Regeling vervallen per 01-01-2024

Mandaatbesluit Gedeputeerde Staten van Limburg aan Directeur RUD Zuid-Limburg

Geldend van 01-01-2018 t/m 31-12-2023

Intitulé

Mandaatbesluit Gedeputeerde Staten van Limburg aan Directeur RUD Zuid-Limburg

Gedeputeerde Staten van Limburg,

maken ter voldoening aan het bepaalde in de Provinciewet en de Algemene wet bestuursrecht bekend dat zij in hun vergadering van 19 december 2017 hebben vastgesteld:

Mandaatbesluit Gedeputeerde Staten van Limburg aan Directeur RUD Zuid-Limburg

Gedeputeerde Staten van Limburg

Gelet op:

besluiten:

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1. Provinciale Staten: Provinciale Staten van Limburg.

  • 2. Gedeputeerde Staten: het college van Gedeputeerde Staten van Limburg.

  • 3. Directeur: de Directeur van de RUD Zuid-Limburg.

  • 4. RUD Zuid-Limburg: het openbaar lichaam RUD Zuid-Limburg.

  • 5. Mandaat: de bevoegdheid om in naam van Gedeputeerde Staten besluiten als bedoeld in artikel 1:3 eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht te nemen.

  • 6. Volmacht: de bevoegdheid om in naam van Gedeputeerde Staten privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten.

  • 7. Machtiging: de bevoegdheid om in naam van Gedeputeerde Staten feitelijke handelingen te verrichten die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn.

  • 8. Basistaken: de taken zoals die zijn opgenomen in artikel 7.1 van het Besluit omgevingsrecht.

Artikel 2 Mandaat, volmacht en machtiging

  • 1. Gedeputeerde Staten verlenen mandaat, volmacht en machtiging aan de Directeur overeenkomstig de bij dit besluit behorende mandaat-, volmacht- en machtigingslijst uit te oefenen op het grondgebied van de provincie Limburg.

  • 2. De Directeur is bevoegd voor de aangelegenheden in het eerste lid schriftelijk rechtstreeks ondermandaat, subvolmacht en submachtiging te verlenen aan de afdelingshoofden van de RUD Zuid-Limburg, tenzij concreet mandaat in de bij dit besluit behorende mandaat-, volmacht- en machtigingslijst uitdrukkelijk is uitgesloten of ondermandaat op lager niveau is toegestaan.

  • 3. Mandaat, volmacht en machtiging in de zin van dit besluit heeft geen betrekking op besluiten die bestuurlijk gevoelig zijn.

Artikel 3 Uitvoering

  • 1. De Directeur betrekt bij de uitoefening van de aan hem opgedragen bevoegdheden de relevante door Provinciale Staten vastgestelde kaders alsmede het door Gedeputeerde Staten vastgestelde beleid.

  • 2. Gedeputeerde Staten zorgen ervoor dat de Directeur over alle benodigde informatie noodzakelijk voor de uitvoering van het in het eerste lid bepaalde kan beschikken.

  • 3. Bij voorgenomen nieuw beleid of beleidswijzigingen vindt afstemming plaats tussen Gedeputeerde Staten en de Directeur

Artikel 4 Onvoorziene omstandigheden

In onvoorziene, spoedeisende gevallen, waarin onverwijld handelen is geboden, handelt de gemandateerde in de geest van dit besluit.

Artikel 5 Ondertekening

De namens Gedeputeerde Staten uitgevoerde bevoegdheden worden als volgt ondertekend:

Gedeputeerde Staten van Limburg,

namens dezen,

........ (naam)

Directeur van de RUD Zuid-Limburg

Artikel 6 Vervanging

Ingeval van afwezigheid van de Directeur, aan wie bij of krachtens dit besluit bevoegdheden zijn toegekend, worden deze bevoegdheden door zijn plaatsvervanger uitgeoefend.

Artikel 7 Intrekking

Het Mandaatbesluit van Gedeputeerde Staten aan de Directeur Regionale Uitvoeringsdienst Zuid-Limburg, in werking getreden d.d. 31 maart 2017, wordt ingetrokken evenals het Mandaatbesluit van Gedeputeerde Staten aan de Directeur Regionale Uitvoeringsdienst Limburg Noord, in werking getreden d.d. 1 januari 2014.

Artikel 8 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking per 1 januari 2018 en wordt gepubliceerd in het Provinciaal Blad.

Artikel 9 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Mandaatbesluit Gedeputeerde Staten van Limburg aan Directeur RUD Zuid-Limburg.

