Regeling vervallen per 01-01-2013

Nadere subsidieregels Cultuur 2012

Geldend van 01-10-2011 t/m 31-12-2012

Intitulé

Nadere subsidieregels Cultuur 2012

NADERE SUBSIDIEREGELS CULTUUR 2012

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1 Artistieke waarde/inhoudelijk belang: de waarde van het (de) intrinsieke kunst- of cultuurproduct(ie) zoals dit onderkend wordt door één, bij voorkeur meerdere, algemeen erkende specialistische autoriteiten.

  • 2 Cultuurplaninstellingen: culturele instellingen, die van provinciale of landelijke betekenis zijn, op het terrein van kunst en cultuur en daaraan een duurzame bijdrage leveren en die als zodanig zijn erkend en voor maximaal vier jaren in hun exploitatie worden gesubsidieerd.

  • 3 Eigen schepping/creatie: een door de aanvrager zelf ontwikkeld(e) intrinsiek(e) kunst- of cultuur product(ie).

  • 4 Euregionale activiteiten: activiteiten die qua inhoud, samenwerkingsverbanden en uitstraling op Euregionale schaal en/of in meer dan één Euregio gebied plaatsvinden.

  • 5 Innovatie: op inhoud baanbrekend of nieuw voor de aanvrager en de betreffende specialistische sector of iets bestaands dat is vernieuwd, met bijvoorbeeld als resultaat het verbeteren of het openen van nieuwe wegen c.q. het geven van een impuls.

  • 6 (Inter)nationale activiteiten c.q. programma’s: activiteiten c.q. programma’s die qua inhoud, samenwerkingsverbanden en uitstraling op nationale schaal en/of in meer dan één land plaatsvinden.

  • 7 Kwalitatieve impuls: een aansporing, prikkel, stimulans die (aankomende) kunstenaars en artiesten in staat stelt zich te verbeteren en verder te professionaliseren.

  • 8 Project: een in tijd afgebakend samenhangend geheel van culturele activiteiten op het gebied van kunsten, volkscultuur, erfgoed en media, met een duidelijk geformuleerd doel of eindresultaat.

  • 9 SMART:

    • -

      Specifiek: zo concreet mogelijk aangeven wie, wat, waar, wanneer, hoe

    • -

      Meetbaar: zo veel mogelijk in maat en getal uitdrukken

    • -

      Acceptabel: doelen dienen te passen binnen het Beleidskader Cultuur 2009 – 2012, Cultuur: een betekenisvolle ontmoeting, het uitvoeringsprogramma Cultuur 2012 en draagvlak te hebben

    • -

      Realistisch: doelen dienen binnen de gestelde tijd, financiële en personele randvoorwaarden te kunnen worden gerealiseerd

    • -

      Tijdgebonden: vooraf vastleggen welke doelen op welk moment gehaald moeten zijn.

  • 10 Talent: personen die studeren aan de erkende (inter)nationale kunstvakopleidingen.

  • 11 Toptalent: personen die zich onderscheiden hebben door het winnen van (inter)nationale prijzen en/of door deelname aan (inter)nationale producties.

  • 12 Uitvoeringsprogramma Cultuur: het elk jaar door Gedeputeerde Staten vast te stellen overzicht van projecten, activiteiten en instellingen die voor subsidie, dan wel opdrachtverlening in aanmerking komen.

Artikel 2 Doel van de regeling

De regeling biedt financiële ondersteuning in vier programmalijnen, zoals omschreven in het Uitvoeringsprogramma Cultuur 2012:

  • 1.

    inspirerend door innovatie en ontwikkeling (bijlagen 1 en 2);

  • 2.

    draagvlak door verankering en participatie (hoofdstuk 7);

  • 3.

    sterk profiel door herkenbare culturele identiteit, (bijlage 1 en 3);

  • 4.

    Limburg in de wereld en de wereld in Limburg (bijlagen 1 en 2).

