Regeling vervallen per 08-02-2020

Handhavingsverordening PW, IOAW en IOAZ ISD Bollenstreek 2015

Geldend van 01-01-2015 t/m 07-02-2020

Intitulé

Handhavingsverordening PW, IOAW en IOAZ ISD Bollenstreek 2015

De raad van de gemeente Lisse;

Gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur van de Intergemeentelijke Sociale Dienst Bollenstreek van 21 oktober 2014;

Gelet op de Gemeenschappelijke Regeling van de Intergemeentelijke Sociale Dienst Bollenstreek;

Gelet artikel 8b van de Participatiewet (PW),artikel 35, eerste lid, onder c van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) en artikel 35, eerste lid, onder c van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) de gemeenteraad bij verordening regels stelt voor de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand alsmede van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet.

Besluit :

vast te stellen de:

Handhavingsverordening PW, IOAW en IOAZ ISD Bollenstreek 2015

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begrippen

  • 1.

    Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven,hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet (PW), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) en de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

  • 2.

    In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      het dagelijks bestuur: het dagelijks bestuur van de Intergemeentelijke Sociale Dienst Bollenstreek (ISD Bollenstreek);

    • b.

      de gemeenteraden: de gemeenteraden van de gemeenten Hillegom, Lisse, Noordwijk, Noordwijkerhout en Teylingen;

    • c.

      PW: de Participatiewet;

    • d.

      IOAW: de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers;

    • e.

      IOAZ: de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;

    • f.

      voorziening: de voorziening gericht op arbeidsinschakeling als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onderdeel a van de PW en artikel 10, eerste lid, van de PW.

    • g.

      handhaving: een stelsel van preventieve en repressieve maatregelen gericht op het voorkomen of ontmoedigen van fraude, misbruik of oneigenlijk gebruik van bijstand of een uitkering en/of een voorziening;

    • h.

      fraude: het verstrekken van onjuiste, onvolledige of in het geheel geen inlichtingen met het doel om: (meer) bijstand of een (hogere) uitkering en/of een (andere) voorziening te ontvangen, dan waarop belanghebbende recht zou hebben wanneer hij juiste en volledige inlichtingen zou hebben verstrekt;

    • i.

      misbruik: het in strijd met de wettelijke voorschriften ontvangen van bijstand of een uitkering en/of voorziening, hetgeen te wijten is aan de belanghebbende;

    • j.

      oneigenlijk gebruik: het ontvangen van bijstand of een uitkering en/of voorziening volgens de regels van de PW, de IOAW of de IOAZ maar in strijd met, of buiten de bedoeling van de PW, de IOAW of de IOAZ, zoals die bij de totstandkoming van de Wet werk en bijstand (WWB), dan wel diens rechtsopvolger de PW, de IOAW of IOAZ heeft bestaan;

    • k.

      bestuurlijke boete: de boete bedoeld in de artikelen 18a van de PW, artikel 20a van de IOAW en artikel 20a van de IOAZ.

Hoofdstuk 2 Opdracht en verantwoording

Artikel 2 Opdracht aan het dagelijks bestuur

  • 1.

    Het dagelijks bestuur stelt beleid vast – neergelegd in een Handhavingsbeleidsplan – waarin staat beschreven hoe zorg wordt gedragen voor een rechtmatige en doelmatige uitvoering van de PW, de IOAW en de IOAZ, waaronder de voorkoming en bestrijding van fraude, misbruik en oneigenlijk gebruik van de PW, de IOAW en de IOAZ.

  • 2.

    Het dagelijks bestuur geeft in het beleid – neergelegd in het handhavingsbeleidsplan – tenminste uitdrukking aan:

    • a)

      de visie van de ISD Bollenstreek op handhaving binnen de PW, de IOAW en de IOAZ;

    • b)

      de in te zetten preventieve handhavingsmaatregelen gericht op het voorkomen of ontmoedigen van fraude, misbruik of oneigenlijk gebruik van bijstand, een uitkering en/of een voorziening;

    • c)

      de in te zetten repressieve handhavingsmaatregelen gericht op het voorkomen of ontmoedigen van fraude, misbruik of oneigenlijk gebruik van bijstand, een uitkering en/of een voorziening en dat bij geconstateerde fraude daadwerkelijk de ten onrechte verstrekte bijstand wordt teruggevorderd en/of een opgelegde bestuurlijke boete conform de wetten wordt opgelegd.

