 2021 worden deze (tijdelijke) beleidsregels in principe ingetrokken.

Lid 5: terugwerkende kracht mogelijk

Uitgangspunt in de Participatiewet is dat bijstandsverlening met terugwerkende kracht in principe niet is toegestaan (artikel 44, eerste lid, van de wet). In deze beleidsregels wordt hier een beperkte uitzondering op gemaakt.

De TONK ziet op de periode 1 januari 2021 tot en met 30 juni 2021. Omdat deze beleidsregels nog niet waren vastgesteld op 1 januari 2021, vindt het college het nodig om een aanvraag met terugwerkende kracht te kunnen toekennen.

Artikel 4. Welke kosten komen in aanmerking voor een tegemoetkoming TONK

Het kabinet heeft bij de invoering van de TONK gedacht aan huishoudens die in problemen raken met de betaling van noodzakelijke kosten, waaronder woonkosten. De tegemoetkoming TONK kan daarom voorzien in de kosten van:

  • a.

    huur van een woning; of

  • b.

    rente in verband met een voor de financiering van de woning afgesloten hypotheek; en

  • c.

    de kosten elektriciteit, gas en water voor de woning.

De tegemoetkoming TONK voorziet alleen in deze kosten voor zover het gaat om een door de aanvrager bewoonde woning. Het gaat dan om de woning waar belanghebbende hoofdverblijf heeft. De tegemoetkoming TONK voorziet niet in de kosten van een tweede woning of een zakelijk pand.

Kosten van huur

Met betrekking tot de kosten van huur van de woning gaat het niet om de kale huur maar om de all-in prijs. Dit betekent dat eventuele servicekosten in aanmerking kunnen komen voor een tegemoetkoming. Hiervoor kiest het college in verband met een eenvoudige uitvoering van de TONK.

Andere kosten

Het kan ook nodig zijn om andere kosten te vergoeden. Daarin voorziet de TONK niet. Een aanvraag zal op basis van de reguliere bijzondere bijstand moeten worden gedaan.

Artikel 5. Hoogte tegemoetkoming TONK

De hoogte van de tegemoetkoming TONK per maand wordt als volgt berekend:

de woonkosten minus een bedrag van € 500,- voor een alleenstaande en € 600,- voor alleenstaande ouders en gehuwden. Het college gaat voor deze kosten uit van forfaitaire bedragen gebaseerd op de Nibud normen 2020-2021, voor huur, gas, licht en water.

De hoogte van de tegemoetkoming TONK wordt vervolgens verminderd met het huidige inkomen boven 110% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm (de draagkracht) en het huidige vermogen boven de vrij te laten vermogensgrens.

TONK: uit een inkomen op bijstandsniveau te dragen directe en indirecte woonlasten

Directe woonlasten uit bijstandsnorm te voldoen (ogv Wet op huurtoeslag en gemeentelijke WKT berekening, zie gegevens op 2e pagina uit Wet huurtoeslag)

Niet voor huurtoeslag komt in aanmerking:

Alleenstaande:

Basishuur

237

 

Huur tot kwaliteitskortingsgrens

0

 

Huur tot aftoppingsgrens 35% (633-443)

66

 

Huur tot huurtoeslaggrens 60% (753-633)

72

 
 

375 (37%)

 
 

2-personen:

237

 
 

0

 
 

66

 

100%(753-633)

120

 
 

423 (29%)

 

Toelichting

Betreft de directe woonlasten (woonkosten genoemd in de gemeentelijke beleidsregel Beleidsregel Verlagen uitkering in verband met de woonsituatie en inkomsten uit commerciële verhuur Participatiewet) die geacht worden te kunnen worden voldaan uit een inkomen op het toepasselijke bijstandsniveau en niet gedekt worden door de Wet op de huurtoeslag. Uitgaande van een inkomen van de TONK-aanvrager op tenminste het niveau van de bijstand (bijstand inclusief Bbz en Tozo, minimumloon) , kan daarom voor deze bedragen geen TONK worden verstrekt. Verder kan geen TONK worden verstrekt voor de woonkosten waarvoor wel huurtoeslag wordt ontvangen.

