Bezoldigingsregeling

Geldend van 14-03-2011 t/m heden

Intitulé

Bezoldigingsregeling

Bezoldigingsregeling

Artikel 1 Begripsbepalingen

Begripsomschrijving

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

  • a

    Medewerker:De ambtenaar in de zin van artikel 1:1 lid 1 sub a van de CAR, en aangesteld bij de gemeente Lisse.

  • b

    Bezoldiging:De bezoldiging als bedoeld in artikel 3:1, lid 2, onderdeel c CAR, zijnde: Het salaris vermeerderd met de aan de betreffende medewerker toegekende emolumenten en toelagen voor zover deze van structurele aard zijn, alsmede de waarnemingtoelage en functioneringstoelage. Er is sprake van structurele toelagen en/of emolumenten wanneer deze voor onbepaalde tijd zijn toegekend of wanneer deze gedurende langere periode in een bepaald patroon zijn te herkennen.

  • c

    Salaris:Het bedrag van de schaal die aan de medewerker is toegekend.

  • d

    Toelagen:Alle toelagen die in deze regeling zijn genoemd en waarop aanspraak bestaat.

  • e

    Schaal:Een opklimmende reeks van bedragen ter bepaling van het salaris voor een functie.

  • f

    Salarisschaal:De schaal als bedoeld in artikel 3:1 lid 2 sub a en bijlage IIa van de CAR.

  • g

    Periodiek:Een aanduiding zijnde het getal dat bij de salarisschaal in bijlage IIa van de CAR is opgenomen.

  • h

    Maximumsalaris:Het hoogste bedrag van een salarisschaal.

  • i

    Uurloon:Het uurloon als bedoeld in artikel 1:1 lid 1 sub o van de CAR.

  • j

    Salarisperspectief:Het maximum van de schaal die aan de functie is verbonden.

  • k

    Volledige betrekking:Een betrekking waarbij de arbeidsduur per jaar ten hoogste 1836 uur bedraagt en de formele arbeidsduur per week 36 uur bedraagt.

  • l

    Functie:Het samenstel van werkzaamheden volgend uit de taken van de vastgestelde functiebeschrijving van de medewerker.

  • m

    Passende arbeid:Arbeid die de ambtenaar redelijkerwijs in verband met zijn persoonlijkheid, zijn omstandigheden en de voor hem bestaande vooruitzichten kan worden opgedragen.

  • n

    Geschikte functie:Algemeen geaccepteerde arbeid waartoe de ambtenaar met zijn kracht en bekwaamheid in staat is.

  • o

    De vastgestelde personeelsbeoordeling:De beoordeling van de betrokken medewerker over de wijze waarop de medewerker zijn functie of taken heeft vervuld gedurende het beoordelingstijdvak.

  • p

    BHV-er:De medewerker die door het college is aangewezen als bedrijfshulpverlener en in het bezit is van een geldig basis diploma Bedrijfshulpverlening.

Artikel 2 Recht op salaris

Lid 1

Een medewerker heeft recht op salaris vanaf het moment dat de aanstelling van de medewerker ingaat. Als in het aanstellingsbesluit of de arbeidsovereenkomst geen ingangsdatum is opgenomen, ontstaat het recht op salaris met ingang van de dag dat de medewerker begint met zijn werkzaamheden.Op de dag dat het ontslag ingaat eindigt het recht op salaris.

Lid 2

De uitbetaling van het salaris is rond de 20e van de maand.

Lid 3

Wanneer het salaris of een toelage moet worden berekend over een gedeelte van een maand, wordt het bedrag per dag vastgesteld door het maandbedrag te delen door het aantal kalenderdagen van die maand.

Artikel 3 Salaris bij deeltijd

Het salaris van de medewerker die in deeltijd werkt wordt vastgesteld naar evenredigheid van het salaris bij een volledige betrekking.

Artikel 4 Bepalen salarisschaal

Lid 1

De salarissen van de medewerkers waarvan het salaris niet bij of krachtens de wet is geregeld, worden vastgesteld op de bedragen volgens de salarisschalen in bijlage IIa van de CAR/UWO.

Lid 2

Het college stelt de waardering van een functie vast op basis van de beschrijving van de functie.

Lid 3

Anders dan bij het aanvaarden van passende of geschikte arbeid, dan wel bij wijze van disciplinaire straf, als bedoeld in de CAR/UWO kan zonder voorafgaand ontslag voor een ambtenaar geen salarisschaal gaan gelden met een lager maximumsalaris dan dat van de reeds voor hem geldende salarisschaal.

