Regeling vervallen per 01-01-2014

Drank- en Horecaverordening 2009

Geldend van 19-06-2009 t/m 31-12-2013

Intitulé

Drank- en Horecaverordening 2009

De gemeenteraad van de gemeente Lisse;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van de gemeente Lisse van 7 april 2009

gelet op de artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet en 4, 20 en 23 van de Drank- en Horecawet

besluit:

vast te stellen de volgende verordening:

Drank- en horecaverordening Lisse 2009

Artikel 1 Begripsbepalingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de wet: de Drank- en Horecawet

  • b.

    alcoholhoudende drank: de drank die bij een temperatuur van twintig graden Celcius voor meer dan een half volumeprocent uit alcohol bestaat (artikel 1, eerste lid van de wet);

  • c.

    café: een inrichting niet zijnde een discotheek of dancing, die tot hoofddoel heeft het verstrekken van alcoholhoudende en niet-alcoholhoudende dranken voor consumptie ter plaatse, met als mogelijke nevenactiviteit het verstrekken van kleine etenswaren, al dan niet ter plaatse bereid;

  • d.

    horecabedrijf: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1, eerste lid van de wet;

  • e.

    inrichting: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1, eerste lid van de wet;

  • f.

    lokaliteit: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1, eerste lid van de wet;

  • g.

    snackbar/cafetaria: een inrichting die tot hoofddoel heeft het verstrekken van al dan niet voor consumptie ter plaatse bereide geringe etenswaren zoals belegde broodjes, patat frites en kroketten, met als nevenactiviteit het verstrekken van (niet-)alcoholhoudende dranken;

  • h.

    sterke drank: de drank, die bij een temperatuur van twintig graden Celcius voor vijftien of meer volumeprocenten uit alcohol bestaat, met uitzondering van wijn (artikel 1, eerste lid van de wet);

  • i.

    vergunning: de vergunning als bedoeld in artikel 3 van de wet;

  • j.

    zwak-alcoholhoudende drank: alcoholhoudende drank, met uitzondering van sterke drank (artikel 1, eerste lid van de wet)

  • k.

    leidinggevende: leidinggevende als bedoeld in artikel 1 van de wet;

Artikel 2

  • 1.

    Het is verboden bedrijfsmatig of anders dan om niet sterke drank voor gebruik ter plaatse te verstrekken in een inrichting:

    • a.

      waarin, of in een onderdeel waarvan, uitsluitend of in hoofdzaak geringe etenswaren, zoals belegde broodjes, patates frites en kroketten worden verkocht;

    • b.

      waarin uitsluitend of in hoofdzaak onderwijs wordt gegeven;

    • c.

      die, of waarvan een onderdeel, uitsluitend of in hoofdzaak in gebruik is bij jeugdorganisaties of jeugdinstellingen;

    • d.

      die, of waarvan een onderdeel, uitsluitend of in hoofdzaak in gebruik is bij sportorganisaties of sportinstellingen;

    • e.

      die in gebruik is als een dorps- of buurthuis;

    • f.

      die gelegen is op een kampeerterrein of een caravanterrein.

  • 2.

    Het is verboden bedrijfsmatig of anders dan om niet sterke drank voor gebruik ter plaatse te verstrekken in een inrichting als bedoeld in artikel 4 van de wet gedurende de tijd dat deze inrichting wordt gebruikt ten behoeve van activiteiten die geheel of in belangrijke mate gericht zijn op personen die de leeftijd van 18 jaar nog niet hebben bereikt.

Artikel 3 Beperking verstrekking zwak-alcoholhoudende drank

  • 1.

    Het is verboden om in een voor publiek toegankelijke besloten ruimte waarin hoofdzakelijk gerede eetwaren voor gebruik ter plaatse en elders dan ter plaatse plegen te worden verkocht, niet zijnde een lokaliteit, na 22.00 uur ’s-avonds zwak-alcoholhoudende drank bedrijfsmatig of anders dan om niet voor gebruik elders dan ter plaatse te verstrekken.

  • 2.

