Regeling vervallen per 26-11-2016

Mandaatbesluit Dienst Landelijk Gebied 2008

Geldend van 11-10-2013 t/m 25-11-2016

Intitulé

Mandaatbesluit Dienst Landelijk Gebied 2008

MANDAATBESLUIT DIENST LANDELIJK GEBIED 2008

Artikel 1 Begripsbepaling

In dit besluit wordt verstaan onder directeur, de directeur van de Dienst Landelijk Gebied van het Ministerie van Economische Zaken, landbouw en Innovatuie.

Artikel 1a Begrenzing van het mandaat

Dit besluit is van toepassing op de uitoefening van bevoegdheden voor zover deze niet reeds ingevolge artikel 9 van het reglement bestuurscommissies Wet inrichting landelijk gebied aan een bestuurscommissie zijn gedelegeerd.

Artikel 2 Mandaat Wet inrichting landelijk gebied

Aan de directeur wordt mandaat en/of volmacht verleend om namens Gedeputeerde Staten de beslissingen als bedoeld in de volgende artikelen van de Wet inrichting landelijk gebied te nemen:

  • a)

    Artikel 22, tweede en derde lid (toekennen schadevergoedingen en verlenen voorschotten naar aanleiding van voorbereiding landinrichting);

  • b)

    Artikel 31, tweede lid (bepalen tijdstip overgang beheer en onderhoud voorzieningen van gronden van openbaar nut);

  • c)

    Artikel 32, tweede en derde lid (beheer en onderhoud in overgangssituatie);

  • d)

    Artikel 34, derde lid (mededeling aan Kadaster over uitspraak in beroep tegen inrichtingsplan);

  • e)

    Artikel 35, eerste lid (verlenen ontheffing handelingen in strijd met inrichtingsplan);

  • f)

    Artikel 40, derde lid (beslissing omtrent noodzaak werkzaamheden ter verwezenlijking inrichtingsplan);

  • g)

    Artikel 41, tweede en derde lid (toekennen schadevergoedingen en verlenen voorschotten in verband met uitvoering van werken);

  • h)

    Artikel 44 (wijzigen grenzen van het blok);

  • i)

    Artikel 64, derde lid (kennisgeving terinzagelegging ontwerpbesluit tot vaststelling van het ruilplan aan belanghebbenden);

  • j)

    Artikel 65, eerste en tweede lid (bepaling tijdstip uiterlijke inzending pachtovereenkomsten ter registratie);

  • k)

    Artikel 65, vierde lid (afgifte bewijs van registratie pachtovereenkomst);

  • l)

    Artikel 65, vijfde lid (verzending bericht van inzending pachtovereenkomst aan wederpartij);

  • m)

    Artikel 65, zesde lid (ontvangst bedenkingen tegen registratie pachtovereenkomst);

  • n)

    Artikel 65, zevende lid (vaststelling bedenkingen en in kennis stellen partijen);

  • o)

    Artikel 65, achtste lid (partijen opdragen de beslissing van de grondkamer in te roepen);

  • p)

    Artikel 65, negende lid (partijen opdragen de beslissing van de pachtkamer in te roepen);

  • q)

    Artikel 66 (eigenaren en gebruikers in de gelegenheid stellen hun wensen ten aanzien van het plan van toedeling kenbaar te maken);

  • r)

    Artikel 67, derde lid (kennisgeving ter inzage legging ontwerpbesluit tot vaststelling van de lijst der geldelijke regelingen aan belanghebbenden);

  • s)

    Artikel 68, eerste lid (opdrachtverlening aan schatters);

  • t)

    Artikel 69, derde lid (toezending informatie en bescheiden aan griffier inzake verzoekschrift);

  • u)

    Artikel 73 (kennisgeving onherroepelijk worden ruilplan);

  • v)

    Artikel 75 (mededeling aan grondkamer omtrent status en wijzigingen pachtverhoudingen);

  • w)

    Artikel 81, eerste lid (aanwijzing notaris voor opstelling ruilakte);

  • x)

    Artikel 82, tweede lid (ruilakte laten inschrijven in openbare registers);

  • y)

    Artikel 83, eerste lid (bepalen gelijktijdige ter inzage legging ontwerp van ruilplan en lijst der geldelijke regelingen).