Artikel 3 Verantwoording

Het dagelijks bestuur informeert de gemeenteraden tenminste jaarlijks, in de jaarrekening, over de aard en doelmatigheid van de uitgevoerde handhavingsmaatregelen in het kader van de PW, de IOAW en de IOAZ.

Hoofdstuk 3 Gevolgen bij fraude, misbruik en oneigenlijk gebruik

Artikel 4 Gevolgen van fraude

Indien belanghebbende onjuiste, onvolledige of geen inlichtingen verstrekt die van belang zijn of redelijkerwijs kunnen zijn voor de hoogte, de duur of de voortzetting van de bijstand, de uitkering, dan wel de voorziening, dan legt het dagelijks bestuur een bestuurlijke boete op conform artikel 18a van de PW, artikel 20a van de IOAW of artikel 20a van de IOAZ en vordert de eventueel ten onrechte uitkering terug.

Artikel 5 Aangifte bij het Openbaar Ministerie

Indien een gedraging van belanghebbende als bedoeld in artikel 4 leidt tot benadeling van de ISD Bollenstreek, dan doet het dagelijks bestuur – onverminderd de mogelijkheid de ten onrechte ontvangen bijstand, uitkering of kosten participatievoorziening terug te vorderen – aangifte bij het Openbaar Ministerie in overeenstemming met de door het Openbaar Ministerie op dit punt gehanteerde uitgangspunten.

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

Artikel 6 Onvoorziene omstandigheden en hardheidsclausule

  • 1.

    In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het dagelijks bestuur.

  • 2.

    Het dagelijks bestuur kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen in deze verordening, als toepassing daarvan tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 7 Uitvoering

Het dagelijks bestuur is belast met de uitvoering van het bepaalde in deze verordening.

Artikel 8 Intrekken oude verordening

De Handhavingsverordening WWB, IOAW en IOAZ ISD Bollenstreek 2013 wordt ingetrokken per 1 januari 2015.

Artikel 9 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2015.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Handhavingsverordening PW, IOAW en IOAZ ISD Bollenstreek 2015.

Ondertekening

Aldus besloten door de raad van de gemeente Lisse in zijn openbare vergadering van 18 december 2014.
mevrouw M. Verhoev mevrouw A.W.M. Spruit
griffier voorzitter

TOELICHTING OP DE Handhavingsverordening PW, IOAW en IOAZ ISD Bollenstreek 2015

ALGEMEEN

Wettelijke grondslag van de ‘Handhavingsverordening’ in de PW, IOAW en IOAZ

In artikel 8b PW respectievelijk artikel 35, eerste lid, onderdeel c van de IOAW en artikel 35,eerste lid, onderdeel c van de IOAZ is bepaald dat de gemeenteraad in het kader van het financiële beheer bij verordening regels stelt voor de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand/uitkering, alsmede van misbruik en oneigenlijk gebruik van die wetten.

De mogelijkheden voor daadwerkelijk optreden door de gemeente (het dagelijks bestuur van de ISD Bollenstreek) zijn verruimd bij de ‘Wet aanscherping handhaving en sanctiebeleid SZW-wetgeving’ die op 1 januari 2013 in werking is getreden.

Op grond van voornoemde artikelen heeft de gemeente de verplichting om bij verordening eigen regels vast te stellen omtrent handhaving binnen respectievelijk de PW, de IOAW en de IOAZ.

Wat moet in de handhavingsverordening worden geregeld

Afgezien van de korte bepaling in artikel 8b van de PW en in artikel 35, eerste lid, onderdeel c, van de IOAW en de IOAZ, zijn er geen nadere aanduidingen over wat er nu precies in die handhavings-verordening moet worden geregeld. Het doel van artikel 8b van de WWB en artikel 35, eerste lid, onderdeel c van de IOAZ en de IOAZ is om het handhavingsbeleid van de PW en de IOAW en de IOAZ op de agenda van de gemeenteraden te zetten.

