Regeling vervallen per 31-12-2018

Nadere subsidieregels lokale en regionale musea 2016-2018

Geldend van 20-09-2016 t/m 30-12-2018

Intitulé

Nadere subsidieregels lokale en regionale musea 2016-2018

NADERE SUBSIDIEREGELS LOKALE EN REGIONALE MUSEA 2016-2018

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1 Gezonde bedrijfsvoering: musea werken vraaggericht met een focus op de markt en op professionele, inhoudelijke en maatschappelijke ontwikkelingen vanuit een eigen visie en strategie. Musea werken aan het verbreden van hun financiële basis om minder afhankelijk te zijn van overheidsinkomsten.

  • 2 Lokaal en regionaal museum: een museum gevestigd in Nederlands-Limburg, niet zijnde een provinciaal of nationaal museum.

  • 3 Museum: een permanente instelling, niet gericht op het behalen van winst, toegankelijk voor publiek, die ten dienste staat aan de samenleving en haar ontwikkeling. Een museum verwerft, behoudt, onderzoekt, presenteert, documenteert en geeft bekendheid aan de materiële en immateriële getuigenissen van de mens en zijn omgeving, voor doeleinden van studie, educatie en genoegen. Binnen deze regeling wordt onder museum verstaan zowel de in het museumregister opgenomen musea als de niet in het museumregister opgenomen musea, zoals particuliere musea en schatkamers. Het museum dient minimaal een jaar voorafgaand aan het indienen van het subsidieverzoek reeds aangesloten te zijn bij de Federatie van Musea in Limburg.

  • 4 Project: een in tijd afgebakend samenhangend geheel van activiteiten, met een duidelijk geformuleerd doel en eindresultaat.

  • 5 SMART:

    • -

      Specifiek: zo concreet mogelijk aangeven wie, wat, waar, wanneer en hoe.

    • -

      Meetbaar: zo veel mogelijk in maat en getal uitdrukken.

    • -

      Acceptabel: activiteiten, doelen en beoogde resultaten dienen te passen binnen het Beleidskader Cultuur 2015-2019, het Uitvoeringsprogramma Cultuur en Immaterieel Erfgoed van het jaar/de jaren waarin de subsidieaanvraag plaatsvindt en dienen draagvlak te hebben.

    • -

      Realistisch: activiteiten, doelen en beoogde resultaten dienen binnen de gestelde tijd, financiële en personele randvoorwaarden te kunnen worden gerealiseerd.

    • -

      Tijdsgebonden: vooraf vastleggen welke activiteiten, doelen en beoogde resultaten op welk moment afgerond dan wel gehaald moeten zijn.

  • 6 Toekomstbestendige maatregel: structurele vernieuwing van het museum gericht op toekomstbestendigheid van de publieksactiviteiten voor bezoekers (doelgroepen). Dit kunnen zowel fysieke maatregelen (aan gebouw, toegang, zichtbaarheid etc.) als maatregelen gericht op de organisatie (PR, haalbaarheidsonderzoek, (Euregionale) samenwerking etc.) dan wel maatregelen gericht op het implementeren van een nieuw/vernieuwend museaal concept en/of nieuwe verhaallijnen ter ondersteuning van de collectie betreffen. Hieronder kan ook begrepen worden de ondersteuning van de Federatie van Musea in Limburg ten behoeve van de toekomstbestendigheid van één of meerdere musea.

Artikel 2 Doelstelling/doel van de regeling

Deze subsidieregeling heeft tot doel om lokale en regionale musea in Limburg de mogelijkheid te geven om met ondersteuning van de Provincie Limburg in te zetten op de toekomstbestendigheid van hun publieksactiviteiten voor bezoekers (doelgroepen).

Artikel 3 Aanvrager

Voor subsidie kunnen in aanmerking komen:

  • 1.

    Lokale en regionale musea, al dan niet in samenwerking met andere partijen;

  • 2.

    Federatie van Musea in Limburg.

Hoofdstuk 2 Criteria

Artikel 4 Algemene subsidiecriteria

Om voor een subsidie in aanmerking te komen, gelden de volgende algemene criteria:

  • 1.

    Het project dient binnen 1 jaar te zijn uitgevoerd.

  • 2.

