Regeling vervallen per 19-04-2012

Verordening langdurigheidstoeslag gemeente Leusden 2011

Geldend van 01-01-2011 t/m 18-04-2012

Intitulé

Verordening langdurigheidstoeslag gemeente Leusden 2011

De raad van de gemeente Leusden;

Gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 17 augustus 2010, nr 143874

Gelet op:

- artikel 147 van de Gemeentewet en;

- artikel 36 en artikel 8, eerste lid onderdeel d van de Wet werk en bijstand;

besluit

vast te stellen de:

Verordening langdurigheidstoeslag gemeente Leusden 2011

HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a

    wet: de Wet werk en bijstand

  • b

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leusden

  • c

    referteperiode: een periode van 36 maanden voorafgaand aan de peildatum

  • d

    peildatum: de datum waarop in enig jaar het recht op langdurigheidstoeslag ontstaat

  • e

    gehuwdennorm: de norm van artikel 21 onderdeel c van de wet

HOOFDSTUK II RECHT OP LANGDURIGHEIDSTOESLAG

Artikel 2 Langdurig, laag inkomen

  • 1.

    Onverlet het bepaalde in artikel 36 van de wet komt in aanmerking voor de langdurigheidstoeslag de belanghebbende die gedurende de referteperiode aangewezen is geweest op een inkomen dat niet hoger is dan 100 procent van de voor hem geldende bijstandsnorm.

  • 2.

    Niet voor de langdurigheidstoeslag komt in aanmerking de belanghebbende die gedurende de referteperiode een bijdrage heeft ontvangen op grond van de Wet Tegemoetkoming Onderwijsbijdrage en Schoolkosten (WTOS), danwel de Wet Studiefinanciering (WSF2000).

Artikel 3 Hoogte van de langdurigheidstoeslag

  • 1.

    De langdurigheidstoeslag bedraagt per jaar:

    • a

      voor gehuwden € 504,00

    • b

      voor alleenstaande ouders € 452,00

    • c

      voor alleenstaanden € 353,00

  • 2.

    Voor de toepassing van het eerste lid is de situatie op de peildatum bepalend.

  • 3.

    De in het eerste lid genoemde bedragen worden elk jaar per 1 januari aangepast met een percentage dat overeenkomt met het procentuele verschil tussen de gehuwdennorm per 1 januari van dat jaar en de gehuwdennorm van het daar aan voorafgaande jaar.

HOOFDSTUK III SLOTBEPALINGEN

Artikel 4 Hardheidsclausule

Het college kan van de bepalingen in deze verordening afwijken in bijzondere situaties waarin toepassing van deze verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 5 Citeertitel

Deze verordening heet Verordening langdurigheidstoeslag gemeente Leusden 2011.

Artikel 6 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2011.

Artikel 7 Intrekken vorige verordening

De Verordening Langdurigheidstoeslag gemeente Leusden 2009, vastgesteld op 26 februari 2009, wordt op de in artikel 6 genoemde dag ingetrokken.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad van Leusden,
in zijn openbare raadsvergadering van 23 september 2010
G.J. Bouwmeester BA mevrouw drs. A. Vermeulen
griffier voorzitter

TOELICHTING OP VERORDENING LANGDURIGHEIDSTOESLAG 2011

Sinds 1 januari 2009 is de langdurigheidstoeslag gedecentraliseerd naar gemeente. De huidige langdurigheidstoeslag vindt zijn grondslag in artikel 36 van de WWB. Daarin is nauw omschreven in welke gevallen en onder welke voorwaarden mensen met een langdurig, laag inkomen in aanmerking komen voor de toeslag.

De gedachte achter de toeslag is, dat mensen die langdurig een inkomen op het sociaal minimum hebben, geen financiële ruimte hebben om te reserveren voor onverwachte uitgaven.

Artikel 36 blijft de basis van de langdurigheidstoeslag, maar de nieuwe tekst zoals deze luidt per 1 januari 2009 laat meer ruimte voor gemeentelijke invulling van de regels. In artikel 8 is een bepaling toegevoegd waarin is bepaald dat gemeenten in een verordening regels vastleggen met betrekking tot de hoogte van de langdurigheidstoeslag en de wijze waarop invulling wordt gegeven aan het begrip langdurig, laag inkomen.

Artikelsgewijze toelichting.

In onderstaande toelichting wordt ingegaan op een aantal artikelen dat toelichting behoeft.

Ad artikel 1 Begripsbepalingen

Begrippen die in de WWB voorkomen hebben in deze verordening dezelfde betekenis als in de WWB. Ten aanzien van een aantal begrippen die niet in de WWB zelf staan is een definitie gegeven in deze verordening.

Er is gekozen voor vaststelling van de referteperiode op 36 maanden voorafgaand aan de peildatum.

Hiermee is meteen invulling gegeven aan het begrip ‘langdurig’. Een referteperiode van vijf jaar, zoals artikel 36 WWB tot 1 januari 2009 voorschreef, wordt als te lang ervaren. Nadat belanghebbenden drie jaar op een minimuminkomen zijn aangewezen is er over het algemeen geen reserveringsruimte meer over. Daarom wordt hier een termijn van drie jaar aangehouden. Dit sluit ook aan bij de impliciet door de wetgever gegeven termijn. De minimumleeftijd is immers door de wetgever teruggebracht van 23 naar 21 jaar. Een belanghebbende is immers vanaf zijn 18e jaar voor de WWB een zelfstandig rechtssubject.

Ad artikel 2 Langdurig, laag inkomen

In lid 2 worden personen die gedurende de referteperiode een bijdrage op grond van de WTOS of

WSF 2000 ontvingen uitgesloten van de langdurigheidstoeslag. In de toelichting in de nota van wijziging staat dat in het nieuwe artikel 36 WWB wordt gewaarborgd dat bepaalde groepen met goed arbeidsmarktperspectief, zoals studenten, niet in aanmerking komen voor langdurigheidstoeslag. Er is echter geen formele uitsluitingsgrond in de wettekst opgenomen. Om te voorkomen dat elke aanvraag individueel hierop getoetst moet worden is er voor gekozen deze voorwaarde expliciet in de verordening op te nemen. De groep is overigens beperkt tot hen die een dagstudie volgen en beneden een bepaalde leeftijd zijn, door op te nemen dat studiefinanciering moet zijn ontvangen.

Ad artikel 3 Hoogte van de langdurigheidstoeslag

De hoogte van de langdurigheidstoeslag is gebaseerd op de huidige hoogte. Het Ministerie van SZW heeft bedragen voor 2010 in de normenbrief opgenomen. Deze bedragen zijn overgenomen. Om niet jaarlijks de verordening aan te hoeven passen is ervoor gekozen om de hoogte jaarlijks mee te laten bewegen met de bijstandsnormen.