Regeling vervallen per 01-01-2020

Regeling Opleidingsfaciliteiten Lochem

Geldend van 25-01-2016 t/m 31-12-2019 met terugwerkende kracht vanaf 03-04-2012

Intitulé

Regeling Opleidingsfaciliteiten Lochem

Opleidingsfaciliteiten

Regeling opleidingsfaciliteiten

Inhoudsopgave

  • Artikel 1 Definitiebepalingen

  • Artikel 2 Verplicht volgen van opleiding/scholing (opleidingsnoodzaak)

  • Artikel 3 Scholing voornamelijk in het belang van de medewerker (opleidingsbehoefte)

  • Artikel 4 Scholing uitsluitend in het belang van de medewerker

  • Artikel 5 Loopbaanadvies

  • Artikel 6 De aanvraag van de scholing

  • Artikel 7 Voorwaarden

  • Artikel 8 Terugbetaling

  • Artikel 9 Hardheidsclausule

  • Artikel 10 Verschil van mening over de toepassing van de scholingsregeling

  • Artikel 11 Inwerkingtreding, citeertitel en publicatie

Artikel 1 Definitiebepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a

    CAR/UWO (collectieve arbeidsvoorwaardenregeling sector gemeenten/uitwerkingsovereenkomst)

  • b

    Medewerker: de ambtenaar, die op grond van het CAR-UWO is aangesteld en werkzaam is bij de gemeente Lochem;

  • c

    Leidinggevende:het afdelingshoofd (voor medewerkers) of de directie (voor afdelingshoofden) die krachtens de bij de gemeente geldende mandaatregelingen bevoegd is tot het nemen van besluiten op grond van deze regeling;

  • d

    Scholing/opleiding: een studie, opleiding, scholing, cursus, training, seminar, congres of workshop, mits het doel daarvan is om onder begeleiding een vergroting of verandering van beroepsgerelateerde kennis, algemene vaardigheden en/of competenties te verkrijgen;

  • e

    Scholingskosten:

    • -

      voor het volgen van de scholing noodzakelijk gemaakte kosten voor inschrijving, studiemateriaal en les- en examengeld;

    • -

      voor het volgen van de scholing noodzakelijk gemaakte reis- en verblijfkosten;

  • f

    Scholingsverlof:verlof gedurende de voor de medewerker geldende werktijden ten behoeve van het volgen van scholing/opleiding zoals onder punt e van dit artikel genoemd. Onder scholingsverlof vallen ook tentamens en examens in verband met de scholing;

  • g

    Bedrijfstijd:maandag tot en met vrijdag tussen 08:00 – 17:00 uur;

  • h

    Werktijd:voor de medewerker geldende werktijden, zoals afgesproken met de leidinggevende.

Artikel 2 Verplicht volgen van opleiding/scholing (opleidingsnoodzaak)

Lid 1

Aan de medewerker die wordt verplicht om opleiding/scholing te volgen, wordt door het bevoegd gezag een volledige vergoeding van de scholingskosten toegekend. Het gaat hier om scholing die noodzakelijk is voor het goed kunnen vervullen van de functie. Het kan hierbij echter ook gaan om een medewerker die boventallig is verklaard of van wie het om andere redenen gewenst is dat deze zijn positie op de arbeidsmarkt verbetert.

Lid 2

Gesprek tussen leidinggevende en medewerker.De verplichting, bedoeld in het eerste lid, komt in beginsel tot stand op basis van een gevoerd gesprek tussen de medewerker en de leidinggevende, waarbij het functioneren, de persoonlijke ontwikkeling en de loopbaanontwikkeling aan de orde is geweest.

Lid 3

Tegemoetkoming scholingskosten.Bij toepassing van het eerste lid bedraagt de tegemoetkoming 100% van:

  • a

    de inschrijvingskosten, cursus- en lesgelden,

  • b

    de examen- en diplomakosten,

  • c

    de aanschafkosten van verplicht gesteld studiemateriaal,

  • d

    de gemaakte reiskosten in verband met het volgen van de scholing op basis van openbaar vervoer 2e klas en indien reizen per openbaarvervoer volgens de leidinggevende geen (reële) optie is, geldt de dienstreizenvergoeding per kilometer. Indien openbaar vervoer een reële optie is, maar de medewerker gebruik maakt van eigen vervoer, geldt een vergoeding per kilometer op basis van de reisregeling binnenland. De tegemoetkoming wordt niet toegekend indien de reiskosten reeds op basis van een andere regeling aan de medewerker zijn of worden vergoed.

