Regeling vervallen per 18-12-2019

Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen Lingewaal 2012-2

Geldend van 06-06-2013 t/m 17-12-2019

Intitulé

Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen Lingewaal 2012-2

Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen Lingewaal 2012-2

Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    begraafplaats: de acht gemeentelijke begraafplaatsen in de gemeente Lingewaal, te weten: Asperen, de algemene begraafplaats aan de Leerdamseweg; Heukelum, de algemene begraafplaats aan de Torenstraat 1; Heukelum, de algemene begraafplaats aan de Achterweg; Herwijnen , de algemene begraafplaats aan de Peperstraat; Spijk, de algemene begraafplaats aan de Zuiderlingedijk 184; Spijk, de algemene begraafplaats aan de Spijkse Steeg; Vuren, de algemene begraafplaats aan de Graaf Reinaldweg; Vuren, de algemene begraafplaats aan de Waaldijk 125.

  • b.

    particulier graf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot: 1. het doen begraven en begraven houden van lijken van overleden personen van 12 jaar en ouder; 2 het doen begraven en begraven houden van lijken van overleden kinderen beneden de leeftijd van 12 jaar 3. het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen; 4. het doen verstrooien van as.

  • c.

    particulier urnengraf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot: 1. het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen; 2. het doen verstrooien van as.

  • d.

    particuliere urnennis: een nis waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • e.

    particuliere gedenkplaats: een plaats waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend om overledenen te gedenken;

  • f.

    algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

  • g.

    algemeen urnengraf: een graf, bij de gemeente in beheer, waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen;

  • h.

    algemene urnennis: een nis, bij de gemeente in beheer, waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • i.

    verstrooiingsplaats: een plaats waarop as wordt verstrooid;

  • j.

    grafkelder: een betonnen of gemetselde constructie waarin een of meerdere lijken worden begraven of asbussen worden bijgezet; grafkelders kunnen onderdeel zijn van een bovengrondse muur of wand;

  • k.

    asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

  • l.

    urn: een voorwerp ter berging van een of meer asbussen;

  • m.

    grafbedekking: gedenkteken en grafbeplanting op een graf, gedenkplaats of verstrooiingsplaats;

  • n.

    gedenkteken: steen, zerk of ander monument, daaronder begrepen kettingen en hekwerken;

  • o.

    grafbeplanting: winterharde beplanting.

  • p.

    duurzame materialen: vaste, niet buigzame materialen van natuursteen, glas, hout, kera¬miek, kunststof en metaal, die van nature of middels een daartoe speciale behandeling weerbestendig zijn, niet breukgevoelig en welke bestaan uit één geheel en waarvan de praktische toepasbaarheid zoals opnemen, verplaatsen, e.d. gewaarborgd is.

  • q.

    beheerder: de ambtenaar die belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaats(en) of degene die hem vervangt;

  • r.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lingewaal, ieder voor zover verantwoordelijk;

  • s.

    rechthebbende: natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een uitsluitend recht is verleend op een particulier graf, een particulier urnengraf, een particuliere urnennis of een particuliere gedenkplaats;

  • t.

    gebruiker: natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een recht tot gebruik van een ruimte in een algemeen graf of een algemeen urnengraf is verleend;

  • u.

    eigenaar: de natuurlijke persoon of een rechtspersoon die de grafbedekking op een graf in eigendom heeft;

  • v.

    grafakte: de beschikking waarin overeenkomstig de bepalingen van deze verordening door of namens het college een grafrecht of het gebruik wordt verleend;

  • w.

    grafrecht: het uitsluitend recht op het begraven en begraven houden in een particulier graf of recht tot het doen bijzetten en bijgezet houden in een particulier urnengraf of particuliere urnennis dan wel het recht overledenen te gedenken op een particuliere gedenkplaats.

  • x.

    gebruik: het gebruik van een algemeen graf, algemeen urnengraf of algemene urnennis.

  • y.

    oorlogsgraf: elk graf van en door de Oorlogsgravenstiching erkend oorlogsslachtoffer.

Artikel 2 Uitbreiding begrippen particulier en algemeen graf

  • 1 Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt, voor zover van belang onder 'particulier graf' mede verstaan: particulier urnengraf, particuliere urnennis en particuliere gedenkplaats.

