Regeling vervallen per 18-01-2021

Nadere subsidieregels ter bevordering van de economie en concurrentiekracht 2013 e.v.

Geldend van 18-05-2016 t/m 17-01-2021

Intitulé

Nadere subsidieregels ter bevordering van de economie en concurrentiekracht 2013 e.v.

NADERE SUBSIDIEREGELS TER BEVORDERING VAN DE ECONOMIE EN CONCURRENTIEKRACHT 2013 e.v.

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Doelstelling/doel van de regeling

Het ondersteunen van projecten die bijdragen aan het versterken van het Limburgse vestigingsklimaat, de concurrentiekracht en daarmee het behoud en de ontwikkeling van kwantitatief en kwalitatief goede banen.

Artikel 2 Doelgroep

Een subsidie wordt alleen verstrekt aan een rechtspersoon, een ZZP’er, een maatschap of vennootschap. Natuurlijke personen komen niet in aanmerking voor subsidie.

HOOFDSTUK 2 VOORWAARDEN/CRITERIA PROJECTEN TER BEVORDERING INSTROOM 45PLUSSERS

Artikel 3 Subsidieverlening

Gedeputeerde Staten kunnen subsidies verstrekken voor functioneel en in tijd samenhangende en begrensde resultaatgerichte activiteiten in het kader van het economisch beleid, specifiek gericht op instroom van 45plussers.

Artikel 4 Algemene subsidiecriteria

Een aanvraag om een subsidie wordt getoetst aan de volgende algemene beoordelingscriteria:

  • a.

    de kwaliteit van het projectvoorstel; en

  • b.

    samenwerking met partners.

Ad a. de kwaliteit van het projectvoorstel De kwaliteit van het projectvoorstel wordt getoetst aan factoren die de haalbaarheid van het project bepalen, zoals een solide financieel-economische, organisatorische, juridische en bestuurlijke basis. Dit houdt in dat de indiener in staat moet zijn om het project daadwerkelijk uit te voeren dan wel uit te laten voeren. Tevens wordt verwacht dat er een duidelijk perspectief op continuïteit van het project bestaat na afronding van (de looptijd van) het project, zowel inhoudelijk als financieel. In het activiteitenplan moet dit worden beargumenteerd op basis van bewezen praktijken en/of commitment van de banenverstrekker(s). De eis van continuïteit geldt niet voor zogenoemde “pilotprojecten” waarbij het gaat om het creëren van nieuwe banen met een experimenteel karakter, waarbij in redelijkheid niet vooraf kan worden vastgesteld of continuering haalbaar is. Dit laatste staat ter beoordeling van Gedeputeerde Staten. In het activiteitenplan wordt aangegeven waar de subsidiegelden aan besteed worden en hoe in de financiering zal worden voorzien na de gesubsidieerde periode.

Ad b. Samenwerking met partners Voor subsidie komt in aanmerking de aanvrager die samen met een of meerdere partners een actieve rol speelt in de verwezenlijking van het te subsidiëren project.

Artikel 5 Specifieke subsidiecriteria

Naast de in artikel 4 genoemde algemene criteria wordt een aanvraag om een projectsubsidie ook getoetst aan de volgende specifieke beoordelingscriteria:

  • a.

    Projecten hebben betrekking op instroom van niet werkende werkzoekende (nww) 45plussers (45 jaar of ouder).

  • b.

    Er moet sprake zijn van commitment van de vraagzijde (vrager naar werk: bedrijfsleven) ten behoeve van de betreffende instroom, op basis waarvan aannemelijk wordt dat de in de aanvraag benoemde aantallen 45plussers instromen naar werk.

  • c.

    Het resultaat moet meetbaar en controleerbaar zijn in termen van plaatsing.

  • d.

    Minimaal 70% van de in de aanvraag benoemde personen stroomt naar werk in.

  • e.

    Per aanvraag stromen minimaal 10 personen in naar werk.

  • f.

    Per aanvraag geldt een maximum van 100 personen waarvoor subsidie kan worden aangevraagd.

  • g.

    Het project heeft een looptijd van maximaal 15 maanden en dient uiterlijk 31 oktober 2018 te zijn afgerond.

Artikel 6 Weigeringsgronden

In aanvulling op artikel 15 van de Algemene Subsidieverordening 2012 Provincie Limburg, gelden de volgende weigeringsgronden:

  • a.

    Subsidie wordt geweigerd indien niet wordt voldaan aan de algemene criteria genoemd in artikel 4.

