Regeling vervallen per 28-02-2014

Regeling Provinciale Adviescommissie Cultuur (2013-2016)

Geldend van 01-03-2013 t/m 27-02-2014

Intitulé

Regeling Provinciale Adviescommissie Cultuur (2013-2016)

Regeling Provinciale Adviescommissie Cultuur (2013-2016)

Artikel 1: Instelling

Gedeputeerde Staten van Limburg, hierna te noemen "het college", stellen een provinciale adviescommissie in, hierna te noemen de "Provinciale Adviescommissie Cultuur” (PAC).

Artikel 2: Positionering

Ten behoeve van een zorgvuldig en afgewogen besluitvorming door het college inzake hierna verder te definiëren subsidieverleningen, baseert het college deze op basis van een hierna verder te definiëren deskundige en inhoudelijke beoordeling door een onafhankelijke adviescommissie.

Artikel 3: Selectie, samenstelling, benoeming en tijdsduur lidmaatschap

  • 1 . De PAC bestaat uit ten hoogste 11 leden (incl. voorzitter), welke door het college worden benoemd en op persoonlijke titel zitting zullen hebben.

  • 2 . De provincie Limburg vervult vanuit de afdeling Cultuur, Welzijn & Zorg het ambtelijk secretariaat van de PAC. De ambtelijk secretaris heeft geen stemrecht in de PAC.

  • 3 . Kandidaten voor een onafhankelijk voorzitterschap of lidmaatschap van de PAC worden geworven op basis van een advertentiecampagne in de Limburgse dagbladen en een landelijke dagblad.

  • 4 . De leden en voorzitter van de PAC worden door het college benoemd voor ten hoogste vier jaren. Na beëindiging van de eerste zittingstermijn, is voor alle leden eenmalige herbenoeming voor vier jaar mogelijk.

  • 5 . Bij de benoeming van de leden en de samenstelling van de PAC gaat het college uit van een afgewogen maar brede samenstelling van onafhankelijke, maar deskundige vertegenwoordigers uit de belangrijkste kunstdisciplines podiumkunsten, audiovisuele kunsten, beeldende kunsten, architectuur, jongerencultuur,

    popmuziek, letteren en cultureel erfgoed. Tegelijkertijd wordt hierbij rekening gehouden met een goede inbreng vanuit bijvoorbeeld de velden professionele en amateurskunsten, talentontwikkeling, cultureel ondernemerschap, kennis van het landelijk cultuurbeleid, onderwijs/educatie, podia, musea, bibliotheken,

    grensoverschrijdende samenwerking en cultuurtoerisme. gevallen de niet direct inhoudelijk betrokken overige leden van de PAC vooraf geïnformeerd over de

    noodzaak en wijze van externe advisering. Ook achteraf wordt in het aan het college opgestelde desbetreffende advies van de PAC, altijd duidelijk aangegeven of en hoe de externe advisering heeft plaatsgehad en of deze wel/niet is overgenomen in het desbetreffende commissieadvies.

  • 6 . Bij de samenstelling van de PAC wordt gestreefd naar een regionale spreiding gerelateerd aan de woonplaats van de leden. De PAC kiest uit haar midden een plaatsvervangend voorzitter.

  • 7 . Het lidmaatschap van de PAC kan te allen tijde op eigen verzoek worden beëindigd, door schriftelijke kennisgeving aan het college. Wanneer een lid gedurende langere tijd niet voldoende functioneert, kan het college, gehoord de voorzitter en de ambtelijk secretaris, het commissielidmaatschap van het desbetreffende lid tussentijds beëindigen.

Artikel 4: Taken

  • 1 . De adviserende taakstelling richting college van de PAC betreft:

    · Inhoudelijke en integrale beoordeling, advisering, voorstellingsbezoek en monitoring van de planinstellingen;

    · Inhoudelijke en integrale beoordeling, advisering en voorstellingsbezoek subsidieaanvragen vanaf een nog nader vast te stellen bedrag in het kader    van het projectenbudget kunst en cultuur;

    · Advisering over belangrijke beleidsonderwerpen.

