Beleidsregels oplaadinfrastructuur elektrische voertuigen gemeente Lisse

Geldend van 23-03-2019 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 20-03-2019

Intitulé

Beleidsregels oplaadinfrastructuur elektrische voertuigen gemeente Lisse

1. Doel van de beleidsregels

Het doel van de beleidsregels is om:

  • particulieren, bedrijven, netwerkbeheerders en aanbieders van oplaadinfrastructuur duidelijkheid te geven over de criteria en voorwaarden waaronder de gemeente medewerking verleent aan het plaatsen van oplaadinfrastructuur in de openbare ruimte en het aanwijzen van parkeerplaatsen voor het opladen van elektrische voertuigen;

  • particulieren, bedrijven, netwerkbeheerders en aanbieders van oplaadinfrastructuur te informeren over de te volgen procedure;

  • aanvragen voor het plaatsen van oplaadinfrastructuur en het aanwijzen van parkeerplaatsen voor het opladen van elektrische voertuigen op een zelfde en gelijkwaardige manier te kunnen beoordelen en af te handelen.

Deze beleidsregels zijn alleen van toepassing op publieke oplaadpalen en andere oplaadinfrastructuur in de openbare ruimte op of aan de openbare weg. De gemeente Lisse neemt hierin de volgende positie in: De gemeente verleent medewerking (in facilitaire zin) aan verzoeken van aanvragers. De gemeente verleent privaatrechtelijke toestemming onder voorwaarden, die worden neergelegd in een overeenkomst met de aanbieder. De gemeente ontvangt de meldingen in het kader van de Algemene Verordening ondergrondse infrastructuur Lisse 2016 en is het bevoegd orgaan voor het nemen van verkeersbesluit(en) tot aanwijzing van parkeerplaatsen voor het laden van elektrische voertuigen.

2. Juridisch kader

2.1 Grondslag beleidsregel

Ingevolge artikel 4:81 Algemene wet bestuursrecht

Is het college bevoegd tot het vaststellen van beleidsregels met betrekking tot een hem toekomende of onder zijn verantwoordelijkheid uitgeoefende, dan wel door hem gedelegeerde bevoegdheid.

Ingevolge de artikelen 15, eerste lid juncto 18, eerste lid sub d Wegenverkeerswet 1994 en Artikel 12 Besluit Bepalingen inzake wegverkeer is het college bevoegd een verkeersbesluit te nemen voor het aanwijzen van parkeerplaatsen ten behoeve van het opladen van elektrische voertuigen.

2.2 Verkeersbesluit

Wanneer de gemeente toestemming geeft voor het plaatsen van een oplaadpaal of andere oplaadinfrastructuur op of aan de weg, dan wijst de gemeente in een Verkeersbesluit de parkeerplaats(en) bij de oplaadvoorziening aan als parkeerplaats voor alléén het opladen van elektrische voertuigen. Het college wijst de betreffende parkeerplaats(en) aan door middel van het plaatsen van de verkeersbord E4 met onderbord ‘alléén opladen elektrische voertuigen’ (of ‘opladen elektrische voertuigen’), bijvoorbeeld zoals onderstaand.

afbeelding binnen de regeling

Als twee parkeerplaatsen naast elkaar worden gereserveerd voor het opladen van elektrische voertuigen, worden de borden voorzien van een onderbord met twee pijlen die wijzen naar deze parkeerplaatsen:

afbeelding binnen de regeling

Algemene verordening ondergrondse infrastructuur

Voor het aansluiten van oplaadpalen en/of andere oplaadinfrastructuur op het elektriciteitsnetwerk in de openbare ruimte op of aan de weg is op grond van de Algemene verordening ondergrondse infrastructuur gemeente Lisse (AVOI) 2016 ook een melding, vergunning of ontheffing nodig. De aanvrager van de oplaadinfrastructuur is verantwoordelijk voor de melding of de aanvraag van de benodigde vergunningen en/of ontheffingen.

3. Beleidsregels

3.1 Begripsbepalingen:

In de beleidsregels wordt verstaan onder:

  • a.

    elektrische voertuigen: alle voertuigen die op de openbare weg mogen rijden, geheel of gedeeltelijk op elektriciteit kunnen rijden en voorzien zijn van een stekker om op te laden, met uitzondering van fietsen, snorfietsen en bromfietsen.

