Regeling vervallen per 01-01-2018

Nadere subsidieregelsimplementatie KAR

Geldend van 01-05-2014 t/m 31-12-2017

Intitulé

Nadere subsidieregelsimplementatie KAR

NADERE SUBSIDIEREGELS IMPLEMENTATIE KAR

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • 1.

    Dynamische gebiedsafsluitingen: beweegbare voorzieningen, meestal in de vorm van verzinkbare palen, waarmee een bepaald gebied wat betreft (bepaalde soorten) gemotoriseerd verkeer alleen toegankelijk wordt gemaakt voor bepaalde doelgroepen;

  • 2.

    Hulpdiensten: Ambulancezorg Limburg-Noord, GGD Zuid Limburg, Huisartsenpost Nightcare BV, Huisartsenposten Midden Limburg en Westelijke Mijnstreek, Huisartsenpost Maastricht & Heuvelland, Brandweer Limburg-Noord, Brandweer Zuid-Limburg en Medical Emergency Transport;

  • 3.

    KAR: Korte Afstand Radio ingericht conform het landelijke KAR-protocol, in dit verband met als doel om voorrangsvoertuigen prioriteit te verlenen bij verkeersregelinstallaties;

  • 4.

    OV-concessiehouder: de houder(s) van de regionale OV-concessie(s) die de Provincie Limburg heeft verleend of zal verlenen;

  • 5.

    Voorrangsvoertuigen: Voertuigen van de hulpdiensten die in Limburg worden ingezet als bedoeld in artikel 29 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990), en in Limburg een standplaats hebben;

  • 6.

    VRI: Verkeersregelinstallatie binnen de provincie Limburg, niet zijnde een dynamische gebiedsafsluiting;

  • 7.

    VRI-beheerder: de partij die de verkeersregelinstallatie beheert. In geval van meerdere beheerders voor één VRI, wordt de partij bedoeld die als eerste aanspreekpunt fungeert voor de VRI.

Artikel 2 Doelstelling/doel van de regeling

Beoogd resultaat is een Limburgdekkende uitrol en instandhouding van het KAR-systeem. Dit impliceert dat de VRI’s zijn ingericht en geprogrammeerd met het KAR-systeem en de voorrangsvoertuigen zijn voorzien van de benodigde apparatuur en informatie. Hiermee wordt beoogd de verkeersveiligheid en doorstroming ter plaatse van VRI’s te bevorderen.

Artikel 3 Doelgroep/subsidieaanvrager

Voor subsidie kunnen in aanmerking komen:

  • a.

    Ambulancezorg Limburg-Noord, GGD Zuid Limburg, Huisartsenpost Nightcare BV, Huisartsenposten Midden Limburg en Westelijke Mijnstreek, Huisartsenpost Maastricht & Heuvelland, Brandweer Limburg-Noord en Brandweer Zuid-Limburg en Medical Emergency Transport, in deze subsidieregeling verder aangeduid als ‘hulpdiensten’;

  • b.

    VRI-beheerders in Limburg, in deze subsidieregeling verder aangeduid als ‘VRI-beheerders’.

HOOFDSTUK 2 VOORWAARDEN/CRITERIA

Artikel 4 Subsidiecriteria

  • 1 Subsidieaanvrager heeft de ‘overeenkomst KAR voorrangsvoertuigen’ ondertekend.

  • 2 De opdracht tot KAR-implementatie in de VRI(’s) respectievelijk voertuig(en) is verleend na 2 november 2012.

  • 3 Per VRI respectievelijk voorrangsvoertuig kan binnen deze regeling éénmaal subsidie worden verstrekt.

  • 4 Er kan maximaal éénmaal per kalenderjaar per aanvrager een (gebundelde) aanvraag worden ingediend.

Artikel 5 Verplichtingen subsidieontvanger

  • 1 De subsidieontvanger mag de KAR-implementatie niet ongedaan maken binnen tien jaar vanaf het moment dat de betreffende KAR-implementatie functioneert.

  • 2 KAR dient uiterlijk binnen één jaar na subsidieverstrekking te functioneren (aan de VRI-zijde zowel voor hulpdiensten als openbaar vervoer).