Indirecte woonlasten: kosten gas, water en elektriciteit (GWL) uit de bijstandsnorm te voldoen

Gas gemiddeld (Nibud)

118

appartement

87

tussenwoning

110

Elektr. gemiddeld (Nibud)

56

alleenstaande

36

gehuwden

57

Water gemiddeld

15

 

10

 

15

Totaal

189

 

133

 

182

Voorstel wanneer is er sprake van hoge woonkosten Leusden?:

Alleenstaande:

vanaf € 500 (incl GWL) per maand (375 +133)

Alleenstaande ouder/gehuwden:

vanaf € 600 (incl GWL) per maand (423 +182)

Toelichting

Bedragen naar beneden afgerond. Betreft de niet voor de TONK in aanmerking te nemen directe en indirecte woonkosten die geacht worden te kunnen worden voldaan uit een inkomen op het toepasselijke bijstandsniveau.

Voor de meerkosten kan bijzondere bijstand ogv de TONK worden verleend.

Onder aftrek van (indien van toepassing):

  • ontvangen huurtoeslag;

  • teruggaaf ivm aftrekbare hypotheekrente;

  • in het inkomen en vermogen aanwezige draagkracht

Om de kosten beheersbaar te houden bedraagt de hoogte van de TONK ten hoogste € 750,- per maand.

Berekening per maand

De hoogte van de tegemoetkoming TONK wordt per maand berekend. De totale hoogte van de tegemoetkoming TONK is daarmee afhankelijk van het bedrag berekend per maand en anderzijds de duur van het recht op de tegemoetkoming. Bij een wisselend huidig inkomen kan de hoogte van de tegemoetkoming per maand verschillen.

Artikel 6. Duur en vorm

Duur

De TONK geldt van 1 januari tot 1 juli 2021. Met de verstrekking van de tegemoetkoming wordt hierbij aangesloten. Het artikel spreekt over ten hoogste omdat vanwege een latere aanvraag of het niet (over de gehele periode) voldoen aan de voorwaarden ervoor kan zorgen dat er voor een kortere duur recht op een tegemoetkoming TONK kan bestaan.

Vorm

Het uitgangspunt is dat de tegemoetkoming TONK om niet verstrekt wordt. Dit betekent dat belanghebbende de tegemoetkoming niet hoeft terug te betalen. De tegemoetkoming TONK kan ook in de vorm van een lening worden vertrekt als belanghebbende op korte termijn over voldoende middelen zal beschikken om de kosten zelf te dragen of de noodzaak tot bijstandsverlening het gevolg is van een tekortschietend besef van verantwoordelijkheid.

Artikel 7. Betaling tegemoetkoming TONK

In dit artikel is de betaling van de tegemoetkoming TONK geregeld. De eerste uitbetaling kan in gevallen van verstrekking van de tegemoetkoming TONK met terugwerkende kracht ook de uitbetaling over de perioden omvatten waarop de terugwerkende kracht betrekking heeft.

Artikel 8. Geen verhuisplicht

Het college legt geen verhuisverplichting op bij de verstrekking van een tegemoetkoming TONK. Dit past immers niet bij het doel van deze tijdelijke tegemoetkoming in verband met de coronacrisis.

Artikel 9. Inwerkingtreding en intrekking beleidsregels

De TONK geldt voorlopig van 1 januari 2021 tot 1 juli 2021. Hiermee is rekening gehouden bij de inwerkintreding met terugwerkende kracht van deze beleidsregels en de intrekking ervan per 1 juli 2021. Mocht het kabinet besluiten dat de TONK langer van kracht moet zijn, dan zal het college overgaan tot verlenging van de beleidsregels en dit tijdig kenbaar maken.

Toepassingsbereik reguliere beleidsregels draagkracht bijzondere bijstand

In verband met de tegemoetkoming TONK is het nodig om af te wijken van de huidige Beleidsregels bijzondere bijstand. Daarom is in het derde lid bepaald dat de Beleidsregels bijzondere bijstand Leusden niet van toepassing zijn bij een aanvraag voor een tegemoetkoming TONK voor zover met de Beleidsregels Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Kosten daarvan afwijken.

Artikel 10. Citeertitel

Dit artikel behoeft geen toelichting.


Noot
1

Kamerbrief steun- en herstelpakket