Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Lingewaard houdende regels omtrent de openbare verlichting

Geldend van 11-02-2021 t/m heden

Intitulé

Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Lingewaard houdende regels omtrent de openbare verlichting

1. SAMENVATTING

Deze korte beleidsnotitie is een aanvulling op en actualisatie van het beleidsplan Openbare Verlichting 2015-2019. We gaan in deze notitie in hoofdstuk 4 in op wat we blijven doen. In hoofdstuk 5 lichten we de actualisatie toe en in hoofdstuk 6 de nieuwe beleidskeuzes.

De in 2015 gemaakte beleidskeuzes zijn en blijven:

  • Besparing van energie en daarmee tegelijk reductie van CO2

  • Enkel nog led-armaturen toepassen

  • Geen verlichte achterpaden

  • Geen politiekeurmerk veilig wonen

  • Bij vervanging of herinrichting vermindering van hoeveelheid verlichting (mits mogelijk)

  • Alternatieve voeding, bijvoorbeeld zonne-energie gebruiken

  • Onderhoudskwaliteit B (basis)

We actualiseren de richtlijn die we gebruiken:

  • In plaats van de ROVL 2011 gebruiken we de NPR13201-A1

  • Het lichtniveau is maximaal 80% van deze richtlijn

Daar voegen we aan toe:

  • De verlichting in het buitengebied breiden we niet meer uit t.o.v. de situatie in 2020

  • We scheiden het schakelen van de openbare verlichting en het aanlichten van gebouwen

  • Geen inspanningen voor het keurmerk met certificaat veilige omgeving

  • Geen verlichte reclame aan lantaarnpalen

  • Bij plaatsing van displays en LCD-/led-schermen in de openbare ruimte zijn we kritisch om lichthinder te voorkomen

  • We verlichten parken, groenvoorzieningen, natuurgebieden, bossen en vrij liggende voetpaden niet (tenzij er geen andere route is of wenselijk vanuit sociale controle)

  • Geen verlichting bij speelplekken, jeu de boulesbanen en hondenuitlaatplaatsen

  • Voorkomen schijnveiligheid door geen verlichting te plaatsen als sociale controle niet mogelijk is

  • Alleen hoofdfietsroutes binnen de bebouwde kom blijven in ieder geval verlicht na het uitvoeren van vervangingen

Wat willen we bereiken?

We willen een toekomst bestendige leefomgeving die onze inwoners als schoon, heel en veilig ervaren. Bij het beheren van de openbare verlichting willen we voldoen aan de SER-doelstellingen uit 2013 en de lichthinder verminderen.

Wat gaan we hiervoor doen?

We gaan meer dimmen, vervangen oude verlichtingsarmaturen door ledverlichting en zijn kritisch op de hoeveelheid licht bij vervanging of herinrichting.

Wat mag het kosten?

Om de vervanging met ledverlichting te versnellen is een investering van € 343.000 noodzakelijk. De kapitaallasten van bovenstaande investering bedragen € 19.978. De looptijd van deze kapitaallasten is 20 jaar. De kapitaallasten onttrekken we aan het reguliere onderhoudsbudget.

2. INLEIDING

2.1 Aanleiding

Omdat het bestaande beleidsplan openbare verlichting een actualisatie vereiste is deze beleidsnotitie opgesteld. Tegelijk zijn er op het gebied van licht veel ontwikkelingen, zoals de opkomst van led en detectie. Ook bepalen steeds meer niet-gemeentelijke lichtbronnen mede de kwaliteit van de openbare ruimte en het lichtbeeld op straat. Denk daarbij aan licht vanuit bedrijven, van aangelichte monumenten, reclameverlichting, op sportvelden, vanuit stallen en kassen. Vaak is dit licht niet van de gemeente.

2.2 Doel

Met deze beleidsnotitie actualiseren we het huidige beleidsplan zodat het beleidskader voor de komende jaren vast ligt. Daarnaast willen we kijken hoe de openbare (verlichtings)ruimte, gezamenlijk met andere stakeholders, verbeterd kan worden.

