Beleidsnotitie aanpassen Natuurbeheerplan op verzoek

Natuurbeheerplan

In het Natuurbeheerplan wordt bepaald waar welke natuur aanwezig is en welke beheerdoelen hiervoor gelden, dan wel waar de ambitie is om de natuurkwaliteit te verbeteren. Het Natuurbeheerplan bestaat uit een tekstueel deel en uit kaartmateriaal. Het Natuurbeheerplan wordt periodiek (gedeeltelijk) herzien. Het vaststellen van het Natuurbeheerplan is een bevoegdheid van Gedeputeerde Staten.

Wijzigingen op verzoek

Om maatwerk te kunnen bieden dan wel om te kansrijke initiatieven voor natuurontwikkeling te stimuleren bieden Gedeputeerde Staten expliciet de mogelijkheid aan belanghebbenden om een verzoek in te dienen voor het wijzigen van het Natuurbeheerplan. De provincie maakt de termijn waarbinnen verzoeken kunnen worden ingediend vooraf bekend via de provinciale website www.limburg.nl. Verzoeken kunnen uitsluitend binnen de aangegeven termijn worden ingediend. Alleen tijdig aangeleverde, volledige en conform protocol opgestelde aanvragen worden in behandeling genomen bij de volgende herziening van het Natuurbeheerplan.

Wijzigingen van de ambitiekaart

GS kunnen verzoeken tot wijziging van het Provinciaal Natuurbeheerplan Limburg die gericht zijn op het toevoegen van gronden aan de categorieën ‘areaaluitbreiding natuur’ binnen de goudgroene natuurzone honoreren (en dus gebruik maken van haar bevoegdheid tot vaststelling van (wijziging van) het Natuurbeheerplan) als: .

De beoogde natuurontwikkeling dient invulling te geven aan ten minste één van de onderstaande twee hoofdcriteria:

• 1.

  De beoogde natuurontwikkeling levert een wezenlijke bijdrage aan het bereiken van de verbeterde staat van instandhouding van natuurwaarden in Natura2000-gebied conform aanwijzingsbesluiten van Natura2000-gebieden.

• 2.

  De beoogde natuurontwikkeling levert een wezenlijke bijdrage aan de verbetering van de staat van instandhouding van prioritaire soorten in Limburg. Onder prioritaire soorten in Limburg wordt verstaan:

  • •

    soorten die vanuit Europees perspectief bescherming behoeven en de voor Limburg kenmerkende en tevens bedreigde soorten, en

  • •

    de bedreigde van nature in Nederland in het wild voorkomende soorten op de Rode Lijsten.

Indien het verzoek voldoet aan ten minste één van bovengenoemde hoofdcriteria waarbij onomstotelijk is aangetoond dat er sprake is van een wezenlijke bijdrage (dat wil zeggen dat de beoogde natuurontwikkeling een rechtstreeks, positief effect heeft op het verbeteren van de staat van instandhouding van de natuurwaarden in het N2000 gebied en/of de prioritaire soorten) dan zal de wijziging alleen worden gehonoreerd indien Gedeputeerde Staten elders een evenredig oppervlak areaaluitbreiding kan verwijderen.

Wijziging van de beheertypenkaart

De beheertypenkaart volgt de ontwikkeling van de natuurtypen die in het veld voorkomen. Dit houdt in dat de provincie de kaart kan actualiseren, bijvoorbeeld op basis van een recente vegetatiekartering. Beheerders dienen er daarom rekening mee te houden dat de beheertypen op hun percelen kunnen wijzigen. Beheersubsidie kan enkel worden aangevraagd voor het beheertype dat op de beheertypenkaart staat weergegeven. Indien een beheerder constateert dat het weergegeven beheertype niet correct is dient de beheertypenkaart eerst te worden gewijzigd alvorens beheervergoeding wordt aangevraagd. Beheerders worden hierom geadviseerd de beheertypenkaart regelmatig te controleren, en, indien zij dit nodig achten, middels de inspraakmogelijkheden op wijzigingen te reageren. Dit geldt vooral in de jaren voorafgaand aan een nieuwe aanvraag voor beheersubsidie.