  • b.

    oplaadinfrastructuur: het geheel van oplaadobjecten, aansluitingen op het elektriciteitsnet en andere voorzieningen in de openbare ruimte op of langs de weg (op gemeentelijke grond) bestemd voor het opladen van elektrische voertuigen.

  • c.

    oplaadpaal: een oplaadobject bijvoorbeeld in de vorm van een paal met tenminste één aansluiting of de mogelijkheid voor twee of meer aansluitingen voor het gelijktijdig opladen van elektrische voertuigen.

  • d.

    aanvrager: de aanbieder van oplaadpalen en/of oplaadinfrastructuur.

  • e.

    beheerder: de aanvrager van de ontheffing / vergunning voor het plaatsen van oplaadpalen en/of oplaadinfrastructuur.

  • f.

    gebruiker:

    • 1.

      een bedrijf en/of organisatie dat/die gevestigd is in de gemeente Lisse en eigenaar en/of bezitter is van één of meerdere elektrische voertuigen of een of meerdere werknemers in dienst heeft die beschikt/beschikken over een elektrisch voertuig.

    • 2.

      een particulier die eigenaar en/of bezitter is van een elektrisch voertuig en woonachtig is in de gemeente Lisse.

  • g.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lisse.

3.2 Aanvraag ontheffing/vergunning en verkeersbesluit

Een verzoek om toestemming voor het plaatsen van een of meerdere oplaadpalen en/of oplaadinfrastructuur op of langs de openbare weg (op gemeentegrond) en het verzoek tot het nemen van een verkeersbesluit waarbij een of meerdere parkeerplaatsen worden aangewezen voor het opladen van elektrische voertuigen kan alleen worden ingediend door de aanbieder van oplaadpalen en/of oplaadinfrastructuur.

3.3 Aanvraag locatie oplaadpaal/-infrastructuur/weigering vergunning/ontheffing

Een verzoek om toestemming en een aanvraag om een verkeersbesluit voor een locatie voor het plaatsen van een oplaadpaal en/of oplaadinfrastructuur bevat een foto en tekening op schaal van de betreffende locatie, waarop de exacte plek van de gewenste oplaadpaal en/of oplaadinfrastructuur en de aan te wijzen parkeerplaats(en) zijn aangegeven. Het college verleent geen medewerking aan het realiseren van de gevraagde oplaadinfrastructuur, als potentiële gebruikers mogelijkheden hebben om hun elektrische voertuigen op eigen terrein te (laten) parkeren en op te laden.

3.4 Behoeftebepaling oplaadpaal/-infrastructuur

De aanvrager toont schriftelijk aan dat er op de aangevraagde locatie daadwerkelijk behoefte bestaat bij gebruikers aan een oplaadpaal en/of oplaadinfrastructuur op of direct langs de openbare weg.

3.5 Definitieve locatie oplaadpaal/-infrastructuur

Het college bepaalt in overleg met de aanvrager de definitieve locatie van de oplaadpaal en/of andere oplaadinfrastructuur en de aan te wijzen parkeerplaats(en). Het college toetst hierbij aan de volgende criteria:

  • a.

    de behoefte aan een oplaadpaal en/of oplaadinfrastructuur moet blijken uit de behoefte van gebruikers binnen een straal van 250 meter hemelsbreed van de aangevraagde locatie;

  • b.

    zijn er al bestaande oplaadpalen en/of oplaadinfrastructuur aanwezig op of aan de weg binnen de genoemde straal van 250 meter;

  • c.

    is de desbetreffende grond eigendom van de gemeente;

  • d.

    is de locatie van de oplaadpaal en/of oplaadinfrastructuur voor een iedere gemakkelijk te vinden en zichtbaar is;

  • e.

    is het aannemelijk dat de locatie door meerdere gebruikers gedeeld wordt (dit om te voorkomen dat er “privé-parkeerplaatsen” ontstaan);

  • f.

    kan de oplaadpaal en/of oplaadinfrastructuur worden voorzien van twee of meer aansluitpunten en kunnen – eventueel op termijn – twee of meer parkeerplaatsen worden bediend;