  • b.

    Subsidie wordt geweigerd indien niet wordt voldaan aan de specifieke criteria genoemd in artikel 5.

  • c.

    Subsidie wordt geweigerd indien ten behoeve van dezelfde activiteit/project de Provincie Limburg al op een andere wijze subsidieert of indien activiteiten onder een andere Provinciale subsidieregeling vallen/al subsidie is verstrekt op grond van een andere Provinciale regeling.

  • d.

    Subsidie wordt geweigerd voor projecten die gericht zijn op de continuïteit van een onderneming/instelling.

  • e.

    Subsidie wordt geweigerd als de Provincie Limburg om subsidie wordt gevraagd terwijl er andere (waaronder eigen, reguliere) middelen of inkomsten gebruikt kunnen worden om het project te financieren.

Artikel 7 Subsidieplafond en verdeling   

  • 1 Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond voor hoofdstuk 2 van deze nadere subsidieregels vast.

  • 2 De wijze van verdeling van het subsidieplafond kunt u raadplegen op www.limburg.nl/subsidies > subsidieplafonds.

Artikel 8 Subsidiebedrag

  • 1 Subsidies worden verstrekt in de vorm van vaste bedragen:

    • a.

      € 500,00 per nww-er van 45plus aan basissubsidie:

    • b.

      Maximaal € 2.000,00 per ingestroomde nww-er van 45plus aan plaatsingsgerelateerde subsidie (bonus):

      • -

        € 2.000,00 bij een contract met een duur van 12 maanden of meer en een omvang van gemiddeld minimaal 12 uren per week (dit geldt ook voor een payroll constructie of 1 jaar werk als ZZP-er voor gemiddeld minimaal 12 uren per week)

      • -

        € 1.000,00 bij een contract van 6 tot 12 maanden en een omvang van gemiddeld minimaal 12 uren per week (dit geldt ook voor een payroll constructie of 6 tot 12 maanden werk als ZZP-er voor gemiddeld minimaal 12 uren per week)

      • -

        € 500,00 bij een contract van 3 tot 6 maanden en een omvang van gemiddeld minimaal 12 uren per week (dit geldt ook voor een payrollconstructie of minimaal 3 maanden werk als ZZP-er voor gemiddeld minimaal 12 uren per week)

  • 2 Per aanvraag geldt een maximale subsidie van € 75.000,00.

Artikel 9 Bevoorschotting

Bij subsidies vanaf € 25.000,00 vindt bevoorschotting plaats bij honorering subsidie met 100% van de basissubsidie en 50% van de in de aanvraag beargumenteerde plaatsingsresultaten.

HOOFDSTUK 3 VOORWAARDEN/CRITERIA PROJECTEN NIET VALLEND ONDER HOOFDSTUK 2

Artikel 10 Subsidieverlening

Gedeputeerde Staten kunnen subsidies verstrekken voor functioneel en in tijd samenhangende en begrensde resultaatgerichte activiteiten in het kader van het economisch beleid.

Artikel 11 Algemene beoordelingscriteria

Een aanvraag om een subsidie wordt getoetst aan de volgende algemene beoordelingscriteria.

  • a.

    de kwaliteit van het projectvoorstel; en

  • b.

    samenwerking met partners; en

  • c.

    innovatie; en

  • d.

    stuwend.

Ad a. de kwaliteit van het projectvoorstel De kwaliteit van het projectvoorstel wordt getoetst aan factoren die de haalbaarheid van het project bepalen, zoals een solide financieel-economische, organisatorische, juridische, bestuurlijke en planologische basis. Dit houdt in dat de indiener in staat moet zijn om het project daadwerkelijk uit te voeren dan wel uit te laten voeren. Tevens wordt verwacht dat er een duidelijk perspectief op continuïteit van het project bestaat na afronding van (de looptijd van) het project, zowel inhoudelijk als financieel. Het perspectief op continuïteit kan onder meer blijken uit een kansrijke aanvraag voor een bijdrage uit Europese en/of nationale middelen. De eis van continuïteit geldt niet voor zogenoemde “pilotprojecten” met een experimenteel karakter, waarbij in redelijkheid niet vooraf kan worden vastgesteld of continuering haalbaar is. Dit laatste staat ter beoordeling van Gedeputeerde Staten. In het activiteitenplan wordt aangegeven waar de subsidiegelden aan besteed worden en hoe in de financiering zal worden voorzien na de gesubsidieerde periode. Ad b. Samenwerking met partners Voor subsidie komt in aanmerking de aanvrager die samen met een of meerdere partners een actieve rol speelt in de verwezenlijking van het te subsidiëren project. Ad c. Innovatie Het project moet innovatief zijn of het project moet innovatie stimuleren. Dit betekent dat het project moet leiden tot vernieuwing hetgeen zich vertaalt in nieuwe producten, diensten, processen of organisatievormen. Innoveren is mensenwerk en vergt niet alleen de ontwikkeling van technologie. Innovatie is ook afhankelijk van factoren als management, logistiek en marketing, zeker in de dienstensector. De innovatie moet niet alleen nieuw zijn voor de aanvrager, maar ook voor de Limburgse markt/sector waarop (de dienst of product van) de aanvrager zich richt.