Lid 4

ScholingsverlofAan de medewerker, bedoeld in het eerste lid, wordt door de leidinggevende scholingsverlof verleend met behoud van bezoldiging voor het volgen van de scholing, tentamens en examens. Indien de scholing geheel of gedeeltelijk buiten de voor de medewerker geldende werktijden plaatsvindt, kan de leidinggevende de desbetreffende uren naar evenredigheid in verlof compenseren. Over de wijze waarop het scholingsverlof door de medewerker wordt opgenomen vindt voorafgaand overleg plaats tussen de medewerker en de leidinggevende. Reistijd voor de scholing die valt buiten de reguliere werktijden van de medewerker wordt niet gezien als arbeidstijd en wordt daarom niet gecompenseerd in tijd en/of geld.

Artikel 3 Scholing voornamelijk in het belang van de medewerker (opleidingsbehoefte)

Lid 1

Scholing waarbij voornamelijk het persoonlijk belang van de medewerker gediend is. Aan de medewerker die op eigen initiatief scholing gaat volgen die naar het oordeel van de leidinggevende in overwegende mate het persoonlijke belang van de medewerker en in geringe mate het belang van de dienst dient, kan op aanvraag van de medewerker door de leidinggevende een tegemoetkoming in de scholingskosten worden toegekend, indien naar het oordeel van de leidinggevende er aanwijsbaar voldoende raakvlakken zijn met de functie, de persoonlijke ontwikkeling of de loopbaanperspectieven van de medewerker.

Lid 2

Gesprek tussen leidinggevende en medewerker.Het oordeel, bedoeld in het eerste lid, komt tot stand op basis van een gevoerd gesprek tussen de medewerker en de leidinggevende, waarbij de persoonlijke ontwikkeling en de loopbaanontwikkeling aan de orde is geweest.

Lid 3

Tegemoetkoming scholingskosten.Bij toepassing van het eerste lid bedraagt de tegemoetkoming maximaal 50% van:

  • a

    de inschrijvingskosten, cursus- en lesgelden,

  • b

    de examen- en diplomakosten,

  • c

    de aanschafkosten van verplicht gesteld studiemateriaal

De gemaakte reiskosten in verband met het volgen van de scholing op basis van openbaar vervoer 2e klas worden 100% vergoed. De gemaakte reiskosten in verband met het volgen van de scholing op basis van openbaar vervoer 2e klas en indien reizen per openbaarvervoer volgens de leidinggevende geen (reële) optie is, geldt de dienstreizenvergoeding per kilometer. Indien openbaar vervoer een reële optie is, maar de medewerker gebruik maakt van eigen vervoer, geldt een vergoeding per kilometer op basis van de reisregeling binnenland.De tegemoetkoming wordt niet toegekend indien de reiskosten reeds op basis van een andere regeling aan de medewerker zijn of worden vergoed.

Lid 4

Scholingsverlof.Aan de medewerker, bedoeld in het eerste lid, kan aan de in dat lid bedoelde medewerker op diens aanvraag door de leidinggevende scholingsverlof met behoud van bezoldiging worden verleend voor het volgen van de scholing. Het verlof bedraagt ten hoogste 3,6 uren per week. Voor deeltijders geldt dit verlof naar rato. Over de wijze waarop het scholingsverlof door de medewerker wordt opgenomen vindt voorafgaand overleg plaats tussen de medewerker en zijn/haar leidinggevende. Ook kan van de medewerker gevraagd worden een deel van de scholing en het scholingsverlof in eigen tijd te doen. Reistijd voor de scholing die valt buiten de reguliere werktijden van de medewerker wordt niet gezien als arbeidstijd en wordt daarom niet gecompenseerd in tijd en/of geld.

Artikel 4 Scholing uitsluitend in het belang van de medewerker

Als de medewerker scholing wil volgen die naar het oordeel van de leidinggevende uitsluitend in het persoonlijke belang of interesse van de medewerker plaats vindt, dan wordt op grond van deze regeling géén vergoeding van of tegemoetkoming in kosten toegekend en ook geen verlof met behoud van bezoldiging verleend.

Artikel 5 Loopbaanadvies

Lid 1

Naar gelang de behoefte van de medewerker en/of leidinggevende, kan er maximaal eens per vijf jaar een loopbaanadvies plaatsvinden bij een door het college aangewezen interne of externe deskundige.

