Regeling vervallen per 28-06-2019

Verordening gegevensverstrekking basisregistratie personen Lisse 2014

Geldend van 06-01-2014 t/m 27-06-2019 met terugwerkende kracht vanaf 06-01-2014

Intitulé

Verordening gegevensverstrekking basisregistratie personen Lisse 2014

Verordening gegevensverstrekking basisregistratie personen Lisse 2014

De raad van de gemeente Lisse;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 28 januari 2014 , 7291;

gelet op het bepaalde in de artikelen 3.8, eerste lid, en 3.9, eerste en tweede lid, van de Wet basisregistratie personen;

Besluit :

vast te stellen de Verordening gegevensverstrekking basisregistratie personen Lisse 2014.

Artikel 1. Verstrekkingen aan overheidsorganen

  • 1.

    Het college van burgemeester en wethouders verstrekt aan een overheidsorgaan gegevens uit de basisregistratie, voor zover dit is bepaald bij nadere regeling van het college.

  • 2.

    De verstrekking van gegevens betreft de volgende wijzen van verstrekking:

    • a.

      schriftelijk;

    • b.

      mondeling;

    • c.

      telefonisch na identificatie;

    • d.

      per beveiligde mail.

Artikel 2. Verstrekkingen aan derden

  • 1.

    Het college van burgemeester en wethouders kan overeenkomstig artikel 3.9 van de Wet basisregistratie personen, op verzoek van een derde aan hem gegevens verstrekken uit de basisregistratie personen als:

    • a.

      de derde voorafgaande schriftelijke toestemming heeft van de ingeschrevene over wie gegevens worden verstrekt, of

    • b.

      de verstrekking in overeenstemming is met het bepaalde krachtens het derde lid.

  • 2.

    Verstrekking overeenkomstig het eerste lid vindt enkel plaats voor zover deze noodzakelijk is voor de behartiging van het gerechtvaardigde belang van de derde en het belang of de fundamentele rechten en vrijheden van de ingeschrevene de verstrekking niet in de weg staan.

  • 3.

    Het college van burgemeester en wethouders wijst aan:

    • a.

      de werkzaamheden met een gewichtig maatschappelijk belang voor de gemeente, ten behoeve waarvan gegevens uit de basisregistratie kunnen worden verstrekt; en

    • b.

      de categorieën van derden die in aanmerking komen voor verstrekking van gegevens uit de basisregistratie.

Artikel 3. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt met terugwerkende kracht in werking op 6 januari 2014.

  • 2.

    De Verordening gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens Lisse wordt ingetrokken op 6 januari 2014.

  • 3.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening gegevensverstrekking basisregistratie personen Lisse 2014.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Lisse in zijn openbare vergadering van 27 februari 2014.
mevrouw M. Verhoev mevrouw A.W.M. Spruit
griffier voorzitter

Toelichting

Algemeen

Deze verordening geeft uitvoering aan de artikelen 3.8 en 3.9 van de Wet basisregistratie personen (hierna: Wbrp). Met de invoering van die wet op 6 januari 2014 is de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (hierna: Wgba) ingetrokken; daardoor is bovendien de Verordening Gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (GBA) vervallen. De mogelijkheid die de Wgba kende om regels te stellen over de verstrekking van gegevens over ingezetenen van de eigen gemeente is in de Wbrp echter overgenomen. Deze verordening geeft daar invulling aan.

Het gaat in deze verordening om verstrekking door het college van burgemeester en wethouders (hierna: college) van gegevens uit de basisregistratie, over inwoners van de eigen gemeente aan:

-organen van de eigen gemeente (op grond van artikel 3.8 van de Wbrp, zie artikel 2 van deze verordening); en

-derden (op grond van artikel 3.9 van de Wbrp, zie artikel 3 van deze verordening).

