Regeling vervallen per 17-10-2017

Verordening op de monumentencommissie Lisse 2006

Geldend van 01-01-2007 t/m 16-10-2017

Intitulé

Verordening op de monumentencommissie Lisse 2006

De raad van de gemeente Lisse;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 24 oktober 2006,

gelet op artikel 147 van de Gemeentewet, artikel 1 van de Monumentenverordening 2006 en de artikelen 12, 14 en 15 van de Monumentenwet 1988,

besluit

vast te stellen de volgende Verordening op de monumentencommisste Lisse 2006.

TAAKOMSCHRIJVING

Artikel 1

De Monumentencommissie heeft tot taak het college op verzoek of uit eigener beweging van voorlichting en advies te dienen over aangelegenheden die van belang zijn voor de behartiging van de monumentenzorg.

Artikel 2

Bij het uitbrengen van haar adviezen laat de monumentencommissie zich uitsluitend leiden door overwegingen van geschiedkundig, architectonisch, volkskundig en wetenschappelijk belang, dan wel door overwegingen verband houdende met de uiterlijke verschijningsvormen.

De leden houden rekening met het Charter van Venetië.

SAMENSTELLING

Artikel 3

  • 1.

    De monumentencommissie bestaat uit ten minste vier en ten hoogste vijf leden.

  • 2.

    De commissie is bevoegd om deskundigen, niet/leden van de commissie, uit te nodigen om vergaderingen bij te wonen, teneinde haar van voorlichting te dienen.

  • 3.

    Het college kan aan de commissie een ambtelijk secretaris toevoegen.

BENOEMING

Artikel 4

  • 1.

    De benoeming van de in artikel 3, eerste lid, genoemde leden geschiedt door het college.

  • 2.

    De commissie is samengesteld uit twee vertegenwoordigers van plaatselijke cultuurhistorische organisaties, één vertegenwoordiger van de Welstandscommissie, aangevuld met één of twee onafhankelijke deskundigen op het gebied van de Monumentenzorg.

  • 3.

    De leden die in de Monurnentencommissie zitting hebben namens een plaatselijke cultuurhistorische organisatie of de Welstandscommissïe, kunnen zich laten vertegenwoordigen door een plaatsvervanger.

  • 4.

    De leden kunnen te allen tijde ontslag nemen en dienen dit schriftelijk in bij het college.

  • 5.

    De leden van de Monumentencommissie treden na verloop van een periode, die gelijk loopt met de zittingsperiode van het college, af. Zij zijn onmiddellijk herbenoembaar.

  • 6.

    De leden van de commissie als bedoeld in artikel 3, eerste lid, ontvangen een door het college vast te stellen vergoeding.

WIJZE VAN VERGADEREN EN BESLUITVORMING

Artikel 5

  • 1.

    De onafhankelijke deskundige op het gebied van de Monumentenzorg is de voorzitter van de commissie. Wanneer er twee onafhankelijke deskundigen op het gebied van de Monumentenzorg in de commissie plaatsnemen, dan beslist de commissie welke van de twee deskundigen voorzitter is.

  • 2.

    Onverminderd de bevoegdheid van het college om ter zake voorschriften te geven, regelt de commissie zelf haar wijze van werken, zulks met inachtneming van de bepalingen van deze verordening.

  • 3.

    De vergaderingen van de Monumentencommissie zijn in beginsel openbaar, tenzij de commissie anders besluit.

  • 4.

    De commissie vergadert zo dikwijls de voorzitter of twee of meer leden dit nodig achten. De oproep voor de vergadering geschiedt namens de voorzitter door de secretaris.

  • De te behandelen onderwerpen worden in de oproepingsbrief vermeld.

  • 5.

    De commissie vergadert slechts indien tenminste de helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is. Wanneer het vereiste aantal niet is opgekomen, moet een nieuwe vergadering worden belegd, waarin de dan aanwezige leden over de aanhangige onderwerpen beraadslagen en adviseren.

Artikel 6

  • 1.

    Stemgerechtigd zijn slechts de in artikel 3, eerste lid, genoemde leden of hun plaatsvervangers.

  • 2.

    De besluiten worden genomen bij meerderheid van stemmen. Bij het staken van de stemmen vindt herstemming plaats in de volgende vergadering. Staken dan de stemmen wederom, dan is de stem van de voorzitter beslissend.

Artikel 7

De monumentencommissie is bevoegd om van de aanvra(a)g(st)er van een vergunning als bedoeld in artikel 11 van de Monumentenwet 1988, dan wel artikel 9, tweede lid, van de Monumentenverordening 2006, overlegging te verlangen van tekeningen en al dat gene dat door haar als noodzakelijk wordt geacht voor een volledige beoordeling van het in behandeling te nemen object.

Artikel 8

Indien de Monumentencommissie dit voor een juiste beoordeling van de vergunning als bedoeld in artikel 11 van de Monumentenwet 1988, dan wel artikel 9, lid 2, van de Monumentenverordening 2006, noodzakelijk acht, is zij bevoegd de aanvra(a)g(st)er en diens gemachtigde in de gelegenheid te stellen de aanvraag mondeling ter vergadering toe te lichten.

Artikel 9

  • 1.

    De Monumentencommissie brengt schriftelijk advies uit aan het college. Dit advies wordt voorzien van de argumenten, die tot haar oordeel hebben geleid, tenzij sprake is van een onvoorwaardelijke goedkeuring. Het advies wordt ondertekend door de voorzitter.

  • 2.

    Een afschrift van dit advies wordt toegezonden aan de aanvra(a)g(st)er van de vergunning als bedoeld in artikel 11 van de Monumentenwet 1988, dan wel artikel 9, tweede lid, van de gemeentelijke Monumentenverordening 2006. Indien de vergunning wordt aangevraagd door een ander dan de eigenaar, dan ontvangt ook de eigenaar een afschrift van het advies.

Artikel 10

De commissie is bevoegd in zaken van minder gewicht of van spoedeisende aard haar bevoegdheden aan één of meer van haar leden te delegeren. Van die delegatie wordt in het advies melding gemaakt.

Artikel 11

  • 1.

    Het verslag dat van elke commissievergadering wordt gemaakt, wordt toegezonden aan de leden en het college.

  • 2.

    De Monumentencommissie brengt ieder jaar verslag uit van haar werkzaamheden aan het college en aan de raad.

Artikel 12

In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, alsmede bij gerezen geschillen, beslist het college, doch niet dan na de Monumentencommissie te hebben gehoord.

Artikel 13

Deze verordening kan worden aangehaald als de 'Verordening op de Monumentencommissie Lisse 2006'.

Deze verordening treedt in werking overeenkomstig het bepaalde in artikel 15, tweede lid, van de Monumentenwet 1988.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de gemeenteraad van 23 november 2006.
B. Blonk, griffier
C. Langelaar, voorzitter