Lid 2

De aan het loopbaanadvies verbonden kosten kunnen, afhankelijk van de situatie, geheel of gedeeltelijk worden vergoed door de leidinggevende.

Lid 3

Artikel 17:2 van het CAR is dienovereenkomstig van toepassing.

Artikel 6 De aanvraag van de scholing

Lid 1

Wijze van aanvragen tegemoetkoming.De aanvraag, bedoeld in artikel 2 en 3 wordt door de medewerker schriftelijk, met een daartoe bestemd aanvraagformulier, ingediend bij de leidinggevende.

Lid 2

De aanvraag dient voorafgaand aan het volgen van de scholing te worden ingediend. Bij wijze van uitzondering kan de aanvraag later worden ingediend indien sprake is van bijzondere omstandigheden.

Lid 3

De medewerker voegt bij de aanvraag de voor de leidinggevende noodzakelijke gegevens, in verband met het op de aanvraag te nemen besluit, waaronder:

  • de naam en een omschrijving van de scholing;

  • de naam en overige relevante gegevens inzake de scholingsinstelling;

  • gegevens met betrekking tot de periode en data waarop de scholing zal worden gevolgd;

  • gegevens met betrekking tot de studiebelasting;

  • een opgave van de scholingskosten of een reële raming daarvan (inclusief reiskosten).

Lid 4

De leidinggevende kan bepalen dat voor scholing die meer dan één jaar duurt, ieder jaar een aanvraag dient te worden ingediend onder bijvoeging van de behaalde scholingsresultaten in het voorgaande jaar.

Lid 5

Indien de scholing deel uitmaakt van een centraal door de gemeente georganiseerde/ ingekochte opleiding/scholing dient in beginsel hiervan gebruik te worden gemaakt.

Lid 6

Indien de totale scholingskosten voor de gehele opleiding zoals omschreven in artikel 1 en genoemd in artikel 2 en 3 € 2.500 of meer bedragen wordt een terugbetalingsverplichting opgelegd. De medewerker verklaart in dit geval schriftelijk bekend te zijn met de terugbetalingsverplichting (zie hiervoor artikel 8).

Artikel 7 Voorwaarden

Lid 1

Budget. De tegemoetkoming in de scholingskosten, bedoeld in de artikelen 2 en 3 worden alleen toegekend of verleend indien het decentrale opleidingsbudget van de betreffende afdeling dat ter beschikking staat dit toelaat.

Lid 2

Duur van de scholing, de scholingskosten en het scholingsverlof. Tegemoetkoming in de scholingskosten en het scholingsverlof, bedoeld in de artikelen 2 en 3 wordt toegekend respectievelijk verleend voor een vooraf vastgestelde periode die ten hoogste gelijk is aan de normaal te achten duur van de scholing. De leidinggevende kan de termijn door zeer bijzondere omstandigheden (bijvoorbeeld langdurige ziekte of bijzondere persoonlijke omstandigheden) verlengen.

Lid 3

De voortgang van de scholing.De leidinggevende kan van de medewerker verlangen dat deze inzicht geeft in de voortgang van de scholing. Dit kan worden besproken in het voortgangsgesprek tussen leidinggevende en de medewerker. Indien op grond van deze regeling aan de medewerker een vergoeding van of tegemoetkoming in de scholingskosten is toegekend of scholingsverlof is verleend, wordt de scholing en voortgang daarvan besproken in het gesprek tussen de medewerker en de leidinggevende, waarbij de persoonlijke ontwikkeling en de loopbaanontwikkeling aan de orde is geweest.

Lid 4

Beëindiging tegemoetkoming scholingskosten.De leidinggevende kan de tegemoetkoming in de scholingskosten, bedoeld in de artikelen 2 en 3 in ieder geval beëindigen:

  • a

    indien naar zijn oordeel de medewerker onvoldoende inspanningen pleegt of onvoldoende resultaat behaalt in de scholing dan wel redelijkerwijs niet in staat wordt geacht de scholing binnen de vastgestelde termijn af te ronden;

  • b

    indien de medewerker tussentijds het volgen van de scholing afbreekt;

  • c

    bij ontslag bij de gemeente, tijdens het volgen van de scholing.

In de situaties, genoemd onder a en b, wordt door de leidinggevende tevens het aan de medewerker verleende scholingsverlof beëindigd. De toepassing van dit lid vindt niet plaats indien de medewerker aannemelijk maakt dat het onvoldoende inspanningen plegen, het onvoldoende resultaat leveren of het afbreken van het volgen van de scholing niet aan eigen schuld of toedoen te wijten is.