Artikel 6 Afwijzingsgronden

  • 1 In aanvulling op artikel 15 van de Algemene Subsidieverordening 2012 Provincie Limburg, wordt de aanvraag afgewezen indien de Provincie Limburg de KAR-implementaties al op een andere wijze of op grond van een andere provinciale regeling gesubsidieerd heeft.

  • 2 Aanvragen die ontvangen zijn buiten de termijnen zoals vermeld in artikel 11 worden afgewezen.

  • 3 Indien niet wordt voldaan aan de subsidiecriteria zoals opgenomen in artikel 4, wordt de aanvraag afgewezen.

HOOFDSTUK 3 FINANCIËLE ASPECTEN

Artikel 7 Subsidieplafond en verdeling

  • 1 Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond van deze nadere subsidieregels vast.

  • 2 De wijze van verdeling van het subsidieplafond voor deze regeling is te raadplegen op www.limburg.nl/subsidies > subsidieplafonds.

Artikel 8 Subsidiebedrag

Subsidies worden verstrekt in de vorm van een bedrag dat als volgt wordt bepaald:

  • 1.

    Voor de KAR-gerelateerde kosten aan de VRI-zijde bedraagt het subsidiebedrag 50% van de KAR-gerelateerde kosten zoals gespecificeerd in de kostenspecificatie, tot maximaal € 7.500,00 per VRI.

  • 2.

    Indien sprake is van (cumulatief):

    • -

      een VRI waarvoor de eerstvolgende vervanging gepland is in 2018 of later;

    • -

      een noodzakelijke vervanging om KAR-implementatie voor de betreffende VRI mogelijk te maken (m.a.w. KAR kan niet in bestaande VRI worden ingebouwd);

    • -

      een hoge prioriteit van KAR-implementatie in de betreffende VRI volgens de hulpdiensten en/of OV-concessiehouder;

    • -

      overeenstemming tussen kostendragende partijen dat het versneld implementeren van KAR in de betreffende VRI de kosten rechtvaardigt; en

    • -

      de laatste vervanging van de betreffende VRI niet na 2 november 2012 heeft plaatsgevonden, geldt naast de bijdrage genoemd in artikel 8, eerste lid, een variabele bijdrage over de resterende kosten, met dien verstande dat het totale subsidiebedrag maximaal € 30.000,00 per VRI bedraagt.

  • 3.

    Voor de KAR-gerelateerde kosten aan de voertuigzijde bedraagt het subsidiebedrag 50% van de KAR-gerelateerde kosten zoals gespecificeerd in de kostenspecificatie, tot maximaal 3 € 1.750,00 per voertuig, met dien verstande dat het maximum aantal voertuigen waarvoor subsidie wordt verstrekt per organisatie als volgt is:

  • -

    Ambulancezorg Limburg Noord tot maximaal 27 voertuigen;

  • -

    GGD Zuid Limburg tot maximaal 23 voertuigen;

  • -

    Huisartsenpost Nightcare BV tot maximaal 3 voertuigen;

  • -

    Huisartsenposten Midden Limburg en Westelijke Mijnstreek tot maximaal 6 voertuigen;

  • -

    Huisartsenpost Maastricht & Heuvelland tot maximaal 2 voertuigen;

  • -

    Brandweer Limburg-Noord tot maximaal 60 voertuigen;

  • -

    Brandweer Zuid-Limburg tot maximaal 76 voertuigen; en

  • -

    Medical Emergency Transport tot maximaal 10 voertuigen.

Artikel 9 Subsidiabele en niet-subsidiabele kosten

  • 1 Door VRI-beheerders kan binnen deze regeling subsidie worden aangevraagd uitsluitend voor de KAR-gerelateerde kosten aan de VRI-zijde.

  • 2 KAR-gerelateerde kosten aan de VRI-zijde betreffen:

    • -

      Kosten voor de aanschaf en montage van KAR-antenne en -modem;

    • -

      Kosten van de wijziging van de regeling (software) van de VRI voor zover noodzakelijk voor het correct functioneren van KAR;

    • -

      Kosten voor aanpassing van het kruispuntplaatje in de automaat, indien deze aanpassing noodzakelijk is om het functioneren van KAR te testen;

    • -

      Kosten van de wijziging van hardware om KAR-antenne en -modem te kunnen aansluiten op de VRI;

    • -

      Kosten voor de in relatie tot KAR noodzakelijke aanpassingen van de documentatie;

    • -

      Kosten voor het testen of het KAR-systeem correct functioneert.

