Ondermandaatbesluit Directeur Regionale Uitvoeringsdienst Zuid-Limburg toezicht en handhaving Buitenring Parkstad Limburg

Geldend van 13-06-2014 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-07-2013

Intitulé

Ondermandaatbesluit Directeur Regionale Uitvoeringsdienst Zuid-Limburg toezicht en handhaving Buitenring Parkstad Limburg

Ondermandaatbesluit Directeur Regionale Uitvoeringsdienst  Zuid-Limburg toezicht en handhaving Buitenring Parkstad Limburg

Artikel 1 Ondermandaat, subvolmacht en submachtiging

  • 1 Binnen de Regionale Uitvoeringsdienst Zuid-Limburg wordt aan de afdelingshoofden (a.i.) van de afdelingen Toezicht en Handhaving respectievelijk Specialismen ondermandaat, subvolmacht, respectievelijk submachtiging verleend voor de toezicht- en handhavingstaken inzake de Buitenring Parkstad Limburg op basis van het Inpassingsplan Buitenring Parkstad Limburg 2012 (PIP).

  • 2 Deze bevoegdheid betreft in elk geval:

    • a.

      de navolgende procedurestappen bij alle soorten van besluitvorming waarop dit mandaatbesluit van toepassing is: Ontvangstbevestigingen, opschorten (afdeling 4.1.3. Awb) en verlengen beslistermijnen, verzoeken om aanvullende gegevens, horen ingevolge de artikelen 4:7 en 4:8 Awb, opvragen adviezen bij de diverse andere overheden, verdagingsbesluiten, publicaties en bekendmakingen, ontwerp-besluiten, weerleggen zienswijzen, besluiten;

    • b.

      uitoefening van toezicht op de naleving van het bij of krachtens de Wabo en de bij of krachtens de in artikel 5.1 van de Wabo genoemde wetten juncto 5.2 van de Wabo. Naast de in artikel 5.1 genoemde wetten omvat deze uitoefening in ieder geval ook het Bouwbesluit, het Besluit Bodemkwaliteit, het Activiteitenbesluit en de Activiteitenregeling, de Bouwverordening, de Wegenwet, de Omgevingsverordening Limburg, indien en voorzover deze wetten en regelingen zijn gerelateerd aan de taken zoals ondergemandateerd bij dit besluit;

    • c.

      het voeren van correspondentie in het kader van toezicht en handhaving, waaronder in elk geval begrepen:

    • -

       een bezoekbevestigingsbrief;

    • -

      een vooraankondiging last onder bestuursdwang of last onder dwangsom (hoorbrief);

    • -

       vorderingen om informatie in het kader van de controle op de naleving van regelgeving, alsmede de reacties op de in dit kader toegezonden informatie (artikel 5:16 Awb);

    • d.

      besluiten over – op grond van vergunningvoorschriften – te overleggen meldingen, rapportages, e.d.;

    • e.

      besluiten op grond van Titel 5.3 (herstelsancties) Awb waaronder in elk geval begrepen het opleggen, weigeren, intrekken, wijzigen van een herstelsanctie. Hieronder is in elk geval ook begrepen het opleggen danwel het weigeren, intrekken, wijzigen van een bouw- of sloopstop op grond van de Wabo, niet zijnde een spoedeisende bouw- of sloopstop. Dit omvat tevens besluiten en (feitelijke) handelingen ter voorbereiding en uitvoering van deze besluiten;

    • f.

      besluiten op grond van artikel 5:27 Awb en de Algemene wet op het binnentreden welke zijn benodigd ten behoeve van de toepassing van bestuursdwang;

    • g.

      besluit tot het opleggen van een spoedeisende last onder bestuursdwang conform artikel 5:31, Awb juncto 5:17 Wabo dan wel de schriftelijke bekrachtiging van de mondelinge aanzegging daartoe;

    • h.

      gedoogbesluiten en opschortingsbesluiten;

    • i.

      besluiten op verzoeken van derden om bestuursrechtelijk/handhavend op te treden;

    • j.

      besluiten op bezwaarschiften op grond van de Awb indien het primair besluit in ondermandaat is genomen én bij het beslissen op bezwaar niet wordt afgeweken van het advies van de commissie als bedoeld in het Reglement bezwaren en klachten Provincie Limburg;

    • k.

      besluiten op verzoeken om toepassing van rechtstreeks beroep (artikel 7:1a Awb);

    • l.

      het naar aanleiding van of gedurende een gerechtelijke procedure aangaan van mediationovereenkomsten, het voeren van mediationgesprekken, het aangaan van mediationgesprekken, alsmede het aanwijzen van functionarissen om namens Gedeputeerde Staten mediationgesprekken te voeren en deze overeenkomsten te ondertekenen, voorzover deze betrekking hebben op de toezicht- en handhavingstaken zoals bedoeld in dit besluit;

    • m.

