Regeling vervallen per 01-01-2016

Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting 2015

Geldend van 18-12-2014 t/m 31-12-2015

De raad van de gemeente Lochem;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 30-9-2014;

gelet op artikel 228 van de Gemeentewet;

B E S L U I T:

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting 2015

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    'dag': de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur;

  • b.

    'week': een aaneengesloten periode van zeven dagen.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam 'precariobelasting' wordt een belasting geheven ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond.

Artikel 3 Belastingplicht

De belasting wordt geheven van degene die een of meer voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, heeft.

Artikel 4 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven voor het hebben van voorwerpen op of boven gemeentegrond:

  • 1.

    waarvan de aanwezigheid door de gemeente op grond van een overeenkomst of anderszins rechtens moet worden gedoogd;

  • 2.

    op de los- en laadplaats aan het Twenthekanaal;

  • 3.

    op de marktplaatsen gedurende de aangewezen marktdagen;

  • 4.

    tijdens niet-commerciële activiteiten van plaatselijke verenigingen en instellingen georganiseerd voor hun leden danwel de plaatselijke bevolking waarvoor een vergunning als bedoeld in artikelen 2.2 (optocht), 2.7 (feest, muziek,en wedstrijd op of aan de weg) en 2.25 (evenement) van de Algemene Plaatselijke Verordening is verleend.

Artikel 5 Maatstaf van heffing

  • 1. De heffingsmaatstaf voor de berekening van de belasting is het aantal vierkante meters ingenomen grondoppervlakte.

  • 2. Gedeelten van in deze verordening vermelde eenheden worden voor een geheel gerekend.

  • 3. Bij het hebben van voorwerpen onder gemeentegrond voor de openbare dienst bestemd wordt de oppervlakte bepaald op die uitgaande van een horizontale projectie van de voorwerpen.

  • 4. Bij het hebben van voorwerpen op of boven gemeentegrond voor de openbare dienst bestemd wordt de oppervlakte bepaald op die welke door de voorwerpen worden overdekt.

Artikel 6 Belastingtarief

  • 1. De belasting bedraagt € 0,73 per week voor elke m² ingenomen grondoppervlakte voor:

    • a.

      het afschutten van gebouwen, muren of erven, zomede het plaatsen van steigers of schoren met of zonder omtimmering;

    • b.

      de opslag van zand of bouwmaterialen inclusief schuttingen, schotten, schermen, heiningen, steigers of andere getimmerten;

    • c.

      de opslag van andere grond of goederen, van welke aard ook;

    • d.

      het plaatsen van timmer-, kalk- of bergloodsen, ten behoeve van het stichten of veranderen van gebouwen;

    • e.

      voor het plaatsen van loodsen, geheel of gedeeltelijk dienende tot tijdelijke bewoning of voortzetting van nering of bedrijf.

  • 2. De belasting bedraagt € 0,57 per dag voor elke m² ingenomen oppervlakte voor het uitstallen van goederen, koopwaren of het plaatsen van wagens, karren, dissen of andere installaties ten behoeve van het uitstallen of ten verkoop aanbieden van goederen of koopwaren van welke aard ook, al of niet gepaard gaande met de verkoop daarvan. 

Artikel 7 Wijze van heffing

De belasting wordt geheven bij wege van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempeldruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 8 Termijnen van betaling

  • 1. De belasting moet, in afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990, worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 7:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 14 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 9 Kwijtschelding

Bij de invordering van de precariobelastingen wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de precariobelasting.

Artikel 11 Inwerkingtreding nieuwe en intrekking oude verordening

  • 1.

    De ‘Verordening precariobelasting 2014’, vastgesteld op 9-12-2013, wordt ingetrokken met ingang van de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking op de dag na die waarop zij is bekendgemaakt.

  • 3.

    In afwijking in zoverre van het in de voorgaande leden bepaalde, blijft, indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, de ingetrokken verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover terzake daarvan de heffing van de precariobelasting in die periode plaatsvindt.

  • 4.

    De datum van ingang van de heffing is 01-01-2015.

Artikel 12 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening precariobelasting 2015.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Lochem op 10 november 2014.

De griffier,

De voorzitter,

J.P. Stegeman

S.W. van ‘t Erve