Ad d. Stuwend Alleen projecten die stuwend zijn, komen voor subsidiëring in aanmerking. Stuwend betekent dat het project naast een bijdrage aan de activiteiten van de aanvrager zelf ook in aanzienlijke mate moet bijdragen aan de economische ontwikkeling van andere organisaties in de provincie Limburg (multipliereffect). Niet in aanmerking voor subsidie komen organisaties en/of projecten met een lokaal karakter, tenzij in de in de bijlage opgenomen subsidiekaders uitdrukkelijk anders is bepaald.

Artikel 12 Specifieke subsidiecriteria

Naast de in artikel 11 genoemde algemene criteria wordt een aanvraag om een projectsubsidie ook getoetst aan de volgende specifieke beoordelingscriteria: Projecten komen voor subsidie in aanmerking:

  • 1.

    Indien en voor zover ze naar het oordeel van Gedeputeerde Staten passen in, en een wezenlijke bijdrage leveren aan de realisatie van één of meer van de, door Provinciale Staten vastgestelde en door Gedeputeerde Staten nader uitgewerkte Programma-en meerjarenbegroting en de productenraming. Deze beleidskaders kunnen (op onderdelen) worden bijgesteld dan wel verder worden uitgewerkt in specifieke economische beleidsnota’s (ambitiedocumenten) voor de betreffende deelterreinen. Daarbij geldt als uitgangspunt dat het beleid van toepassing is dat geldt op het moment van indiening van de subsidieaanvraag, tenzij het eventueel nadien gewijzigde beleid gunstiger is voor de subsidieaanvrager; en

  • 2.

    Indien deze geheel of voor meer dan 50% worden gerealiseerd binnen Limburg of van specifieke betekenis zijn voor Limburg.

  • 3.

    De actuele beleidskaders kunt u raadplegen op: www.limburg.nl/e_loket/Subsidies/Actuele_Subsidieregelingen/Economie_en_Ruimte/Nadere_subsidieregels_bevordering_economie_en_concurrentiekracht_2013_e_v.

Artikel 13 Weigeringsgronden

In aanvulling op artikel 15 van de Algemene Subsidieverordening 2012 Provincie Limburg, gelden de volgende weigeringsgronden:

  • a.

    Subsidie wordt geweigerd indien niet wordt voldaan aan de algemene criteria genoemd in artikel 11.

  • b.

    Subsidie wordt geweigerd indien niet wordt voldaan aan de specifieke criteria genoemd in artikel 12.

HOOFDSTUK 4 AANVRAAGPROCEDURE PROJECTEN VALLEND ONDER HOOFDSTUK 2 EN 3

Artikel 14 Indienen aanvraag

  • 1 Een subsidieaanvraag kan uitsluitend worden ingediend bij Gedeputeerde Staten met gebruikmaking van het standaardaanvraagformulier dat geplaatst is op de website van de Provincie Limburg: www.limburg.nl/subsidies (actuele subsidieregelingen.)

  • 2 De aanvraag moet een volledig ingevuld en rechtsgeldig ondertekend standaard aanvraagformulier bevatten en moet zijn voorzien van alle bijlagen zoals aangegeven in het formulier en moet worden verzonden naar het op het formulier aangegeven adres (Gedeputeerde Staten van Limburg, afdeling Vergunningen en Subsidies, Postbus 5700, 6202 MA Maastricht).

    De volgende bijlagen dienen in ieder geval aan het aanvraagformulier te worden toegevoegd:

    • -

      activiteitenplan, waarin bij aanvragen in het kader van hoofdstuk 2 dient aangegeven te worden op welke wijze wordt voldaan aan de in artikel 4 en 5 genoemde criteria;

    • -

      een sluitende en gespecificeerde begroting conform het “Format begroting projectsubsidies provincie Limburg”.