Ondertekening

Gedeputeerde Staten voornoemd

de voorzitter,

dhr. drs. Th.J.F.M. Bovens

secretaris

dhr. drs. G.H.E. Derks

MANDAAT-, VOLMACHT- EN MACHTIGINGSLIJST

Algemeen

BEVOEGDHEDEN/BESLUITEN

ONDERMANDAAT, SUBVOLMACHT EN SUBMACHTIGING

A01

Alle besluiten inzake bestuursrechtelijke procedures en het uitvoeren van alle proceshandelingen indien het primaire besluit in mandaat of ondermandaat is genomen. Uitgezonderd hiervan:

- het instellen van (hoger) beroep met uitzondering van het instellen van pro-forma (hoger) beroep;

- het instellen van incidenteel (hoger) beroep met uitzondering van het instellen van pro-forma incidenteel (hoger) beroep.

Afdelingshoofd.

Ondermandaat niet mogelijk voor besluiten op bezwaarschriften.

A02

Het eenmalig dan wel doorlopend machtigen van medewerkers of externe adviseurs om het bevoegd gezag te vertegenwoordigen in bestuursrechtelijke procedures.

Ondermandaat niet mogelijk

A03

Het aangaan en ondertekenen van mediationovereenkomsten, het voeren van gesprekken onder leiding van een mediator, het aangaan van vaststellingsovereenkomsten als resultaat van deze gesprekken, alsmede het aanwijzen van functionarissen om namens Gedeputeerde Staten gesprekken onder leiding van een mediator te voeren.

Afdelingshoofd

A04

Het aanvragen en verantwoorden van subsidies op basis van regelingen van andere overheidsorganen, het Rijk en de Europese Unie, alsmede het aangaan van uitvoeringsovereenkomsten ter verkrijging van deze subsidies.

Ondermandaat niet mogelijk

A05

Besluiten in het kader van de Wet openbaarheid van bestuur en de Wet hergebruik van overheidsinformatie.

Afdelingshoofd

A06

Het maken van afspraken met OM, politie en landelijke inspectie- en opsporingsdiensten, waaronder het periodiek afsluiten van handhavingsarrangementen met het OM en de politie.

Afdelingshoofd

A07

Het uitoefenen van alle bevoegdheden op basis van de Wet Bibob voor zover deze bevoegdheden worden uitgeoefend in een vergunningenprocedure als omschreven in U01, met het meegeven van het budget voor het verkrijgen van een Bibob-advies van het Landelijk Bureau Bibob.

Ondermandaat niet mogelijk

Uitvoering

BEVOEGDHEDEN/BESLUITEN

ONDERMANDAAT, SUBVOLMACHT EN SUBMACHTIGING

U01

Besluiten inzake vergunningen en vergunningaanvragen inclusief de voorbereiding ervan bij of krachtens de Wabo en de Algemene wet bestuursrecht, voor zover deze onder de basistaken vallen.

Uitgezonderd hiervan zijn besluiten tot het weigeren van een vergunning of een ontheffing, met uitzondering van:

- besluiten waarbij wordt geweigerd op grond van een algemeen verbindend voorschrift of beleidsregel

of

- besluiten waarbij wordt geweigerd een omgevingsvergunning inclusief aanhakende vergunningen en aanhakende ontheffingen te verlenen waarop de reguliere voorbereidingsprocedure van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht van toepassing is verklaard.

Afdelingshoofd

U02

Besluiten op grond van de Wabo tot of in verband met het afgeven of weigeren van een advies op grond van artikel 2.26 van de Wabo aan het bevoegd gezag voor een of meerdere onderdelen van de omgevingsvergunning.

Afdelingshoofd

U03

Het afhandelen van meldingen en het nemen van besluiten op grond van het Activiteitenbesluit milieubeheer.

Afdelingshoofd

U04

Besluiten op grond van hoofdstuk 7, 8, 10, 13 en 19 van de Wm, voor zover deze besluiten onder de basistaken vallen.

Afdelingshoofd

U05

Het uitvoeren van werkzaamheden in het kader van het RRGS als bedoeld in titel 12.2 van de Wm.

Afdelingshoofd en medewerkers

U06

Het beoordelen van PRTR verslagen als bedoeld in titel 12.3 van de Wm.

Afdelingshoofd

U07

Het uitvoeren van werkzaamheden op de e-MJV applicatie en IPPC applicatie inzake PRTR verslagen, MJA rapportages, EEP rapportages en IPPC gegevens.

Afdelingshoofd en medewerkers

U08

Het uitbrengen van adviezen met het oog op de samenhang tussen omgevingsvergunningen en watervergunningen als bedoeld in artikel 6.27 van de Waterwet.

Afdelingshoofd

U09

Het afhandelen van meldingen en het nemen van besluiten op grond van het Vuurwerkbesluit.

Afdelingshoofd

U10

Het afhandelen van meldingen en het nemen van besluiten op grond van het Bouwbesluit 2003 (overgangsrecht) en het vigerende Bouwbesluit.