  • 2 Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt, voor zover van belang onder 'algemeen graf' mede verstaan: algemeen urnengraf.

Artikel 3 Beheer

Het beheer van de begraafplaats wordt gevoerd onder verantwoordelijkheid van het college. Onder toezicht van het college worden één of meer daartoe aangewezen personen belast met:

  • a.

    de aanwezige administratie van de begraafplaats;

  • b.

    de dagelijkse leiding van de begraafplaats;

  • c.

    het onderhoud van de begraafplaats;

  • d.

    het doen delven of openen en sluiten van graven.

Artikel 4 Bestemming

  • 1 De onder artikel 1, lid a (Begripsbepalingen) genoemde begraafplaatsen zijn bestemd voor:

    • a.

      het begraven en begraven houden, bijzetten en bijgezet houden van een of meerdere lijken;

    • b.

      het begraven en begraven houden, bijzetten en bijgezet houden van een of meerdere asbussen bevattende de as van personen;

    • c.

      het verstrooien van as van personen.

  • 2 Het college kan nadere regels stellen omtrent de bestemming van de begraafplaats, waarbij de regels kunnen verschillen per begraafplaats en voor de te onderscheiden vakken en rijen.

  • 3 Het college kan bij nader vast te stellen regels de algemene en particuliere graven onderverdelen in categorieën. Het college bepaalt voor de verschillende categorieën de situering, de oppervlakte en het maximum aantal in gebruik te nemen begraaflagen.

  • 4 Op de begraafplaats kunnen uitsluitend begravingen of bijzettingen plaatsvinden van inwoners van de gemeente Lingewaal, inwoners van de voormalige gemeente Vuren woonachtig in de kern Dalem en niet-inwoners die tenminste 20 jaren in de genoemde gemeenten hebben gewoond.

  • 5 De in het vierde lid genoemde termijn is niet van toepassing ten aanzien van niet-inwoners ie op het moment van overlijden niet de leeftijd van veertig jaar hebben bereikt en tevens meer dan de helft van hun leven in Lingewaal hebben gewoond.

Hoofdstuk 2 Openstelling, orde en rust op de begraafplaats

Artikel 5 Openstelling begraafplaats

  • 1 De begraafplaatsen zijn voor eenieder dagelijks toegankelijk gedurende door het college bij nadere regels vast te stellen tijden. Het college maakt deze tijden openbaar bekend.

  • 2 Ter handhaving van de orde en rust op de begraafplaats(en) kunnen de toegangen tijdelijk worden gesloten.

  • 3 Het is verboden gedurende de tijd dat de begraafplaatsen niet voor het publiek geopend zijn, zich daarop te bevinden, anders dan voor het bijwonen van een begrafenis of de bezorging van as.

Artikel 6 Tijden van begraven en asbezorging

  • 1 De tijd van het begraven van stoffelijke resten en het bezorgen van de as kan bij nader vast te stellen regels door het college worden bepaald.

  • 2 Het tijdstip van begraven of bijzetten en van het bezorgen van as wordt telkens en voor elk geval afzonderlijk door de beheerder, in overleg met de betrokken nabestaande vastgesteld.

  • 3 Op hetzelfde tijdstip mag op dezelfde begraafplaats niet meer dan één begrafenis c.q. bezorging van as plaatsvinden.

  • 4 Het college kan in bijzondere gevallen van het bepaalde in lid 3 afwijken.

Artikel 7 Ordemaatregelen

  • 1 Bezoekers, personeel van uitvaartondernemingen en personen die werkzaamheden op de begraafplaats(en) hebben te verrichten, zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

  • 2 De beheerder kan personen die zich niet aan de in het eerste lid bedoelde aanwijzing houden van de begraafplaats verwijderen of laten verwijderen.

  • 3 Het is verboden met motorrijtuigen op de begraafplaats(en) te rijden:

    • a.

      elders dan op de daartoe aangewezen rijwegen; motorrijtuigen zijn buiten de rijwegen (slechts) toegestaan voor begrafenissen of voor het vervoer van materialen;

    • b.

      sneller dan 10 km per uur.

