Regeling vervallen per 01-01-2014

Nadere Subsidieregels Bibliotheekvernieuwing 2013

Geldend van 01-01-2013 t/m 31-12-2013

Intitulé

Nadere Subsidieregels Bibliotheekvernieuwing 2013

NADERE SUBSIDIEREGELS BIBLIOTHEEKVERNIEUWING 2013  

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

 

  • 1.

    Project: een in tijd afgebakend samenhangend geheel van activiteiten.

  • 2.

    SMART:

    • -

      Specifiek: zo concreet mogelijk aangeven wie, wat, waar, wanneer, hoe;

    • -

      Meetbaar: zoveel mogelijk in maat en getal uitdrukken;

    • -

      Acceptabel: doelen dienen te passen binnen het Beleidskader Cultuur 2013-2016, het uitvoeringsprogramma Cultuur 2013 en draagvlak te hebben;

    • -

      Realistisch: doelen dienen binnen de gestelde tijd, financiële en personele randvoorwaarden te kunnen worden gerealiseerd;

    • -

      Tijdgebonden: vooraf vastleggen welke doelen op welk moment gehaald moeten zijn.

  • 3.

    Basisbibliotheek: een zelfstandige openbare bibliotheek van een gemeente met meer dan 35.000 inwoners, of een openbare bibliotheek van een gemeente met minder dan 35.000 inwoners welke een juridische en organisatorische eenheid vormt met een of meerdere naburige openbare bibliotheken en die daardoor gezamenlijk een bereik van meer dan 35.000 inwoners hebben.

Artikel 2 Doelstelling

Doel van deze subsidieregeling is het verlenen van subsidies teneinde een bijdrage te leveren aan het provinciale beleid zoals vastgelegd is in het Beleidskader Cultuur 2013-2016, Beleid voor Jeugdzorg en Provinciaal beleid bibliotheekvernieuwing 2013.

Artikel 3 Doelgroep

Voor subsidie kunnen in aanmerking komen:

  • a.

    Limburgse gemeenten waarvan de openbare bibliotheken aan de norm van basisbibliotheken conform artikel 1, derde lid voldoen;

  • b.

    Limburgse basisbibliotheken (zie artikel 1, derde lid);

  • c.

    de Stichting Bibliotheekhuis Limburg.

HOOFDSTUK 2 VOORWAARDEN/CRITERIA

Artikel 4 Subsidieverstrekking

Gedeputeerde Staten kunnen een projectsubsidie verstrekken ten behoeve van projecten die als resultaat hebben meetbare, zichtbare en kwalitatief betere en nieuwe bibliotheekvoorzieningen, zowel fysiek als digitaal, voor alle inwoners van de provincie Limburg.

Artikel 5 Algemene subsidiecriteria

Om voor een projectsubsidie in aanmerking te komen, gelden de volgende algemene criteria:

  • a.

    de aanvrager c.q. de projectorganisatie beschikt aantoonbaar over voldoende organisatiekracht en inhoudelijke kwaliteit;

  • b.

    de kwaliteit van de aanvrager komt tenminste tot uitdrukking in de verwoording van de aanvraag en in het te realiseren project;

  • c.

    het project c.q. de activiteiten is/zijn financieel, organisatorisch en praktisch uitvoerbaar;

  • d.

    de continuïteit van het project is ook na de subsidieperiode gewaarborgd (financieel/ inhoudelijk), met uitzondering van projecten die een “experimenteel” karakter hebben of tijdelijk van aard zijn;

  • e.

    het project moet worden opgestart binnen een half jaar nadat de subsidie is verleend;

  • f.

    uit de subsidieaanvraag blijkt dat de activiteiten, doelstellingen en resultaten “smart” zijn geformuleerd, de projectperiode is concreet benoemd en de aanvraag gaat vergezeld van een helder en volledig projectplan en een sluitende begroting conform format;

  • g.

    provinciebrede projecten moeten minstens 70% van de inwoners van de provincie Limburg bereiken.