      (voorbereiding van) besluiten in het kader van de Crisis- en herstelwet;

    • n.

      (voorbereiding van) besluiten en procedures in het kader van de Wet openbaarheid van Bestuur voor zover het de Buitenring Parkstad Limburg als bestuurlijke aangelegenheid betreft met betrekking tot (de voorbereiding van) besluiten als bedoeld in dit mandaatbesluit;

    • o.

      (voorbereiding van) besluiten over ingebrekestellingen en dwangsommen bij niet tijdig beslissen;

    • p.

      (de voorbereiding van) besluiten op basis van titel 4.4 Awb (bestuursrechtelijke geldschulden);

    • q.

      het eenmalig danwel doorlopend machtigen van medewerkers of externe adviseurs om het bevoegde gezag te vertegenwoordigen in bestuursrechtelijke procedures;

    • r.

      afhandeling van meldingen en klachten en repressief optreden.

Artikel 2 Uitzonderingen 

Ondermandaat, subvolmacht en submachtiging heeft geen betrekking op:

  • a.

    Besluiten die politiek gevoelig zijn;

  • b.

    Besluiten tot het geheel of gedeeltelijk weigeren van verzoeken op grond van de Wet openbaarheid van bestuur;

  • c.

    Beslissingen om bezwaar te maken namens het college van Gedeputeerde Staten zijn uitgesloten van mandaat evenals beslissingen om beroep, hoger of incidenteel beroep in te stellen namens dit college. Het indienen van verweerschriften en eventuele nadere memories namens het college van Gedeputeerde Staten, waarbij het eerder door dit college ingenomen standpunt wordt verlaten zijn eveneens uitgesloten van mandaat.

Artikel 3 Uitvoering 

  • 1 De ondergemandateerde betrekt bij de uitoefening van de aan hem opgedragen bevoegdheden de relevante door Provinciale Staten vastgestelde kaders alsmede het door het college van Gedeputeerde Staten vastgestelde beleid.

  • 2 Bij voorgenomen nieuw beleid of beleidswijzigingen vindt er afstemming plaats tussen de ondergemandateerde en het college van Gedeputeerde Staten.

Artikel 4 Onvoorziene omstandigheden 

In onvoorziene, spoedeisende gevallen, waarin onverwijld handelen geboden is, handelt de ondergemandateerde in de geest van dit besluit.

Artikel 5 Controleer verantwoording

De ondergemandateerde, subgevolmachtigde c.q. subgemachtigde stelt het college van Gedeputeerde Staten, dan wel de betrokken portefeuillehouder(s), actief in kennis van de krachtens ondermandaat, ondervolmacht of machtiging te nemen of reeds genomen besluiten waarvan zij moeten aannemen dat kennisneming door het college van Gedeputeerde Staten en de betrokken portefeuillehouders van belang is.

Artikel 6 Bekendmaking en inwerkingtreding 

  • 1.

    Dit besluit wordt bekendgemaakt door uitreiking aan de afdelingshoofden (a.i.) van de afdelingen Toezicht en Handhaving respectievelijk Specialismen van de RUD Zuid-Limburg.

  • 2.

    In verband met de kenbaarheid van dit besluit, wordt dit besluit gepubliceerd op de website van de RUD Zuid-Limburg en uitgegeven in het Provinciaal Blad.

  • 3.

    Dit besluit treedt in werking na uitreiking met terugwerkende kracht tot 1 juli 2013.

 

Ondertekening

Maastricht, d.d. 13 juni 2014
mevr. mr. L.M. Kobes Directeur Regionale Uitvoeringsdienst Zuid-Limburg
Uitgegeven, 19 juni 2014