Artikel 5 Salaris bij indiensttreding, interne overplaatsing en aanvaarding nieuwe functie

Lid 1

Als een medewerker (nog) niet voldoet aan de eisen die aan de functie zijn gesteld, kan het salaris bepaald worden op een salarisschaal met een lager maximumsalaris dan het maximum van de voor de functie geldende salarisschaal.

Lid 2

Een medewerker die intern een andere functie heeft verworven krijgt een extra periodiek. Dit geldt ook als lid 1 wordt toegepast en de medewerker al op het maximum van deze lagere schaal wordt bezoldigd.In dat geval ontvangt de medewerker een toelage per maand, ter hoogte van het verschil tussen trede 10 en 11 van zijn huidige schaal.(zie besluit 8 mei 2007)

Artikel 6 Toekenning periodieke verhoging

Lid 1

Bij voldoende functioneren krijgt de medewerker jaarlijks een periodieke verhoging, zolang hij/zij het maximum van de schaal nog niet heeft bereikt.

Lid 2

Voor nieuwe medewerkers wordt de periodieke verhoging toegekend op de eerste dag van de maand waarin de aanstelling een jaar is verstreken en nadien telkens na een jaar.

Lid 3

Voor de medewerkers die voor 24 april 2007 in dienst waren, worden de periodieke verhogingen jaarlijks toegekend op de eerste dag van de maand januari.

Lid 4

Lid 2 is eveneens van toepassing op medewerkers die in een andere functie worden geplaatst met een beter salarisperspectief.

Artikel 7 Niet toekennen periodieke verhoging

Lid 1

Bij onvoldoende bekwaamheid, geschiktheid of ijver van de medewerker, zoals blijkt uit de vastgestelde personeelsbeoordeling, krijgt de medewerker gedurende een jaar geen periodieke verhoging.

Lid 2

Als er in een betreffend jaar niet meer dan zes maanden arbeid is verricht, kan het college bepalen, dat niet kan worden vastgesteld of sprake is van voldoende functioneren in de zin van artikel 6, lid 1.

Lid 3

Bij toepassing van het eerste en of tweede lid van dit artikel, krijgt de medewerker minimaal twee maanden van te voren schriftelijk bericht. Hierin is de reden van het betreffende besluit vermeld.

Artikel 8 Extra periodieke verhoging

Lid 1

Aan de medewerker, die het maximumsalaris van zijn schaal nog niet heeft bereikt, kan een extra periodieke verhoging worden toegekend. Het salarisbedrag mag niet uitgaan boven het maximumsalaris.De toekenning vindt plaats op grond van zeer goede of uitstekende vervulling van de functie blijkend uit de vastgestelde personeelsbeoordeling.

Lid 2

Bij de toepassing van het vorige lid blijft het tijdstip, waarop volgens artikel 6, lid 2 en 3 van deze regeling, een salarisverhoging zou moeten worden toegekend, ongewijzigd.

Artikel 9 Salarisverhoging bij bevordering naar een hogere schaal

Lid 1

Wanneer voor de medewerker een schaal gaat gelden met een hoger maximumsalaris, wordt het salaris in de nieuwe schaal vastgesteld op een bedrag, gelegen onmiddellijk boven het salaris, dat de medewerker in de oude schaal zou hebben genoten. Indien deze overschaling tegelijkertijd plaatsvindt met een periodieke verhoging vindt eerst de overschaling plaats en wordt vervolgens de periodieke verhoging toegepast.

Lid 2

Bij toepassing van het eerste lid van dit artikel wordt het nieuwe salaris met één (1) periodiek verhoogd, indien het naast hoger gelegen salaris in de nieuwe schaal een groei van minder dan 75% bedraagt ten opzichte van het verschil tussen de laatste periodieken van de oude schaal.

Artikel 10 Gratificatie

Lid 1

Indien een medewerker een uitstekende individuele prestatie heeft geleverd, kan door het college een gratificatie als bedoeld in artikel 15:1:28 van de CAR/UWO worden toegekend.De toekenning van een gratificatie volgens lid 2 b of c vindt plaats op grond van zeer goede of uitstekende vervulling van de functie blijkend uit de vastgestelde beoordeling.