  • g.

    laat de parkeerdruk dit toe (bezetting van 95% in woonwijken en 85% op parkeerterreinen als drempelwaarde);

  • h.

    betreft het een bestaand parkeervak / bestaande parkeervakken;

  • i.

    blijft de vrije doorgang voor ander verkeer (auto, fiets, voetganger, rolstoel etc.) gewaarborgd;

  • j.

    zijn er geen belemmeringen ten aanzien van ander straatmeubilair of (openbaar) groen;

  • k.

    past de oplaadpaal en/of oplaadinfrastructuur in het straatbeeld;

  • l.

    is er sprake van geplande reconstructies of andere infrastructurele ontwikkelingen.

In beginsel wordt er bij een nieuw te realiseren oplaadpaal en/of oplaadinfrastructuur één parkeerplaats aangewezen voor het opladen van elektrische voertuigen.

Het college besluit om direct twee parkeerplaatsen aan te wijzen. Dit houdt in dat direct in college besluiten ook een tweede parkeerplaats aan te wijzen. Het college heeft hiervoor twee mogelijkheden:

Het verkeersbesluit twee parkeerplaatsen worden aangewezen. De feitelijke realisering van de tweede oplaadplaats kan worden uitgesteld tot er voldoende vraag is.

De aanvrager toont aan de hand van het aantal uren dat de oplaadpaal en/of oplaadinfrastructuur effectief in gebruik is geweest en/of aan de hand van nieuwe verzoeken van potentiële gebruikers aan dat er behoefte bestaat aan een tweede parkeerplaats.

3.6 Volgorde besluitvorming

De gemeente verleent pas toestemming voor het plaatsen van de laadpaal middels een overeenkomst met daarin neergelegde voorwaarden, nadat het verkeersbesluit tot aanwijzing van de benodigde parkeerplaats(en) onherroepelijk is geworden.

3.7 Plaatsing en beheer oplaadpaal/-infrastructuur

De verzoeker om toestemming voor het plaatsen van een oplaadpaal en/of oplaadinfrastructuur is tevens de beheerder hiervan. De beheerder is verantwoordelijk voor realisatie, beheer, onderhoud en exploitatie van de oplaadpaal en/of oplaadinfrastructuur en neemt alle kosten hiervan voor zijn rekening. De kosten ter bescherming van de oplaadpaal en/of oplaadinfrastructuur (hekjes, biggenruggen ed.) zijn ook voor rekening van de beheerder. De gemeente aanvaard geen enkele aansprakelijkheid als gevolg van de aanwezigheid en anderszins van de laadpalen en legt dit als voorwaarde vast in de overeenkomst met de verzoeker.

3.8 Inrichting en beheer parkeerplaatsen

De kosten voor het nemen van een verkeersbesluit en de kosten voor het plaatsen van een verkeersbord, tegel en/of markering op de aangewezen parkeerplaats(en) zijn voor rekening van de gemeente.

3.9 Bereikbaarheid

De beheerder van de oplaadpaal en/of oplaadinfrastructuur is 24 uur per dag en 7 dagen per week bereikbaar voor gebruikers, hulpdiensten en gemeente Lisse in het geval van vragen, storingen en calamiteiten. De telefoonnummers van de storingsdienst en de helpdesk zijn vermeld op de oplaadpaal en/of oplaadinfrastructuur. Dit neemt de gemeente ook op in de overeenkomst met de aanvrager als voorwaarde.

3.10 Openbaarheid oplaadpaal/-infrastructuur

De oplaadpaal en/of oplaadinfrastructuur is 24 uur per dag en 7 dagen per week openbaar toegankelijk, in die zin dat deze voor iedereen te gebruiken is voor het opladen van zijn / haar elektrische voertuig. De beheerder zorgt, voor zover mogelijk, voor actuele informatie richting gebruikers over de aanwezigheid en beschikbaarheid van het oplaadpunt. De gemeente en verzoeker/aanbieder sluiten een overeenkomst waarin toestemming wordt verleend voor plaatsing van de laadpaal onder (onder andere) deze voorwaarde.