Lid 5

Nadere voorwaarden.De leidinggevende kan bij toepassing van artikel 2 en 3 nadere voorwaarden verbinden aan het volgen van de scholing door de medewerker. In dat geval bestaat slechts aanspraak op de tegemoetkoming in de scholingskosten, het scholingsverlof en de tegemoetkoming in de reiskosten, bedoeld in die artikelen, indien de medewerker tijdig schriftelijk heeft verklaard de desbetreffende voorwaarden te aanvaarden.

Lid 6

Een vergoeding van, respectievelijk de tegemoetkoming in de scholingskosten, bedoeld in artikel 2 en 3, wordt slechts toegekend nadat de medewerker schriftelijk heeft verklaard dat hij bekend is met de terugbetalingsverplichting zoals beschreven in artikel 8.

Artikel 8 Terugbetaling

Lid 1

De medewerker, bedoeld in de artikelen 2 en 3 kan door het bevoegd gezag worden verplicht tot terugbetaling van de aan hem toegekende vergoeding van, respectievelijk tegemoetkoming in de scholingskosten:

  • a

    indien de medewerker naar het oordeel van de leidinggevende onvoldoende inspanningen pleegt of onvoldoende resultaat behaalt in de scholing dan wel redelijkerwijs niet in staat wordt geacht de scholing binnen de vastgestelde termijn af te ronden, dan wel dat de medewerker tussentijds het volgen van de scholing afbreekt, tenzij de medewerker aannemelijk maakt dat de omstandigheid niet aan eigen schuld of toedoen te wijten is;

  • b

    bij ontslag tijdens het volgen van de scholing;

  • c

    bij ontslag binnen een bepaalde periode na het met voldoende resultaat afronden van de studie.

Lid 2

De terugbetalingsverplichting op grond van het eerste lid onder b of c, is niet van toepassing indien het bevoegd gezag de vergoeding van of tegemoetkoming in de scholingskosten juist of mede aan de medewerker heeft toegekend ten behoeve van het verkrijgen van een functie buiten de gemeente.

Lid 3

De terugbetalingsverplichting op grond van het eerste lid, onder b of c, wordt niet opgelegd aan de ambtenaar die ontslag wordt verleend wegens reorganisatie zoals bedoeld in artikel 8:3 eerste lid van het CAR of bij boventalligheid.

Lid 4

De terugbetalingsverplichting op grond van het eerste en tweede lid, kan slechts worden opgelegd voor zover de vergoeding of tegemoetkoming bij volledige opleiding in totaliteit ten minste € 2.500,- bedraagt. Deze voorwaarde geldt niet indien een situatie als bedoeld in het eerste lid, onder a, door toedoen van de medewerker is ontstaan en dit naar het oordeel van het bevoegd gezag aan hem verweten kan worden.

Lid 5

De periode zoals bedoeld in het eerste lid, onder c, wordt afhankelijk van het bedrag van de opleidingskosten vastgesteld op:24 maanden bij scholingskosten vanaf € 2.500,- tot € 5.000,-, 36 maanden bij scholingskosten vanaf € 5.000,-

Lid 6

Indien aan de medewerker een terugbetalingsverplichting is opgelegd op grond van het eerste lid, onder c, dient de medewerker voor elke maand die na afronding van de scholing nog ontbreekt aan de termijn van 24 respectievelijk 36 maanden, 1/24 dan wel 1/36 deel van de scholingskosten terug te betalen aan de gemeente.

Lid 7

Indien de medewerker na het ontslag, bedoeld in het eerste lid, recht heeft op een uitkering op grond van werkloosheid, arbeidsongeschiktheid, volledig FPU of ouderdomspensioen, wordt geen terugbetalingsverplichting opgelegd.

Artikel 9 Hardheidsclausule

In zeer bijzondere gevallen kan door de directie van het bepaalde in de regeling ten gunste van de medewerker worden afgeweken.

Artikel 10 Verschil van mening over de toepassing van de scholingsregeling

Als de leidinggevende en de medewerker een verschil van mening hebben over de toepassing van de scholingsregeling geldt de volgende procedure.

