Besluit van het directieteam van team personeel en organisatie van de gemeente Lingewaard houdende regels (Vakantie- en verlofregeling gemeente Lingewaard)

Geldend van 02-11-2019 t/m heden

Intitulé

Besluit van het directieteam van team personeel en organisatie van de gemeente Lingewaard houdende regels (Vakantie- en verlofregeling gemeente Lingewaard)

Inhoudsopgave

  • Artikel 1 Begripsbepaling

  • Artikel 2 Aanspraak vakantieverlof (conform CAR-UWO 6:1 en 6:2)

  • Artikel 3 Vermeerdering vakantieverlof (CAR-UWO art.6:2)

  • Artikel 4 Verlof op lokaal aangewezen dagen / feestdag

  • Artikel 5 Opname verlof

  • Artikel 6 Niet opgenomen vakantieverlof

  • Artikel 7 Verval- en verjaringstermijn

  • Artikel 8 CAR-UWO bepalingen

  • Artikel 9 Onvoorziene gevallen

  • Artikel 10 Citeertitel en inwerkingtreding

Artikel 1 Begripsbepaling

Gelet op artikel 1:1 CAR-UWO gelden de volgende aanvullende begripsomschrijvingen. Voor de toepassing van deze regeling wordt daarbij verstaan onder:

  • a.

    Brugdag

    Een door de werkgever aangewezen verplichte vrije dag waarvoor bij de medewerker verlofuren worden afgeschreven.

  • b.

    Medewerker

    De ambtenaar bedoeld in artikel 1:1, eerste lid, onderdeel a CAR-UWO.

  • c.

    Volledige betrekking

    De betrekking zoals bedoeld in artikel 1:1, eerste lid, onderdeel mm CAR-UWO.

  • d.

    Deeltijd betrekking

    De betrekking zoals bedoeld in artikel 1:1, eerste lid, onderdeel mm CAR-UWO

  • e.

    Werkgever

    Het college van Burgemeester en Wethouders van gemeente Lingewaard.

Artikel 2 Aanspraak vakantieverlof (conform CAR-UWO 6:1 en 6:2)

Lid 1

De regeling is van toepassing op het vaste en tijdelijke personeel van de Gemeente Lingewaard. De ambtenaar heeft ieder kalenderjaar recht op vakantie met behoud van salaris en de toegekende salaristoelage(n).

Lid 2

Een medewerker met een volledige betrekking heeft overeenkomstig artikel 6:2 CAR-UWO ten minste recht op 144 vakantie-uren per kalenderjaar.

Lid 3

Voor de deeltijder wordt de duur van de vakantie naar evenredigheid verminderd. Alle op grond van deze regeling eventueel toe te wijzen verlofrechten worden berekend aan de voor hem geldende deeltijdfactor.

Lid 4

Een medewerker die gedurende het kalenderjaar wordt aangesteld of ontslagen heeft overeenkomstig het bepaalde in artikel 6:2:3, eerste lid CAR-UWO naar rato van het aantal gewerkte maanden recht op vakantieverlof.

Artikel 3 Vermeerdering vakantieverlof (CAR-UWO art.6:2)

Met inachtneming van het bepaalde in artikel 6:2 geeft het college algemene regels met betrekking tot de duur van de vakantie. De volgende opties wanneer vermeerdering van het basis vakantieverlof aan de orde kan zijn.

  • 1.

    door op onregelmatige tijden te werken (maximaal 14,4 uur)

  • 2.

    door meer uren te gaan werken (maximaal 50,4 uur bij voltijd dienstverband);

  • 3.

    als gevolg van het bereiken van een bepaalde leeftijd;

  • 4.

    als gevolg van volbrachte diensttijd;

  • 5.

    door het kopen van extra verlof (maximaal 72 uur bij voltijd dienstverband) middels het cafétariamodel.

Lid 1 Op grond van onregelmatige dienst of consignatie (CAR-UWO art.6:2:1 lid 4)

Het basisverlof zoals bedoeld in het tweede lid van artikel 2 wordt verhoogd met 14,4 uur indien regelmatig en in belangrijke mate op onregelmatige uren wordt gewerkt, bedoeld in de artikelen 3:11 en 3:13 van de CAR-UWO. Ook geldt dit indien de ambtenaar regelmatig en in belangrijke mate verplicht is zich buiten de voor de betrekking vastgestelde werktijden ter beschikking te houden. De leidinggevende beoordeelt in hoeverre aan de gestelde voorwaarden van toekenning wordt voldaan.

Lid 2 Meer uren gaan werken

Voor 1 november kan de ambtenaar verzoeken in het daaropvolgende kalenderjaar de arbeidsduur per jaar te mogen overschrijden met – bij een volledige betrekking – een maximum van 50,4 uren en deze uren om te zetten in vakantie als bedoeld in het eerste lid. Voor de deeltijder wordt dit naar rato berekend.