De titel van de verordening: waarom is gekozen voor ‘Handhavingsverordening’

Er is bewust voor gekozen om deze verordening niet de naam ‘fraudeverordening’ te geven, maar om te spreken van ‘handhavingsverordening’. Door deze naamgeving wordt benadrukt dat het niet alleen gaat om de opsporing van fraude (repressief), maar dat het voorkomen van fraude minstens zo belangrijk is (preventief). Handhaving is namelijk niet alleen gericht op de opsporing van gepleegde fraude, maar gaat ook uit van de spontane naleving van wet- en regelgeving. Een goede voorlichting over rechten en plichten aan de poort maakt hiervan een wezenlijk onderdeel uit.

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Enkel die bepalingen die nadere toelichting behoeven worden hier behandeld.

Artikel 1. Begrippen

Begrippen die al zijn omschreven in de PW, de IOAW, de IOAZ en de Algemene wet bestuursrecht (Awb) worden niet afzonderlijk gedefinieerd in deze verordening. Deze zijn vanzelfsprekend van toepassing op deze verordening. De begrippen die niet zijn omschreven in genoemde wetten of die verduidelijkt moeten worden, zijn in het tweede lid omschreven.

Artikel 2. Opdracht aan het dagelijks bestuur

Handhaving omvat alle activiteiten van de gemeente die erop gericht zijn dat regels worden nageleefd om het misbruik en oneigenlijk gebruik van bijstand, uitkering en voorzieningen zoveel mogelijk te voorkomen.

Het bestrijden van fraude verlegt zich meer en meer naar het moment waarop de belanghebbende een beroep doet op de bijstand (PW) of uitkering (IOAW/IOAZ). Preventieve maatregelen spelen dan ook veel meer dan voorheen een belangrijke rol binnen handhaving.

Door belanghebbende vroegtijdig te informeren en door daarop de dienstverlening te optimaliseren wordt een spontane naleving van regels bevorderd. Hierbij is wel van belang te benadrukken dat de belanghebbende door het sturen van een beschikking, individueel geïnformeerd wordt over zijn rechten en plichten.

Na de voorlichting en heldere communicatie over het handhavingsbeleid vindt een goede controle plaats op de aanvraag, dan wel bij een onderzoek naar de verdere voortzetting van het recht, waardoor het risico dat belanghebbenden ten onrechte bijstand/uitkering en/of voorziening ontvangen, kan worden verkleind. De controle op de aanvraag en bij voortzetting wordt onder meer vorm gegeven door huisbezoeken en het gebruik van digitale hulpmiddelen waarin actuele gegevens staan van de belanghebbenden met betrekking tot inkomen uit loon of uitkering (Inlichtingenbureau, Suwinet).

Hoewel getracht wordt meer en beter in te zetten op preventieve maatregelen, blijven repressieve maatregelen binnen het handhavingsbeleid onontbeerlijk. De repressiemiddelen zijn: afstemming van de uitkering, aangifte bij het Openbaar Ministerie, lik op stuk terugvorderen, opleggen van bestuurlijke boete en de gevolgen voor de voorzieningen (re-integratie/participatie).

Artikel 3. Verantwoording

Dit artikel bepaalt dat het dagelijks bestuur jaarlijks over de uitgevoerde handhavingsmaatregelen verantwoording aflegt aan de gemeenteraad. Deze verantwoording vindt in ieder geval plaats via de jaarrekening.

Artikel 4. Gevolgen van fraude

Dit artikel regelt dat een bestuurlijke boete wordt opgelegd conform artikel 18a PW, artikel 20a IOAW dan wel artikel 20a IOAZ indien sprake is van fraude.

Artikel 5. Aangifte bij het Openbaar Ministerie

In dit artikel is geregeld dat aangifte van fraude wordt gedaan bij het Openbaar Ministerie.

Artikel 7. Uitvoering

Artikel 7 van de PW schrijft voor dat de uitvoering van de PW berust bij burgemeester en wethouders. Ingevolge de Gemeenschappelijke Regeling ISD Bollenstreek is de uitvoering van de PW, de IOAW en de IOAZ gedelegeerd aan het dagelijks bestuur van de ISD Bollenstreek.