  • 1

    Als de medewerker en de leidinggevende niet op een lijn zitten voor wat betreft de toepassing van de scholingsregeling, bijvoorbeeld of en in welke mate er sprake is van dienstbelang, de hoogte van de vergoeding en/of de toekenning van scholingsverlof, bespreekt de leidinggevende dit met de directie. De directie neemt vervolgens een besluit over de toe te kennen scholingsfaciliteiten.

  • 2

    Indien de medewerker het niet eens is met het besluit kan hij/zij desgewenst de zaak aan de orde stellen bij de Vertrouwenscommissie of (daarna) formeel in bezwaar gaan binnen 6 weken op grond van de Algemene Wet Bestuursrecht (AWB).

Artikel 11 Inwerkingtreding, citeertitel en publicatie

Deze regeling treedt in werking na advies van de OR met ingang van de datum akkoord door het college van B&W en kan worden aangehaald als “ regeling opleidingsfaciliteiten Lochem”. Dit besluit wordt gepubliceerd en permanent geplaatst op Intranet.

Toelichting opleidingsfaciliteiten (T)

Inhoudsopgave

  • Algemeen

  • Artikel 1 Definitiebepalingen

  • Artikel 2 Verplicht volgen van opleiding/scholing (opleidingsnoodzaak)

  • Artikel 3 Scholing voornamelijk in het belang van de medewerker (opleidingsbehoefte)

  • Artikel 4 Scholing uitsluitend in het belang van de medewerker

  • Artikel 5 Loopbaanadvies

  • Artikel 6 De aanvraag van de scholing

  • Artikel 7 Voorwaarden

  • Artikel 8 Terugbetaling

  • Artikel 9 Hardheidsclausule

  • Artikel 10 Verschil van mening over de toepassing van de scholingsregeling

  • Artikel 11 Inwerkingtreding, citeertitel en publicatie

Algemeen

In deze regeling worden de rechtspositionele aanspraken en verplichtingen van de medewerkers van de gemeente vastgelegd. Hierbij wordt o.a. nadere invulling gegeven aan de artikelen 17:4 (aangaande het persoonlijk ontwikkelingsplan en opleidingsbeleid) en artikel 17:5 (loopbaanadvies). Bij de toekenning van de hoogte van de scholingskosten en de duur van het scholingsverlof is het van belang dat deze in verhouding staat tot het dienstbelang en het belang van de medewerker.

Artikel 1 Definitiebepalingen

Dit artikel bevat enkele noodzakelijke definitiebepalingen.

Sub b MedewerkerDeze verordening is zowel van toepassing op medewerkers in vaste als in tijdelijke dienst. Zowel voltijd- als deeltijdmedewerkers kunnen van de regeling gebruik maken. Voor medewerkers die bij de gemeente zijn gedetacheerd zullen de afspraken over scholing en scholingskosten veelal zijn opgenomen in de detacheringsovereenkomst tussen de uitlener en inlener.

Sub e ScholingskostenBij medewerkers die in deeltijd werkzaam zijn worden de scholingskosten op dezelfde wijze vergoed als voor medewerkers die fulltime werkzaam zijn, met andere woorden: er wordt niet naar evenredigheid (volgens de arbeidsduur) vergoed.

Sub e en f, scholingsverlof en scholingskostenScholingsverlof wordt voor medewerkers die in deeltijd werkzaam zijn wel naar evenredigheid/rato van hun arbeidsduur toegekend. De faciliteiten scholingsverlof en een tegemoetkoming in de scholingskosten, zoals genoemd onder sub f en g, kunnen onafhankelijk van elkaar worden toegekend.

Artikel 2 Verplicht volgen van scholing

Bij verplichte scholing worden alle noodzakelijk te maken scholingskosten volledig vergoed aan de medewerker.

Over het algemeen zal de verplichting tot het volgen van scholing volgen uit een gesprek, waarin is gesproken over de persoonlijke ontwikkeling van de medewerker en vereiste competenties. In ieder geval zal, als sprake is van verplichte scholing, deze scholing onderwerp van gesprek moeten zijn in het (eerstvolgende) voortgangsgesprek (inclusief POP gesprek) of jaargesprek (uitzonderingen hierop zijn workshops, seminars, conferenties en opleidingen van enkele dagen).

