Regeling vervallen per 10-12-2010

Verordening bezwaarschriften personele aangelegenheden 2008

Geldend van 01-01-2008 t/m 09-12-2010

Intitulé

Verordening bezwaarschriften personele aangelegenheden 2008

“Verordening bezwaarschriften personele aangelegenheden 2008”

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a

    verwerend orgaan: bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen;

  • b

    commissie: vaste commissie van advies voor de bezwaarschriften personele aangelegenheden;

  • c

    Awb: Algemene wet bestuursrecht.

    Paragraaf 1 De commissie

Artikel 2 Inleidende bepaling

  • 1 Er is een commissie ter voorbereiding van de beslissing op gemaakte bezwaren inzake personele aangelegenheden;

  • 2 Het college van burgemeester en wethouders stellen een vergoeding voor de leden en de voorzitter van de commissie vast.

Artikel 3 Samenstelling van de commissie

  • 1 De commissie bestaat uit een voorzitter en twee leden die worden benoemd, geschorst en ontslagen door het college van burgemeester en wethouders, met instemming van de ambtelijke vertegenwoordiging van de commissie voor Georganiseerd Overleg:

    • a

      één lid, aan te wijzen door de in de plaatselijke commissie voor Georganiseerd Overleg vertegenwoordigde ambtenarenorganisaties;

    • b

      één lid, aan te wijzen door het college van burgemeester en wethouders;

    • c

      de voorzitter, aan te wijzen door de onder a. en b. genoemde functionarissen.

  • 2 Het college van burgemeester en wethouders benoemt overeenkomstig het eerste lid een aantal plaatsvervangende leden.

  • 3 De commissie regelt de vervanging van de voorzitter.

  • 4 De voorzitter en de leden van de commissie kunnen geen deel uitmaken van of werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van een gemeentelijk bestuursorgaan.

Artikel 4 Secretaris

  • 1 De secretaris van de commissie is een door burgemeester en wethouders aangewezen medewerk(st)er.

  • 2 Het college van burgemeester en wethouders wijzen tevens één of meer plaatsvervangers van de secretaris aan.

Artikel 5 Zittingsduur

  • 1 De voorzitter en de leden van de commissie treden af op de dag van het aftreden van de gemeenteraad.

  • 2 De voorzitter en de leden van de commissie kunnen op ieder moment ontslag nemen.

  • 3 De aftredende voorzitter en de aftredende leden van de commissie blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien.

    Paragraaf 2 Procedure

Artikel 6 Ingediend bezwaarschrift

  • 1 Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend.

  • 2 Het bezwaarschrift met de daarbij overgelegde stukken wordt zo spoedig mogelijk in handen van de commissie gesteld.

  • 3 Bij het bericht van ontvangst als bedoeld in artikel 6:14 van de Awb wordt vermeld dat een commissie over het bezwaar zal adviseren.

Artikel 7 Uitoefening bevoegdheden

De bevoegdheden ingevolge de hierna genoemde artikelen van de Awb worden voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de voorzitter van de commissie:

  • a

    2:1, tweede lid;

  • b

    6:6, voor wat betreft het de indiener stellen van een termijn;

  • c

    6:17, voor zover het betreft de verzending van stukken tijdens de behandeling door de commissie;

  • d

    7:4, tweede lid;

  • e

    7:6, vierde lid;

  • f

    7:10, vierde lid.

Artikel 8 Vooronderzoek

  • 1 De voorzitter van de commissie is in verband met de voorbereiding van de behandeling van het bezwaarschrift bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te doen inwinnen.

  • 2 De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en hen zo nodig uitnodigen daartoe op de hoorzitting te verschijnen. Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van het college van burgemeester en wethouders vereist.

Artikel 9 Hoorzitting

  • 1 De voorzitter van de commissie bepaalt plaats en tijdstip van de zitting waarin de belanghebbenden en het verwerend orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te doen horen.

  • 2 De voorzitter beslist over de toepassing van artikel 7:3 van de Awb.