2.3 Leeswijzer

Deze notitie is een aanvulling op en in sommige gevallen een actualisatie van het bestaande beleidsplan openbare verlichting 2015-2019. Dit beleidsplan vormt de basis voor deze aanvullende beleidsnotitie. Beide documenten samen vormen de uitgangspunten voor het beleid 2021. In deze notitie gaan we kernachtig in op datgene wat we blijven doen, wat we actualiseren en wat we nieuw gaan doen. De website https://www.lingewaard.nl/openbare-verlichting-lingewaard/ is een verbeelding van het beleid en beschrijft de achtergronden bij het beleid (bijlage B).

3. OUD EN NIEUW

Onze visie ten aanzien van het licht in de openbare ruimte is voor een groot deel hetzelfde als omschreven in het beleidsplan Openbare Verlichting 2015-2019. De gemeenteraad van Lingewaard heeft dit beleidsplan op 16 juli 2015 vastgesteld. We actualiseren één en ander en op een aantal punten is de visie aanvullend. In de volgende hoofdstukken wordt dit besproken.

4. WAT BLIJVEN WE DOEN

4.1 Voldoen aan het energieakkoord

Gezamenlijk met 47 partijen is in 2013 door de VNG (Vereniging Nederlandse Gemeenten), namens alle Nederlandse gemeenten, het landelijk Energieakkoord (SER-Energieakkoord) ondertekend. Hierin zijn afspraken gemaakt om gezamenlijk tot een duurzame, klimaatvriendelijke omgeving te komen.

Ten aanzien van de openbare verlichting zijn de volgende relevante doelstellingen genoemd:

  • 1.

    20% energiebesparing in 2020 ten opzichte van 2013

  • 2.

    50% energiebesparing in 2030 ten opzichte van 2013

  • 3.

    40% heeft van slim energiemanagement in 2020

  • 4.

    40% is energiezuinig in 2020

We werken aan de realisatie van deze doelstellingen. In de zomer van 2020 was 35% al ledverlichting en 55% voorzien van slim energiemanagement. De 50% energiebesparing in 2030 hebben we nu al bijna bereikt! Medio 2020 was de besparing al 45%. Uitbreiding van ledverlichting zetten we voort. Ook gaan we nog meer dimmen en wellicht op sommige locaties het licht uit in de nacht. Ook bij het einde van de technische levensduur geen verlichting meer toepassen is een mogelijkheid.

4.2 Licht alleen daar waar het nodig is

Door de gerealiseerde energiebesparing in te zetten voor verdere verduurzaming, konden we jaarlijks een groot aantal armaturen voorzien van duurzame verlichting. Maar we willen niet zomaar alles vervangen of heel veel licht bij plaatsen. Uitgangspunt is de verkeersveiligheid. Bij vervanging bekijken we goed of al het licht dat er nu staat wel nodig is. Zijn er wellicht betere alternatieven te bedenken? Bijvoorbeeld extra reflecterende belijning of een andere vorm van markering. De verkeersveiligheid mag in ieder geval niet in het geding komen.

afbeelding binnen de regeling

Foto: Waaldijk in Gendt, reflecterende strepen geven verloop van de weg weer.

Ons uitgangspunt in nieuwe situaties is ‘Niet verlichten, tenzij’. Als de verkeersveiligheid in gevaar is en aanpassing van een wegontwerp niet kan, kijken we naar alternatieven. Dat kan passieve markering zijn zoals wegdekreflectoren (kattenogen) of reflectie in de vorm van reflecterende belijning. Lukt het niet met passieve markering, dan kunnen we ook actieve markering toepassen. Bijvoorbeeld ledlampjes in de as van de weg. Deze kunnen gevoed worden door middel van stroom of zonne-energie.

Pas wanneer alternatieven niet de gewenste oplossing kunnen bieden, wordt verlichting geplaatst die zo duurzaam en energiebesparend mogelijk is en de minste lichthinder veroorzaakt. We verlichten ten tijde van het gebruik, na de spits dimmen we het licht (gaat het minder fel branden) en waar dat kan gaat het in de nacht uit.

Bij vervanging kijken we ook of de verlichting nog nodig is of dat we het anders kunnen oplossen.

afbeelding binnen de regeling

Foto: Bemmel, straat met veel licht. Hier kan op moment van vervanging licht verminderd worden.