3.11 Interoperabiliteit/Uniformiteit

Het oplaadpunt is inter-operabel conform de landelijke en internationale afspraken, waaronder de uitwisselbaarheid van laadpassen en het gebruik van standaard stekkers. De gemeente en verzoeker/aanbieder sluiten een overeenkomst waarin toestemming wordt verleend voor plaatsing van de laadpaal onder (onder andere) deze voorwaarde.

3.12 Groene stroom

Om te bereiken dat elektrische vervoertuigen ook aan de bron geen CO2-uitstoot veroorzaken, mag de beheerder van de oplaadpalen en/of andere oplaadinfrastructuur alleen gegarandeerd groene stroom (laten) leveren. De gemeente kan de beheerder verzoeken dit aan te tonen. De gemeente en verzoeker/aanbieder sluiten een overeenkomst waarin toestemming wordt verleend voor plaatsing van de laadpaal onder (onder andere) deze voorwaarde.

3.13 Veiligheid

De oplaadpaal en/of oplaadinfrastructuur voldoet aan alle daaraan gestelde (nationale en internationale) veiligheidseisen. De gemeente en verzoeker/aanbieder sluiten een overeenkomst waarin toestemming wordt verleend voor plaatsing van de laadpaal onder (onder andere) deze voorwaarde.

3.14 Aansprakelijkheid

De beheerder is aansprakelijk voor alle schade die door het gebruik van de oplaadpaal en/of oplaadinfrastructuur of anderszins aan derden wordt veroorzaakt. De gemeente Lisse is op geen enkele wijze aansprakelijk voor eventuele schade die door de oplaadpaal en/of oplaadinfrastructuur is veroorzaakt. De beheerder vrijwaart de gemeente Lisse voor elke aansprakelijkheid. De beheerder verzekert zich voor eventuele schade voor minimaal een bedrag van € 1.000.000,- per gebeurtenis. De gemeente Lisse wordt door de beheerder in het bezit gesteld van een kopie van de betreffende verzekeringspolis. De gemeente en verzoeker/aanbieder sluiten een overeenkomst waarin toestemming wordt verleend voor plaatsing van de laadpaal onder (onder andere) deze voorwaarde.

3.15 Betaald parkeren/vergunninghouders/blauwe zone

In gebieden waar vergunninghoudersparkeren is ingevoerd of waar een maximale parkeerduur (blauwe zone) of enige andere beperking geldt, geldt deze beperking ook voor het opladen van elektrische voertuigen. De mogelijkheid bestaat dat voor uitzonderlijke situaties het college een uitzondering maakt.

3.16 Handhaving

Het college ziet toe op het juiste gebruik van de aangewezen parkeerplaats(en) en kan indien nodig handhavend optreden. Het juiste en enig toegestaan gebruik is: als een elektrische voertuig met de kabel aangesloten is aan de oplaadpaal en/of oplaadinfrastructuur. Daarnaast wordt ook gehandhaafd op de parkeervergunning, parkeerschijfzone en andere beperkingen die voor alle bestuurders van motorvoertuigen gelden. Een en ander conform publiekrechtelijke mogelijkheden en beperkingen.

3.17 Intrekken toestemming plaatsen laadpalen en verkeersbesluit

Indien de beheerder van de oplaadpaal en/of oplaadinfrastructuur zich niet houdt aan de voorwaarden verbonden aan de toestemming en zoals neergelegd in de overeenkomst, kan het college de toestemming intrekken. De gemeente en verzoeker/aanbieder sluiten een overeenkomst waarin toestemming wordt verleend voor plaatsing van de laadpaal onder (onder andere) deze voorwaarde. Het college kan in dat geval ook het verkeersbesluit, waarbij de parkeerplaatsen voor het opladen van elektrische voertuigen zijn aangewezen, intrekken.

Het college kan de toestemming en/of het verkeersbesluit tevens intrekken, wanneer er in de praktijk niet of nauwelijks gebruik wordt gemaakt van de oplaadpaal en/of oplaadinfrastructuur. Het is niet gewenst dat daardoor een of meerdere parkeerplaatsen (nagenoeg) geheel onbenut blijven.

In deze gevallen heeft de beheerder het recht en de plicht de oplaadpaal en/of oplaadinfrastructuur binnen een door het college aan te geven termijn te verwijderen. De beheerder dient alsdan de parkeerplaats(en) in de oorspronkelijke staat terug te brengen. Alle hiermee verband houdende kosten zijn voor rekening van de beheerder.