    De aanvrager voert een gezonde bedrijfsvoering.

Artikel 5 Specifieke subsidiecriteria

Projecten moeten aan alle hieronder vermelde criteria voldoen:

  • 1.

    Het project betreft een toekomstbestendige maatregel.

  • 2.

    De toekomstbestendige maatregel dient aantoonbaar te kunnen resulteren in het bereiken van meer en/of een jonger en/of een diverser publiek.

  • 3.

    Er dient sprake te zijn van aantoonbare financiële matching door derden (overheden, bedrijfsleven en/of particuliere fondsen) voor het betreffende project.

Artikel 6 Afwijzingsgronden

In aanvulling op artikel 15 van de Algemene Subsidieverordening 2012 Provincie Limburg, wordt de subsidieaanvraag afgewezen, indien:

  • a.

    het project niet aansluit bij de doelstelling van deze nadere subsidieregels zoals gesteld in artikel 2;

  • b.

    de subsidieaanvraag niet is ingediend door een aanvrager zoals gesteld in artikel 3;

  • c.

    niet wordt voldaan aan één of meerdere criteria in de artikelen 4 en 5;

  • d.

    het te verstrekken subsidiebedrag minder dan € 1.000,00 bedraagt;

  • e.

    de Provincie Limburg dezelfde activiteit/project al op een andere wijze subsidieert en/of financiert, met uitzondering van bijdragen van het Prins Bernhard Cultuurfonds Limburg en/of het Cultuurparticipatiefonds Limburg. Bijdragen ontvangen van het Huis voor de Kunsten Limburg, in het kader van de Motie Volkscultuur of in de vorm van een projectbijdrage, worden hierbij beschouwd als subsidiering/financiering door de Provincie Limburg;

  • f.

    de subsidieaanvraag is ontvangen buiten de periode zoals vermeld in artikel 11; en/of

  • g.

    een aanvrager al eerder een subsidie binnen dezelfde tranche binnen deze regeling heeft ontvangen.

Hoofdstuk 3 Financiële aspecten

Artikel 7 Subsidieplafond

  • 1 Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond van deze nadere subsidieregels per tranche zoals omschreven in artikel 11 vast.

  • 2 De wijze van verdeling van het subsidieplafond kunt u raadplegen op www.limburg.nl/subsidies > subsidieplafonds.

Artikel 8 Subsidiebedrag

  • 1 Het subsidiebedrag bedraagt maximaal € 5.000,00.

  • 2 Subsidies kleiner dan € 1.000,00 worden niet verstrekt.

  • 3 De subsidie zal nooit hoger zijn dan de financiële bijdrage(n) van derden aan aanvrager voor het betreffende project.

  • 4 Per opengestelde tranche, zoals beschreven in artikel 11, kan een aanvrager eenmalig subsidie in het kader van deze regeling ontvangen.

Artikel 9 Niet subsidiabele kosten

Aanvullend op artikel 14 van de Algemene Subsidieverordening 2012 Provincie Limburg zijn ook de volgende kosten niet subsidiabel. Het betreft kosten die gerelateerd zijn aan:

  • a.

    drukwerk voor boeken en schriftelijke publicaties over de collectie;

  • b.

    oprichten en onderhouden van websites;

  • c.

    onvoorziene uitgaven (post onvoorzien);

  • d.

    vergoedingen aan vrijwilligers die voor het museum werken.

Hoofdstuk 4 Aanvraagprocedure

Artikel 10 Indienen aanvraag

  • 1 Een subsidieaanvraag kan uitsluitend worden ingediend bij Gedeputeerde Staten met gebruikmaking van het standaard aanvraagformulier dat geplaatst is op de website van de Provincie Limburg: www.limburg.nl/subsidies > actuele subsidieregelingen.

  • 2 De aanvraag dient een volledig ingevuld en rechtsgeldig ondertekend standaard aanvraagformulier te bevatten en te zijn voorzien van alle bijlagen zoals aangegeven in het formulier en dient te worden verzonden naar het op het formulier aangegeven adres (Gedeputeerde Staten van Limburg, Cluster Subsidies, Postbus 5700, 6202 MA Maastricht). De volgende bijlagen dienen in ieder geval aan het aanvraagformulier te worden toegevoegd:

    • a.