Artikel 3 Doelgroepen

Voor subsidie kunnen in aanmerking komen:

  • 1.

    Natuurlijke personen en rechtspersonen (instellingen) die een bijdrage leveren aan een van de speerpunten talentontwikkeling, internationalisering Limburgs cultuuraanbod, diversiteit Limburgse cultuursector, zoals genoemd in de bijlagen 1 en 2 van deze subsidieregeling.

  • 2.

    Natuurlijke personen en rechtspersonen (instellingen) die nadrukkelijk pop of jazzactiviteiten ontwikkelen én daarbij inzetten op tenminste één van de speerpunten talentontwikkeling, internationalisering Limburgs cultuuraanbod, diversiteit Limburgse cultuursector, (bijlage 1).

  • 3.

    Natuurlijke personen en rechtspersonen (instellingen) die educatieve projecten op het gebied van erfgoed ontwikkelen (bijlage 3).

  • 4.

    De met naam genoemde rechtspersonen (instellingen) die volksculturele activiteiten ontwikkelen (bijlage 3).

  • 5.

    De erkende cultuurplaninstellingen (hoofdstuk 5).

  • 6.

    Het Huis voor de Kunsten voor specifiek benoemde projectsubsidies (hoofdstuk 6).

  • 7.

    Gemeenten die een convenant Cultuurparticipatie met de Provincie Limburg hebben afgesloten (hoofdstuk 7).

HOOFDSTUK 2 VOORWAARDEN / CRITERIA

Artikel 4 Algemene subsidiecriteria

Om voor een subsidie in aanmerking te komen, gelden de volgende algemene criteria:

  • 1.

    Binnen deze regeling is per kalenderjaar, per project eenmaal subsidie mogelijk.

  • 2.

    Het project moet in 2012 starten.

  • 3.

    De looptijd van een project of culturele activiteit bedraagt maximaal twee jaar.

  • 4.

    De begroting dient reëel en sluitend te zijn en er moet een transparant dekkingsplan voorgelegd worden.

  • 5.

    Uit de subsidieaanvraag moet blijken dat projecten danwel activiteiten, doelstellingen en resultaten ‘smart’ zijn geformuleerd.

Artikel 5 Specifieke deelterreinen

Subsidies kunnen worden ingediend op een van de volgende beleidsterreinen/onderdelen:

  • 1.

    talentontwikkeling, diversiteit Limburgse cultuursector, internationalisering Limburgs cultuuraanbod, en pop/jazz initiatieven eenjarig (bijlage 1).

  • 2.

    talentontwikkeling en internationalisering Limburgs cultuuraanbod tweejarig (bijlage 2).

  • 3.

    erfgoededucatie en volkscultuur (bijlage 3).

  • 4.

    cultuurparticipatie (hoofdstuk 7).

Artikel 6 Meldingsplicht

  • 2 De melding kan aanleiding zijn om het subsidiebedrag ten nadele van de subsidieontvanger te wijzigen.

  • 3 Tussentijdse wijzigingen in de uitvoering van een activiteit (inhoud en uitvoeringstermijn) worden vooraf schriftelijk ter goedkeuring voorgelegd aan Gedeputeerde Staten.

Artikel 7 Weigeringsgronden

In aanvulling op artikel 15 van de Algemene Subsidieverordening 2012 Provincie Limburg, gelden de volgende weigeringsgronden:

  • a.

    Subsidie wordt geweigerd indien ten behoeve van dezelfde activiteit/project de Provincie Limburg al op een andere wijze subsidieert of indien activiteiten onder een andere provinciale subsidieregeling vallen, respectievelijk reeds subsidie is verstrekt op grond van een andere provinciale regeling.

  • b.

    Subsidie wordt geweigerd voor projecten die gericht zijn op de exploitatie van een instelling of organisatie.

  • c.

