Regeling vervallen per 02-06-2023

Mandaatbesluit EMRIC

Geldend van 08-02-2007 t/m 01-06-2023 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2005

Intitulé

Mandaatbesluit EMRIC

Mandaatbesluit EMRIC

Artikel 0 Definities

  • a.

    Beslissing: beslissing gericht op publiekrechtelijk of privaatrechtelijk rechtsgevolg, dan wel gericht op feitelijk gevolg;

  • b.

    Project EMRIC: project Euregio Maas Rijn Interventie ingeval van Crisis.

Artikel 1 Mandaatverlening

  • 1. Aan de externe -in dienst bij de regionale brandweer Zuid-Limburg zijnde- projectmanager EMRIC, de heer P. Schmedding (hierna: gemandateerde), wordt mandaat, volmacht en machtiging verleend om namens Gedeputeerde Staten van Limburg en –voor zover nodig- namens de Commissaris van de Koningin van Limburg, het project Euregio Maas Rijn Interventie ingeval van Crisis (EMRIC) uit te voeren en, met inachtneming van de in artikel 2 omschreven instructies, terzake alle relevante beslissingen te nemen en stukken te ondertekenen.

  • 2. Het bepaalde in het eerste lid omvat tenminste:

    • a.

      relatiebeheer tussen de projectpartners onderling en met de Stichting Euregio Maas Rijn (EMR);

    • b.

      financiële controle en besluitvorming aangaande de inzet van het centrale budget, waarover de projectmanager volgens het financieringsplan kan beschikken;

    • c.

      voorzitten van de projectgroep;

    • d.

      de indiening van de declaraties bij de Stichting EMR;

    • e.

      de opstelling van berichten/rapportages en administratieve stukken;

    • f.

      overall management van het project.

Artikel 2 Instructies

Ter zake van de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheid gelden de volgende instructies:

  • a.

    De uitvoering van het bepaalde in artikel 1 dient plaats te vinden met inachtneming van de tussen de provincie Limburg en de Stichting EMR gesloten “Overeenkomst Subsidietoekenning nr. EMR.INT3.0605-5.4.86” (hierna: Overeenkomst subsidietoekenning) alsmede met inachtneming van het tussen partijen gesloten “Contract voor de samenwerking tussen de projectpartners betreffende het Interregproject EMR.INT3.0605.-5.4.86 EMRIC” inclusief de bijbehorende toelichting (hierna: samenwerkingscontract).

  • b.

    De gemandateerde verstrekt desgevraagd een overzicht van de besteding van de middelen, onder toevoeging van een verklaring van het bestuur van EMR.

  • c.

    Met betrekking tot de uitvoering van dit project wordt een compleet dossier gevormd dat op elk moment voor ons college beschikbaar is.

  • d.

    Op verzoek van ons college dient een algemene rapportage over de uitvoering van het project plaats te vinden, waarin de voortgang wordt beschreven, de financiële verplichtingenstand en de kredietstand wordt weergegeven.

  • e.

    Bijzondere ontwikkelingen, calamiteiten of onvoorziene zaken dienen tijdig gemeld te worden aan de Commissaris van de Koningin.

  • f.

    Naar aanleiding van de door gemandateerde verstrekte rapportages kunnen door ons college zonodig aanwijzingen worden gegeven met betrekking tot de uitvoering van dit project.

  • g.

    De gemandateerde dient in een krachtens mandaat genomen beslissing te vermelden dat de beslissing namens Gedeputeerde Staten danwel –voor zover van toepassing- namens de Commissaris van de Koningin van Limburg is genomen.

  • h.

    De gemandateerde zal het aangaan van financiële verplichtingen die ten laste komen van het EMRIC-budget van te voren afstemmen met de provinciale budgethouder EMRIC (thematrekker 3) overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, lid 2 van de Regeling op het budgethouderschap. Tussen de gemandateerde en de budgethouder worden zonodig aanvullende afspraken gemaakt ter nakoming van deze instructie.

  • i.

    Bij het aangaan van financiële verplichtingen zal de gemandateerde tevens rekening houden met de Beleidsregels aanbesteding provincie Limburg.

  • j.

    In gevallen waarin de Overeenkomst subsidietoekenning of het Samenwerkingscontract niet voorziet vindt besluitvorming plaats door ons college en de overige projectpartners;

Artikel 3 Inwerkingtreding en instemming gemandateerde

Dit besluit treedt met terugwerkende kracht inwerking op 1 januari 2005, nadat het door de heer Schmedding is aanvaard. Aanvaarding van dit mandaat door de heer Schmedding heeft plaatsgevonden op 22 januari 2007.

Ondertekening

Gedeputeerde Staten voornoemd, L.J.P.M. Frissen, voorzitter
drs. W.L.J. Weijnen, secretaris
UItgegeven, 8 februari 2007 De Secretaris,
drs. W.L.J. Weijnen