Begripsbepalingen

De begripsbepalingen uit de Wbrp werken door in deze verordening. Daarmee wordt in deze verordening verstaan onder:

- basisregistratie: de basisregistratie personen, bedoeld in artikel 1.2 (van de Wbrp);

- derde: elke natuurlijke persoon niet zijnde een overheidsorgaan of een ingeschrevene en elke rechtspersoon die niet krachtens publiekrecht is ingesteld, noch met enig openbaar gezag is bekleed;

- ingeschrevene: degene ten aanzien van wie een persoonslijst in de basisregistratie is opgenomen;

- overheidsorgaan: 1° een orgaan van een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld, of 2° een ander persoon of college, met enig openbaar gezag bekleed;

- persoonslijst: het geheel van gegevens, bedoeld in artikel 2.7, eerste lid, en 2.69, eerste lid, (van de Wbrp) over één persoon in de basisregistratie.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1. Verstrekkingen aan overheidsorganen

1. Met dit artikel wordt het college de bevoegdheid gegeven om gegevens uit de basisregistratie te verstrekken aan overheidsorganen. Het wordt aan het college overgelaten om te bepalen welke gegevens uit de basisregistratie, over welke personen en voor welke taken, de verschillende organen verstrekt krijgen. Het college verstrekt de gegevens vervolgens zelf, al dan niet systematisch, met dien verstande dat slechts gegevens worden verstrekt die noodzakelijk zijn voor de goede vervulling van de taak van de betreffende organen (zie artikel 3.8, tweede lid, van de Wbrp).

2. De wijze waarop de gegevens worden verstrekt.

Alvorens de gevraagde informatie wordt verstrekt controleert de medewerker van de backoffice Burgerzaken de identiteit van de aanvrager. Er moet vastgesteld worden of de aanvrager in zijn of haar functie als afnemer recht heeft op betreffende BRP gegevens. Bij twijfel aan de identiteit van de aanvrager neemt de medewerker van de backoffice ter controle, via het algemene

nummer van het overheidsorgaan, zelf telefonisch rechtstreeks contact op met de aanvragende medewerker.

Bij het verstrekken per beveiligde mail worden de te verstrekken gegevens versleuteld, via een beveiligde verbinding, verzonden en zijn alleen door de desbetreffende afnemer te openen en te lezen.

Artikel 2. Verstrekkingen aan derden

Dit artikel maakt het mogelijk dat op verzoek van een derde aan hem door het college gegevens worden verstrekt over inwoners van de gemeente. De verstrekking kan echter uitsluitend plaatsvinden in twee gevallen, namelijk:

1. als de derde voorafgaande schriftelijke toestemming heeft van de ingeschrevene over wie gegevens worden verstrekt (artikel 3.9, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wbrp);

2. of ten behoeve van door een derde verrichte werkzaamheden met een gewichtig maatschappelijk belang voor de gemeente (artikel 3.9, eerste lid, aanhef en onder b, en tweede lid van de Wbrp).

Er worden echter geen gegevens verstrekt als op de persoonslijst een aantekening omtrent beperking van de verstrekking van gegevens aan derden is vermeld, als bedoeld in artikel 3.21, eerste lid. Bovendien vindt verstrekking alleen plaats voor zover dat noodzakelijk is voor de behartiging van het gerechtvaardigde belang van de derde en het belang of de fundamentele rechten en vrijheden van de ingeschrevene de verstrekking niet in de weg staan (zie het tweede lid).

De verstrekking kan uitsluitend betrekking hebben op algemene gegevens over de naam, het geslacht, de geslachtsnaam van de echtgenoot dan wel geregistreerde partner, de eerdere echtgenoot of eerdere geregistreerde partner, het gebruik door de ingeschrevene van de geslachtsnaam van de echtgenoot dan wel geregistreerde partner, de eerdere echtgenoot of eerdere geregistreerde partner, het adres, de bijhoudingsgemeente, de geboortedatum en de datum van overlijden.

De werkzaamheden met een gewichtig maatschappelijk belang, ten behoeve waarvan gegevens uit de basisregistratie kunnen worden verstrekt, en de categorieën van derden die in aanmerking komen voor verstrekking van gegevens uit de basisregistratie, worden door het college aangewezen (zie het derde lid).

Artikel 3. Inwerkingtreding en citeertitel

Aan de verordening wordt terugwerkende kracht toegekend tot en met 6 januari 2014, te weten de datum waarop de Wbrp in werking trad en de Wgba en de Verordening Gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (GBA) vervielen. Hiermee wordt aan de verstrekkingen gedaan in de periode tussen 6 januari en de inwerkingtreding van deze verordening alsnog een adequate grondslag geboden. Terugwerkende kracht ligt hier in voor de hand, omdat enkel daarmee de voortdurende goede uitvoering van bepaalde gemeentelijke taken gewaarborgd is. Bovendien gaat het om een korte periode en zijn de verstrekkingen een voortzetting van de bestaande praktijk (zoals deze voorheen onder de Wgba plaatsvond).