    Subsidie kan worden geweigerd wanneer er sprake is van een bovenmatig beslag op het beschikbare budget ten opzichte van de te realiseren resultaten.

HOOFDSTUK 3 FINANCIELE ASPECTEN

Artikel 8 Subsidieplafond en verdeling

  • 1 Gedeputeerde Staten stellen de subsidieplafonds voor deze Nadere subsidieregels Cultuur 2012 vast.

  • 2 Voor de verdeling van het plafond is het tijdstip waarop de aanvraag volledig is beslissend.

  • 3 Indien er meerdere volledige aanvragen zijn van dezelfde datum en deze binnen het subsidieplafond niet alle kunnen worden gehonoreerd, vindt prioritering plaats door Gedeputeerde Staten.

  • 4 Aanvragen die worden ingediend nadat het subsidieplafond is bereikt, worden door Gedeputeerde Staten afgewezen.

Artikel 9 Subsidiebedrag

  • 1 De hoogte van de projectsubsidies wordt bepaald op basis van een begroting volgens een vastgestelde format, die in het aanvraagformulier is opgenomen.

  • 2 Voor het maximale en eventuele minimale2 subsidiebedrag voor projecten in het kader van de éénjarige regeling, tweejarige regeling, regeling erfgoededucatie en regeling volkscultuur wordt verwezen naar de bijlagen 1 tot en met 3.

  • 3 Bij de bepaling van het subsidiebedrag houden Gedeputeerde Staten rekening met de mate:

    • -

      waarin het project een bijdrage levert aan de invulling van het provinciaal beleid;

    • -

      van eigen (financiële) verantwoordelijkheid van de aanvrager; en

    • -

      waarin medefinanciering door derden plaatsvindt of kan plaatsvinden.

HOOFDSTUK 4 AANVRAAGPROCEDURE

Artikel 10 Indienen aanvraag

  • 1 Een subsidieaanvraag kan uitsluitend worden ingediend bij Gedeputeerde Staten met gebruikmaking van het standaard aanvraagformulier dat geplaatst is op de website van de Provincie Limburg: www.limburg.nl/subsidies > actuele subsidieregelingen.

  • 2 De aanvraag dient een volledig ingevuld en rechtsgeldig ondertekend standaard aanvraagformulier te bevatten en zijn voorzien van bijlagen zoals aangegeven in het formulier en dient te worden verzonden naar Gedeputeerde Staten, afdeling Vergunningen en Subsidies, Postbus 5700, 6202 MA Maastricht.

Artikel 11 Termijn voor indienen aanvraag

De subsidieaanvraag voor projectsubsidies kan worden ingediend vanaf publicatie van deze regeling tot en met 30 september 2012. De aanvraag dient 12 weken voor de aanvang van het project, respectievelijk de activiteiten te worden ingediend. Deze termijn geldt niet voor aanvragen voor projectsubsidies van projecten die in januari, februari of maart 2012 starten en voor Cultuurparticipatie. Echter, de aanvraag moet wél ingediend zijn voor aanvang van het project, respectievelijk de activiteiten.

Artikel 12 Behandeling aanvragen

Subsidieaanvragen voor projectsubsidies worden behandeld in volgorde van binnenkomst:

  • a.

    De datum van de poststempel is bepalend. Bij persoonlijk aangeleverde aanvragen is de ontvangststempel van de Provincie Limburg, dan wel de datum van het verkregen bewijs van ontvangst bepalend.

  • b.

    Bij onvolledig ingediende aanvragen geldt de datum waarop de aanvraag volledig is.

Artikel 13 Afwijzen aanvraag

Aanvragen die ontvangen zijn buiten de periode en specifieke termijnen, zoals vermeld in artikel 11 worden afgewezen.

HOOFDSTUK 5 SUBSIDIEVERLENING CULTUURPLANINSTELLINGEN

Artikel 14 Subsidieaanvraag

  • 1 Subsidieaanvragen kunnen uitsluitend worden ingediend door de door de Provincie Limburg erkende cultuurplaninstellingen.