  • 4 Het college kan ontheffing verlenen van het verbod, bedoeld in de aanhef en onder a van het derde lid.

Artikel 8 Plechtigheden

  • 1 Herdenkingsbijeenkomsten, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de begraafplaats kunnen slechts plaatsvinden nadat deze ten minste zes werkdagen tevoren zijn gemeld aan de beheerder. Datum en uur van de plechtigheid en de wijze waarop deze zal plaatsvinden worden in overleg met de aanvrager door de beheerder vastgesteld.

  • 2 De deelnemers aan de plechtigheid, bedoeld in het eerste lid zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

Artikel 9 Gebouwen en muziekinstallatie

  • 1 Het gebruik, voor zover aanwezig, van de ontvangstruimten, de aula alsmede van de muziekinstallatie moet uiterlijk om 12.00 uur van de werkdag voorafgaande aan de dag waarop van de ruimte of de aula gebruik zal worden gemaakt, worden aangevraagd bij de beheerder.

  • 2 De ruimten en de muziekinstallatie staan voor iedere plechtigheid gedurende een per keer vooraf te bepalen tijdsduur ter beschikking van de aanvrager.

Hoofdstuk 3 Indeling en uitgifte van de graven

Artikel 10 Indeling graven en asbezorging

Het college bepaalt bij nader vast te stellen regels welke soorten graven uitgegeven worden Bij nadere regels bepaalt het college hoeveel lijken en hoeveel asbussen met of zonder urnen er kunnen worden bijgezet in de particuliere graven en hoeveel verstrooiingen van as

er op de particuliere graven kunnen plaatshebben. Het college bepaalt tevens de afmetingen en de uitgifteduur van de particuliere graven. De uitgifteduur kan niet korter zijn dan de minimumtermijn van 10 jaar vastgesteld in de Wet op de lijkbezorging.

 

Artikel 11 Volgorde van uitgifte

  • 1 De particuliere graven worden slechts voor directe begraving en in volgorde van ligging uitgegeven.

  • 2 Het college kan een particulier graf toewijzen anders dan voor directe begraving en buiten de volgorde van uitgifte, indien dit wegens de situatie op de begraafplaats niet bezwaarlijk is.

Artikel 12 Aantal overledenen in algemene graven

  • 1 In de algemene graven kan een door het college te bepalen aantal lijken worden begraven.

  • 2 In de algemene urnengraven kan een door het college te bepalen aantal asbussen met of zonder urn worden bijgezet.

     

Hoofdstuk 4 Voorschriften voor lijkbezorging

Artikel 13 Kennisgeving begraven en asbezorging

Degene die wil doen begraven, as wil doen bijzetten of as wil doen verstrooien, geeft daarvan uiterlijk om 12.00 uur van de werkdag voorafgaande aan die waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden, schriftelijk kennis aan de beheerder. De zaterdag

geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om het lijk binnen 36 uur na het overlijden te begraven moet de kennisgeving aan de beheerder zo tijdig mogelijk worden gedaan.

Artikel 14 Openen en sluiten van het graf

Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as, en het daarna sluiten

van een graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen mag uitsluitend geschieden door het personeel van de begraafplaats op aanwijzingen en onder toezicht van de beheerder. De nabestaanden kunnen deze werkzaamheden onder toezicht van de beheerder gedeeltelijk zelf verrichten indien zij hun wens daartoe uiterlijk om 12.00 uur van de voorafgaande werkdag mondeling of schriftelijk aan de beheerder hebben kenbaar gemaakt. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Zij dienen bij deze

werkzaamheden de aanwijzingen van de beheerder op te volgen

 

Artikel 15 Te overleggen documenten

  • 1 Tot begraving wordt niet overgegaan dan nadat het verlof tot begraven is overgelegd aan de beheerder.

  • 2 Indien de begraving of de bezorging van as in een particulier graf zal plaatsvinden, dient een machtiging daartoe aan de beheerder te worden overgelegd ondertekend door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door degene die in de uitvaart voorziet.

  • 3 De beheerder onderzoekt of de overgelegde stukken toereikend zijn.

Artikel 16 Begraving

  • 1 De aanwijzing van de plaats van het graf geschiedt met inachtneming van het bepaalde in artikel 11 (Volgorde van uitgifte) door de beheerder.