4.3 Aandacht voor sociale veiligheid, sfeer en leefbaarheid

Sociale veiligheid is onder te verdelen in een objectief en subjectief deel.

Objectief is meetbaar, bijvoorbeeld het aantal inbraken. Niemand wil dat er ingebroken wordt. Openbare verlichting kan inbraken niet voorkomen. Een lamp met een bewegingssensor aan de gevel werkt effectiever dan een lantaarnpaal op straat.

Verlichting kan ook een gevoel van veiligheid geven. Dit is echter voor iedereen anders, want het is een persoonlijk gevoel. Of te wel subjectief. Dit gevoel is onder andere ontstaan uit het verleden, wat er gebeurd is en hoe goed je de omgeving kent.

Een verlichte weg wil niet zeggen dat het een veilige weg is. Dat kan wel een persoonlijk gevoel zijn. Ons oog went direct aan licht, maar heeft even nodig om aan het donker te wennen. Als we zelf op een verlichte weg fietsen, kunnen we niet zien wie er aan de zijkant zit. Het licht lijkt dus wel veilig, maar is dat niet ten aanzien van de sociale controle.

De echte sociale veiligheid wordt bepaald door de mate van sociale controle en niet door verlichting. Staan er huizen dicht bij de weg, gaat er veel verkeer overheen etc.

Verlichting kan bijdragen aan de overzichtelijkheid van een gebied, maar ook aan schijnveiligheid.

afbeelding binnen de regeling

Foto: Haalderen, verlichting kan hier gevoel van veiligheid geven maar er is geen sociale controle.

Het licht geeft dus eigenlijk schijnveiligheid.

Wij proberen schijnveiligheid te voorkomen door niet te verlichten op locaties waar weinig sociale controle is.

De sociale veiligheid proberen wij te waarborgen door in woon- en centrumgebieden een lichtkleur te gebruiken waarbij gezichten en kleuren goed herkenbaar zijn.

Sfeer en leefbaarheid

Verlichting levert een bijdrage aan de leefbaarheid en sfeer in een gebied. Bijvoorbeeld een winkelgebied, dit kan met mooie verlichting aantrekkelijker worden gemaakt. Niet alleen door feestverlichting, maar juist met de straatverlichting. Een winkelgebied zonder verlichting is geen plek waar inwoners graag gaan winkelen.

We kijken goed naar de gewenste sfeer in de gebieden. Dit pakken we samen met de ondernemers op.

4.4 Gebiedsgericht verlichten

Per gebied bekijken we wat het beste past. In woongebieden gaan we anders om met verlichting dan bijvoorbeeld op een bedrijventerrein. Per gebied bekijken we welke functie verlichting heeft en wat de benodigde hoeveelheid licht is en met welke spreiding (gelijkmatigheid). Ook de lichtkleur kan verschillen.

In onze woongebieden speelt openbare verlichting een belangrijke rol. De lichtkleur is bepalend voor de sociale veiligheid. Door de juiste lichtkleur toe te passen creëren we een goede leefomgeving. Schijnveiligheid wordt voorkomen door bijvoorbeeld de parken en groenvoorzieningen niet te verlichten, tenzij dit echt noodzakelijk is en er geen andere mogelijkheden of andere routes zijn. Waar nu verlichting staat die overbodig of niet functioneel is, wordt deze verwijderd in overleg met inwoners. Losse voetpaden verlichten we niet tenzij het een doorgaande route is en er voldoende sociale controle is. Achterpaden in eigendom van de gemeente verlichten we ook niet. Evenmin als speelplekken, jeu de boules banen en hondenuitlaatplaatsen.

afbeelding binnen de regeling

Foto: Speelplek in Bemmel onverlicht want in de donkere uren wordt er niet gespeeld.

Wat betreft verlichte parkeerplaatsen gaan we per situatie beoordelen of de verlichting zinvol en gewenst is. Zo ja, dan dimmen we de verlichting na de spits (zodra dit technisch mogelijk is). Wordt het in de nacht niet of nauwelijks gebruikt dan zetten we de verlichting in de nachtelijke uren uit.