Artikel 15 Termijn voor indienen aanvraag

  • 1 Subsidieaanvragen voor projectsubsidies in het kader van hoofdstuk 2 dienen uiterlijk op 28 februari 2017 bij Gedeputeerde Staten te zijn ontvangen.

  • 2 Subsidieaanvragen voor projectsubsidies in het kader van hoofdstuk 2 die buiten de termijn genoemd in het eerste lid van dit artikel zijn ontvangen, worden afgewezen.

  • 3 Subsidieaanvragen in het kader van hoofdstuk 3 kunnen het hele jaar worden ingediend.

Artikel 16 Behandeling aanvragen

Subsidieaanvragen voor subsidies worden behandeld in volgorde van binnenkomst:

  • a.

    De datum van de poststempel is bepalend. Bij persoonlijk aangeleverde aanvragen is de ontvangststempel van de Provincie Limburg dan wel de datum van het verkregen bewijs van ontvangst bepalend;

  • b.

    Bij onvolledig ingediende aanvragen geldt de datum waarop de aanvraag volledig is.

HOOFDSTUK 5 SLOTBEPALINGEN

Artikel 17 Hardheidsclausule

  • 1 In alle gevallen waarin deze regeling niet voorziet beslissen Gedeputeerde Staten;

  • 2 Indien toepassing van het bepaalde in deze regeling, naar het oordeel van Gedeputeerde Staten, tot kennelijke onbillijkheden leidt, dan kunnen Gedeputeerde Staten van enige bepaling afwijken.

Artikel 18 Overgangsrecht

  • 1 De “Nadere subsidieregels ter bevordering van de economie en concurrentiekracht 2012 e.v.” vervallen bij de inwerkingtreding van deze regeling.

  • 2 Voor subsidiebesluiten die zijn genomen vóór de inwerkingtreding van de “Nadere subsidieregels ter bevordering van de economie en concurrentiekracht 2013 e.v.” blijven de Algemene Subsidieverordening 2012 Provincie Limburg en de daarop gebaseerde “Nadere subsidieregels ter bevordering van de economie en de concurrentiekracht 2012 e.v.” van toepassing, ook voor de volgende stappen in het subsidietraject.

  • 3 Subsidieaanvragen ingediend voor de inwerkingtreding van deze regeling en waarover bij inwerkingtreding nog niet is beslist worden op basis van deze nieuwe regeling afgehandeld.

Artikel 19 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1 Deze nadere regels treden in werking met ingang van de dag na de dag van publicatie in het Provinciaal Blad.

  • 2 Deze regeling kan worden aangehaald als “Nadere subsidieregels ter bevordering van de economie en concurrentiekracht 2013 e.v.”.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van Gedeputeerde Staten, gehouden op 26 april 2016 Gedeputeerde Staten voornoemd
de voorzitter, dhr. drs. Th.J.F.M. Bovens
secretaris dhr. Mr. A.C.J.M. de Kroon  

Toelichting bij “Nadere subsidieregels ter bevordering van de economie en concurrentiekracht 2013 e.v.”

Het economisch beleidsveld kenmerkt zich door een grote dynamiek. Dit vereist dat steeds snel wordt ingespeeld op veranderende omstandigheden. Om die reden is dan ook gekozen voor een op zichzelf minder concreet uitgewerkte regeling. Dat betekent dat steeds naast de regeling in ogenschouw moet worden genomen wat het geldende beleidskader op enig moment inhoudt, om een oordeel te kunnen vormen of een project daadwerkelijk voor subsidie in aanmerking kan komen. Zowel de doelgroep, doelstelling als de inhoudelijke criteria kunnen op bepaalde deelterreinen van het economisch beleid wisselend van aard zijn, al naar gelang de behoeften van het moment. De geldende beleidskaders wordt gepubliceerd op www.limburg.nl/subsidies. De juridische grondslag voor subsidieverstrekking wordt dan ook steeds gevormd door de Algemene Subsidieverordening 2012 Provincie Limburg in combinatie met deze Nadere subsidieregels en de daaraan ten grondslag liggende beleidskaders. Vanwege de complexiteit van het beleidsterrein verdient het sterk aanbeveling vóór het indienen van de subsidieaanvraag in overleg te treden met medewerkers van het cluster Economie en Innovatie teneinde te komen tot een goed onderbouwde en volledige aanvraag.