Lid 2

  • a

    Voor een prestatie met een relatief korte tijdsbesteding geldt de schouderklop. In de praktijk wordt dit vorm gegeven door middel van een bos bloemen of een vergelijkbare traktatie.

  • b

    Voor een prestatie met een middellange termijnbesteding, 3 maanden tot 6 maanden, bedraagt de gratificatie € 320,90 (peildatum 1 juni 2008).

  • c

    Voor een prestatie die langer dan een half jaar heeft geduurd bedraagt de gratificatie

  • d

    € 641,81 (peildatum 1 juni 2008).

Lid 3

De gratificatie wordt netto uitgekeerd.

Lid 4

Een deeltijder ontvangt de gratificatie naar evenredigheid van de omvang van de dienstbetrekking.

Artikel 11 Groepsgratificatie

Lid 1

Aan een groep medewerkers die een uitstekende collectieve prestatie heeft geleverd, kan het college een groepsgratificatie toekennen.

Lid 2

De hoogte van een groepsgratificatie bedraagt maximaal € 53,79 (peildatum 1 juni 2008) euro per persoon.

Lid 3

De gratificatie wordt netto uitgekeerd of in natura.

Artikel 12 Persoonlijke toelage na bereiken maximum schaal

Lid 1

Aan de medewerker die het maximum van zijn schaal heeft bereikt, kan een persoonlijke toelage worden toegekend, volgens artikel 3:7:8 van de CAR-UWO, indien betrokkene meerdere jaren uitstekend heeft gefunctioneerd. Dit moet blijken uit de twee laatst vastgestelde beoordelingen, die minimaal een beoordelingstijdvak van 2 jaar beslaat.

Lid 2

De in het eerste lid bedoelde toelage bedraagt maximaal het bedrag gelijk aan het verschil tussen de twee laatste treden in die schaal.

Lid 3

De in het eerste lid bedoelde toelage wordt ingetrokken, indien de gronden waarop de toelage werd toegekend niet meer aanwezig zijn. Dit moet blijken uit de vastgestelde beoordeling.

Artikel 13 Toelage voor onregelmatige dienst

Lid 1

Aan de medewerker voor wie een lager maximum schaal geldt dan schaal 7 en de werktijden zijn vastgesteld conform artikel 3:3 van de CAR wordt maandelijks een toelage toegekend.

Lid 2

De hoogte van de toelage is gelijk aan twee inconveniëntenregels. (zie artikel 14, lid 2)

Artikel 14 Inconveniëntentoelage

Lid 1

Aan de medewerker die is belast met het verrichten van vuil, zwaar of onaangenaam werk, wordt een toelage toegekend. De hoogte van de toelage wordt gerelateerd aan het deel van de werktijd waarin de betrokken medewerker deze werkzaamheden verricht:

  • a

    voor eenderde deel van de werktijd: één inconveniëntenregel per maand;

  • b

    voor tweederde deel van de werktijd: twee inconveniëntenregels per maand;

  • c

    bij de volledige werktijd: drie inconveniëntenregels per maand.

Lid 2

Een inconveniëntenregel bedraagt € 55,30 (peildatum 1 juni 2008).

Artikel 15 Bereikbaarheids- en beschikbaarheidsdienst

Lid 1

De medewerker ontvangt een toelage als hij is aangewezen om zich buiten de werktijdenregeling als bedoeld in artikel 4:1 en 4:2 van de CAR, volgens een rooster bereikbaar en beschikbaar te houden om bij oproep arbeid te verrichten.

Lid 2

De hoogte van de toelage op basis van lid 1 bedraagt € 132,21 (peildatum 1 juni 2008) per week.

Lid 3

De medewerker die is aangewezen om tijdens de jaarwisseling piketdienst te draaien ontvangt een toelage van € 54,01 (peildatum 1 juni 2008) per dienst.

Lid 4

De medewerker voor wie bij de vaststelling van de bezoldiging of bij de regeling van de overige rechtstoestand rekening is gehouden met bereikbaarheid- of beschikbaarheiddiensten komt niet in aanmerking voor een toelage zoals in dit artikel is bedoeld. (zie artikel 3:3:1 CAR-UWO)

Artikel 16 Arbeidsmarkttoelage

Lid 1

Aan de medewerker kan om redenen van werving of behoud een arbeidsmarkttoelage worden toegekend.

Lid 2

Voor behoud van een medewerker kan alleen een toelage worden toegekend bij voldoende functioneren, hetgeen moet blijken uit een vastgestelde beoordeling.