  • 2 Tot de begraving of bijzetting wordt niet overgegaan dan nadat:

    • a.

      de beheerder, indien deze heeft geconstateerd dat aan de in de artikels 13 (Kennisgeving begraven en asbezorgen), 14 (Openen en sluiten van het graf) en 15 (Te overleggen documenten) opgenomen vereisten is voldaan, hiervoor opdracht aan het personeel van de begraafplaats heeft verleend;

    • b.

      alleen bij begraving van een lijk, het personeel van de begraafplaats de identiteit van de overledene heeft vastgesteld door vergelijking van het op de kist of een ander lijkomhulsel vermelde registratienummer met dat op een bijgevoegd document dat tevens de namen, overlijdens- en geboortedatum van de overledene dan wel de geslachtsnaam van de levenloos geborene bevat.

Artikel 17 Lijkomhulsel en grafgiften

  • 1 Rechthebbenden of gebruikers leveren, gebruiken en accepteren uitsluitend lijkhoezen, die voldoen aan de in of krachtens de wet dan wel op basis van publiekrechterlijke verordeningen, privaatrechterlijke reglementen of algemene voorwaarden gestelde regels ten aanzien van de doorlaatbaarheid van vloeistoffen en gassen, mechanische eigenschappen, vorm en biologische afbreekbaarheid. Genoemde regels zijn vastgesteld in het Lijkomhulselbesluit 1998.

  • 2 Rechthebbenden of gebruikers zijn verplicht bij het verzoek tot het verlof tot begraven het gebruik van lijkhoezen aan de beheerder door te geven.

  • 3 Het is niet toegestaan voorwerpen aan de grafruimte toe te voegen die de vertering van het lijk belemmeren of voorkomen en / of vervuilend zijn.

Artikel 18 Termijnen particuliere graven

  • 1 Het college verleent, voor zover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaats zulks toelaat, op een daartoe bij hen schriftelijk in te dienen aanvraag, voor de tijd van 20 jaar het uitsluitend recht op een particulier graf. De termijn begint te lopen op de datum waarop het grafrecht is uitgegeven.

  • 2 Het in het eerste lid bedoelde recht wordt op aanvraag van de rechthebbende verlengd met telkens een termijn van 10 jaar, mits de aanvraag voor het verstrijken van de lopende termijn wordt ingediend, doch niet eerder dan twee jaar voor het verstrijken van die termijn.

  • 3

    • a.

      Begraving of bijzetting in een particulier graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met een zodanig periode dat de alsdan resterende uitgiftetermijn ten minste gelijk is aan de wettelijke minimum grafrusttermijn.

    • b.

      De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door één van de in artikel 21, lid 1 (Overdracht van grafrecht en gebruik), bedoelde personen.

    • c.

      De onder lid 3a bedoelde periode van verlenging wordt naar boven toe afgerond op hele jaren.

  • 4 Een uitsluitend recht op een particulier graf geeft de rechthebbende zeggenschap over wie in dat graf wordt begraven en begraven wordt gehouden, onder de voorwaarden en de beperkingen van deze verordening.

  • 5 Een recht als bedoeld in lid 1, kan slechts aan één rechthebbende worden verleend ten behoeve van zichzelf en voor de personen genoemd in artikel 21 lid 1 (Overdracht van grafrecht en gebruik).

  • 6 Het in lid 1 bedoelde uitsluitend recht wordt door het college schriftelijk bevestigd met een grafakte.

Artikel 19 Gebruikstermijn algemene graven

  • 1 Algemene graven worden ter beschikking gesteld voor een gebruikstermijn van 10 jaar. Deze termijn kan niet worden verlengd.

  • 2 Algemene urnengraven worden ter beschikking gesteld voor een termijn van 10 jaar. Deze termijn kan niet worden verlengd.

  • 3 Het in dit artikel bedoelde gebruik wordt door het college schriftelijk bevestigd.

Artikel 20 Grafkelder

Het college kan aan de rechthebbende op een particulier graf vergunning verlenen tot het daarin voor eigen rekening en risico doen aanbrengen van een grafkelder overeenkomstig de door het college te stellen voorwaarden.