Artikel 6 Specifieke subsidiecriteria

Binnen het brede veld van bibliotheekvernieuwingen moet de projectsubsidie voor het jaar 2013 ingezet worden voor de volgende doelen:

  • 1.

    provinciebrede bibliotheekactiviteiten in het kader van leesbevordering, laaggeletterdheid en alfabetisering;

  • 2.

    provinciebrede cultuuruitingen in de bibliotheek;

  • 3.

    erfgoedprojecten (conform de provinciebrede aanpak en de door de Provincie en het DEN vastgestelde normen) zowel digitalisering als ontsluiting;

  • 4.

    ontwikkelen e-cultuur gerelateerd aan provinciebrede bibliotheekactiviteiten;

  • 5.

    opschalen van Limburgse basisbibliotheken; en/of

  • 6.

    loketten fysiek én digitaal in de bibliotheken met informatie op het gebied van zorg, doelgroepen, jongeren, centra voor jeugd en gezin, etc. (conform provinciaal beleid en provinciebrede aanpak) tot een maximum van € 12.500,00 per loket.

Artikel 7 Meldingsplicht

  • a.

    De subsidieontvanger doet onverwijld schriftelijk melding aan Gedeputeerde Staten, zodra aannemelijk is dat:

    • a.

      de gesubsidieerde activiteiten niet of niet geheel zullen worden verricht; en/of

    • b.

      niet, of niet geheel aan de wettelijke en in de beschikking opgelegde verplichtingen en/of voorwaarden zal worden voldaan.

  • b.

    De melding kan aanleiding zijn om het subsidiebedrag ten nadele van de subsidieontvanger te wijzigen.

HOOFDSTUK 3 FINANCIËLE ASPECTEN

Artikel 8 Subsidieplafond en verdeelsleutel

  • 1 Het subsidieplafond ten behoeve van projecten voor bibliotheekvernieuwing voor de twee tranches wordt door Gedeputeerde Staten vastgesteld.

  • 2 Indien de voor de 1e tranche beschikbare middelen niet geheel worden opgebruikt, worden de restantmiddelen toegevoegd aan het bedrag van de 2e tranche.

  • 3 Om voor subsidie in aanmerking te komen moeten subsidieaanvragen voldoen aan de doelstelling genoemd in artikel 2 en aan de criteria genoemd in artikel 5 en aan één of meer van de doelen genoemd in artikel 6. Verdeling van de middelen vindt plaats in de mate waarin de subsidieaanvragen voldoen aan de specifieke subsidiecriteria en doelen zoals genoemd in artikel 6. Indien meer geld wordt aangevraagd dan beschikbaar is, zal de volgorde 1 t/m 6 van artikel 6 beslissend zijn voor de toekenning. Hierbij geldt dat doel 1, zoals genoemd in artikel 6, als belangrijkste doel wordt beschouwd en doel 6, zoals genoemd in artikel 6, als minst belangrijke doel. Aanvragen waarvoor onvoldoende budget resteert, worden afgewezen.

  • 4 Bij de beoordeling worden aan de doelen genoemd in artikel 6 de volgende wegingsfactoren toegekend en meegenomen in de besluitvorming:

    • -

      provinciebrede bibliotheekactiviteiten in het kader van leesbevordering, laaggeletterdheid en alfabetisering. Wegingsfactor 6;

    • -

      provinciebrede cultuuruitingen in de bibliotheek. Wegingsfactor 5;

    • -

      erfgoedprojecten (conform de provinciebrede aanpak en de door de Provincie en het DEN vastgestelde normen) zowel digitalisering als ontsluiting. Wegingsfactor 4;

    • -

      ontwikkelen e-cultuur gerelateerd aan provinciebrede bibliotheekactiviteiten. Wegingsfactor 3;

    • -

      opschalen van Limburgse basisbibliotheken. Wegingsfactor 2;

    • -

      loketten fysiek én digitaal in de bibliotheken met informatie op het gebied van zorg, doelgroepen, jongeren, centra voor jeugd en gezin, etc. (conform provinciaal beleid en provinciebrede aanpak) tot een maximum van € 12.500,00 per loket. Wegingsfactor 1.

  • 5 Indien het subsidieplafond per tranche binnen een van voornoemde doelen wordt overschreden, wordt bij de toekenning een evenwichtige geografische spreiding over de Provincie Limburg toegepast, tevens zal prioritering door het college van Gedeputeerde Staten plaatsvinden.