Lid 3

  • a

    De arbeidsmarkttoelage wordt voor maximaal één jaar toegekend.

  • b

    De arbeidsmarkttoelage eindigt op de vervaldatum, zoals bepaald volgens lid 3a.

  • c

    Wanneer de arbeidsmarktsituatie waarop de toelage is gebaseerd nog steeds bestaat, kan opnieuw een arbeidsmarkttoelage worden toegekend.

Lid 4

De hoogte van de arbeidsmarkttoelage bedraagt maximaal 10% van het salaris van de betrokken medewerker, met dien verstande dat de som van het salaris en de toelage het hoogste bedrag van de naast hogere schaal niet overschrijdt.

Artikel 17 Toelage bedrijfshulpverlening

Lid 1

De BHV-er ontvangt maandelijks een vergoeding bij het salaris. De hoogte bedraagt € 9,84 (peildatum 1 januari 2008) en is gerelateerd aan de BHV-vergoeding van de Rijksoverheid.

Lid 2

Bij het niet behalen van het Basisdiploma Bedrijfshulpverlening of niet-succesvol doorlopen van de jaarlijkse herhalingscursus Bedrijfshulpverlening, vervalt het officiële diploma en vervalt de aanwijzing als bedrijfshulpverlener. De ingangsdatum die wordt gehanteerd is 1 januari van het daarop volgende kalenderjaar en per dezelfde datum wordt de BHV-toelage beëindigd.

Artikel 18 Presentiegeld

Lid 1

De medewerker die is uitgenodigd voor het bijwonen van een raads- of commissievergadering, komt in aanmerking voor een vergoeding.

Lid 2

Uitbetaling vindt plaats op basis van de presentielijst, waarop de medewerker voor aanwezigheid heeft getekend.

Lid 3

De hoogte van de vergoeding is gelijk aan de vastgestelde maximumvergoeding voor het bijwonen van vergaderingen voor leden van gemeentelijke commissies bij besluit van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Lid 4

De medewerker, die een raads- of commissievergadering moet bijwonen en de avondmaaltijd niet thuis gebruikt, krijgt een maaltijdvergoeding volgens artikel 22.

De medewerker die de avondmaaltijd wel thuis gebruikt, krijgt de reiskosten vergoed op basis van de reiskostenregeling woon- werkverkeer.

Artikel 19 Toelage waarneming leidinggevende

Medewerkers die zijn benoemd als waarnemend afdelingshoofd ontvangen maandelijks een bruto vergoeding van € 30,-- .

Artikel 20 Garantieregelingen

Lid 1

De medewerker die als gevolg van een functiewaarderingstraject of anderszins in een lagere schaal is geplaatst blijft een toelage ontvangen tot het niveau van zijn eerdere schaal.

Lid 2

De toegekende garantietoelagen volgen de algemene salarisstijging voor het gemeentelijke personeel.

Lid 3

Bij bevordering naar een hogere schaal wordt het bedrag van de garantietoelage geïncorporeerd in het toe te kennen salaris en vervalt gelijktijdig de garantietoelage.

Artikel 21 Afbouwtoelage

Aan de medewerker wiens bezoldiging een blijvende verlaging ondergaat als gevolg van het buiten zijn toedoen beëindigen of verminderen van een toelage, als bedoeld in de artikelen 13, 14, 15, 17 en 19 kent het college een afbouwtoelage toe, waarbij in 3 achtereenvolgende perioden van 12 maanden een overgangstoelage wordt verleend van respectievelijk 75%, 50% en 25% van de toelage die komt te vervallen” Bij de berekening wordt het gemiddelde van de laatste 13 weken gehanteerd.

Artikel 22 Maaltijdvergoeding en vergoeding consumpties en logies

Lid 1

Een vergoeding voor een maaltijd bij overwerk of werken tijdens de avondopenstelling Gemeentewinkel wordt verstrekt.

Lid 2

De werkelijk gemaakte kosten bij overwerk of werken tijdens avondopenstelling Gemeentewinkel worden vergoed tot het maximum van het gestelde in lid 5.

Lid 3

De werkelijk gemaakte kosten voor een maaltijd, consumpties en logies bij studie worden vergoed tot het maximum van het gestelde in lid 5.

Lid 4

Bij toepassing van lid 1 en lid 3 moet de medewerker de betalingsbewijzen overleggen om aan te tonen dat de kosten werkelijk zijn gemaakt. De leidinggevende moet de declaratie van het betalingsbewijs ondertekenen.