  • 3 Door hulpdiensten kan binnen deze regeling subsidie worden aangevraagd uitsluitend voor de KAR-gerelateerde kosten aan de voertuigzijde.

  • 4 KAR-gerelateerde kosten aan de voertuigzijde betreffen:

    • -

      Kosten voor de verwerving, aanschaf en montage van KAR-(zend)apparatuur;

    • -

      Kosten voor het testen of het KAR-systeem correct functioneert.

  • 5 . Aanvullend op de bepalingen in artikel 14 van de Algemene Subsidieverordening 2012 Provincie Limburg zijn kosten voor eigen personeel niet subsidiabel.

HOOFDSTUK 4 AANVRAAGPROCEDURE

Artikel 10 Indienen aanvraag

  • 1 Een subsidieaanvraag kan uitsluitend worden ingediend bij Gedeputeerde Staten met gebruikmaking van het standaard aanvraagformulier dat geplaatst is op de website van de Provincie Limburg: www.limburg.nl/subsidies > actuele subsidieregelingen.

  • 2 De aanvraag dient een volledig ingevuld en rechtsgeldig ondertekend standaard aanvraagformulier te bevatten en te zijn voorzien van alle gevraagde bijlagen. De aanvraag met alle bijlagen dient te worden verzonden naar het op het formulier aangegeven adres (Gedeputeerde Staten van Limburg, Cluster Subsidies, Postbus 5700, 6202 MA Maastricht). De volgende bijlagen dienen in ieder geval aan het aanvraagformulier te worden toegevoegd:

    • -

      gespecificeerd kostenoverzicht conform het bij het aanvraagformulier opgenomen format; en,

    • -

      indien de subsidieaanvrager niet behoort tot de overheid (en dus niet via SiSa hoeft te verantwoorden):

      • o

        indien de werkzaamheden nog moeten uitgevoerd: de gespecificeerde offerte van de opdrachtnemer waar de opdracht uit voortvloeit;

      • o

        indien de werkzaamheden reeds zijn uitgevoerd: de gespecificeerde facturen van de opdrachtnemer.

Artikel 11 Termijn voor indienen aanvraag

De subsidieaanvraag kan worden ingediend vanaf 1 mei 2014:

  • -

    tot uiterlijk 1 januari 2016 voor de hulpdiensten;

  • -

    tot uiterlijk 1 november 2017 voor de VRI-beheerders.

HOOFDSTUK 5 SLOTBEPALINGEN

Artikel 12 Hardheidsclausule

  • 1 In alle gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslissen Gedeputeerde Staten.

  • 2 Indien toepassing van het bepaalde in deze regeling, naar het oordeel van Gedeputeerde Staten, tot kennelijke onbillijkheden leidt, dan kunnen Gedeputeerde Staten van enige bepaling afwijken.

Artikel 13 Inwerkingtreding, beëindiging en citeertitel

  • 1 . Deze Nadere subsidieregels treden in werking met ingang van 1 mei 2014.

  • 2 Deze Nadere subsidieregels vervallen met ingang van 1 januari 2018, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op aanvragen die voor die datum zijn ingediend en subsidiebesluiten die vóór die datum zijn genomen.

  • 3 Deze regeling kan worden aangehaald als “Nadere subsidieregels implementatie KAR”.

Ondertekening

Gedeputeerde Staten voornoemd, drs. Th.J.F.M. Bovens, voorzitter
mr. A.C.J.M. de Kroon, secretaris
Uitgegeven, 3 april 2014
De secretaris, mr. A.C.J.M. de Kroon 

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 8, tweede lid

De variabele bijdrage is afhankelijk van het aantal jaren waarmee de vervanging naar voren wordt gehaald ten opzichte van het gangbare vervangingsjaar (= bouwjaar c.q. jaar laatste vervanging + 15 jaar). Deze bijdrage bedraagt 50% x (a/15) x r, waarbij a = aantal jaren naar voren gehaald en r = resterende declarabele kosten. In dit geval dient de VRI-beheerder in het format voor de aanvraag ook het bouwjaar c.q. jaar van de laatste vervanging aan te geven inclusief een toelichting per te vervangen onderdeel waarom dat onderdeel noodzakelijk is voor KAR-implementatie.