Artikel 9 Subsidiebedrag

  • 1 Bij de bepaling van het subsidiebedrag houden Gedeputeerde Staten verder rekening met:

    • -

      de mate waarin een bijdrage wordt geleverd aan de invulling van het provinciaal beleid;

    • -

      de mate van eigen (financiële) verantwoordelijkheid van de aanvrager;

    • -

      de mate waarin medefinanciering door derden plaatsvindt of kan plaatsvinden.

  • 2 Een subsidie kan worden geweigerd wanneer er sprake is van een bovenmatig beslag op het beschikbare budget ten opzichte van de te realiseren resultaten, zulks ter beoordeling van Gedeputeerde Staten.

Artikel 10 Niet-subsidiabele kosten

  • 1 Aanvullend op de bepalingen in artikel 14 van de Algemene Subsidieverordening 2012 Provincie Limburg zijn de volgende kosten ook niet subsidiabel:

    • a.

      alle kosten waarvoor de subsidieaanvrager gebruik kan maken van bestaande rijks-of gemeentelijke subsidieregelingen;

    • b.

      consumptieve kosten (drank, eten e.d.);

    • c.

      onvoorziene uitgaven;

    • d.

      alle vormen van exploitatiekosten (zoals exploitatiekosten voor gebouw, bedrijf, systemen etc.);

    • e.

      kosten van onderhoud en/of verbouwing van gebouwen en inventaris;

    • f.

      kosten van ambtelijke ondersteuning van en door gemeenten;

    • g.

      uurvergoeding voor (onder)directeuren en/of managers van bibliotheken;

    • h.

      uurvergoeding voor overig bibliotheekpersoneel;

    • i.

      kosten binnen provinciebrede projecten voor openbare bibliotheken die niet samenwerken in het provinciaal bibliotheeknetwerk en/of geen deel uitmaken van een basisbibliotheek.

  • 2 Gedeputeerde Staten kunnen in hun beschikking ook andere kosten uitsluiten.

HOOFDSTUK 4 AANVRAAGPROCEDURE

Artikel 11 Indienen aanvraag

  • 1 Subsidieaanvragen kunnen uitsluitend worden ingediend met het door Gedeputeerde Staten vastgestelde aanvraagformulier dat geplaatst is op de website van de provincie: www.limburg.nl/subsidies (Actuele Subsidieregelingen).

  • 2 De subsidieaanvraag dient de volgende informatie te bevatten:

    • a.

      een volledig ingevuld en rechtsgeldig ondertekend standaard aanvraagformulier;

    • b.

      een helder en volledig projectplan inclusief sluitende begroting met inkomsten en uitgaven en financieringsplan, beiden outputgerelateerd, conform format;

    • c.

      een tijdsplanning voor het project;

    • d.

      een toelichting op de wijze waarop de resultaten van het project gemeten zullen worden.

Artikel 12 Termijn voor indienen aanvraag

Subsidieaanvragen kunnen tweemaal per jaar aangevraagd worden; te weten voor de eerste tranche tot uiterlijk 1 maart 2013 en voor de tweede tranche tot uiterlijk 1 september 2013.

HOOFDSTUK 5 SLOTBEPALINGEN

Artikel 13 Hardheidsclausule

  • 1 In alle gevallen waarin deze regeling niet voorziet beslissen Gedeputeerde Staten.

  • 2 Indien toepassing van het bepaalde in deze regeling, naar het oordeel van Gedeputeerde Staten, tot kennelijke onbillijkheden leidt, dan kunnen Gedeputeerde Staten van enige bepaling afwijken.

Artikel 14 Inwerkingtreding, beëindiging en citeertitel

  • 1 Deze nadere regels treden in werking op 1 januari 2013.

  • 2 Deze nadere subsidieregels vervallen per 1 januari 2014, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op aanvragen die vóór die datum zijn ingediend en subsidiebesluiten die vóór die datum zijn genomen.

  • 3 Deze regeling kan worden aangehaald als “Nadere Subsidieregels Bibliotheekvernieuwing 2013”.

Ondertekening

Gedeputeerde Staten voornoemd, drs. Th.J.F.M. Bovens, voorzitter mr. A.C.J.M. de Kroon, secretaris Uitgegeven, 13 december 2012 De secretaris, mr. A.C.J.M. de Kroon