Verlichting op bedrijventerreinen dimmen we. In overleg met de ondernemers bekijken we ook de mogelijkheid om ’s nachts wellicht de verlichting uit te schakelen.

4.5 Beeldkwaliteit openbare verlichtingsinstallatie

In het Beleidsplan 2015-2019 is de beeldkwaliteit van zowel de masten als armaturen vastgesteld op niveau B (basis) volgens het CROW. Dat betekent dat de openbare verlichting enigszins bevuild is door aanslag, goed functioneert, waarneembaar scheef mag staan en in enige mate is beschadigd (deuken of gaten). In alle gevallen is de bedrijfszekerheid voldoende. Bij het in standhouden op het lagere kwaliteitsniveau C is op langere termijn verval en daarmee kapitaalvernietiging aan de orde. Onderstaande foto’s zijn een voorbeeld van kwaliteit B met een korte toelichting.

afbeelding binnen de regeling

Foto CROW: scheefstaand ≤ 3 graden per lichtmast

afbeelding binnen de regeling

Foto CROW: dekkingsgraad coating ≥ 95% per lichtmast

4.6 Geen Keurmerken voor de openbare verlichting

Voor de openbare verlichting hebben we te maken met twee keurmerken:

  • -

    Politie Keurmerk Veilig Wonen (PKVW)

  • -

    Keurmerk Veilig Ondernemen (KVO)

Politie Keurmerk Veilig Wonen

In Nederland kennen we het Politie Keurmerk Veilig Wonen (PKVW), het is geen verplicht keurmerk en bestaat uit certificaten. Dit keurmerk gebruiken veel door projectontwikkelaars. Er is een onderscheid tussen bestaande en nieuwbouw.

Voor de openbare verlichting in de gemeente, is het certificaat ‘Veilige Omgeving’ van belang. Het keurmerk heeft als eis:

  • -

    Achterpaden verlichten;

  • -

    Richtlijn voor de openbare verlichting volledig aanhouden.

Onze achterpaden verlichten we al jaren niet. We voorkomen zo lichthinder in achtertuinen.

Veel achterpaden zijn van derden.

Ook hanteren wij (net als de omliggende gemeenten) de richtlijn niet volledig omdat er anders te veel licht op straat is. Daarom houden wij het keurmerk niet aan.

afbeelding binnen de regeling

Foto: Achterpad Haalderen, niet verlicht.

We kennen in onze gemeente ook de situatie dat in achterpaden een lantaarnpaal op grond van inwoners staat en die door juridische natrekking eigendom van hen is geworden. Die situatie willen we veranderen door de verlichting óf te verplaatsen óf te verwijderen. Dit in overleg met de aanwonenden.

Projectontwikkelaars gebruiken het keurmerk vaak als een verkoopargument vanwege het gevoel van veiligheid en de korting die het op de verzekeringspremies geeft. Het betreft het certificaat ‘Veilige Woning’. Dit certificaat gaat over het hang- en sluitwerk en de buitenverlichting aan de woning. Projectontwikkelaars kunnen op de nieuwbouwprojecten wel een PKVW Veilige Woning afgeven, maar zonder het certificaat Veilige Omgeving. De inwoners hebben dan toch recht op korting op hun verzekeringspremies.

Keurmerk Veilig Ondernemen

Het Keurmerk Veilig Ondernemen (KVO) is een keurmerk voor bedrijventerreinen, winkelgebieden of buitengebied. Er worden door ondernemers, verenigingen, politie, brandweer en de gemeente onderlinge afspraken gemaakt over diverse zaken, waaronder ook vaak over de openbare verlichting. In onze gemeente is er nu geen KVO. Mocht dit er wel komen, dan is ons beleidsplan 2015-2019 ‘Lingewaard verlicht bewust’ leidend voor wat betreft de hoeveelheid verlichting.

