Delegatiebesluit Wet hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden

Geldend van 11-12-2013 t/m heden

Intitulé

Delegatiebesluit Wet hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden

Delegatiebesluit Wet hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden

GEDEPUTEERDE STATEN VAN LIMBURG maken bekend dat zij in hun vergadering van 22 maart 2011, gelet op de hiernavolgende overwegingen,

- dat bij en krachtens de Wet hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden (Whvbz) aan gedeputeerde staten bevoegdheden, waaronder begrepen taken, zijn toegekend ten aanzien van zwemgelegenheden in oppervlaktewateren; - dat het provinciaal bestuur op grond van artikel 107 van de Provinciewet bevoegdheden kan delegeren aan waterschappen, mits de aard en schaal van de over te dragen bevoegdheden zich daartoe lenen en de besturen van de betreffende waterschappen daarmee instemmen; - dat Waterschap Peel en Maasvallei en Waterschap Roer en Overmaas in het kader van hun waterkwaliteitstaak op grond van de Waterwet bevoegdheden hebben ten aanzien van zwemgelegenheden in oppervlaktewateren in de provincie Limburg; - dat de bevoegdheden, die de provincie op grond van de Whvbz ten aanzien van zwemgelegenheden in oppervlaktewateren uitoefent en die sterk seizoensgebonden zijn en de bevoegdheden van Waterschap Peel en Maasvallei en Waterschap Roer en Overmaas op grond van de Waterwet ten aanzien van deze zwemgelegenheden raakvlakken met elkaar hebben en ook anderszins verwantschap vertonen; - dat de aard en de schaal van de aan de provincie toegekende bevoegdheden betreffende de zwemgelegenheden in oppervlaktewater zich in die zin dan ook lenen voor overdracht aan het bestuur van Waterschap Peel en Maasvallei en het bestuur van Waterschap Roer en Overmaas; - dat Waterschap Peel en Maasvallei en Waterschap Roer en Overmaas beschikken over de benodigde deskundigheid om genoemde bevoegdheden uit te oefenen; - dat door overdracht de overlapping van in het kader van de Whvbz uit te voeren werkzaamheden wordt voorkomen en dat als gevolg van de overdracht de over te dragen bevoegdheden efficiënter kunnen worden uitgeoefend; - dat de Limburgse waterschappen al sinds 1994 naar volle tevredenheid de genoemde bevoegdheden uitoefenen op basis van het delegatiebesluit Wet hygiëne en veiligheid zwemgelegenheden (Provinciaal Blad van Limburg no. 60, 1994); - dat conform artikel 107, zevende lid, van de Provinciewet het provinciaal bestuur na overdracht geen toezicht uitoefent en geen voorschriften geeft met betrekking tot de uitoefening van de over de te dragen bevoegdheden; - dat aan de gedelegeerde bevoegdheden een financiële vergoeding door de provincie wordt verbonden, zijnde personele en materiële kosten; - dat de Provincie Limburg eenmalig geld krijgt van het ministerie van Infrastructuur en Milieu voor de extra werkzaamheden in het kader van de Zwemwaterrichtlijn. De extra werkzaamheden veroorzaken een kostenstijging uit de verplichting om informatie te verspreiden over de actuele zwemwaterkwaliteit door middel van borden bij locaties vanwege de gedetailleerde informatie die op de borden moet staan. Ook een grotere personeelsinzet is hierdoor noodzakelijk. Naast de kosten voor de publieksvoorlichting vloeien ook kosten voort uit de verplichte inspraak op de aanwijzing van zwemwaterlocaties. Vanwege deze toename van de bestuurslasten zal in 2011 eenmalig een bedrag van € 4,8 miljoen aan de provincies worden uitgekeerd. De uitkering van deze gelden verloopt via het provinciefonds. De Provincie Limburg ontvangt € 200.151 voor de borden en € 85.000 als compensatie van de toename van de personele inzet voor een tweetal jaren. Na delegatie van de bevoegdheden, wordt de uitkering rechtstreeks doorbetaald aan Waterschap Peel en Maasvallei en Waterschap Roer en Overmaas. Hierbij wordt de verdeelsleutel 37/57 en 20/57 gehanteerd, hetgeen betekent dat Waterschap Peel en Maasvallei eenmalig een bedrag van € 185.098,02 (€ 129.922,58 + € 55.175,44) en Waterschap Roer en Overmaas eenmalig een bedrag van € 100.052,98 (€ 70.228,42 + € 29.824,56) ontvangt; - dat gelet op artikel 107, tweede lid, van de Provinciewet dit delegatiebesluit de gevolgen van intrekking van het besluit regelt; - dat het dagelijks bestuur van Waterschap Peel en Maasvallei op 5 oktober 2011 heeft ingestemd met het ontwerp-besluit; - dat het dagelijks bestuur van Waterschap Roer en Overmaas op 5 juli 2011 heeft ingestemd met het ontwerp-besluit; - en dat Provinciale Staten op 7 februari 2014 hebben ingestemd met het ontwerp van het delegatiebesluit;

hebben besloten:

I. aan Waterschap Peel en Maasvallei en Waterschap Roer en Overmaas, elk voor hun eigen beheersgebied, alle bevoegdheden die bij of krachtens de Wet hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden aan het provinciaal bestuur ten aanzien van zwemgelegenheden in oppervlaktewateren zijn of worden toegekend, te delegeren;

II. dat het provinciaal bestuur in het kader van de delegatie van de onder I. genoemde bevoegdheden een financiële vergoeding van € 43.199,88 per jaar, jaarlijks geïndexeerd overeenkomstig de door het CPB gepubliceerde cijfers voor prijsstijging overheidsconsumptie, onderdeel lonen en salarissen, aan Waterschap Peel en Maasvallei en Waterschap Roer en Overmaas verstrekt voor personele en materiële kosten, voor de uitvoering van taken. Hierbij wordt de verdeelsleutel 37/57 en 20/57 gehanteerd; III. dat het provinciaal bestuur in het kader van de delegatie van de onder I. genoemde bevoegdheden de eenmalige uitkering die zij van het ministerie van Infrastructuur en Milieu ontvangt voor de extra werkzaamheden die in het kader van de Zwemwaterrichtlijn moeten worden uitgevoerd, te weten € 200.151 voor de borden en € 85.000 als compensatie van de toename van de personele inzet voor een tweetal jaren, rechtstreeks doorbetaald aan Waterschap Peel en Maasvallei en Waterschap Roer en Overmaas. Hierbij wordt de onder II. genoemde verdeelsleutel 37/57 en 20/57 gehanteerd, hetgeen betekent dat Waterschap Peel en Maasvallei eenmalig een bedrag van € 185.098,02 (€ 129.922,58 + € 55.175,44) en Waterschap Roer en Overmaas eenmalig een bedrag van € 100.052,98 (€ 70.228,42 + € 29.824,56) ontvangt;

IV. Dat bij eventuele intrekking van dit besluit geen financiële vergoeding door het provinciaal bestuur aan Waterschap Peel en Maasvallei en Waterschap Roer en Overmaas zal worden verstrekt en dat de jaarlijkse financiële vergoeding van € 43.199,88 per jaar (geïndexeerd) als bedoeld onder II. in dat geval zal worden gestaakt. Het teveel vergoede over het lopende jaar zal door Waterschap Peel en Maasvallei en Waterschap Roer en Overmaas naar evenredigheid worden gerestitueerd;

V. De onder IV. bedoelde intrekking vindt niet plaats gedurende het zwemseizoen dat loopt van 1 mei tot 1 oktober. Deze intrekking vindt uiterlijk plaats op 1 februari.

Ondertekening

Maastricht, 10 december 2013 Gedeputeerde Staten voornoemd, drs. Th.J.F.M. Bovens, voorzitter mr. A.C.J.M. de Kroon, secretaris Uitgegeven, 13 februari 2014 De secretaris mr. A.C.J.M. de Kroon
 

Bijlage 1

bij Ontwerp-delegatiebesluit Wet hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden Vanwege diverse omstandigheden is vertraging ontstaan in de betaling van de jaarlijkse vergoeding voor personele en materiële kosten aan Waterschap Roer en Overmaas en Waterschap Peel en Maasvallei. In het ontwerp-delegatiebesluit, onder beslispunt III, waarmee de besturen van waterschap Roer en Overmaas en waterschap Peel en Maasvallei op respectievelijk 5 juli 2011 en 5 oktober 2011 hebben ingestemd is een passage opgenomen over de betaling van een bedrag ad € 285.151,- in het kader van werkzaamheden die verband houden met de Zwemwaterrichtlijn. In voornoemd beslispunt in het ontwerpbesluit is opgenomen dat Waterschap Roer en Overmaas eenmalig een bedrag van € 100.052,98 ontvangt en Waterschap Peel en Maasvallei een bedrag van € 185.098,02 ontvangt. Deze bedragen zijn reeds in 2011 uitbetaald en hoeven derhalve niet meer te worden uitbetaald aan de waterschappen. De jaarlijkse financiële vergoeding van € 43.199,88 (geïndexeerd) ten behoeve van personele en materiële kosten zal voorafgaand aan het zwemseizoen, dat loopt van 1 mei tot 1 oktober, worden uitbetaald aan de waterschappen conform de verdeelsleutel genoemd in dit ontwerp-delegatiebesluit, een en ander met inachtneming van het bepaalde in dit ontwerp-delegatiebesluit.