Het college kan de toestemming ook wijzigen of intrekken, indien er een wegreconstructie plaatsvindt als gevolg waarvan de aangewezen parkeerplaatsen zullen verdwijnen. In dat geval zal de gemeente Lisse samen met de beheerder bezien of er een alternatieve locatie voor een oplaadpaal en/of oplaadinfrastructuur met bijbehorende parkeerplaats(en) in de directe nabijheid mogelijk is. Kosten hiervoor zijn voor rekening van de gemeente Lisse, wanneer de wegreconstructie plaatsvindt binnen 5 jaar na afgifte van de ontheffing/Vergunning. Kosten zijn voor rekening van de beheerder, wanneer de wegreconstructie later dan 5 jaar na afgifte van de ontheffing/Vergunning plaatsvindt. De gemeente en verzoeker/aanbieder sluiten een overeenkomst waarin toestemming wordt verleend voor plaatsing van de laadpaal onder (onder andere) deze voorwaarde.

3.18 Informatie over gebruik oplaadinfrastructuur

De beheerder van een oplaadpaal en/of oplaadinfrastructuur geeft op verzoek van het college inzicht in het feitelijke gebruik hiervan. De gemeente en verzoeker/aanbieder sluiten een overeenkomst waarin toestemming wordt verleend voor plaatsing van de laadpaal onder (onder andere) deze voorwaarde.

3.19 Bijzondere omstandigheden

Het college beseft dat de ontwikkelingen op het gebied van elektrisch rijden en oplaadinfrastructuur nieuw en nog volop in ontwikkeling zijn. Met deze beleidsregels wil het college duidelijkheid verschaffen over de voorwaarden, criteria en condities die van toepassing zijn op het realiseren van oplaadpalen en/of oplaadinfrastructuur in de gemeente.

In specifieke, bijzondere of onvoorziene omstandigheden kan het college besluiten van deze beleidsregels af te wijken.

3.20 Termijn

De Beleidsregels oplaadinfrastructuur elektrisch voertuigen gemeente Lisse gelden vanaf bekendmaking en worden binnen 4 jaar (2022) geëvalueerd en indien nodig eerder geëvalueerd en bijgesteld.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouder van Lisse in haar vergadering van 12 maart 2019.

De gemeentesecretaris,

J. Schellevis

De burgemeester,

A.W.M. Spruit

Toelichting bij de beleidsregels hoofdstuk 3

1 Begripsbepalingen

Elektrische voertuigen: het gaat hierbij om alle voertuigen die op de openbare weg mogen rijden, geheel of gedeeltelijk op elektriciteit kunnen rijden en voorzien zijn van een stekker om op te laden, niet zijnde fietsen en snor-/bromfiets. Veelal zal het gaan om volledig elektrische auto’s of plug-in hybride elektrische auto’s, maar het kan bijvoorbeeld ook gaan om andere voertuigen, zoals gehandicaptenvoertuigen, motoren, trikes en quads die de parkeerplaatsen voor auto’s gebruiken.

Verzoek om toestemming en aanvraag verkeersbesluit

Het is de bedoeling dat de aanbieder van de oplaadinfrastructuur de formele aanvraag voor het verkeersbesluit indient. Wanneer een bewoner of bedrijf bij de gemeente aanklopt voor het plaatsen van een oplaadpaal of andere oplaadinfrastructuur op of aan de openbare weg, zal de gemeente hen doorverwijzen naar de aanbieders van oplaadinfrastructuur. De aanbieder van de oplaadinfrastructuur dient de aanvraag in bij de gemeente.

