Brandbeveiligingsverordening 2010

Geldend van 01-04-2012 t/m heden

Intitulé

Brandbeveiligingsverordening 2010

De raad van de gemeente Lisse;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 10 augustus 2010, nr ??;

gelet op het bepaalde in artikel 3 van de Wet veiligheidsregio's  en de aanpassing daarop (Stb 2010, 145 en 146);

gelet op het amendement, zoals dat is ingediend door de fractie van de VVD Lisse;

overwegende dat het verplicht is een verordening vast te stellen omtrent het voorkomen, beperken en bestrijden van brand, het beperken van brandgevaar, het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand en al hetgeen daarmee verband houdt;

Besluit:

Vast te stellen de volgende verordening: Brandbeveiligingsverordening 2010

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    inrichting: een voor mensen toegankelijke ruimtelijke begrensde plaats voor zover dat geen bouwwerk is;

  • b.

    bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, dat op de plaats van bestemming hetzij direct hetzij indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren;

  • c.

    college: het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 2 Verbodsbepaling

  • 1.

    Het is verboden zonder of in afwijking van een door het college verleende vergunning een inrichting in gebruik te hebben of te houden, voor zover daarin:

    • a.

      meer dan 50 personen tegelijk aanwezig zullen zijn of,

    • b.

      aan meer dan 10 personen bedrijfsmatig of in het kader van verzorging nachtverblijf zal worden verschaft, of,

    • c.

      aan meer dan 10 personen jonger dan 12 jaar, of aan meer dan 10 lichamelijk of geestelijk gehandicapte personen dagverblijf zal worden verschaft.

  • 2.

    Het college kan aan de vergunning als bedoeld in lid 1 voorwaarden verbinden met inachtneming van het gestelde in de artikelen 4 en 5 van deze verordening.

  • 3.

    Het college kan aan de vergunning als bedoeld in lid 1 nieuwe voorwaarden verbinden en gestelde voorwaarden wijzigen of intrekken, indien het belang waarvoor deze vergunning is verleend dit vereist op grond van een verandering van inzichten of verandering van omstandigheden gelegen buiten de inrichting, opgetreden na het verlenen van de vergunning.

  • 4.

    Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht  is van toepassing.

Artikel 3 Weigeringsgronden

Het college weigert een vergunning als bedoeld in artikel 2 lid 1, indien de in de aanvraag vermelde wijze van gebruik van de inrichting niet brandveilig is en door het stellen van voorschriften ook niet kan worden bereikt.

Artikel 4 Gebruikseisen

De eisen gesteld aan het brandveilig gebruik van bouwwerken in de de artikelen 1.16, 1.17 en 6.5 en in de afdeling 6.5, 6.6, 7.1 en 7.2 van het Bouwbesluit 2012 (Stb. 2011, 416 en 676)  zijn overeenkomstig van toepassing op vergunningplichtige en niet vergunningplichtige inrichtingen.

Artikel 5 Brandveiligheidsvoorzieningen

De eisen gesteld aan het brandveilig gebruik van bouwwerken in de afdelingen 6.7 en 6.8 van het Bouwbesluit 2012 (Stb. 2011, 416 en 676) zijn, met uitzondering van de artikelen 6.28, 6.29 en 6.39, van overeenkomstige toepassing op vergunningplichtige en niet vergunningplichtige inrichtingen.

Artikel 6 Melden van brand en broei

Ieder die brand of broei ontdekt of deze vermoedt, is verplicht dit onmiddellijk aan de brandweer te melden.

Artikel 7 Bossen, heidevelden, venen

De eigenaar van een aaneengesloten of vrijwel aaneengesloten opstand die voor meer dan de helft bestaat uit naaldhout, een heideveld, een veen of een ander erf of terrein, voor zover niet bedoeld in artikel 8, tweede lid, onder b van de Wongingwet , en dat met brandbare gewassen is begroeid, is verplicht de voorschriften op te volgen, die het college geeft tot het voorkomen van brand en het beperken van de gevolgen van brand.

Artikel 8 Strafbepaling

Vervallen.

Artikel 9 Overgangsrecht

  • 1.

    Vergunningen die zijn verleend onder werking van de brandveiligheidsverordening zoals vastgesteld op 25 januari 1996 dan wel de brandveiligheidsverordening zoals vastgesteld op 23 februari 2006 en die van kracht zijn op het moment van inwerkingtreding van deze verordening worden aangemerkt als vergunning krachtens deze verordening.

  • 2.

    Indien vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de beveiligingsverordening zoals vastgesteld op 23 februari 2006 is ingediend waarop nog niet is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.

  • 3.

    Op bezwaarschriften gericht tegen een beschikking op een aanvraag om vergunning krachtens de brandveiligheidsverordening zoals vastgesteld op 23 februari 2006 wordt beslist met toepassing van deze verordening.

Artikel 10 Slotbepaling

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 1 oktober 2010, dan wel –indien dit later is- de datum waarop de Wet veiligheidsregio’s  en de aanpassing daarop in werking treedt.

  • 2.

    De Brandveiligheidsverordening gemeente Lisse, zoals vastgesteld op 23 februari 2006 vervalt op de datum waarop het eerste lid toepassing vindt.

Artikel 11 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Brandbeveiligingsverordening 2010.

Ondertekening

Aldus besloten door de raad van de gemeente Lisse in zijn openbare vergadering van 16 september 2010.
B. Blonk mevrouw C. Langelaar
griffier voorzitter