Regeling vervallen per 01-01-2024

Besluit instelling Provinciale Commissie Omgevingsvraagstukken Limburg

Geldend van 24-12-2009 t/m 31-12-2023

Intitulé

Besluit instelling Provinciale Commissie Omgevingsvraagstukken Limburg

Besluit instelling Provinciale Commissie Omgevingsvraagstukken Limburg

Opdracht Artikel 1

  • 1.

    Er is een Provinciale Commissie Omgevingsvraagstukken Limburg

  • 2.

    De commissie geldt als een commissie zoals bedoeld in artikel 2.41 van de Wet milieubeheer en artikel 9.1 van de Wet ruimtelijke ordening.

  • 3.

    De commissie heeft naast wat haar bij wet is opgedragen tot taak Gedeputeerde Staten dan wel Provinciale Staten, gevraagd en ongevraagd, te adviseren over de hoofdlijnen van het omgevingsbeleid.

  • 4.

    In elk geval wordt geadviseerd over een ontwerp voor:

    • a. -

      een provinciaal milieubeleidsplan als bedoeld in artikel 4.9, van de Wet milieubeheer;

      • -

        een provinciale milieuverordening als bedoeld in artikel 1.2 van de Wet milieubeheer;

      • -

        een provinciaal milieuprogramma als bedoeld in artikel 4.14 van de Wet milieubeheer;

    • b.

      - een regionaal waterplan als bedoeld in artikel 4.4 van de Waterwet;

      • -

        een Waterverordening als bedoeld in de Waterwet;

    • c. -

      een provinciale structuurvisie als bedoeld in artikel 2.2 van de Wet ruimtelijke ordening;

      • -

        een projectbesluit als bedoeld in artikel 3.28 van de Wet ruimtelijke ordening;

      • -

        een inpassingsplan als bedoeld in artikel 3.27 van de Wet ruimtelijke ordening;

    • d. -

      een provinciaal verkeer- en vervoerplan als bedoeld in artikel 5, eerste lid van de Planwet verkeer en vervoer.

  • 5.

    De commissie kan voor de behandeling van bepaalde onderwerpen uit haar midden subcommissies instellen.

  • 6.

    De commissie brengt elk jaar een verslag van haar werkzaamheden uit aan het presidium van Provinciale Staten en aan gedeputeerde staten.

Samenstelling Artikel 2

  • 1.

    In de commissie hebben in ieder geval zitting:

    • a.

      een onafhankelijke voorzitter;

    • b.

      de inspecteur van het Inspectoraat-Generaal VROM in de regio Zuid;

    • c.

      de hoofdingenieur-directeur van de Rijkswaterstaat in de provincie Limburg;

    • d.

      de betrokken regiodirecteur van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit;

    • e.

      de eerstaanwezend ingenieur-directeur van de betrokken directie van de Dienst Gebouwen, Werken en Terreinen van het Ministerie van Defensie;

    • f.

      het hoofd van de betrokken regio van het Ministerie van Economische Zaken;

    • g.

      één lid namens de Kamer van Koophandel;

    • h.

      één lid namens de Stichting Milieufederatie Limburg;

    • i.

      twee bestuurders van de Limburgse gemeenten;

    • j.

      één lid namens de Limburgse waterschappen;

    • k.

      één lid namens de Limburgse Land- en Tuinbouwbond.

  • 2.

    Voor elk lid kan een plaatsvervanger worden voorgedragen.

  • 3

    Leden van de commissie zijn geen lid van Provinciale Staten noch van Gedeputeerde Staten.

Benoeming en ontslag van de leden Artikel 3

  • 1.

    De benoeming van de leden van de commissie, alsmede hun plaatsvervangende leden, vindt plaats door Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten.

  • 2.

    De benoeming van de leden, en hun plaatsvervangende leden als bedoeld in het eerste lid, alsmede de voorzitter door Provinciale Staten is gemandateerd aan het presidium van Provinciale Staten.

  • 3.

    De leden, bedoeld in artikel 2, eerste lid onder c tot en met k, kunnen te allen tijde ontslag nemen door een schriftelijke kennisgeving aan Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten.

  • 4.

    Het lidmaatschap van de commissie eindigt met ingang van de datum waarop een lid niet langer deel uitmaakt van de instantie of organisatie die het vertegenwoordigt.

  • 5.

    Binnen twee maanden na indiening van het ontslag of automatische beëindiging van het lidmaatschap doet de desbetreffende instantie of organisatie een aanbeveling voor de benoeming van een nieuw lid, dan wel een plaatsvervangend lid.