4.7 Tegengaan van onnodige lichtvervuiling door openbare verlichting

We willen de onnodige lichthinder en -vervuiling af laten nemen door in te zetten op een lagere lichtsterkte, gerichter licht (minder strooilicht) en na de spits (vanaf 19.00 uur) overal te dimmen. Het dimregime stemmen we af per locatie. Eventueel kan het licht in de nacht op bepaalde locaties uit. Wellicht kunnen we in de toekomst sturen met een detectiesysteem waarmee het licht aan gaat (of feller kan branden) als er (voet)verkeer nadert en waarna het systeem weer uitschakelt (of naar lager lichtniveau). Dit kan bijvoorbeeld goed op sommige fietspaden.

afbeelding binnen de regeling

Foto: verlichting In ruststand als er niemand is

afbeelding binnen de regeling

Foto: Verlichting zodra er iemand gedetecteerd is

Ook de door de gemeente verzorgde aanlichting van gebouwen krijgt extra aandacht. Wordt alleen het object verlicht of onbedoeld ook de omgeving en de nachtelijke hemel? De aanlichting schakelt om 23.00 uur uit en schakelt ’s morgens niet meer in.

4.8 Interne afstemming

Uit oogpunt van sociale veiligheid is het van belang om een goede afstemming te hebben tussen het groen en de weg. Bosschages langs een fietspad kunnen een gevoel van onveiligheid geven. Dat kan voorkomen worden door een goede afstemming vooraf. Daarom wordt de openbare verlichting voortijdig en goed afgestemd op de groenvoorzieningen. Bij nieuwe ontwerpen zit iedereen om tafel om zo het ontwerp met elkaar af te stemmen en niet de openbare verlichting als laatste in te tekenen.

afbeelding binnen de regeling

Foto: Verlichting staat in de boom in Haalderen waardoor het licht niet goed op het wegdek kan schijnen.

4.9 Per situatie de meest energiezuinige oplossing passend bij budget en stand der techniek zonder koploper te zijn

Wij proberen altijd te kiezen voor duurzame en energiezuinige oplossingen. Per situatie bekijken we wat de beste oplossing is passend in de omgeving en met beschikbare middelen. Uitgangspunt is het verlichten met led.

We volgen nieuwe technieken maar hebben niet de ambitie om koploper te zijn. Het streven is om uniformiteit in onze openbare verlichting te krijgen om de beheerkosten zo laag mogelijk te houden.

5 WAT ACTUALISEREN WE

5.1 Richtlijn NPR13201-A1 niet volledig aanhouden

In Nederland is er geen plicht om te verlichten, wel hebben we een zorgplicht. Dat wil zeggen dat we een lantaarnpaal goed moeten onderhouden zodat deze niet zomaar om kan vallen of een obstakel is. Wel is er een richtlijn die adviezen geeft en waar we van af mogen wijken. Wij volgden de vorige richtlijn, de ROVL 2011, ook al niet volledig. Daar is onveranderd, alleen de richtlijn heet anders.

De huidige (landelijke) richtlijn is de NPR13201-A1 en geeft een advies over:

  • -

    Hoeveelheid licht op straat (horizontale lichtsterkte). Dit hangt af van de locatie, het soort weg en de hoeveelheid verkeer. Wij houden deze niet volledig aan, maar net als de afgelopen jaren, maximaal 80%. Met uitzondering van bepaalde hoofdwegen en centrumgebieden; daar zal vaak meer licht staan.

  • -

    Hoeveelheid licht op 1,50 m1 hoogte (verticale lichtsterkte). Op deze hoogte zijn heel veel andere lichtbronnen van invloed en de waarde is lastig te meten. Bovendien is de waarde zo hoog dat er heel veel licht bij moet komen. Wij houden deze daarom niet aan. Deze verticale lichtsterkte stond niet in de vorige richtlijn.

  • -

    De verdeling van het licht op de weg (gelijkmatigheid). Hoe beter de verdeling is, hoe minder zwarte vlekken en hoe beter we met een lager lichtniveau toe kunnen. Niet op alle locaties is de gelijkmatigheid van belang. In centrumgebieden en doorgaande wegen willen we de gelijkmatigheid wel zo goed mogelijk hebben. Per situatie kijken we wat de best haalbare situatie is. Uitgangspunt is dat er geen lantaarnpalen verplaatst of bijgeplaatst worden.