Bewoners of bedrijven kunnen niet zelf een verzoek om toestemming indienen voor een oplaadpaal op of aan de weg en een verkeersbesluit tot het aanwijzen van de bijbehorende parkeerplaats(en) aanvragen. Dit ter voorkoming van de mogelijke gedachte bij de bewoners of bedrijven dat zij daarmee het exclusieve recht krijgen op het gebruik van de betreffende oplaadpaal / oplaadinfrastructuur en de bijbehorende parkeerplaats(en). Op grond van de Wegenverkeerswetgeving kunnen voor bewoners of bedrijven ook geen eigen parkeerplaatsen worden aangewezen op de openbare weg. De enige uitzondering hierop is de individuele gehandicaptenparkeerplaats, die door middel van een verkeersbesluit kan worden aangewezen (Bord E6 met als onderbord het kenteken van de betreffende auto). Bij zo’n individuele gehandicaptenparkeerplaats kan uiteraard ook een oplaadpaal worden geplaatst, wanneer de betreffende persoon over een elektrisch voertuig beschikt. In dat geval hoeft er geen verkeersbesluit te worden genomen om het gebruik van de parkeerplaats te regelen, want dat is in feite al gebeurd.

4 Behoeftebepaling oplaadpaal/-infrastructuur

De verzoeker om toestemming en aanvrager van het verkeersbesluit zal moeten aantonen dat er voldoende behoefte bestaat aan een oplaadpunt op de betreffende locatie. Hij kan dit doen door middel van een afschrift van een of meerdere verzoeken hiertoe van potentiële gebruikers (naam en adresgegevens van de gebruiker en kenteken van elektrische voertuig(en)).

Bij het bepalen van de behoefte van potentiële gebruikers zal het college meewegen of zij de beschikking hebben of kunnen hebben over een eigen parkeergelegenheid bij de woning of het bedrijf.

5 Locatie

De oplaadpalen/-infrastructuur worden bij voorkeur geplaatst op strategische zichtlocaties in de nabijheid van de woningen/ bedrijven van potentiële gebruikers. De voorkeur gaat uit naar centrale, goed bereikbare plekken in de wijken, zoals langs wijkontsluitingswegen of doorgaande wegen. Hiermee wordt voorkomen dat er grote verkeersstromen ontstaan binnen woonwijken wanneer elektrisch vervoer zijn vlucht neemt.

Bij het toetsen van de oplaadpalen-/infrastructuur in het straatbeeld kan de gemeente bijvoorbeeld kijken naar de kleur, kwaliteit, hoogte en omvang hiervan en naar beschermde stads- en dorpsgezichten.

6 Volgorde besluitvorming APV-ontheffing en verkeersbesluit

Tegen het verkeersbesluit staat op basis van het besluit om de Uitgebreide openbare voorbereidingsprocedure uit de Awb van toepassing te verklaren, de mogelijkheid van zienswijzen en (hoger) open. Belanghebbenden kunnen zienswijzen en/of (hoger) beroep indienen tegen het verkeersbesluit, bijvoorbeeld omdat de parkeerdruk ter plaatse erg hoog is en er geen algemene parkeerplaatsen kunnen worden gemist.

De gemeente zal de parkeerplaats(en) voor het laden van elektrische voertuigen pas aanleggen, nadat het verkeersbesluit in werking is getreden en tevens onherroepelijk is. Het is niet gewenst dat de oplaadinfrastructuur al vóór dit tijdstip wordt aangebracht.

7 Beheer oplaadpaal/-infrastructuur

De verzoeker om toestemming voor het plaatsen van de oplaadpaal/-infrastructuur is tevens de beheerder hiervan. De toestemming zoals neergelegd in ene privaatrechtelijke overeenkomst tussen de gemeente en de aanbieder heeft een persoonlijk karakter Wanneer de verzoeker het beheer over de oplaadpaal/-infrastructuur wil overdragen aan een andere partij, dan zal de verzoeker toestemming moeten krijgen van de gemeente om de ontheffing/vergunning over te dragen. Dit kan achteraf of dit kan eventueel vooraf als mogelijkheid worden geboden in de overeenkomst tussen de gemeente en de aanbieder. De beheerder is verantwoordelijk voor het plaatsen, beheren, onderhouden en exploiteren van de oplaadvoorziening en neemt alle kosten hiervoor voor zijn rekening. De beheerder brengt de kosten voor het opladen van de elektrische voertuigen in rekening bij de gebruikers hiervan.