Artikel 21 Overdracht van grafrecht en gebruik

  • 1 Een grafrecht op een particulier graf kan worden overgedragen door overlegging aan de beheerder van een door de rechthebbende en de betrokken rechtsopvolger getekend bewijs van overdracht. Deze rechtsopvolger is een natuurlijk persoon of rechtspersoon.

  • 2 Het gebruik op een algemeen graf kan overgedragen worden op een andere gebruiker door overlegging aan de beheerder van een door de gebruiker en de betrokken opvolger getekend bewijs van overdracht. Deze opvolger is een natuurlijk persoon of rechtspersoon.

  • 3 Na het overlijden van de rechthebbende kan het grafrecht van een particulier graf worden overgeschreven op naam van een natuurlijk persoon of rechtspersoon, mits de aanvraag hiertoe wordt gedaan binnen zes maanden na het overlijden van de rechthebbende.

  • 4 Indien na het overlijden van de rechthebbende de aanvraag tot overschrijving niet wordt gedaan binnen de in het derde lid gestelde termijn, is het college bevoegd het grafrecht vervallen te verklaren.

  • 5 Na het verstrijken van de in het vorige lid genoemde termijn kan het college het grafrecht alsnog op naam stellen van een nieuwe rechthebbende, tenzij dit recht betrekking heeft op een particulier graf dat, of urnenruimte die, inmiddels is geruimd.

Artikel 22 Afstand doen van graven

Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen ten behoeve van de gemeente van het recht op het particuliere graf. Van de ontvangst van zodanige verklaring doen burgemeester en wethouders schriftelijk mededeling aan de rechthebbende.

Artikel 23 Vervallen grafrechten

  • 1 Het grafrecht vervalt:

    • a.

      door het verlopen van de termijn waarvoor het recht is verleend;

    • b.

      indien de rechthebbende afstand doet van het recht;

    • c.

      indien de begraafplaats wordt opgeheven.

  • 2 Het college kan de grafrechten vervallen verklaren:

    • a.

      indien de betaling van de rechten ten behoeve van de vestiging of een verlenging van het grafrecht -ondanks een aanmaning- niet binnen drie maanden na aanvang van die termijn is geschied;

    • b.

      indien de rechthebbende -ondanks een aanmaning- in verzuim blijft een op grond van deze verordening op hem rustende verplichting na te komen of daarmee in strijd handelt;

    • c.

      indien de rechthebbende van een particulier graf is overleden en het recht niet binnen de in artikel 21, lid 3, (Overdracht van grafrecht en gebruik) gestelde termijn is overgeschreven.

  • 3 In de gevallen als bedoeld in het eerste lid, onderdelen b en c en in het tweede lid vindt geen terugbetaling plaats van (van een deel van) de betaalde rechten.

Hoofdstuk 5 Grafbedekkingen

Artikel 24 Vergunning grafbedekking

  • 1 Voor het hebben van een grafbedekking is een schriftelijke vergunning nodig van het college.

  • 2 De rechthebbende van een particulier graf of de gebruiker van een algemeen graf vraagt de vergunning voor het hebben van een grafbedekking aan.

  • 3 Het college kan nadere regels vaststellen omtrent de wijze van aanvragen van de vergunning, de aard en de afmetingen van de grafbedekking en de wijze van aanbrengen.

  • 4 Het college kan de vergunning weigeren indien:

    • a.

      niet voldaan wordt aan de vastgestelde nadere regels, genoemd in het derde lid;

    • b.

      de grafbedekking afbreuk doet aan het aanzien van de begraafplaats;

    • c.

      de duurzaamheid van de materialen onvoldoende is;

    • d.

      de constructie van de grafbedekking ondeugdelijk is.

  • 5 Voorwaarde voor het afgeven van een vergunning is dat te allen tijde de rechthebbende op een particulier graf of de gebruiker op een algemeen graf eigenaar is en blijft van de grafbedekking zolang het graf niet geruimd mag worden.

     

  • 6 Het (doen) plaatsen of aanbrengen van monumenten, grafstenen, zerken of andere gedenktekens of beplantingen of andere voorwerpen op particuliere graven en algemene graven geschiedt door of namens de rechthebbende of de gebruiker.

