Regeling vervallen per 01-01-2012

Nadere subsidieregels bevordering buurtalen (Duits en Frans) in basisonderwijs en VMBO in Limburg

Geldend van 26-11-2010 t/m 31-12-2011

Intitulé

Nadere subsidieregels bevordering buurtalen (Duits en Frans) in basisonderwijs en VMBO in Limburg

Nadere subsidieregels bevordering buurtalen (Duits en Frans) in basisonderwijs en VMBO in Limburg 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1.

    Buurtalen: Frans en / of Duits.

  • 2.

    Schoolbestuur: het orgaan dat op basis van statuten of een andere regeling belast is met de eindverantwoordelijkheid voor de uitoefening van de taken en bevoegdheden namens het in de wet aangeduide bevoegd gezag.

  • 3.

    Basisschool: een school waar primair onderwijs wordt gegeven, gevestigd in de provincie Limburg.

  • 4.

    VMBO school: een school waar Voorbereidend Middelbaar Beroepsonderwijs wordt gegeven, gevestigd in de provincie Limburg.

  • 5.

    Expertisekring: het in opdracht van de Provincie Limburg ingestelde kennisnetwerk om,  ondermeer, het onderwijs in de buurtalen te bevorderen en verbeteren en om samenhang te brengen tussen initiatieven op dit terrein. Het secretariaat hiervan wordt gevoerd door de Talenacademie Nederland.

Artikel 2 Doelstellingen

  • 1.

    Het versterken van het buurtaalonderwijs in het Limburgse onderwijs binnen de regulier beschikbare lestijd.

  • 2.

    Het verhogen van de kennis en vaardigheden van docenten van de basisschool op het gebied van het geven van het buurtaalonderwijs en daarmee inbedden van buurtaalonderwijs in de schoolorganisatie (zie hoofdstuk 2)

  • 3.

    Leerlingen van basisscholen in aanraking brengen met de taal en cultuur van de buurlanden (zie hoofdstuk 2)

  • 4.

    Het verhogen van het niveau (A1 t/m B2) van de kennis van buurtalen in de klassen 3 en 4 van het VMBO (alle leerwegen en sectoren) (zie hoofdstuk 3).

Artikel 3 Doelgroep

  • 1.

    Gedeputeerde Staten kunnen subsidie vaststellen ten behoeve van het schoolbestuur van een basisschool die (extra) aandacht besteed aan het onderwijs in de buurtalen en het schoolbestuur van een VMBO school die leerlingen in staat stelt om een hoger niveau van buurtalenkennis te behalen dan in het reguliere programma.

  • 2.

    Een uitzondering op lid 1 vormen basisscholen die vallen onder de schoolbesturen Movare en MosaLira. Deze schoolbesturen hebben reeds provinciale subsidie ontvangen voor het project “Euregioschool”. Basisscholen die vallen onder deze besturen en die zelf deelnemen aan het project “Euregioschool” kunnen geen gebruik maken van deze subsidieregeling.

Artikel 4 Aanvraag subsidie

  • 1.

    Een subsidieaanvraag kan uitsluitend, voor iedere school afzonderlijk, door een schoolbestuur worden ingediend bij Gedeputeerde Staten met gebruikmaking van het standaard aanvraagformulier dat geplaatst is op de website van de Provincie Limburg: www.limburg.nl/subsidies > actuele subsidieregelingen.

  • 2.

    De aanvraag dient een volledig ingevuld en rechtsgeldig ondertekend standaard aanvraagformulier te bevatten.

  • 3.

    De subsidieaanvraag moet vóór aanvang van het project worden ingediend.

  • 4.

    De subsidieaanvraag kan worden ingediend vanaf 1 juni 2010 tot uiterlijk 1 juli 2011 op het formulier aangegeven adres.

  • 5.

    Subsidieaanvragen worden behandeld in volgorde van binnenkomst.

    • a.

      De datum van de poststempel is bepalend.

    • b.

      Bij persoonlijk aangeleverde aanvragen is de ontvangststempel van de Provincie Limburg dan wel de datum van het verkregen bewijs van ontvangst bepalend.

    • c.

      Bij onvolledig ingediende aanvragen geldt de datum waarop de aanvraag volledig is.