  • 2 De cultuurplaninstellingen die voor de periode 2009 tot en met 2012 zijn erkend, zijn:

    • a.

      Charles Hennen Concours

    • b.

      Collegium ad Mosam

    • c.

      Cultura Nova

    • d.

      Ensemble 88

    • e.

      Festival Cement

    • f.

      Het Laagland

    • g.

      Huis van Bourgondië

    • h.

      Intro in Situ

    • i.

      Klassiek op Locatie

    • j.

      Limburgs Symfonie Orkest (LSO)

    • k.

      Musica Sacra

    • l.

      NAiM/Bureau Europa

    • m.

      Nederlandse Dansdagen

    • n.

      Odapark

    • o.

      Opera Zuid

    • p.

      Orlando Festival

    • q.

      Poezie Festival

    • r.

      Popsport

    • s.

      Station Zuid

    • t.

      Studium Chorale

    • u.

      Toneelgroep Maastricht

    • v.

      Wereld Muziek Concours (WMC)

  • 3 Om voor een subsidie als cultuurplaninstelling in aanmerking te komen dient één maal per vier jaren een meerjarig beleidsplan met meerjarenbegroting en prestatiemodel, gericht op de termijn van de door Gedeputeerde Staten vastgestelde cultuurplanperiode 2009 t/m 2012, te zijn ingediend.

  • 4 Erkende cultuurplaninstellingen dienen vóór 1 oktober 2011 een activiteitenplan en een sluitende begroting in. Het activiteitenplan en de begroting zijn gebaseerd op het goedgekeurde meerjarig beleidsplan en de goedgekeurde meerjarenbegroting, zoals bedoeld in lid 3 van dit artikel. In het activiteitenplan voor 2012, zijn concrete outputresultaten opgenomen. Niet tijdig ingediende aanvragen worden afgewezen.

Artikel 15 Specifieke criteria en beoordeling cultuurplaninstellingen

  • 1 Bij de beoordeling van de aanvragen kunnen de beschikbare adviezen van de Raad voor Cultuur enhet standpunt van de standplaatsgemeente worden meegenomen.

  • 2 Bij de beoordeling wordt tevens betrokken de mate waarin de instelling in de voorafgaande periode heeft voldaan aan de afgesproken outputresultaten, mede op basis van de door de Adviescommissie gevoerde monitoringsgesprekken en verslagen van activiteitenbezoek.

Artikel 16 Subsidieplafond en verdeelsleutel

  • 1 Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond vast voor de exploitatiesubsidies voor de cultuurplaninstellingen.

  • 2 Verdeling van de middelen vindt plaats in de mate waarin de subsidieaanvragen voldoen aan de subsidiecriteria.

Artikel 17 Monitoring, verantwoording en evaluatie cultuurplaninstellingen

Met ieder afzonderlijke erkende cultuurplaninstelling (behoudens Popsport) vindt in 2012 een monitoringsgesprek plaats over de tussentijdse resultaten van de activiteiten waarvoor een provinciale subsidie is ontvangen. Voor zover nodig vindt een extra tussentijds overleg plaats.

HOOFDSTUK 6 SUBSIDIEVERLENING PROJECTEN HUIS VOOR DE KUNSTEN

Artikel 18 Subsidieverlening

Gedeputeerde Staten verstrekken binnen dit hoofdstuk alleen een projectsubsidie aan het Huis voor de Kunsten voor activiteiten en bijbehorende organisaties die als zodanig genoemd worden in artikel 19.