8 Beheer parkeerplaatsen

In de Wegenverkeerswet is geregeld dat de kosten voor het nemen van het verkeersbesluit en het plaatsen van verkeersborden en verkeerstekens op de openbare weg voor rekening komen van het bevoegd gezag dat het verkeersbesluit heeft genomen. Dit is doorgaans de gemeente, tenzij het gaat om parkeerplaatsen die onderdeel uitmaken van wegen die bij het rijk, een provincie of waterschap in beheer zijn. De gemeente kan deze kosten niet doorrekenen aan de aanvrager van de oplaadinfrastructuur. Vanwege het publieke belang en functie van de te plaatsen oplaadpunten zal de gemeente geen leges heffen.

Beleidsregels 9 t/m 13

Bepalingen spreken voor zich.

14 Aansprakelijkheid

Door natrekking wordt de gemeente formeel juridisch eigenaar van de oplaadpalen en andere oplaadinfrastructuur, wanneer deze op of aan de weg in gemeentegrond worden geplaatst. De eigendom kan wel bij de aanvrager/beheerder van de oplaadinfrastructuur worden gelegd, maar dit kan alleen door verkopen van de ondergrond of het vestigen van een opstalrecht voor alle oplaadinfrastructuur. Het eerste is doorgaans niet gewenst en het tweede erg omslachtig (via notaris) en kostbaar.

Op zich is het niet onoverkomelijk dat de gemeente formeel eigenaar wordt van de oplaadinfrastructuur, zolang de aansprakelijkheid voor alle schade bij de aanvrager/beheerder wordt gelegd.

15 Betaald parkeren/vergunninghouders/blauwe zone

Wanneer parkeerplaatsen voor het opladen van elektrische voertuigen zijn gelegen in gebieden voor betaald parkeren, vergunninghouders, blauwe zone of een andere parkeerrestrictie, dan moeten de bestuurders van deze voertuigen zich aan de betreffende regels houden. Parkeerplaatsen in een blauwe zone kunnen, bij uitzondering in incidentele gevallen, ‘buiten de blauwe zone’ worden geplaatst, zodat elektrisch voertuigen ook gedurende langere tijd kunnen worden opgeladen.

16 Handhaving

Onrechtmatig gebruik van een parkeerplaats voor het opladen van elektrische voertuigen ‘sec’ kan worden bestraft met een proces-verbaal (Mulder-feit). Eventueel kan het betreffende voertuig ook worden weggesleept op basis van de Wegsleepverordening Lisse 2017.

17 Intrekken toestemming plaatsen laadpaal en verkeersbesluit

Wanneer de verzoeker om toestemming en aanvrager van een verkeersbesluit zich niet aan de voorwaarden van de overeenkomst houdt, kan het college uiteindelijk het verkeersbesluit intrekken (conform artikel 33 BABW).

Vervolgens kan de gemeente bezien of er een andere aanbieder van oplaadinfrastructuur geïnteresseerd is in het plaatsen hiervan, zodat de aangewezen parkeerplaatsen in stand kunnen blijven. Is dit niet het geval, dan zal de gemeente het betreffende verkeersbesluit kunnen intrekken en de parkeerplaatsen weer voor algemeen gebruik kunnen vrijgeven.

Bij wegreconstructies wordt de systematiek uit de Telecomwetgeving gevolgd. Als een wegreconstructie binnen 5 jaar na het nemen van het verkeersbesluit, betaalt de gemeente de kosten van verplaatsing van oplaadinfrastructuur. Vindt de reconstructie na meer dan 5 jaar plaats dan zijn de kosten voor rekening van de beheerder van de oplaadinfrastructuur (normaal ondernemersrisico). De kosten van het benodigde verkeersbesluit en de inrichting van de parkeerplaats(en) zijn voor rekening van de gemeente.

18 Informatie gebruik oplaadinfrastructuur

Voor de gemeente is het in het kader van het doelmatig gebruik van de vaak schaarse parkeerruimte gewenst dat zij inzicht krijgt in het feitelijk gebruik van de oplaadinfrastructuur. Veelal zal een jaarlijks overzicht van het gebruik voldoende zijn.

19 Bijzondere omstandigheden

Hier is sprake van een zogenaamde ‘hardheidsclausule’ op grond waarvan het college in bepaalde uitzonderlijke en/of onvoorziene situaties kan afwijken van de beleidsregels.

20. Termijn

Bepaling spreekt voor zich.