Lid 3 Vermeerdering vakantieverlof op grond van volbrachte diensttijd (lokaal)

Het basis vakantieverlof wordt op grond van de in de loop van een kalenderjaar bereikte leeftijd of volbrachte diensttijd over dat jaar vermeerderd als volgt:

Leeftijd/ diensttijd

Extra verlof

Totaal verlof

18 jaar

21,6 uren

180,0 uren

19 jaar

14,4 uren

172,8 uren

20 jaar

7,2 uren

165,6 uren

21-29 jaar

--

158,4 uren

30 jaar

7,2 uren

165,6 uren

35 jaar/ 15 dienstjaren

14,4 uren

172,8 uren

40 jaar

21,6 uren

180 uren

45 jaar/ 25 dienstjaren

28,8 uren

187,2 uren

50 jaar

36,0 uren

194,4 uren

55 jaar/ 35 dienstjaren

43,2 uren

201,6 uren

De opbouw van de laatste twee leeftijdsverlofdagen (50 en 55 jaar) vervalt voor personeel dat na 31-12-1996 in dienst is getreden.

Artikel 4 Verlof op lokaal aangewezen dagen / feestdag

Lid 1

Naast de landelijke feestdagen (nieuwjaarsdag, 2e paasdag, Koningsdag, Hemelvaartsdag, 2e pinksterdag en beide kerstdagen) gelden voor de gemeente Lingewaard de volgende dagen als feestdag: de Goede vrijdag en 5 mei (Bevrijdingsdag).

Lid 2

Voor zover de dienst dit toelaat wordt er naast de in het bovengenoemde artikel genoemde dagen niet gewerkt op jaarlijks aan te wijzen brugdagen, waarop de openbare dienst van de gemeente is gesloten. Hiervoor wordt vakantieverlof ingehouden bij de medewerkers.

Lid 3

Indien op een aangewezen brugdag - als genoemd in het voornoemde lid - in dienstopdracht werkzaamheden worden verricht, vindt compensatie plaats zoals geregeld is voor een reguliere werkdag.

Lid 4

Per kalenderjaar worden er, na goedkeuring door de OR, maximaal vier brugdagen aangewezen.

Artikel 5 Opname verlof

Lid 1

Voor de berekening van het aantal vakantiedagen wordt één werkdag bij een volledige betrekking gelijk gesteld aan 7,2 vakantie-uren.

Lid 2

In afwijking van het bepaalde in lid 1 wordt bij het opnemen van vakantieverlof het aantal vakantie-uren afgeschreven, dat de medewerker op de betreffende dag(en) feitelijk zou moeten werken. Hierbij wordt gekeken naar het rooster of de vastgelegde basisafspraken tussen leidinggevende en medewerker.

Lid 3

De vakantie kan worden opgesplitst, maar wordt als regel voor ten minste 2/3 deel, en in elk geval één maal per jaar voor ten minste tien werkdagen, aaneensluitend verleend.

Lid 4

De vakantie wordt desverlangd zoveel mogelijk, in het bijzonder voor wat betreft de aaneengesloten periode zoals bedoeld in lid 3, verleend in het tijdvak van 1 mei tot 1 oktober.

Lid 5

Het verlof dient vooraf bij de leidinggevende te worden aangevraagd. In beginsel wordt de vakantie op verzoek van de ambtenaar verleend, tenzij het dienstbelang zich daartegen verzet.

Artikel 6 Niet opgenomen vakantieverlof

Lid 1

Indien de medewerker met een volledige betrekking in een kalenderjaar zijn opgebouwde vakantieverlof geheel of gedeeltelijk niet heeft opgenomen en het aantal niet genoten vakantie-uren niet meer dan 50 uur (bij een voltijd dienstverband. Voor de deeltijder geldt dit naar rato) bedraagt, worden deze vakantie-uren automatisch overgeboekt naar het volgende kalenderjaar. De desbetreffende medewerker hoeft hiervoor geen verzoek in te dienen.

Lid 2

Wanneer er meer dan 50 uur vakantie-uren resteren aan het eind van het kalenderjaar dient de medewerker een gemotiveerd verzoek in bij de werkgever om meer uren te mogen overboeken naar het volgende kalenderjaar.

Lid 3

De werkgever neemt een beslissing op het verzoek zoals bedoeld in lid 2.

Lid 4

De leidinggevende van de medewerker maakt afspraken met de medewerker in verband met het inplannen van opname van vakantie-uren, meer dan 50 uur.

Artikel 7 Verval- en verjaringstermijn

Lid 1

De werkgever stelt de medewerker in de gelegenheid om vakantieverlof dat resteert vanwege toepassing artikel 7 lid 2 van deze regeling in het kalenderjaar volgend waar op het is ontstaan op te nemen.

Lid 2

Wanneer de medewerker hier geen gebruik van maakt dan wordt toepassing gegeven aan de artikelen 6:2a en 6:2b van de CAR-UWO. Dit betekent dat het niet opgenomen vakantieverlof kan vervallen of verjaren.

Artikel 8 CAR-UWO bepalingen

De bepalingen van de CAR-UWO over arbeidsduur, werktijden, overwerk, vakantie zijn onverminderd van toepassing op deze regeling.

Artikel 9 Onvoorziene gevallen

De gemeentesecretaris beslist in alle gevallen waarin deze regeling niet voorziet.

Artikel 10 Citeertitel en inwerkingtreding

Deze regeling kan worden aangehaald als de “Vakantie- en verlofregeling gemeente Lingewaard” en treedt in werking met ingang van 1 januari 2017. Vanaf de inwerkingtredingdatum van deze regeling vervalt de Regeling Verlof gemeente Lingewaard.

Ondertekening