Artikel 19 Subsidieaanvragen en subsidiebedrag

Het Huis voor de Kunsten kan voor de hierna genoemde organisaties of projecten een subsidieaanvraag indienen. Betreffende activiteiten of organisaties zijn aangesloten bij het Huis voor de Kunsten en maken onderdeel uit van het integrale werkplan. De activiteiten zijn gericht op de instandhouding, samenwerking en verdere ontwikkeling van de culturele infrastructuur in Limburg en geven mede uitvoering aan de speerpunten uit het Beleidskader Cultuur 2009-2012. Activiteit/Instelling Maximaal subsidie

  • 1.

    Stichting Popmuziek (inclusief Platform) € 70.000,--

  • 2.

    SLIM / Project Samenwerking Jazz in Limburg € 30.000,--

  • 3.

    Project Jongerendans € 50.000,--

  • 4.

    Project Functie centrum Beeldende Kunst € 70.000,--

  • 5.

    Project Festival Platform Limburg € 20.000,--

  • 6.

    Project Amateur Theater Festival € 15.000,--

De bedragen zijn maximum bedragen per jaar.

HOOFDSTUK 7 CULTUURPARTICIPATIE

Artikel 20 Subsidieverlening cultuurparticipatie

  • 1 Gemeenten

  • 2 Het ingediende project, respectievelijk plan voldoet aan de criteria zoals overeengekomen in het ondertekende convenant Cultuurparticipatie tussen de regiogemeenten en de Provincie Limburg.

  • 3 Het verzoek om een financiële bijdrage dient voorzien te zijn van een beargumenteerd positief advies van het betreffende Regionale Platform Cultuurparticipatie en dient voor aanvang van het project, respectievelijk de activiteiten te worden ingediend.

HOOFDSTUK 8 SLOTBEPALINGEN

Artikel 21 Adviescommissie

Aanvragen om subsidie kunnen voor advies worden voorgelegd aan een door Gedeputeerde Staten ingestelde onafhankelijke Adviescommissie kunst en cultuur, bestaande uit experts op het gebied van verschillende kunst- en cultuurdisciplines: de Provinciale Adviescommissie Cultuur.

Artikel 22 Hardheidsclausule

  • 1 In alle gevallen waarin deze regeling niet voorziet beslissen Gedeputeerde Staten.

  • 2 Indien toepassing van het bepaalde in deze regeling, naar het oordeel van Gedeputeerde Staten, tot kennelijke onbillijkheden leidt, dan kunnen Gedeputeerde Staten van enige bepaling afwijken.

Artikel 23 Overgangsrecht

  • 1 Voor subsidiebesluiten die zijn genomen vóór de inwerkingtreding van de Nadere subsidieregels Cultuur 2012 blijven de Algemene Subsidieverordening 2004 en de daarop gebaseerde Nadere subsidieregels Cultuur 2011 van toepassing, ook voor de volgende stappen in het subsidietraject.

  • 2 De Nadere subsidieregels Cultuur 2011 komen voor de erkende Cultuurplaninstellingen per 1 oktober 2012 te vervallen.

Artikel 24 Inwerkingtreding, beëindiging en citeertitel

  • 1 Deze nadere regels treden in werking met ingang van 1 januari 2012, met dien verstande dat voor de erkende cultuurplaninstellingen deze regeling op 1 oktober 2011 in werking treedt.

  • 2 Deze nadere subsidieregels vervallen met ingang van 1 januari 2013. Voor erkende cultuurplaninstellingen vervallen deze nadere subsidieregels met ingang van 1 oktober 2012. Zij blijven van toepassing op aanvragen en subsidiebesluiten die vóór die datum zijn genomen.

  • 3 Deze regeling kan worden aangehaald als “Nadere subsidieregels Cultuur 2012”.

Ondertekening

Gedeputeerde Staten voornoemd, drs. Th.J.F.M. Bovens, voorzitter mr. A.C.J.M. de Kroon, secretaris Uitgegeven, 18 november 2011 De secretaris, mr. A.C.J.M. de Kroon  
 

BIJLAGEN

Voor de bjilagen kunt u op ondestaande link klikken

Bijlagen