  • 2 . Deze beoordeling geschiedt door een zorgvuldige integrale kwaliteitsbeoordeling. Dit impliceert tevens een afgewogen beoordeling van elke subsidieaanvraag doordat ook rekening wordt gehouden met relevante provinciale beleidsspeerpunten en met relevante subsidiecriteria, zoals gesteld in de Nadere subsidieregels voor Kunst en Cultuur.

  • 3 . De PAC adviseert het college schriftelijk en tijdens de eerstvolgende bijeenkomst voor die (complete) subsidieaanvragen, die tenminste één maand voor de betreffende vergadering van de commissie zijn ingediend.

  • 4 . Het college besluit inzake de betreffende subsidieverleningen met inachtneming van het advies van de PAC. Het college kan van dit advies afwijken; conform het gestelde in de Nadere Subsidieregels voor Kunst en Cultuur.

Artikel 5: Werkwijze vergaderingen

  • 1 . De PAC vergadert tenminste zes maal per jaar, bij voorkeur in het gouvernement te Maastricht;

  • 2 . De vergaderingen en de vergaderstukken van de PAC zijn niet openbaar. Het advies dat de PAC aan het college uitbrengt is wel openbaar.

  • 3 . Het aantal leden dat aan de vergadering van de PAC dient deel te nemen om rechtsgeldige besluiten te kunnen nemen, bedraagt minimaal de helft van de PAC plus de (plaatsvervangend) voorzitter.

  • 4 . De PAC doet haar aanbevelingen bij meerderheid van stemmen, waarbij ieder lid (inclusief de voorzitter) één stem heeft. Indien de stemmen staken, beslist de voorzitter.

  • 5 . De PAC bepaalt overigens zelf haar vergaderorde en legt dit vast in een huishoudelijk reglement.

  • 6 . Stukken die van de PAC uitgaan, worden steeds ondertekend door de voorzitter en de ambtelijk secretaris.

  • 7 . De PAC kan zich, ter voorbereiding van en/of in de vergadering zelf laten bijstaan door nietstemhebbende externe adviseurs, indien de agenda van de vergadering daartoe (op onderdelen) aanleiding geeft. Gedeputeerde Staten worden gekend over de voorgenomen inschakeling van deskundigen. Deze adviseurs hebben geen stemrecht. Omwille van objectiviteit worden in dergelijke

Artikel 6: Vacatiegelden

De leden van de PAC (en zo nodig de noodzakelijke externe adviseurs) ontvangen een vergoeding voor het voorbereiden en het bijwonen van de vergaderingen van de commissie en voor de reiskosten, op grond van de "Verordening rechtspositie gedeputeerden, staten- en commissieleden”. Voor de monitoring van cultuurplaninstellingen geldt (aanvullend?) de regeling dat er ten behoeve van verslaglegging van voorstellingsbezoek aan cultuurplaninstellingen een bedrag beschikbaar is van € 22,50 per verslag, met een maximumvergoeding voor 20 verslagen per jaar per commissielid/adviseur.

Artikel 7: Wijzigingen

Tussentijdse wijziging van deze regeling vindt plaats door het college, gehoord de PAC. Het college kan hierbij ook beoordelen of een besluit tot tussentijdse wijziging nodig is.

Artikel 8: Overige zaken

Indien voor een bepaalde wijze van adviseren deze regeling ergens niet in zou voorzien, beslist de PAC. Het college wordt hierover vooraf schriftelijk om instemming gevraagd.

Artikel 9: Inwerkingtreding en intrekking van oude regelingen

Deze regeling treedt in werking op 01 maart 2013. Op diezelfde datum wordt ingetrokken de Regeling provinciale adviescommissie Cultuur (2010 – 2012).

Artikel 10: Slotbepaling

De leden van de PAC hebben een algemene inspanningsverplichting om door afdoende afgewogen inhoudelijke beoordelingen, tijdig onderbouwd advies te geven ter optimale voorbereiding van de betreffende besluitvorming door het college.

Artikel 11: Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Regeling Provinciale Adviescommissie Cultuur (2013-2016).

Ondertekening

Gedeputeerde Staten voornoemd, drs. Th.J.F.M. Bovens, voorzitter mr. A.C.J.M. de Kroon, secretaris Uitgegeven, 7 maart 2013 De secretaris, mr. A.C.J.M. de Kroon