6 WAT IS NIEUW

6.1 Alleen hoofdfietsroutes binnen de bebouwde kom blijven in ieder geval verlicht na uitvoering van vervangingen

Uitgangspunt is dat we alleen hoofdfietsroutes (bijlage A) binnen de bebouwde kom verlichten. Bovendien bekijken we per situatie of deze verlichting in de nacht uit kan. In ieder geval dimmen we het licht zodra dat technisch mogelijk is.

Is het geen hoofdfietsroute binnen de bebouwde kom en staat er nu wel verlichting? Dan blijft dat zo tot we gaan vervangen. Op het moment van vervanging bespreken we de situatie met gebruikers en inwoners. We kijken per situatie wat een betere oplossing is.

Recreatieve fietspaden binnen en buiten de kom verlichten we niet net zoals nu al het geval is.

afbeelding binnen de regeling

Foto: Huissen, recreatief fietspad en niet verlicht want voornamelijk overdag gebruikt.

Fietsroutes buiten de bebouwde kom die nu verlicht zijn, blijven verlicht tot we gaan vervangen. Dan bekijken we per situatie of er een betere oplossing is.

Nieuwe snelfietsroutes verlichten we alleen op conflictpunten of voorzien we van alternatieven.

Fietspaden die nu niet verlicht zijn, blijven onverlicht. Voor drukke schoolfietsroutes kijken we naar alternatieven.

6.2 Geen verlichte reclames aan de lantaarnpalen

Op dit moment hangen er geen verlichte reclameborden aan de lantaarnpalen. De palen zijn er niet op berekend. Verlichte reclame aan lantaarnpalen zorgt ook nog eens voor lichtvervuiling en een hoger energieverbruik. We staan verlichte reclame aan lantaarnpalen dan ook niet toe.

afbeelding binnen de regeling

Foto: verlichte reclame elders in het land

6.3 Kritisch op lichthinder bij toepassing van leddisplays/lcd schermen

Buiten in de openbare ruimte, maar ook in etalages, zien we steeds vaker leddisplays/lcd-schermen komen. Het zijn lichtgevende borden die soms bewegende of knipperende beelden hebben en fel kunnen zijn. De kleur van de advertenties is bepalend voor de felheid. De borden kunnen van invloed zijn op de verkeersveiligheid. De weggebruiker kan erdoor worden afgeleid en kan zich dan niet meer goed concentreren op het rijden.

We zijn kritisch op lichthinder bij nieuwe leddisplays/lcd schermen, lichtbakken en dergelijke. Deze kunnen storend zijn en een negatief effect hebben op de verkeersveiligheid. De informatienota van 15 september 2020 aan de gemeenteraad ging in op plaatsing van reclame-, informatie- en aankondigingsborden. De daarin voorgestelde werkwijze past binnen dit (licht)beleid.

afbeelding binnen de regeling

Foto: afbeelding van een leddisplay elders. Het licht schijnt zo fel op de weg dat het verkeer afgeleid er door wordt.

6.4 Tegengaan van onnodige lichtvervuiling door overige lichtbronnen

Niet alleen de openbare verlichting bepaalt het beeld buiten op straat, maar ook diverse andere lichtbronnen. Denk daarbij aan verlichting van reclame, vanuit etalages, vanuit bedrijven, van aangelichte kunstwerken, gebouwen, sportvelden en dergelijke. Veel is in beheer en eigendom van anderen. We kunnen er dus niet direct wat aan doen, maar mogen er wel wat van vinden. Niet met de intentie om met een vingertje te wijzen, maar om met elkaar het gesprek aan te kunnen gaan als dat nodig is.

afbeelding binnen de regeling

Foto: Etalage in Gendt. Het licht schijnt op de straat waardoor de straat donker lijkt.

Onnodige lichthinder willen we voorkomen. We kiezen als ambitieniveau voor het geheel van licht in de openbare ruimte het zogenaamde ‘stand still - step forward’. Dit betekent dat in totaliteit de verstoring door licht niet mag toenemen (stand still). Nieuwe ontwikkelingen in de openbare ruimte richten we qua verlichting dusdanig in dat de kwaliteit van de leefomgeving toeneemt (step forward).