Lid 5

De hoogte van de vergoedingen zijn gerelateerd aan de bedragen uit de reisregeling Binnenland.

kleine uitgaven overdag

€ 3,98

kleine uitgaven ’s avonds

€ 11,90

lunch

€ 12,56

avondmaaltijd

€ 19,--

logies

€ 75,67

ontbijt

€ 7,39

(peildatum 1 januari 2009 )

Artikel 23 Reiskostenvergoeding

Lid 1

Om in aanmerking te komen voor een reiskosten vergoeding bij overwerk of werken tijdens de avondopenstelling moeten extra reiskosten zijn gemaakt om naar het werk te komen.Dit is aan de orde wanneer een medewerker op en neer reist van het werk naar huis om na de middagopenstelling ’s avonds terug te komen voor het verrichten van overwerk.

Lid 2

De reiskosten die worden gemaakt worden vergoed op basis van de reiskostenregeling voor woonwerkverkeer.

Artikel 24 Bezoldiging bij ziekte

Het bedrag van de bezoldiging volgens artikel 7:8:1 CAR wordt vastgesteld op basis van de genoten bezoldiging in de laatste 3 maanden voorafgaand aan de eerste ziektedag.

Artikel 25 Onvoorziene gevallen

In incidentele gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet, treft het college een bijzondere voorziening.

Artikel 26 Inwerkingtreding

Lid 1

Deze regeling treedt in werking op 1 mei 2009 en kan worden aangehaald als “Bezoldigingsregeling Gemeente Lisse 2009”.

Lid 2

De bezoldigingsverordening, vastgesteld op 24 april 2007, de regeling BHV-toelage vastgesteld op 1 januari 2003, het besluit van 29 januari 1991, het besluit 5276 van 19 november 1996; het besluit 2592 van 18 mei 2004 en 4 mei 1994 en 8 mei 2007 worden ingetrokken.

Bezoldigingsregeling

Inhoud

In de bezoldigingsregeling zijn regels opgenomen die de gemeente gebruikt voor de bepaling van het salaris, periodieke verhoging, flexibele beloning en diverse toelagen en vergoedingen. Het begrip bezoldiging verschilt van het begrip salaris. De bezoldiging is namelijk het salaris vermeerderd met de toegekende emolumenten en de toelagen met een structureel karakter. Ook de waarnemingtoelage en functioneringstoelage vallen onder het begrip bezoldiging.

Salaris

Het recht op salaris ontstaat vanaf het moment dat de aanstelling ingaat en eindigt op de dag van ontslag. De salarissen zijn gebaseerd op de salarisschalen zoals de CAR/UWO deze voorschrijft in de bijlage IIa. Als je bij indiensttreding nog niet voldoet aan de eisen die de functie stelt dan kun je in een lagere salarisschaal worden ingedeeld. De salarissen worden rond de 20e van elke maand uitbetaald.

Periodieke verhoging

Als je het maximum van je schaal nog niet hebt bereikt en je voldoende hebt gefunctioneerd dan heb je recht op een jaarlijkse periodieke verhoging. Als uit de vastgestelde personeelsbeoordeling blijkt dat je onvoldoende hebt gepresteerd dan krijg je gedurende een jaar geen periodieke verhoging. Maar als blijkt dat je de functie zeer goed of uitstekend hebt vervuld dan kan een extra periodiek worden toegekend. Bij bevordering naar een hogere schaal gelden specifieke regels.

Flexibele beloning

Als je een uitstekende prestatie hebt geleverd dan kun je in aanmerking komen voor een extra beloning. Afhankelijk van de situatie kan een (groeps)gratificatie of persoonlijke toelage aan je worden toegekend.

Overige toelagen en vergoedingen

In bepaalde situaties en functies kun je recht hebben op specifieke toelagen of vergoedingen. Dit zijn toelagen voor onregelmatige dienst, inconveniënten, bereikbaarheids- en beschikbaarheidsdienst en bedrijfshulpverlening. Daarnaast kent de gemeente presentiegeld, een arbeidsmarkttoelage, een afbouwtoelage, een toelage waarneming leidinggevende, garantieregelingen, een maaltijdvergoeding en vergoeding consumpties en logies alsmede een reiskostenvergoeding.

Meer informatie kun je vinden in de Bezoldigingsregeling gemeente Lisse 2009.