GS kunnen verzoeken tot wijziging van het Provinciaal Natuurbeheerplan Limburg die gericht zijn op het wijzigen van het beheertype honoreren (en dus gebruik maken van haar bevoegdheid tot vaststelling van (wijziging van) het Natuurbeheerplan) als:

• 1.

  Wijzigingen kunnen alleen worden aangevraagd voor gronden waaraan binnen de huidige beheertypenkaart reeds een natuurbeheertype is toegekend of waar een agrarisch leefgebied is toegekend en zijn gelegen binnen de categorie ‘agrarisch natuurbeheer binnen nieuwe natuur’.

• 2.

  Het wijzigen van Natuurbeheertypen (niet zijnde N00.01) naar landschapsbeheertypen (L-types) is niet mogelijk binnen gerealiseerde natuurterreinen (terreinen waaraan al een N-type, niet zijnde N00.01 is toegekend). Landschapsbeheertypen kunnen wel in de beheertypenkaart worden opgenomen indien het gaat om nieuwe aanleg binnen inrichtingsprojecten op locaties die in de beheertypenkaart nog zijn aangeduid als N00.01.

• 3.

  Omzetting van landschapstypen naar een natuurbeheertype/agrarisch leefgebied is niet mogelijk.

• 4.

  Onderstaande natuurbeheertypen worden alleen opgenomen in de beheertypenkaart als uit een onafhankelijke rapportage cq vegetatieopname blijkt dat de gronden daadwerkelijk geschikt zijn voor dat specifieke beheertype:

  type N06.01 (Veenmosrietland en moerasheide),

  type N06.02 (Moerasheide),

  type N10.01 (Nat schraalland),

  type N10.02 (Vochtig hooiland),

  type N12.01 (Bloemdijk),

  type N17.02 (Droog hakhout),

  type N17.03 (Park- en stinzebos),

  type N17.06 (Vochtig- en hellinghakhout).

• 5.

  Uitbreiding van hakhout/middenbosbeheer is alleen mogelijk als er sprake is van aan hakhoutbeheer gebonden bijzondere en/of bedreigde soorten of vegetatietypen, waarvoor door de provincie Limburg een actie/beschermingsplan is opgesteld voor het behoud daarvan, of waarvoor een instandhoudingdoelstelling geldt binnen een Natura-2000 gebied. De betreffende locatie moet uitvoering geven aan dit actieplan cq deze Natura-2000 instandhoudingdoelstelling. De betreffende locatie moet verder qua (abiotische) randvoorwaarden potenties hebben voor de betreffende soort/het betreffende vegetatietype. Gezien de hoge kosten die hakhoutbeheer met zich meebrengt dient een aanvraag voor het toekennen van deze beheertypen voorafgaand aan het indienen te worden voorbesproken met de behandelend provinciemedewerker.

• 6.

  Voor park- en stinzenbossen geldt dat deze zich op een vanuit historisch oogpunt geschikte locatie moeten bevinden en dat sprake moet zijn van een goed ontwikkelde kenmerkende stinzenvengetatie. Dit laatste dient te worden aangetoond d.m.v. een onafhankelijke vegetatieopname.

Verzoeker

Een wijziging van het Provinciaal Natuurbeheerplan kan alleen worden aangevraagd door of namens de eigenaar van de betreffende gronden. Wanneer de indiener van het verzoek geen eigenaar is van de grond dient bij het wijzigingsverzoek een schriftelijke verklaring van de eigenaar te worden gevoegd waarin deze aangeeft in te stemmen met de voorgestelde wijziging, en waarin de indiener wordt gemachtigd namens de eigenaar te handelen.

Voor het indienen van een wijzigingsverzoek t.a.v. areaal uitbreiding natuur dient gebruik gemaakt te worden van het “aanvraagformulier voor areaaluitbreiding natuur en kaartwijzigingen”. Voor het indienen van een wijzigingsverzoek t.a.v. beheertypen dient gebruik gemaakt te worden van het “aanvraagformulier aanpassing beheertypenkaart”. Dit formulier wordt beschikbaar gesteld via de website: www.limburg.nl.