Afdelingshoofd

BRZO

BEVOEGDHEDEN/BESLUITEN

ONDERMANDAAT, SUBVOLMACHT EN SUBMACHTIGING

B01

Het vaststellen van:

a. een inspectiesysteem als bedoeld in artikel 13, lid 1 van het Brzo 2015;

b. een inspectierapport als bedoeld in artikel 13, lid 13 van het Brzo 2015.

Afdelingshoofd

B02

Besluiten op grond van Brzo 2015:

a. verzenden kennisgeving aan in artikel 4 van het Brzo 2015 genoemde bestuursorganen;

b. aanwijzen dominobedrijven ex artikel 8, lid 1 van het Brzo 2015;

c. verzoeken om veiligheidsrapport op grond van artikel 10, lid 8 van het Brzo 2015;

d. bevestigen ontvangst en verzenden VR aan in artikel 4 van het Brzo 2015 genoemde bestuursorganen;

e. artikel 10, lid 10 van het Brzo 2015 inzake de beoordeling van veiligheidsrapporten.

Afdelingshoofd

B03

Het op grond van artikel 8 van de Wet Openbaarheid van bestuur in combinatie met hoofdstuk 19 van de Wet milieubeheer, actief openbaar maken van een samenvatting van:

a. een inspectierapport als bedoeld in artikel 15 Besluit risico’s zware ongevallen 2015 (of als bedoeld in een vergelijkbare bepaling in daaropvolgende wetgeving;

b. een inspectierapport (c.q. bezoekverslag) betreffende een inrichting waar een activiteit wordt uitgevoerd welke valt onder categorie 4 van Bijlage 1 van de Richtlijn Industriële Emissies (of als bedoeld in een vergelijkbare bepaling in daaropvolgende regelgeving).

Afdelingshoofd

Handhaving

BEVOEGDHEDEN/BESLUITEN

ONDERMANDAAT, SUBVOLMACHT EN SUBMACHTIGING

H01

Het aanwijzen van ambtenaren belast met het houden van toezicht op de naleving op grond van artikel 5.10, lid 3 van de Wabo.

Ondermandaat niet mogelijk

H02

Het uitoefenen van toezicht op de naleving van het bij of krachtens de Wabo en de bij of krachtens de in artikel 5.1 van de Wabo genoemde wetten juncto 5.2 van de Wabo bepaalde, voor zover vallend onder de basistaken.

Afdelingshoofd

H03

Het voeren van alle correspondentie in het kader van toezicht en handhaving, waaronder in ieder geval begrepen:

a. een bezoekbevestigingsbrief;

b. een vooraankondiging last onder bestuursdwang of last onder dwangsom;

c. vorderingen om informatie in het kader van de controle op de naleving van regelgeving, alsmede de reacties op de in dit kader toegezonden informatie (artikel 5.16 van de Awb).

Afdelingshoofd

H04

Het nemen van besluiten over, op grond van vergunningvoorschriften, te overleggen meldingen, rapportages e.d.

Afdelingshoofd

H05

Voorbereidingshandelingen op grond van afdeling 5.3.1 en 5.3.2 van de Awb en besluiten op grond van afdeling 5.3.2 van de Awb, met uitzondering van de besluiten op grond van artikel 5:37 van de Awb.

Afdelingshoofd

H06

Besluit tot het opleggen van een spoedeisende last onder bestuursdwang conform artikel 5.31 van de Awb juncto 5.17 van de Wabo dan wel de schriftelijke bekrachtiging van de mondelinge aanzegging daartoe.

Afdelingshoofd en toezichthouders

H07

Besluiten en de voorbereidingshandelingen tot het vaststellen van gedoogbeschikkingen.

Afdelingshoofd

H08

Het nemen van besluiten op grond van hoofdstuk 17 van de Wm inzake maatregelen bij ongewoon voorval.

Afdelingshoofd

H09

Besluiten op verzoeken van derden om bestuursrechtelijk/ handhavend optreden, inclusief de afwijzing van deze verzoeken.

Afdelingshoofd

H10

Binnen een daartoe alsdan beschikbaar gesteld budget door Gedeputeerde Staten van maximaal €15.000,- per incident/ongewoon voorval opdrachten te laten verlenen tot activiteiten in het kader van optreden vallend onder de regeling bereikbaarheid- en beschikbaarheidsdienst RUD Zuid-Limburg, voor zover deze activiteiten onder de basistaken vallen.

Afdelingshoofd en toezichthouders

H11

Beslissingen op grond van artikel 6 van de Tijdelijke regeling implementatie artikelen 8 en 14 Richtlijn energie-efficiëntie (EED).

Afdelingshoofd