Uitvoeringsbesluit graven, asbezorging, gedenkplaatsen en grafbedekkingen gemeente Lochem 2011

Geldend van 01-06-2011 t/m heden

Intitulé

Uitvoeringsbesluit graven, asbezorging, gedenkplaatsen en grafbedekkingen gemeente Lochem 2011

uitvoeringsbesluit graven, asbezorging, gedenkplaatsen en grafbedekkingen gemeente Lochem 2011

Het college van de gemeente Lochem;

gelet op artikel 11, tweede lid, artikel 16, derde lid en artikel 19, derde lid van de Beheersverordening begraafplaatsen;

besluit vast te stellen:

de volgende nadere regels voor de graven, asbezorging, gedenkplaatsen en grafbedekkingen.

Artikel 1. Begripsbepalingen

Deze nadere regels verstaan onder:

  • a.

    graf: een zandgraf of keldergraf;

  • b.

    grafkelder: een betonnen of gemetselde constructie waarin een of meerdere lijken worden begraven of asbussen worden bijgezet; grafkelders kunnen onderdeel zijn van een bovengrondse muur of wand;

  • c.

    asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

  • d.

    urn: een voorwerp ter berging van een of meer asbussen;

  • e.

    particulier graf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • 1.

      het doen begraven en begraven houden van lijken;

    • 2.

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • 3.

      het doen verstrooien van as;

  • f.

    algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

  • g.

    particulier urnengraf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • 1.

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • 2.

      het doen verstrooien van as;

  • h.

    particuliere urnennis: een nis waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • i.

    particuliere gedenkplaats: een plaats waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend om overledenen te gedenken;

  • j.

    grafbedekking: gedenkteken, omranding en winterharde grafbeplanting op een graf, nis, gedenkplaats of verstrooiingsplaats;

  • k.

    gedenkteken: voorwerp (steen, zerk of ander monument) op het graf of nis, daaronder begrepen kettingen en hekwerken;

  • l.

    grafbeplanting: winterharde beplanting.

Artikel 2. Indeling en uitgifte van de graven en de bezorging van as

  • 1. De graven worden onderverdeeld in:

  • a. algemene graven waarin gelegenheid wordt gegeven om lijken te begraven voor de tijd van tien jaren;

  • b. particuliere graven uitgegeven voor de tijd van twintig jaren, bestemd voor het begraven van ten hoogste twee lijken, dan wel het plaatsen van ten hoogste vier asbussen met of zonder urn(en) of het doen verstrooien van de as van ten hoogste vier overledenen.

  • c. particuliere urnengraven uitgegeven voor de tijd van twintig jaren, bestemd voor het daarin bijzetten van ten hoogste vier asbussen met of zonder urn(en), dan wel het doen verstrooien van de as van ten hoogste vier overledenen.

  • d. particuliere urnennissen uitgegeven voor de tijd van twintig jaren, bestemd voor de bijzetting van ten hoogste twee asbussen met of zonder urn(en).

  • 2. De graven hebben een afmeting van 200 x 100 centimeter. Urnengraven hebben een afmeting van 75 x 75 centimeter.

Artikel 3. Gedenkplaatsen

Particuliere gedenkplaatsen worden uitgegeven voor de tijd van twintig jaren.

Artikel 4. Aanvraag vergunning grafbedekking

  • 1. Bij de schriftelijke aanvraag voor vergunning tot het hebben van grafbedekking behoort een werktekening te worden ingediend.

  • 2. Op deze werktekening dienen tenminste voor te komen, voor zover van toepassing:

  • a. een boven-, voor- en zijaanzicht met alle hoogte-, breedte-, dikte- en lengtematen;

  • b. de soort, kleur en bewerking van het te gebruiken materiaal;

  • c. de vermelding of de letters etcetera ingehakt, opgehakt of van metaal zijn;

  • d. de woordindeling van het opschrift en de plaats van figuratie(s);

  • e. het materiaal van de fundering en de wijze van bevestiging van het gedenkteken daarop.

Artikel 5. Aanvraag vergunning grafkelder

  • 1. Bij de schriftelijke aanvraag voor vergunning tot het hebben van een grafkelder behoort een werktekening te worden ingediend.

  • 2. Op deze werktekening dienen ten minste voor te komen:

  • a. een boven-, voor- en zijaanzicht met alle hoogte-, breedte-, dikte- en lengtematen;

  • b. de soort, kleur en bewerking van het te gebruiken materiaal;

  • 3. De constructie van de grafkelder dient zodanig te zijn dat lucht tot de grafruimte kan toetreden en hieruit ook afgevoerd kan worden. De afgevoerde lucht mag geen hinder veroorzaken..

Artikel 6. Beslissing op aanvraag

De beslissing op de aanvraag vergunning wordt door burgemeester en wethouders schriftelijk medegedeeld.

Artikel 7. Gedenkteken en omranding

  • 1. Voor de gedenktekens en omranding mogen alleen duurzame materialen worden gebruikt, zoals natuursteen, metaal, keramiek, duurzame kunststoffen of een duurzame houtsoort.

  • 2. De lengte en de breedte van het gedenkteken mogen die van het graf niet overschrijden. De maximale hoogte van een gedenkteken is 100 centimeter boven het maaiveld.

  • 3. De onderdelen moeten vast aan het gedenkteken zijn verbonden.

Artikel 8. Losse bloemen en planten

Op een graf kunnen potplanten en bloemen in vazen worden geplaatst. Het is toegestaan op een graf losse bloemen te leggen. Op een graf mogen éénjarige gewassen worden geplant.

Artikel 9. Winterharde gewassen

De winterharde gewassen die op de graven worden geplant mogen bij volle wasdom de voor het graf beschikbare oppervlakte niet overschrijden of moeten door snoeien binnen de oppervlakte kunnen worden gehouden. De maximale hoogte voor beplanting is 100 centimeter.

Artikel 10. Intrekking oude regeling

Het Uitvoeringsbesluit graven, asbezorging en grafbedekkingen gemeente Lochem 2005, vastgesteld op 4 januari 2005, wordt ingetrokken.

Artikel 11. Slotbepalingen

  • 1.

    Deze nadere regels treden in werking op 1 juni 2011.

  • 2.

    In gevallen waarin deze regels niet voorzien of bij twijfel omtrent toepassing van deze regels beslist het college van burgemeester en wethouders.

  • 3.

    Deze nadere regels kunnen worden aangehaald als: Uitvoeringsbesluit begraafplaatsen 2011.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van burgemeester en wethouders van 4 april 2011.

De secretaris, drs. J. ten Brinke

De voorzitter, F.J. Spekreijse