    Het is verboden om in een inrichting als bedoeld in artikel 2, lid 1 onder b t/m f, bedrijfsmatig of anders dan om niet zwak-alcoholhoudende drank te verstrekken gedurende de tijd dat deze inrichting wordt gebruikt ten behoeve van activiteiten die geheel of in belangrijke mate gericht zijn op personen die de leeftijd van 16 jaar nog niet hebben bereikt.

Artikel 4 Ontheffingsregeling verstrekkingsbeperkingen

  • 1.

    De burgemeester kan ontheffing verlenen van het in de artikelen 2 en 3 opgenomen verbod.

  • 2.

    Indien de aanvraag voor ontheffing wordt ingediend minder dan drie weken voor het tijdstip waarop de aanvrager de ontheffing nodig heeft, kan de burgemeester besluiten om de aanvraag niet te behandelen.

  • 3.

    De burgemeester kan in het belang van het reguleren van het gebruik van alcoholhoudende drank voorschriften aan de in het eerste lid bedoelde ontheffing verlenen.

  • 4.

    De burgemeester kan een ontheffing als bedoeld in het eerste lid intrekken indien:

    • a.

      ter verkrijging daarvan onjuiste dan wel onvolledige gegevens zijn verstrekt;

    • b.

      niet langer wordt voldaan aan de in het derde lid bedoelde voorschriften;

    • c.

      op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten opgetreden na het verlenen van de ontheffing, moet worden aangenomen dat intrekking of wijziging wordt gevorderd door het belang ter bescherming waarvan de ontheffing is vereist;

    • d.

      zich feiten hebben voorgedaan die de vrees wettigen dat het van kracht blijven van de ontheffing gevaar zou opleveren voor de openbare orde;

    • e.

      de vergunninghouder dit verzoekt.

Artikel 5 Vergunningvoorschriften

Burgemeester en wethouders kunnen in het belang van alcoholmatiging aan een vergunning voor een horecabedrijf, het volgende voorschrift verbinden: Prijsacties die het gebruik van alcohol stimuleren, zoals “happy hour”, “meters bier” en “rondjes van de zaak”, zijn in het horecabedrijf niet toegestaan.

Artikel 6 Leeftijdsgrenzen

Het is de leidinggevenden van een café verboden om ná 22.00 uur bezoekers die de leeftijd van 16 jaar nog niet hebben bereikt, tot hun inrichting toe te laten en aanwezig te hebben, indien en voor zover deze bezoekers niet onder begeleiding van hun ouders/verzorgers zijn.

Artikel 7 Strafbepaling

  • 1.

    Overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze verordening wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of een geldboete van de tweede categorie met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

  • 2.

    Het bepaalde in het eerste lid geldt niet waneer het bepaalde in de Wet op de economische delicten van toepassing is.

Artikel 8 Intrekken verordening

Op de datum dat deze verordening in werking treedt komt de Drank- en Horecaverordening Lisse, zoals vastgesteld door de gemeenteraad van 8 november 1967 en gewijzigd in de vergadering van de gemeenteraad van 14 februari 1968, te vervallen.

Artikel 9 Overgangsrecht

  • 1.

    Vergunningen en ontheffingen die zijn verleend vóór de inwerkingtreding van deze verordening en die van kracht zijn op het moment van inwerkingtreding van deze verordening, worden aangemerkt als vergunningen en ontheffingen krachtens deze verordening.

  • 2.

    Indien vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om een vergunning of ontheffing is ingediend waarop nog niet is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.

  • 3.

    Op bezwaarschriften wordt beslist met toepassing van deze verordening.

Artikel 10 Citeertitel en inwerkingtreding

Deze verordening kan worden aangehaald als “Drank- en horecaverordening Lisse 2009” en treedt in werking acht dagen na de bekendmaking.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Lisse, gehouden op 28 mei 2009.

Toelichting op de Drank- en Horecaverordening 2009

1. Inleiding

Het gemeentebestuur werkt aan de ontwikkeling van een veilig uitgaansgebied dat tot doel heeft om een plezierig en verantwoord horecabezoek te bevorderen. Ook in relatie tot jeudige bezoekers. Dit beleid dient door het toepassen van verschillende juridische instrumenten, waaronder met name de Algemene Plaatselijke Verordening, gestalte te krijgen. Een flankerend instrument in dit verband is de gemeentelijke Drank- en horecaverordening. De per 1 november 2000 gewijzigde Drank- en Horecawet vormt het referentiekader. De verordening zal hieronder artikelsgewijs worden toegelicht.

2. Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1

Artikel 1 bevat de definities van de verordening waarbij zoveel mogelijk aansluiting is gezocht bij de definities van de Drank- en Horecawet. Om de positie van het café ten opzichte van de snackbar en het restaurantbedrijf duidelijk te maken is onderscheid gemaakt tussen het als hoofddoel of als (mogelijke) nevenactiviteit verstrekken van etenswaren. Ook indien geen geringe etenswaren worden verstrekt kan immers sprake zijn van een café in de zin van de verordening.

Artikel 2

Krachtens artikel 23 van de Drank- en Horecawet kan bij gemeentelijke verordening het bedrijfsmatig of anders dan om niet verstrekken van alcoholhoudende drank worden verboden. Het is algemeen bekend, dat (overmatig) drankgebruik onder jongeren schadelijk is voor de volksgezondheid. Dit komt tot uitdrukking in het alcoholmatigingsbeleid. Gelet op de belangen die worden gediend met een matig alcoholgebruik (onder jongeren) is in artikel 2 een verbod op het schenken van sterke drank opgenomen.

In lid 1 van dit artikel is het verbod opgenomen voor het verstrekken van sterke drank in zaken waar verhoudingsgewijs veel geringe etenswaren worden verkocht, waar mensen dus niet primair komen voor

alcoholgebruik en/of waar verhoudingsgewijs veel jongeren komen, zoals jeugdruimten, onderwijsruimten, wijkgebouwen en buurthuizen, snackbars e.d. of sportinstellingen.

In het tweede lid is een verbod opgenomen voor het verstrekken van sterke drank in paracommerciële inrichtingen, zoals wijkgebouwen, buurthuizen, kerkelijke instellingen wanneer daar activiteiten plaatsvinden waarbij hoofdzakelijk jongeren onder de 18 jaar aanwezig zijn.

Bij deze bepaling past verder de kanttekening dat de inhoud van het begrip inrichting met de nieuwe Drank- en Horecawet per 1 november 2000 is gewijzigd. Was het voorheen zo, dat alle ruimten, die binnenshuis met elkaar in verbinding stonden, samen de inrichting vormden, nu is het begrip beperkt tot de lokaliteiten waarin het slijters- of horecabedrijf worden uitgeoefend, met de daarbij behorende terrassen. Bedoelde lokaliteiten kunnen onderdeel uitmaken van een andere besloten ruimte.

Artikel 3

Zoals in de artikelsgewijze toelichting bij artikel 2 al is genoemd, kan krachtens artikel 23 van de Drank- en Horecawet bij gemeentelijke verordening het bedrijfsmatig of anders dan om niet verstrekken van zwak-alcoholhoudende drank na een bepaald tijdstip of voor een bepaalde tijd verbieden. Ingevolge de Drank- en Horecawet mag aan jongeren onder de zestien jaar geen alcoholhoudende drank worden verstrekt. Met name in het nachtelijk uitgaansleven blijkt dit soms een moeilijk controleerbare en handhaafbare bepaling. Ook het verstrekken van zwak-alcoholhoudende drank in inrichtingen zoals bedoeld in artikel 2 van de verordening bij activiteiten waar hoofdzakelijk jongeren onder de 16 jaar aanwezig zijn, is niet gewenst vanuit alcholmatiging.

In de snackbars/cafetaria’s en andere zaken die vallen onder de omschrijving van artikel 18, lid 2 van de wet, waar geen alcohol mag worden geschonken ter plaatse als het bewuste bedrijf geen Drank- en horecavergunning heeft, mag er wél alcohol worden verkocht voor gebruik elders dan ter plaatse. Na 22.00 uur is geen mogelijkheid voorhanden om alcohol te kopen bij supermarkten en/of slijterijen. Het is dan ook gewenst om aansluiting te zoeken bij de openingstijden van levensmiddelenzaken wat betreft de verkoop van alcohol vanuit snackbars. Artikel 3 bepaalt dat de verkoop van alcohol vanuit snackbars, maar ook de afhaalruimte van een Chinees, na 22.00 uur verboden is. Voor de omschrijving van het besloten ruimte is aangesloten bij artikel 18, lid 2, onder c van de Drank- en Horecawet.