     

Artikel 25 Onderhoud door de gemeente

Het college voorziet in het algemeen onderhoud van de begraafplaats en voorziet in het één- tot tweemaal per jaar schoonmaken van het graf of gedenkteken en het stellen van een gedenkteken bij verzakking. Dit algemene onderhoud wordt verplicht bij de gemeente afgekocht bij aanvang van de grafhuur, of bij begraving in een algemeen graf.

Artikel 26 Onderhoud door rechthebbende of gebruiker

  • 1 Dit artikel is van toepassing op het onderhoud, niet zijnde algemeen onderhoud, voor zover dit onderhoud niet bij de houder van de begraafplaats berust.

  • 2 De rechthebbende of de gebruiker is verplicht de grafbedekking en andere voorwerpen op het graf behoorlijk te onderhouden of te herstellen. De werkzaamheden die door de rechthebbende of gebruiker uitgevoerd dienen te worden, zijn omschreven in de nadere regels.

  • 3 Indien de rechthebbende of de gebruiker nalaat de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen, kan het college de hiervoor in aanmerking komende beplanting, voorwerpen of zo nodig de gehele grafbedekking (geheel of gedeeltelijk) doen verwijderen. Het verwijderde blijft gedurende drie maanden ter beschikking van de rechthebbende en vervalt daarna aan de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.

  • 4 De verwijdering van de grafbeplanting of het gedenkteken, zoals bedoeld is in lid 3, vindt niet plaats dan nadat de rechthebbende of de gebruiker schriftelijk is ingelicht over de toestand van het gedenkteken en/of de grafbeplanting. De oproeping geschiedt door mededeling op het mededelingenbord op de begraafplaats als het adres van de rechthebbende niet bekend is. Bij het graf wordt een verwijzing naar de mededeling aangebracht.

  • 5 Niet blijvende beplantingen, verwelkte bloemen of kransen en kapotte voorwerpen kunnen zonder voorafgaande kennisgeving door de beheerder worden verwijderd, zonder dat aanspraak kan worden gedaan op schadevergoeding.

  • 6 Linten, siervazen en dergelijke voorwerpen worden gedurende dertien weken ter beschikking gehouden van de rechthebbende of, wanneer het een algemeen graf betreft, van de gebruiker indien deze daartoe tevoren een aanvraag heeft ingediend bij de beheerder.

Artikel 27 Aansprakelijkheid

  • 1 Zolang het graf niet geruimd mag worden, blijft de eigenaar de eigendom houden van de in artikel 24 (Vergunning grafbedekkingen) bedoelde gedenktekens, beplantingen en andere voorwerpen. Al hetgeen wat op het graf geplaatst is, wordt geacht voor rekening en risico van de rechthebbende of gebruiker te zijn aangebracht.

  • 2 Naast het (doen) plaatsen en aanbrengen geschiedt ook het herstellen, vernieuwen of verwijderen van de grafbedekking door en voor rekening en risico van de rechthebbende of de gebruiker.

  • 3 Schade en eventuele gevolgschade voor derden is voor rekening en risico van de rechthebbende of gebruiker en deze dient de daaraan toegebrachte schade, door welke omstandigheid ook, op eerste aanschrijven te (doen) herstellen.

  • 4 Indien binnen 3 maanden na de dag van aanschrijving geen herstel of vernieuwing heeft plaatsgevonden, is het college bevoegd tot verwijdering en vernietiging van de gedenktekens of beplantingen en andere voorwerpen over te gaan zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.

  • 5 Indien door een ondeugdelijke (geworden) constructie naar het oordeel van het college een gevaarlijke situatie is ontstaan, kan het college direct maatregelen treffen.

     

Artikel 28 Tijdelijke verwijdering

  • 1 Het afnemen en herplaatsen van een gedenkteken respectievelijk afdekplaat ten behoeve van de begraving van een lijk of de bijzetting van een asbus in het particulier graf of algemeen graf geschiedt namens de echthebbende of gebruiker en is voor rekening en risico van de rechthebbende of gebruiker.

  • 2 Een rechthebbende of gebruiker is verplicht te gedogen dat de op een graf aanwezige gedenktekens, beplanting en voorwerpen vanwege de gemeente tijdelijk geheel of gedeeltelijk worden verwijderd en herplaatst, indien dit voor een begraving of bijzetting in de nabijheid van het graf of om een andere reden nodig is.

