Regeling vervallen per 01-01-2024

Mandaatbesluit Gedeputeerde Staten vergunningverlening Buitenring Parkstad Limburg (BPL)

Geldend van 09-05-2014 t/m 31-12-2023 met terugwerkende kracht vanaf 01-07-2013

Intitulé

Mandaatbesluit Gedeputeerde Staten vergunningverlening Buitenring Parkstad Limburg (BPL)

Mandaatbesluit Gedeputeerde Staten vergunningverlening Buitenring Parkstad Limburg (BPL)

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1 Provinciale Staten: Provinciale Staten van Limburg.

  • 2 Gedeputeerde Staten: het college van Gedeputeerde Staten van Limburg.

  • 3 Directeur: de directeur van de Regionale uitvoeringsdienst Zuid-Limburg.

  • 4 RUD Zuid-Limburg: de Regionale uitvoeringsdienst Zuid-Limburg.

  • 5 Onder mandaat wordt het volgende begrepen: de bevoegdheid om in naam van Gedeputeerde Staten besluiten als bedoeld in artikel 1:3 eerste lid van de Awb te nemen.

Artikel 2 Mandaat

  • 1 Gedeputeerde Staten verlenen mandaat aan de directeur van de RUD Zuid-Limburg voor de vergunningverlening van de Buitenring Parkstad Limburg op basis van het Inpassingsplan Buitenring Parkstad Limburg 2012. De directeur van de RUD Zuid-Limburg is bevoegd voor de voorbereiding en verlening van alle vergunningen, inclusief aanhakende toestemmingen en vergunningen op basis van artikel 2.2 van de Wabo. Ook de incidenteel aanhakende vergunningen (bijvoorbeeld artikel 16 en 19d van de Natuurbeschermingswet 1998 en de ontheffing van artikel 75, derde lid, van de Flora en Faunawet) maken deel uit van deze bevoegdheid.

  • 2 Deze bevoegdheid betreft in elk geval:

    • a.

      de procedurestappen (ontvangstbevestigingen, verdagingen, verzoeken om aanvullende gegevens, horen ingevolge de artikel 4:7 en 4:8 Awb, opvragen welstands- en andere adviezen bij de diverse gemeenten, verdagingsbesluiten, publicaties en bekendmaking), ontwerp-besluiten, besluiten, weerleggen zienswijzen;

    • b.

      besluiten op bezwaarschiften op grond van de Awb indien het primair besluit in ondermandaat genomen is;

    • c.

      besluiten in het kader van bestuursrechtelijke procedures in de breedste zin van het woord, waarbij onder andere wordt gedoeld op het voeren van verweer (schriftelijk en mondeling) in de bezwaarschriftenfase, beroep, hoger beroep en voorlopige voorziening indien het besluit in mandaat is genomen door de directeur of een onder zijn verantwoordelijkheid vallende leidinggevende;

    • d.

      besluiten op verzoeken om toepassing van rechtstreeks beroep (artikel 7:1a Awb);

    • e.

      (voorbereiding van) besluiten in het kader van de Crisis- en herstelwet;

    • f.

      (voorbereiding van) besluiten en procedures in het kader van de Wet openbaarheid van Bestuur voor zover het de Buitenring Parkstad Limburg als bestuurlijke aangelegenheid betreft met betrekking tot (de voorbereiding van) besluiten als bedoeld in dit mandaatbesluit;

    • g.

      (voorbereiding van) samenhangende besluiten;

    • h.

      (voorbereiding van) besluiten over ingebrekestellingen en dwangsommen bij niet tijdig beslissen;

    • i.

      (de voorbereiding van) besluiten op basis van titel 4.4 Awb (bestuursrechtelijke geldschulden);

    • j.

      het eenmalig danwel doorlopend machtigen van medewerkers of externe adviseurs om het bevoegde gezag te vertegenwoordigen in bestuursrechtelijke procedures;

    • k.

      het vragen van advies op basis van de Wet Bibob en het maken van afspraken naar aanleiding van het uitgebrachte advies;

    • l.

      besluiten op basis van het vigerende Bouwbesluit.

  • 3 De directeur is bevoegd voor de aangelegenheden schriftelijk rechtstreeks ondermandaat te verlenen aan de afdelingshoofden van de RUD Zuid-Limburg, met uitzondering van artikel 2, tweede lid, sub b van dit Mandaatbesluit. Hierbij kunnen voorwaarden ten behoeve van de verlening aangegeven worden.

Artikel 3 Uitzonderingen

Mandaat heeft geen betrekking op :

  • a.

    Besluiten tot weigeren van een vergunning of ontheffing, met uitzondering van besluiten waarbij wordt geweigerd op grond van een algemeen verbindend voorschrift of beleidsregel of besluiten waarbij wordt geweigerd een omgevingsvergunning of toestemming te verlenen waarop de reguliere voorbereidingsprocedure van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht van toepassing is verklaard;

  • b.

    Besluiten die politiek gevoelig zijn.

Artikel 4 Uitvoering

  • 1 De directeur betrekt bij de uitoefening van de aan hem opgedragen bevoegdheden de relevante door Provinciale Staten vastgestelde kaders alsmede het door Gedeputeerde Staten vastgestelde beleid.

  • 2 Gedeputeerde Staten zorgen ervoor dat de directeur over alle benodigde informatie noodzakelijk voor de uitvoering van het in het tweede lid bepaalde kan beschikken.

  • 3 Bij voorgenomen nieuw beleid of beleidswijzigingen vindt er afstemming plaats tussen de directeur en Gedeputeerde Staten.

Artikel 5 Onvoorziene omstandigheden  

In onvoorziene, spoedeisende gevallen, waarin onverwijld handelen geboden is, handelt de gemandateerde in de geest van dit besluit.

Artikel 6 Ondertekening

De namens Gedeputeerde Staten uitgevoerde bevoegdheden worden als volgt ondertekend: Gedeputeerde Staten van Limburg, Namens dezen, …………… (naam) directeur van de Regionale Uitvoeringsdienst Zuid-Limburg

Artikel 7 Vervanging

Ingeval van afwezigheid van de directeur, aan wie bij of krachtens dit besluit bevoegdheden zijn toegekend, worden deze bevoegdheden door zijn plaatsvervanger uitgeoefend.

Artikel 8 Inwerkingtreding  

  • 1 Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na publicatie in het Provinciaal Blad en werkt terug tot en met 1 juli 2013.

  • 2 Een afschrift van dit besluit wordt gezonden aan de leden van de directie, het clusterhoofd van het cluster Vergunningen en Onderzoek en Advies van de Provincie Limburg.

Artikel 9 Citeertitel

 Dit besluit wordt aangehaald als: Mandaatbesluit Gedeputeerde Staten vergunningverlening Buitenring Parkstad Limburg.

Ondertekening

Gedeputeerde Staten voornoemd, drs. Th.J.F.M. Bovens, voorzitter
mr. A.C.J.M. de Kroon, secretaris
Uitgegeven, 8 mei 2014
De secretaris, mr. A.C.J.M. de Kroon