  • 6.

    Aanvragen die ontvangen zijn na het verstrijken van de indieningstermijn zoals vermeld in lid 4 worden afgewezen.

Artikel 5 Subsidievaststelling, ex-post Controle. 

  • 1.

    De subsidie wordt direct, zonder voorafgaande verleningsbeschikking, vastgesteld als een waarderingssubsidie en direct uitbetaald.

  • 2.

    Steekproefsgewijs wordt achteraf gecontroleerd:

    • a.

      of de activiteiten daadwerkelijk zijn uitgevoerd conform de subsidieaanvraag,

    • b.

      of aan de in de beschikking vermeldde verplichtingen is voldaan en

    • c.

      of de beoogde resultaten/resultaatdoelstellingen zijn behaald.

  • 3.

    Indien bij de steekproef blijkt dat de resultaten niet zijn behaald kan de subsidie worden ingetrokken, dan wel alsnog lager worden vastgesteld. Dit betekent dat het reeds uitbetaalde bedrag (deels) kan worden teruggevorderd.

Artikel 6 Subsidieplafond en verdeling

  • 1.

    Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond voor de looptijd van deze nadere subsidieregels vast op € 135.000,00 voor de basisscholen en op € 83.700,00 voor de VMBO-scholen.

  • 2.

    Voor de verdeling van het plafond is het tijdstip beslissend waarop de aanvraag volledig is.

  • 3.

    Indien er meerdere volledige aanvragen zijn van dezelfde datum en deze binnen het subsidieplafond niet allemaal kunnen worden gehonoreerd vindt prioritering plaats door Gedeputeerde Staten.

  • 4.

    Aanvragen die worden ingediend nadat het subsidieplafond is bereikt worden door Gedeputeerde Staten afgewezen.

Artikel 7 Subsidie van rechtswege

  • 1.

    Indien Gedeputeerde Staten niet binnen de in artikel 22 van de Algemene Subsidieverordening 2004 gestelde termijn op een aanvraag hebben beslist, is de subsidie van rechtswege vastgesteld overeenkomstig de aanvraag.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid bedraagt de van rechtswege vastgestelde subsidie nooit meer dan het standaard subsidiebedrag per leerling, per docent en voor materiaal- en begeleidingskosten dat in deze nadere subsidieregels wordt genoemd.

  • 3.

    Gedeputeerde Staten trekken de van rechtswege vastgestelde subsidie in, indien deze wordt aangemerkt als staatssteun ingevolge artikel 87, eerste lid, van het EG-Verdrag en onrechtmatig is vastgesteld.

  • 4.

    Subsidievaststelling ingevolge het eerste lid wordt aangemerkt als een besluit in de zin van artikel 1:3 Algemene wet bestuursrecht.

  • 5.

    Paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht is van toepassing voor deze Nadere Subsidieregels.

Hoofdstuk 2 Basisonderwijs

Artikel 8 Subsidiecriteria

Om voor een subsidie in aanmerking te komen, gelden alle volgende criteria:

  • 1.

    Het project heeft een looptijd van maximaal 2 jaar.

  • 2.

    Per school nemen minimaal twee en maximaal drie docenten deel aan de nascholing Duits of Frans en sluiten deze met succes af (Europees Referentie Kader, minimaal niveau B1 voor Duits en minimaal niveau A2 voor Frans).

  • 3.

    Per school dient een coördinator buurtalen te zijn aangewezen die:

    • a.

      deelneemt aan de gezamenlijke netwerkbijeenkomsten in het kader van de Expertisekring buurtalen en

    • b.

      hierin rapporteert over de voortgang en resultaten waarvan schriftelijk verslag wordt opgemaakt.

Artikel 9 Subsidiabele kosten en normbedragen

  • 1.

    Het vastgestelde standaard subsidiebedrag voor de nascholing van een docent, inclusief vervangingskosten, bedraagt € 3.500,00 per docent.

  • 2.

    Het vastgestelde standaard subsidiebedrag voor de aanschaf van materiaal c.q. begeleidingskosten bij de invoering van het buurtaalonderwijs bedraagt € 2.000,00 per school.

  • 3.

