Regeling vervallen per 16-06-2016

Financieel Besluit Wmo 2015

Geldend van 07-01-2015 t/m 15-06-2016 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2015

Intitulé

Financieel Besluit Wmo 2015

Financieel Besluit Wmo 2015

In deze bijlage treft u een overzicht aan van richtprijzen van voorzieningen die voor de uitvoering van de Wmo relevant zijn.

Overzicht tarieven pgb (uitgangspunt is het CBS loonindexcijfer van oktober van het lopend jaar gedeeld door het loonindexcijfer van oktober van het voorafgaande jaar.)

Huishoudelijke hulp

HV1

HV2

Familie/ Particulier/ Alfa

Organisatie

Familie/ Particulier/ Alfa

Organisatie

€ 15,16

€ 21,46

€ 18,42

€ 24,38

Minder dan 4 dagen hulp per week:

Kosten voor de gemeente zijn ziektegeld: verzekering; arbodiensten.

Méér dan 3 dagen hulp per week:

Kosten voor de gemeente zijn ziektegeld: verzekering, arbodiensten en loonadministratie.

Begeleiding

Pgb begeleiding via professionele organisatie, maximaal tarief natura verstrekking

Tarief natura

Pgb begeleiding via professionele organisatie, feestdagenuitkering eenmaal per jaar, maximaal

€ 272,00

Pgb begeleiding via particulier of niet professionele organisatie, maximaal per uur

€ 20,00

Pgb begeleiding via particulier <23 jaar, maximaal

(jeugd)loon

Pgb Logeeropvang via particulier of niet professionele organisatie, maximaal per etmaal

€ 30,00

Pgb reisonkostenvergoeding vanaf 6 kilometer met een maximum van 150 km per week, per km

€ 0,19

Eigen bijdrage

Hoofdstuk 4, artikel 14 van de Verordening Individuele Voorzieningen Wet maatschappelijke ondersteuning gemeente Lochem bepaalt dat de vaststelling van de eigen bijdrage bij een huishoudelijke voorziening in natura of een persoonsgebonden budget (PGB) te besteden aan huishoudelijke verzorging wordt uitgevoerd conform de maximale bedragen genoemd in artikel 3.1 van (Algemene maatregel van Bestuur) het Besluit maatschappelijke ondersteuning.

Artikel 3.1

  • 1.

    Indien de gemeenteraad uitvoering heeft gegeven aan de artikelen 2.1.4, eerste lid, onderdeel b, en 2.1.5, eerste lid, van de wet, mag de verschuldigde bijdrage in de kosten dan wel het totaal van de verschuldigde bijdragen in de kosten niet meer bedragen dan:

    • a.

      voor de ongehuwde persoon die de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, nog niet heeft bereikt € 19 per vier weken, met dien verstande dat indien zijn bijdrageplichtig inkomen meer bedraagt dan € 23.295 het bedrag van € 19 wordt verhoogd met een dertiende deel van 15% van het verschil tussen dat inkomen en € 23.295;

    • b.

      voor de ongehuwde die de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, heeft bereikt € 19 per vier weken, met dien verstande dat indien zijn bijdrageplichtig inkomen meer bedraagt dan € 16.456 het bedrag van € 19 wordt verhoogd met een dertiende deel van 15% van het verschil tussen dat inkomen en € 16.456;

    • c.

      voor de gehuwde personen indien een van beide de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, nog niet heeft bereikt of beiden die leeftijd nog niet hebben bereikt € 27,20 per vier weken, met dien verstande dat indien hun gezamenlijke bijdrageplichtig inkomen meer bedraagt dan € 29.174 het bedrag van € 27,20 wordt verhoogd met een dertiende deel van 15% van het verschil tussen dat gezamenlijke inkomen en € 29.174;

    • d.

      voor de gehuwde personen die beiden de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, hebben bereikt € 27,20 per vier weken, met dien verstande dat indien hun gezamenlijke bijdrageplichtig inkomen meer bedraagt dan € 22.957 het bedrag van € 27,20 wordt verhoogd met een dertiende deel van 15% van het verschil tussen dat gezamenlijke inkomen en € 22.957.

  • 2.

    De gemeenteraad kan de verschuldigde bijdrage, bedoeld in het eerste lid, voor alle in dat lid genoemde categorieën personen in gelijke mate verlagen:

    • a.

      door de in het eerste lid genoemde bedragen per vier weken of het percentage van 15 te verlagen, of

    • b.

      door de in het eerste lid genoemde bedragen betreffende het inkomen te verhogen.

  • 3.

    Bij de toepassing van het eerste lid en artikel 3.10, eerste lid, wordt per kalenderjaar uitgegaan van twaalf perioden van vier weken en een periode die, afhankelijk van resterende dagen, vier of vijf weken bedraagt.

  • 4.

    De bijdrage, bedoeld in het eerste lid en artikel 3.10, eerste lid, is niet verschuldigd:

    • a.

      indien de persoon aan wie een maatwerkvoorziening is verstrekt of zijn echtgenoot een bijdrage ingevolge de artikelen 4 of 14 van het Bijdragebesluit zorg verschuldigd is, of

    • b.

      indien het college, na advies van een instelling voor algemeen maatschappelijk werk, de Raad voor de Kinderbescherming of het AMHK, van oordeel is dat de verschuldigdheid hiervan kan leiden tot mishandeling, verwaarlozing of ernstige schade voor de opvoeding en ontwikkeling van een minderjarige, waarvan degene aan wie die maatwerkvoorziening is verstrekt de minderjarige of de ouder, bedoeld in artikel 1.1 van de Jeugdwet, is.

  • 5.

    Het eerste en tweede lid zijn niet van toepassing op de bijdrage in de kosten voor beschermd wonen of verblijf in een opvang.

Wmo vervoerskostenvoorziening

Normen Wmo vervoerskostenvoorzieningen per 1-1-2015

Per jaar

Per kwartaal

Verzorgingshuizen / gebruik eigen auto

€ 806,04

€ 201,51

Verzorgingshuizen, AWBZ-inrichting / gebruik taxi

€ 806,04

€ 201,51

Verzorgingshuizen, AWBZ-inrichting / gebruik rolstoeltaxi

€ 1.212,88

€ 303,22

Zelfstandig wonenden / gebruik eigen auto

€ 1.071,45

€ 267,86

Zelfstandig wonenden / gebruik taxi

€ 1.071,45

€ 267,86

Zelfstandig wonenden / gebruik rolstoeltaxi

€ 2.682,91

€ 670,73

Anke Marjolein basisbedrag

€ 244,30

€ 61,07

Overige Normvergoedingen

Normbedrag

Soort / duur

Sportrolstoel

€ 2.679,70

3 jaar

Financiële tegemoetkoming in de verhuiskosten

€ 3.417,93

Eenmalig

Voor de jaarlijkse aanpassing van de bedragen wordt de Consumentenprijsindex (CPI) van het Centraal Bureau voor de Statistiek gehanteerd (oktober 2014 gedeeld door oktober 2013: 116,34/115,13=1,0105)