Artikel 4

Artikel 4 geeft de burgemeester de bevoegdheid om van de in de artikelen 2 en 3 opgenomen verboden ontheffing te verlenen. Een schriftelijke aanvraag dient daartoe te worden ingediend (artikel 4:1 van de Algemene wet bestuursrecht). Een dergelijke ontheffing kan incidenteel zijn of een structureel karakter dragen. Indien een aanvraag tot ontheffing van het verbod minder dan drie weken voor het tijdstip waarop de aanvrager de ontheffing nodig heeft is ingediend, kan de burgemeester de aanvraag buiten behandeling laten.

Artikel 5

Op grond van artikel 23, lid 3 van de wet, kunnen in een Drank- en horecaverordening regels worden gesteld omtrent de voorschriften die aan een Drank- en horecavergunning kunnen worden verbonden. Met het oog op alcoholmatiging is het wenselijk dat prijsacties zoals “happy hour” niet zijn toegestaan.

Koninklijke Horeca Nederland (hierna: KHN) heeft regels opgesteld voor het verantwoord verstrekken van alcoholhoudende drank. De bedoeling hiervan is om binnen de horeca terughoudend om te gaan met kortingsacties rond alcoholhoudende dranken. In verband hiermee zijn onder de leden afspraken gemaakt over de regels waaraan een kortingsactie moet voldoen.

Een verbod tot het voeren van prijsacties zoals “happy hour” mag alleen in het kader van de volksgezondheid. Deze beperking zal daarom niet standaard in de Drank- en horecavergunning worden opgenomen. Er zal een duidelijke reden moeten zijn vanuit het belang van de volksgezondheid. Hierbij wordt gedacht aan verenigingen en sociëteiten waar veel jongeren komen. Deze horeca is meestal ook niet bij de KHN aangesloten.

Artikel 6

Ingevolge de Drank- en Horecawet mag aan jongeren onder de zestien jaar geen alcoholhoudende drank worden verstrekt. Met name in het nachtelijk uitgaansleven blijkt dit soms een moeilijk controleerbare en handhaafbare bepaling. In druk bezochte gelegenheden, zoals cafés en tijdens feesten is het lastig om te controleren aan wie (indirect) alcoholverstrekking plaatsvindt. Artikel 20 van de wet geeft daarom gemeentebesturen de bevoegdheid om voor de aanwezigheid (toegang) van personen in horecagelegenheden bij verordening minimumleeftijdsgrenzen vast te stellen.

Uit een oogpunt van veilig uitgaan is het zeker gewenst dat wordt voorkomen dat zeer jeugdigen met (overmatig) alcoholgebruik worden geconfronteerd. Vandaar dat in de verordening is opgenomen, dat voor de toelating van personen in cafés na 22.00 uur een minimumleeftijd van 16 jaar geldt.

Artikel 7

Op overtreding van de verordening staat krachtens artikel 7 een gevangenisstraf van maximaal drie maanden of een geldboete van de tweede categorie (maximaal € 2.250,--). Ingevolg artikel 154 van de Gemeentewet is een hogere strafbaarstelling niet mogelijk. Dit met uitzondering van de verboden vervat in de artikelen 2, 3 en 6 van deze verordening. Ingevolge artikel 1, sub 4 van de Wet op de economische delicten geldt voor overtreding van deze bepalingen een hechtenis van maximaal 6 maanden of een boete in de vierde categorie (€ 11.250,--). Als het genoten voordeel van de overtreding groter is dan een kwart van het maximale boetebedrag, dan is zelfs een veroordeling tot het maximum van de vijfde categorie (€ 45.000,--) mogelijk.

Artikel 8

Dit artikel regelt dat op het moment dat deze nieuwe verordening in werking treedt, de “oude” verordening komt te vervallen.

Artikel 9

Vergunningen en ontheffingen die zijn verleend onder het oude regime, blijven hun geldigheid behouden totdat zij worden ingetrokken of komen te vervallen. Aanvragen die ten tijde van het inwerking treden van de nieuwe verordening nog niet zijn afgewikkeld, worden afgehandeld op basis van de nieuwe regeling.