    Per school kan, afhankelijk van het aantal deelnemende docenten, in totaal een subsidie van € 9.000,00 (bij 2 docenten) of € 12.500,00 (bij 3 docenten) worden vastgesteld.

  • 4.

    In afwijking van lid 2 geldt voor scholen die vallen onder de schoolbesturen Movare en MosaLira en die niet zelf deelnemen aan het project “Euregioschool” dat kosten voor materiaal c.q. begeleiding niet subsidiabele kosten zijn. Voor deze scholen zijn uitsluitend de kosten voor nascholing van de docenten subsidiabel. 

Artikel 10 Specifieke verantwoordingseisen bij steekproefsgewijze controle

Eisen waaraan een basisschool moet voldoen:

  • 1.

    De school moet middels certificaten aan kunnen tonen welke docenten deel hebben genomen aan de nascholing Duits of Frans en op welk niveau zij deze met succes hebben afgesloten (Europees Referentie Kader: minimaal niveau B1 voor Duits en minimaal niveau A2 voor Frans).

  • 2.

    De school moet aantonen wanneer en op welke wijze gerapporteerd is over de voortgang en de resultaten van het project in de Expertisekring buurtalen.

Hoofdstuk 3 Voorbereidend Middelbaar Beroepsonderwijs (Vmbo)

Artikel 11 Subsidiecriteria

Om voor een subsidie in aanmerking te komen, gelden de volgende criteria:

  • 1.

    Het project heeft een looptijd van maximaal 2 jaar.

  • 2.

    De aan het project deelnemende leerlingen halen een aantoonbaar hoger niveau (Europees Referentiekader) van buurtalenkennis dan dat zij in het reguliere programma zouden behalen.

  • 3.

    Per school dient een coördinator buurtalen te zijn aangewezen die:

    • a.

      deelneemt aan de gezamenlijke netwerkbijeenkomsten in het kader van de Expertisekring buurtalen en

    • b.

      hierin rapporteert over de voortgang en resultaten waarvan schriftelijk verslag wordt opgemaakt.

Artikel 12 Subsidiabele kosten en normbedragen

  • 1.

    Het standaard subsidiebedrag bedraagt € 150,00 per deelnemende leerling.

  • 2.

    Een uitzondering hierop vormen scholen die reeds provinciale subsidie ontvangen hebben voor

  • de projecten “Euregioschool” en “SLIDE”. Voor deze scholen bedraagt het standaard

  • subsidiebedrag € 100,00 per leerling.

Artikel 13 Specifieke verantwoordingseisen bij steekproefsgewijze controle

Eisen waaraan een VMBO-school moet voldoen:

  • 1.

    De school moet kunnen aantonen dat er een verbeterslag is gemaakt in het niveau van de kennis van de buurtalen in de klassen 3 en 4 door overlegging van de door deelnemende leerlingen behaalde certificaten voor Goethe of DELF examens.

  • 2.

    De school moet aantonen wanneer en op welke wijze gerapporteerd is over de voortgang en de resultaten van het project in de Expertisekring buurtalen.

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

Artikel 14 Hardheidsclausule

  • 1.

    In alle gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslissen Gedeputeerde Staten.

  • 2.

    Indien toepassing van het bepaalde in deze nadere regels naar het oordeel van Gedeputeerde Staten tot kennelijke onbillijkheden leidt, dan kunnen Gedeputeerde Staten van enige bepaling afwijken.

Artikel 15 Inwerkingtreding, beëindiging en citeertitel

  • 1.

    Deze nadere regels treden in werking met ingang van de dag na publicatie in het Provinciaal Blad.

  • 2.

    Deze nadere subsidieregels vervallen met ingang van 1 januari 2012, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op aanvragen en subsidiebesluiten die vóór die datum zijn genomen.

  • 3.

    Deze regeling kan worden aangehaald als “Nadere subsidieregels bevordering buurtalen (Duits en Frans) in basisonderwijs en VMBO in Limburg”.

Ondertekening

Gedeputeerde Staten voornoemd,  
L.J.P.M. Frissen, voorzitter  
mr. A.C.J.M. de Kroon, secretaris  
 
Uitgegeven, 25 november 2010  
De secretaris,  
mr. A.C.J.M. de Kroon