Aangesloten wordt bij bestaande externe samenwerkingsverbanden om het onderwerp te bespreken.

Diverse gemeentelijke beleidsvelden hebben een verbinding met lichtbronnen. Die beleidsvelden zullen ieder voor zich licht en donkerte een passende plek geven in hun beleid, hun reguliere taken en uitvoeringsprojecten.

De aangelichte gebouwen zijn deels (bijvoorbeeld kerken) geschakeld via de openbare verlichting. Andere gebouwen weer niet. Ons uitgangspunt is dat we deze apart geschakeld willen hebben en niet meer op het net van de openbare verlichting. Bij vervanging passen we dit aan.

6.5 Niet meer licht in het buitengebied dan in 2020

Uitgangspunt is om niet meer licht in het buitengebied te plaatsen dan nu het geval is. We streven er naar om de hoeveelheid te verminderen daar waar de situatie dat toelaat. Bij grote veranderingen gaan we met de betreffende gebruikers en bewoners van dat gebied in gesprek.

afbeelding binnen de regeling

Foto: Buitengebied in Angeren waar geen verlichting staat en ook niet komt.

6.6 Circulariteit waar mogelijk

Onze maatschappij is nog een wegwerpmaatschappij. Grondstoffen zetten we om in producten, die we gebruiken en aan het einde vernietigen.

Als we uit gaan van een circulaire economie hebben we geen afval meer. Grondstoffen zetten we om in producten, die we gebruiken, daarna uit elkaar halen en de onderdelen weer opnieuw gebruiken. Dit vergt een ander productieproces. Bij de aanschaf van producten stellen we circulariteit als eis (voor zover mogelijk).

6.7 Smart City inzetten

De leden van de VNG stemden op 29 november 2019 in met de Principes Digitale Samenleving 1 . De Principes zijn een gemeenschappelijk kader voor alle gemeenten voor de omgang met digitalisering van de openbare ruimte door henzelf én andere partijen. Smart City is hierbij een veel gebruikt begrip.

Smart City is een erg breed begrip. Concreet komt het neer op het slim aansturen van alles in de openbare ruimte. Je kan daarbij denken aan een sensoren die een signaal geven als de vuilnisbakken vol zijn, fijnstofmeting, verkeerstelling, wifi in de lichtmast etc. Er zijn veel ontwikkelingen op dit vlak.

De mast is vaak een plek waar sensoren aan opgehangen kunnen worden. Soms ook in het armatuur zelf. We staan open voor nieuwe ontwikkelingen. Waar mogelijk combineren we Smart City met de verlichting (in het armatuur of in/aan de mast). Wel dient de techniek zich bewezen te hebben en moet het passen in het beschikbare budget. Per situatie maken we een afweging.

afbeelding binnen de regeling

Afbeelding Smart City

7 COMMUNICATIE

Bij grote aanpassingen/wijzigingen in het lichtbeeld op straat gaan we (waar relevant) inwoners vragen naar hun beleving. We informeren inwoners en ondernemers over de effecten van licht en onze visie over licht. Zo kunnen we met elkaar een bijdrage leveren aan een prettige leefomgeving.

Ondertekening

Bijlagen

  • A.

    Hoofdfietsroutes binnen de bebouwde kom

  • B.

    Impressie digitaal beeldend beleid

Bijlage A Hoofdfietsroutes binnen de bebouwde kom

afbeelding binnen de regeling

Bijlage B Impressie digitaal beeldend beleid

(Let op geen teksten en afbeeldingen van Lingewaard)

De gemeente Overbetuwe werkt al op een vergelijkbare manier. De website hiervoor (https://www.lichtinoverbetuwe.nl/#beeld-in-beleid) ziet er als volgt uit:

afbeelding binnen de regeling

Overzicht van interactieve kaart zonder gebruik filter

afbeelding binnen de regeling

Interactieve kaart met gebruik filter “stationsgebied”

afbeelding binnen de regeling

gedimd kan worden.


Noot
1

Ledenbrief Principes voor de digitale samenleving (Lbr. 19/091, 1 november 2019)