Artikel 3 Mandaat subsidieverstrekking

Aan de directeur wordt mandaat en/of volmacht verleend om namens Gedeputeerde Staten de beslissingen te nemen en voorbereidende handelingen daartoe te verrichten, inzake subsidieaanvragen met betrekking tot:

  • a)

    herverkaveling en ruilverkaveling bij overeenkomst, als bedoeld in de paragrafen 1.1, 4.2, 6.1, 6.2  en 6.4 van de bijlage bij de Subsidieverordening inrichting landelijk gebied Limburg;

  • b)

    waterhuishoudkundige maatregelen als bedoeld in de paragrafen 1.9 en 6.1 van de bijlage bij de Subsidieverordening inrichting landelijk gebied Limburg, voor zover de maatregelen zijn beschreven in het Uitvoeringsprogramma Koopmanswaardige maatregelen in Evertsoord-Grauwveen (2004)

Artikel 4 Mandaat lopende verplichtingen

Aan de directeur wordt mandaat en/of volmacht verleend om namens Gedeputeerde Staten de beslissingen te nemen ter nakoming van de verplichtingen als bedoeld in artikel 4, eerste lid, van de Regeling inrichting landelijk gebied voor zover deze verplichtingen voortvloeien uit:

  • a)

    de Landinrichtingswet;

  • b)

    de Regeling bedrijfshervestiging en -beëindiging;

  • c)

    de Regeling subsidiëring landinrichting;

  • d)

    de Regeling kavelruil of

  • e)

    de Regeling subsidiëring gebiedsgericht beleid en reconstructie concentratiegebieden.

Artikel 5 Mandaat overige beslissingen

Aan de directeur wordt mandaat en/of volmacht verleend om:

  • a)

    namens Gedeputeerde Staten opdrachten te verlenen ter voorbereiding en uitvoering van landinrichting als bedoeld in de Wet inrichting landelijk gebied, van integrale gebiedsuitwerkingen vermeld in de prestatieovereenkomst als bedoeld in artikel 8 en van natuurontwikkeling buiten landinrichting;

  • b)

    Gedeputeerde Staten te vertegenwoordigen tijdens beroepsprocedures tegen besluiten als bedoeld in de artikelen 22, tweede lid, 35, eerste lid, 41, tweede lid en 44 van de Wet inrichting landelijk gebied en tijdens procedures als bedoeld in artikel 70 van de Wet inrichting landelijk gebied

Artikel 6 Beslissingen op bezwaar

De beslissing op een tegen een besluit ingediend bezwaarschrift valt niet onder het mandaat als bedoeld in de artikelen 2 tot en met 5.

Artikel 7 Ondertekening

De bevoegdheid om op grond van de artikelen 2 tot en met 5 beslissingen te nemen impliceert de bevoegdheid tot ondertekening namens Gedeputeerde Staten.

Artikel 8 Prestatieovereenkomst

Bij het nemen van de besluiten als bedoeld in de artikelen 2 tot en met 5 neemt de directeur de afspraken gemaakt in de Prestatieovereenkomst Provincie Limburg – Dienst Landelijk Gebied 2008 in acht of, indien het besluiten betreft die hij na 2008 neemt, de voor dat jaar tussen de provincie Limburg en de Dienst Landelijk Gebied gesloten prestatieovereenkomst.

Artikel 9 Ondermandaat

De directeur kan:

  • a)

    voor beslissingen bedoeld in de artikelen 2 tot en met 4, en artikel 5 onderdeel a, ondermandaat en/of -volmacht verlenen aan de onder zijn verantwoordelijkheid werkzame regiomanagers, accountmanagers, hoofden projecten en teamhoofden en

  • b)

    voor procesvertegenwoordiging als bedoeld bedoeld in artikel 5, onderdeel b, ondervolmacht verlenen aan de onder zijn verantwoordelijkheid werkzame juristen. 

Artikel 10 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking de dag na bekendmaking in het Provinciaal Blad.

Artikel 11 Citeertitel

Dit besluit kan worden aangehaald als Mandaatbesluit Dienst Landelijk Gebied 2008.

Ondertekening

Gedeputeerde Staten voornoemd, drs. Th.J.F.M. Bovens, voorzitter
mr. A.C.J.M. de Kroon, secretaris
Uitgegeven, 10 oktober 2013 De secretaris,
mr. A.C.J.M. de Kroon