      SMART-geformuleerd projectplan, waarin inzichtelijk wordt gemaakt op welke wijze wordt voldaan aan de algemene en specifieke subsidiecriteria;

    • b.

      Een begroting, met een overzicht van alle kosten en inkomsten, welke is toegespitst op het project waarvoor subsidie wordt gevraagd.

Artikel 11 Termijn voor indienen aanvraag

  • 1 Deze nadere subsidieregels worden opengesteld in 2 tranches.

  • 2 De subsidieaanvraag voor de eerste tranche kan vanaf 15 oktober 2016 worden ingediend en dient ten minste 12 weken voor aanvang van het project/de activiteiten en uiterlijk 31 maart 2017 te zijn ontvangen door Gedeputeerde Staten.

  • 3 Voor projecten die starten in september tot en met december 2016 geldt de 12 weken termijn niet, maar de aanvraag dient wél vóór aanvang van het project, respectievelijk de activiteiten, te zijn ontvangen door Gedeputeerde Staten.

  • 4 De subsidieaanvraag voor de tweede tranche kan vanaf 1 december 2017 worden ingediend en dient ten minste 12 weken voor de aanvang van het project/de activiteiten en uiterlijk 28 september 2018 te zijn ontvangen door Gedeputeerde Staten.

  • 5 Voor de datum van ontvangst is de datum van de ontvangststempel van de Provincie Limburg bepalend.

Hoofdstuk 5 Slotbepalingen  

Artikel 12 Hardheidsclausule

  • 1 In alle gevallen waarin deze regeling niet voorziet beslissen Gedeputeerde Staten.

  • 2 Indien toepassing van het bepaalde in deze regeling, naar het oordeel van Gedeputeerde Staten, tot kennelijke onbillijkheden leidt, dan kunnen Gedeputeerde Staten van enige bepaling afwijken.

Artikel 13 Inwerkingtreding, beëindiging en citeertitel

  • 1 Deze Nadere subsidieregels treden in werking met ingang van de dag na de dag van publicatie in het Provinciaal Blad.

  • 2 Deze Nadere subsidieregels vervallen met ingang van 1 januari 2019, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op subsidieaanvragen die vóór die datum zijn ontvangen door Gedeputeerde Staten en subsidiebesluiten die vóór die datum zijn genomen, ook voor de volgende stappen in het subsidietraject.

  • 3 Deze regeling kan worden aangehaald als “Nadere subsidieregels lokale en regionale musea 2016-2018”.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van Gedeputeerde Staten, gehouden op 13 september 2016. Gedeputeerde Staten voornoemd
de voorzitter, dhr. drs. Th.J.F.M. Bovens
secretaris dhr. mr. A.C.J.M. de Kroon  
 

TOELICHTING Tijdens de Provinciale begrotingsbehandeling op 6 november 2015 hebben Gedeputeerde Staten, naar aanleiding van een voorstel van de SP voor het hebben van aandacht voor kleine musea, besloten om de lokale en regionale musea middels een subsidieregeling tegemoet te komen. Dergelijke musea vormen een onmisbare schakel binnen het culturele veld, vanwege het belang van deze musea voor het behoud van erfgoed, de toegankelijkheid hiervan voor publiek en daardoor de rol die zij vervullen in de maatschappij. De subsidieregeling moet de lokale en regionale musea in Limburg de mogelijkheid geven om met ondersteuning van de Provincie Limburg in te zetten op de toekomstbestendigheid van hun publieksactiviteiten voor bezoekers (doelgroepen). In de jaren 2016 en 2018 kunnen lokale en regionale musea voor een bedrag van maximaal € 5.000,00 een structurele vernieuwing van hun museum doorvoeren gericht op toekomstbestendigheid. Voorwaarde is dat ook anderen (overheden, bedrijfsleven en/of particuliere fondsen) een gelijke financiële bijdrage leveren. De Statencommissie van Cultuur en Samenleving heeft op 15 januari 2016 ingestemd met de komst van deze subsidieregeling. Op 8 juli 2016 werd dit door Provinciale Staten nogmaals bevestigd door in te stemmen met het Uitvoeringsprogramma Immaterieel erfgoed 2016 t/m 2019: ‘Toekomst voor erfgoed!’