Artikel 29 Aflopen termijnen

  • 1 De rechthebbende op een particulier graf kan bij de beheerder gedurende 2 jaar voor het verlopen van het grafrechttermijn een aanvraag indienen om de overblijfselen en de asbus(sen) te doen verzamelen om deze weer in dezelfde grafruimte te doen plaatsen dan wel om deze in een ander particulier graf opnieuw te doen begraven respectievelijk te verstrooien.

     

  • 2 De gebruiker bij een algemeen graf kan gedurende een periode van 2 jaar voor beëindiging van de gebruikstermijn bij de beheerder een aanvraag indienen om de overblijfselen en de asbus(sen) te verzamelen voor respectievelijk herbegraving in een particulier graf of verstrooiing.

     

  • 3 Ruiming en herbegraving zoals bedoeld in lid 1 en 2 zal niet eerder plaatsvinden dan na beëindiging van de minimale grafrusttermijn van de laatst in gebruik genomen begraaflaag.

  • 4 De kosten die gemoeid zijn met de werkzaamheden genoemd onder lid 1 en 2 van dit artikel, komen voor rekening van de rechthebbende van, of gebruiker bij het betreffende graf.

Artikel 30 Losse voorwerpen

  • 1 Zolang het graf niet geruimd mag worden, blijven de op de graven geplaatste losse voorwerpen ter beschikking van de rechthebbende of gebruiker.

  • 2 Na afloop van het grafrecht of het gebruik, vervalt het recht op deze voorwerpen aan het college zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.

Artikel 31 Bevoegdheden

  • 1 Het openen, sluiten en ruimen van graven, alsmede het opgraven en het opnieuw begraven van stoffelijke resten, dan wel van een asbus, al dan niet met urn, in een ander particulier graf op de begraafplaats geschiedt uitsluitend door de daartoe door het college aangewezen personen.

  • 2 Het opgraven van lijken en het ruimen van graven is slechts toegestaan indien daarbij geen andere personen aanwezig zijn, dan degenen die met deze werkzaamheden zijn belast. De beheerder zal voor deze werkzaamheden de begraafplaats tijdelijk geheel of gedeeltelijk sluiten.

Hoofdstuk 6 Ruiming van graven, urnengraven en urnennissen

Artikel 32 Ruiming, bezorging van overblijfselen, as en grafbedekking

  • 1 De eventueel op het graf aanwezige grafbedekking kan gedurende één maand voor het vervallen van het grafrecht of de gebruikstermijn door de rechthebbende of gebruiker van het graf worden verwijderd, op afspraak met de beheerder.

  • 2 Indien na de dag waarop het graf geruimd mag worden de grafbedekking niet is verwijderd, is het college bevoegd tot verwijdering en vernietiging van de gedenktekens of beplantingen en andere voorwerpen over te gaan, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is. Na het vervallen van het grafrecht kunnen rechthebbenden of gebruikers geen aanspraken op deze voorwerpen doen gelden.

  • 3 Het voornemen van het college om een graf te ruimen wordt ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf geruimd zal worden per brief aan de rechthebbende of, wanneer het een algemeen graf betreft, aan de gebruiker bekend gemaakt. Wanneer het adres van de rechthebbende of gebruiker niet bekend is, maakt het college het voornemen tot ruiming van het graf gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip van ruiming door middel van een bij het graf te plaatsen bordje en bij de ingang van de begraafplaats op het mededelingenbord bekend.

  • 4 De beheerder draagt er zorg voor dat met de bij de ruiming van het graf nog aanwezige menselijke resten te allen tijde respectvol wordt omgegaan en dat bezoekers van de begraafplaats niet met menselijke resten worden geconfronteerd.

  • 5 De bij de ruiming van het graf nog aanwezige menselijke resten worden begraven en de as wordt verstrooid op een van de daartoe bestemde gedeelten van de begraafplaats.