Voorzitter, secretaris en deskundigen Artikel 4

  • 1.

    Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten benoemen de voorzitter voor een periode van vier jaar. De voorzitter kan worden herbenoemd. De financiële vergoeding vindt plaats op basis van de Verordening rechtspositie gedeputeerden, staten- en commissieleden.

  • 2.

    De commissie wijst uit haar midden een vice-voorzitter aan.

  • 3.

    Gedeputeerde Staten voorzien in het secretariaat van de commissie.

  • 4.

    De commissie kan zich doen bijstaan door deskundigen.

De vergaderingen Artikel 5

  • 1.

    Jaarlijks stelt de commissie een vergaderschema vast.

  • 2.

    De secretaris zorgt er voor dat de agenda en de stukken voor de vergadering tenminste zeven dagen voor de vergadering verzonden worden.

  • 3.

    Wanneer er geen inhoudelijke agendapunten zijn kan de voorzitter besluiten de vergadering te annuleren. De leden worden hiervan tijdig schriftelijk op de hoogte gesteld.

  • 4.

    Leden van Gedeputeerde Staten kunnen de vergaderingen van de commissie bijwonen voor het geven van toelichting en het verstrekken van informatie.

  • 5.

    Ambtenaren en arbeidscontractanten in dienst van de provincie Limburg kunnen de vergaderingen van de commissie en van de ingestelde subcommissies bijwonen voor het geven van toelichting en het verstrekken van informatie.

  • 6.

    De vergaderingen van de commissie zijn openbaar.

  • 7.

    Een vergadering of een gedeelte daarvan is niet openbaar indien de in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur genoemde belangen op de in dat artikel bedoelde wijze kunnen worden geschaad.

  • 8.

    De secretaris zorgt ervoor dat plaats, datum en aanvangsuur ter openbare kennis worden gebracht met vermelding van de agenda.

  • 9.

    Van iedere vergadering van de commissie wordt door de secretaris een schriftelijk verslag gemaakt.

Advies Artikel 6

  • 1.

    De adviezen van de commissie worden schriftelijk aan Provinciale Staten of Gedeputeerde Staten uitgebracht binnen een, zonodig, bij de adviesaanvraag te stellen termijn.

  • 2.

    De adviezen van de commissie worden uitgebracht overeenkomstig het gevoelen van de meerderheid van de vergadering.

  • 3.

    Op verzoek van de leden, die ter vergadering een standpunt hebben ingebracht dat afwijkt van het gevoelen van de meerderheid, wordt dat standpunt in het advies vermeld. Deze leden kunnen omtrent een zodanig standpunt een afzonderlijke nota bij het advies voegen.

  • 4.

    Provinciale Staten of Gedeputeerde Staten rapporteren aan de commissie welk gevolg zij aan de adviezen geven of gegeven hebben.

Werkwijze Artikel 7

De commissie kan nadere regels stellen inzake haar werkwijze.

Inwerkingtreding Artikel 8

  • 1.

    Op de datum van inwerkingtreding als bedoeld in het tweede lid worden ingetrokken:

    • -

       de regeling Provinciale Commissie Omgevingsvraagstukken Limburg vastgesteld bij besluit van Gedeputeerde Staten van 19 december 2000;

    • -

       de regeling Provinciale Commissie Omgevingsvraagstukken, de Commissie Gemeentelijke Plannen en Provinciaal Overleg Landinrichting en Natuur vastgesteld bij besluit van Gedeputeerde Staten van 4 maart 1997;

    • -

      het besluit tot instelling van de Provinciale Commissie Milieu en Waterhuishouding vastgesteld bij besluit van Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten respectievelijk van 17 februari en 8 maart 2006 (provinciaal blad 2006/14 en 20).

  • 2.

    Dit besluit wordt geplaatst in het provinciaal blad en treedt inwerking met ingang van de dag na publicatie in het provinciaal blad.

Ondertekening

Provinciale Staten voornoemd,  
L.J.P.M. Frissen, voorzitter,  
Drs. J.J. Braam, griffier.
 
Uitgegeven,
Maastricht, 23 december 2009
De griffier der staten van Limburg,  
Drs. J.J. Braam
 
Gedeputeerde Staten voornoemd,  
L.J.P.M. Frissen, voorzitter  
drs. F.J. Offerein, plv. secretaris
Uitgegeven,  
De plv. secretaris,
Ing. J.A.J. Smeelen