  • 3 Indien de voorzitter op grond van het in het tweede lid genoemde artikel besluit van het horen af te zien doet hij daarvan mededeling aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan.

Artikel 10 Uitnodiging zitting

  • 1 De voorzitter nodigt de belanghebbenden en het verwerend orgaan ten minste drie weken voor de zitting schriftelijk uit.

  • 2 Binnen drie dagen na de in het eerste lid bedoelde uitnodiging kunnen de belanghebbenden of het verwerend orgaan, onder opgaaf van redenen, de voorzitter verzoeken het tijdstip van de zitting te wijzigen.

  • 3 De beslissing van de voorzitter op een verzoek als bedoeld in het tweede lid wordt zo spoedig mogelijk, doch in ieder geval twee weken voor het tijdstip van de zitting aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan meegedeeld.

  • 4 De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen als genoemd in het eerste, tweede en derde lid.

Artikel 11 Quorum

Voor het houden van een zitting is vereist dat de meerderheid van het aantal leden, waaronder in ieder geval de voorzitter, dan wel zijn plaatsvervanger aanwezig is.

Artikel 12 Niet-deelneming aan de behandeling

De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift, indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn.

Artikel 13 Openbaarheid zitting

De zitting van de commissie is niet openbaar.

Artikel 14 Schriftelijke verslaglegging

  • 1 Het verslag als bedoeld in artikel 7:7 van de Awb vermeldt de namen van de aanwezigen, met daarbij een vermelding van hun hoedanigheid.

  • 2 Het verslag houdt een korte vermelding in van hetgeen over en weer is gezegd en overigens ter zitting is voorgevallen.

  • 3 Indien belanghebbenden respectievelijk hun gemachtigden niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan melding.

  • 4 Het verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden die aan het verslag worden gehecht.

  • 5 Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de commissie.

Artikel 15 Nader onderzoek

  • 1 Indien na afloop van de zitting maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter uit eigen beweging of op verlangen van de commissie dit onderzoek houden.

  • 2 De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden toegezonden.

  • 3 De leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden kunnen binnen een week na verzending van de in het eerste lid bedoelde nadere informatie aan de voorzitter van de commissie een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist omtrent een dergelijk verzoek.

  • 4 Op een nieuwe hoorzitting, als bedoeld in het derde lid, zijn de bepalingen in deze verordening, die betrekking hebben op de hoorzitting, zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 16 Raadkamer en advies

  • 1

    De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.

  • 2

    a De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies.

    b Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt, indien die minderheid dat verlangt.

  • 3

    Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift.

  • 4

    Het advies wordt door de voorzitter van de commissie ondertekend.

Artikel 17 Uitbrengen advies en verdaging

  • 1 Het advies wordt, onder meezending van het verslag als bedoeld in artikel 14 en eventueel door de commissie ontvangen nadere informatie, tijdig uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op het bezwaarschrift dient te beslissen.

  • 2 Indien naar het oordeel van de voorzitter van de commissie de termijn van tien weken, als bedoeld in artikel 7:10, eerste lid, van de Awb, ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies door de commissie en het nemen van een beslissing, verzoekt hij het verwerend orgaan tijdig de beslissing te verdagen.

  • 3 Van een besluit tot verdaging ontvangen de commissie en de belanghebbenden een afschrift.

    Paragraaf 3 Slotbepalingen

Artikel 18 Intrekking oude verordening en inwerkingtreding nieuwe verordening

  • 1 Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2008.

  • 2 De “Verordening bezwaarschriften personele aangelegenheden 2006” wordt ingetrokken met ingang van de dag waarop de “Verordening bezwaarschriften personele aangelegenheden 2008” in werking treedt.

Artikel 19 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als:

“Verordening commissie bezwaarschriften personele aangelegenheden 2008”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in zijn openbare vergadering
Van
De raad voornoemd,
De griffier, de voorzitter,
Th.G.L. Greep H.H. de Vries