Verordening Noodfonds Lisse 2010

Geldend van 01-10-2010 t/m heden

Intitulé

Verordening Noodfonds Lisse 2010

De raad van de gemeente Lisse;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 24 februari 2009, nr. 2894

gelet op het bepaalde in artikel 108 van de Gemeentewet;

Besluit:

Vast te stellen de

Verordening Noodfonds Lisse

Artikelen

1. Doelgroep

In aanmerking kunnen komen voor een bijdrage uit het noodfonds:

Inwoners/huishoudens uit de gemeente Lisse die:

  • a.

    minimaal een half jaar ingeschreven staan in de gemeentelijke basisadministratie van Lisse;

  • b.

    een zelfstandige woonruimte bewonen; en

  • c.

    een inkomen hebben tot 130% van het sociaal minimum.

2. Bevoegdheid

  • 1.

    Het college van burgemeester en wethouders kan op aanvraag een bijdrage verstrekken indien sprake is van een schrijnende noodsituatie als gevolg van onvoldoende inkomen in een huishouden.

  • 2.

    Het college van burgemeester en wethouders kan de bevoegdheid als bedoeld in lid 1 mandateren aan de Intergemeentelijk Sociale Dienst Bollenstreek; daarbij stelt het college vooraf een uitvoeringsregeling vast.

3. Criteria

Een bijdrage uit het noodfonds welke dient tot leniging van noodsituaties kan uitsluitend worden verstrekt indien de schrijnende noodsituatie:

  • a.

    acuut is;

  • b.

    incidenteel is of de te verstrekken bijdrage een oplossing biedt;

  • c.

    van beperkte omvang is;

  • d.

    niet kan leiden tot een andere aanwijsbare voorziening is die passend en/of toereikend is;

  • e.

    oplosbaar is met een incidentele bijdrage.

4. Vorm

  • 1.

    Een bijdrage wordt in de vorm van een renteloze lening verstrekt.

  • 2.

    Het college van burgemeester en wethouders kan besluiten tot een andere vorm van uitbetaling dan in geld.

  • 3.

    Het college van burgemeester en wethouders kan in bijzondere situaties besluiten dat de bijdrage niet of slechts gedeeltelijk dient te worden terugbetaald.

  • 4.

    De wijze van terugbetaling geschiedt in overleg met de aanvrager.

5. Procedure

  • 1.

    De aanvraag wordt ingediend bij het college van burgemeester en wethouders of een door haar aangewezen gemandateerde.

  • 2.

    De aanvraag bevat persoonlijke gegevens die noodzakelijk zijn voor de beoordeling.

  • 3.

    De aanvraag bevat de reden van de aanvraag.

  • 4.

    De aanvraag wordt zo spoedig mogelijk in behandeling genomen; binnen een termijn van 3 werkdagen na ontvangst wordt een besluit genomen.

  • 5.

    De aanvragen worden in volgorde van binnenkomst beoordeeld.

  • 6.

    Bij het onderzoek kan, indien het college dit noodzakelijk acht, advies worden ingewonnen bij derden.

6. Hoogte van de bijdrage

  • 1.

    Aanvragen kunnen gehonoreerd worden tot een maximum van € 1.500,-.

  • 2.

    Aanvragen worden slechts toegekend zolang en voor zover het daarvoor beschikbare budget toereikend is.

7. Evaluatie

  • 1.

    Uiterlijk zes maanden na inwerkingtreding van deze verordening en vervolgens jaarlijks wordt aan de gemeenteraad gerapporteerd.

  • 2.

    Het college van burgemeester en wethouders doet daarbij in ieder geval verslag van het aantal aanvragen, de aard van de aanvragen en eventuele aandachtspunten.

8. Hardheidsclausule

In zeer uitzonderlijke gevallen kan het college in de geest van deze regeling afwijken van deze verordening.

Ondertekening

Aldus besloten door de raad van de gemeente Lisse in zijn openbare vergadering van 19 maart 2009.
B. Blonk mevrouw C. Langelaar
griffier voorzitter

Toelichting

Huishoudens kunnen financieel in de problemen komen om verschillende redenen. Om er voor te

zorgen dat huishoudens niet tussen wal en schip raken voert de gemeente Lisse via de ISD Bollenstreek een zogenaamd armoedebeleid uit.

Er zijn allerlei regelingen waar mensen een beroep op kunnen doen als er onvoldoende inkomen is in een huishouden. Toch kan zich een situatie voordoen waarbij (bijzondere) bijstandsverlening door de ISD Bollenstreek niet mogelijk is, maar wel sprake is van een schrijnende noodsituatie. De gemeente Lisse vindt dat daar in aansluiting op de bestaande regelingen in voorzien moet worden. Daarvoor wordt een noodfonds opgericht.

Op basis van deze verordening is het college van burgemeester en wethouders aangewezen om de regeling uit te voeren. Het college heeft deze bevoegdheid gemandateerd aan de Intergemeentelijk Sociale Dienst. Onzeker is in hoeverre en beroep op de regeling zal worden gedaan. In het noodfonds is € 30.000,- gestort en in deze verordening wordt bepaald dat bijdragen slechts kunnen worden verstrekt voor zover het budget toereikend is.