  • 6 Nabestaanden van een overledene die begraven is in een algemeen graf kunnen, gedurende de in het derde lid bedoelde termijn, bij de beheerder een aanvraag indienen om bij ruiming de menselijke resten, indien mogelijk, bijeen te doen brengen voor crematie of voor herbegraving in een ander graf. Nabestaanden van een overledene waarvan een asbus al of niet met een urn is bijgezet in een algemeen graf kunnen bij de beheerder een aanvraag indienen om deze ter beschikking te houden voor herbegraving in een particulier graf of voor verstrooiing elders.

  • 7 De rechthebbende op een particulier graf kan bij de beheerder een aanvraag indienen om de menselijke resten te doen verzamelen om deze opnieuw in dezelfde grafruimte te doen plaatsen dan wel om deze te cremeren of elders opnieuw te doen begraven. De rechthebbende op een particulier urnengraf of particuliere urnennis kan bij de beheerder een aanvraag indienen de asbus ter beschikking te houden om elders bij te zetten of om de as te doen verstrooien.

    Het schudden van een graf kan alleen op verzoek van de rechthebbende en met toestemming van de beheerder.

Hoofdstuk 7 Gedeelte voor kerkgenootschap

Artikel 33 Afwijkende regels en kennisgeving onderhoudsbehoefte van graven

  • 1 Het college kan na overleg met het bestuur van het kerkgenootschap ten aanzien van de openstelling van het gedeelte, de indeling van graven, de onderverdeling van graven in categorieën en de eisen voor de grafbedekking op het ter beschikking van het kerkgenootschap gestelde deel van de begraafplaats nadere regels stellen die afwijken van de regels krachtens de artikelen 4, derde lid, 5, eerste lid, 10, tweede lid en 24, derde lid, van deze verordening.

  • 2 Het college stelt het bestuur van het kerkgenootschap schriftelijk ervan in kennis dat de grafbedekking van een of meer graven onderhoud en herstel behoeft, wanneer het kerkgenootschap schriftelijk om een dergelijke kennisgeving heeft verzocht.

Hoofdstuk 8 In stand houden historische graven en opvallende grafbedekkingen

Artikel 34 Lijst

  • 1 Het college houdt een lijst bij van graven die van historische betekenis zijn of waarvan de grafbedekking een opvallende kwaliteit heeft.

  • 2 Alvorens tot ruiming van graven wordt overgegaan onderzoekt het college of er graven zijn die in aanmerking komen om op de lijst te worden bijgeschreven.

  • 3 De gemeenteraad beslist over het ruimen van graven en het verwijderen van grafbedekkingen die op de in het eerste lid bedoelde lijst staan.

Artikel 34a Oorlogsgraven

  • 1 De gemeenteraad beslist over het ruimen en het verwijderen van grafbedekkingen van Oorlogsgraven.

  • 2 Voordat de gemeenteraad een besluit als bedoeld in het eerste lid neemt, stelt het de Oorlogsgravenstichting in de gelegenheid haar zienswijze naar voren te brengen.

Hoofdstuk 9 Inrichting register

Artikel 35 Voorschriften

  • 1 Het college stelt voorschriften vast voor het register van de begraven lijken.

  • 2 Het register wordt bijgehouden door de beheerder.

Hoofdstuk 10 Slotbepalingen

Artikel 36 Intrekking oude regeling

De verordening “Beheersverordening begraafplaatsen Lingewaal 2012, vastgesteld op 5 juli 2012, wordt ingetrokken.

Artikel 37 Overgangsbepaling

  • 1 Besluiten van het college die genomen zijn krachtens Beheersverordening begraafplaatsen Lingewaal 2012 gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening.

  • 2 Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de Beheersverordening begraafplaatsen Lingewaal 2012 is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.

Artikel 38 Strafbepaling

  • 1 Overtreding van een van de bij deze verordening vastgestelde verbodsbepalingen, niet-nakoming van een ingevolge deze verordening opgelegde verplichting en niet naleving van een of meer voorschriften aan een ontheffing of toestemming verbonden, kan worden bestraft met geldboete van de eerste categorie

  • 2 Overtreding van artikel 7, lid 3 kan worden bestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

Artikel 39 Beslissingsbevoegdheid

In geval waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

Artikel 40 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na de datum van bekendmaking van de verordening.

Artikel 41 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen Lingewaal 2012-2.

Ondertekening

Gemeente Lingewaal, 23-05-2013