Scholingsverlof.Als de scholing binnen de werktijden van de medewerker valt, wordt de medewerker hiervoor verlof verleend. Als de scholing binnen de bedrijfstijd maar buiten de werktijden van de medewerker plaatsvindt, wordt de medewerker hiervoor eveneens verlof verleend ter compensatie. Hiervan zal in de regel sprake zijn bij deeltijdwerkers die geschoold worden op niet-werkdagen. De leidinggevende bepaalt in dat geval hoeveel compensatieverlof aan de medewerker wordt verleend. Als er naast een dagprogramma ook een avondprogramma is – eventueel met een overnachting – wordt deze tijd in beginsel niet gecompenseerd (aan voltijder noch deeltijder). In bijzondere gevallen kan, als de medewerker daarom verzoekt, het bevoegd gezag op basis van weging van het persoonlijke belang van de medewerker en van het dienstbelang gehele of gedeeltelijke compensatie toekennen door middel van verlof. Daarvoor is in ieder geval geen aanleiding als de scholing plaatsvindt in het kader van een ontwikkelings- of loopbaantraject van de medewerker, zoals bijvoorbeeld bij het vervullen van een functie na sollicitatie. Als de medewerker verplicht scholing volgt die uitsluitend in de avonduren plaatsvindt, wordt op diens verzoek wel compensatieverlof verleend.Reistijd voor de scholing die valt buiten de reguliere werktijden van de medewerker wordt niet gezien als arbeidstijd en wordt daarom niet gecompenseerd in tijd en/of geld.

Als de scholing wordt onderbroken door vakantieperiodes zoals die ieder jaar worden vastgesteld door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, wordt gedurende die vakantieperiode geen scholingsverlof toegekend.

Voorbeeld.Een medewerker van automatisering moet een cursus volgen om nieuwe noodzakelijke software te kunnen installeren en beheren.

Artikel 3 Scholing voornamelijk in het belang van de medewerker

Dit artikel gaat over scholing waarbij het belang van de medewerker om de scholing te volgen groter is dan het belang voor de dienst (er is sprake van een gering dienstbelang).

Voorbeeld.Een beleidsmedewerker van de afdeling Maatschappelijke Ontwikkeling wil een masteropleiding Bestuurskunde gaan volgen. Deze opleiding is voornamelijk in het belang van de medewerker en niet direct noodzakelijk voor de huidige functie.

Artikel 4 Scholing uitsluitend in het belang van de medewerker

Het dienstbelang is niet aanwezig.

Voorbeeld.Een beleidsmedewerker van de afdeling Ruimtelijke Ordening en Verkeer wil een cursus Duitse taal volgen (de beleidsmedewerker heeft geen werkzaamheden waarbij Duits gesproken of gelezen moet worden). Het dienstbelang is niet aanwezig.

Artikel 5 Loopbaanadvies

Voor dit artikel is geen toelichting.

Artikel 6 Aanvraag

In dit artikel wordt geregeld hoe een aanvraag voor vergoeding van scholingskosten en voor scholingsverlof moet worden ingediend. Hoofdregel is dat de aanvraag wordt ingediend voor aanvang van het volgen van de scholing. Voor het aanvragen van de opleiding /studie dient het standaard-formulier gebruikt te worden. Het bevoegd gezag kan de voorwaarde stellen dat bij scholing van langer dan 1 jaar ieder jaar opnieuw een aanvraag dient te worden gedaan voor vergoeding van scholingskosten en/of toekenning van scholingsverlof. Elke aanvraag wordt daarbij op zichzelf beoordeeld, onder meer aan de hand van de behaalde resultaten.

Voor de keuze van de studie gelden de volgende regels:Indien de gemeente centraal opleidingen heeft ingekocht, moet in principe hiervoor worden gekozen.In het andere gevallen staat het de aanvrager vrij een keuze te maken, in overleg met de leidinggevende, uit het aanbod van externe opleidingsinstituten, waarbij geldt dat de studie zo dicht mogelijk bij de woon- of standplaats moet worden gevolgd. Indien de scholing zowel buiten als binnen de normale diensturen kan worden gevolgd dient in principe de eerste mogelijkheid te worden gekozen.

Artikel 7 Voorwaarden

Lid 1: Budget.Voor de toekenning van vergoeding van opleidingskosten worden jaarlijks een budget vastgesteld. In beginsel komt de tegemoetkoming ten laste van dit budget. Een aanvraag kan onder opgave van redenen worden geweigerd als het budget de honorering van het verzoek niet meer toelaat.

Lid 3: Voortgang van de scholing.Vergoeding van scholingskosten en het toekennen van scholingsverlof geschiedt in de regel voor een vastgestelde periode. In het algemeen zal dit de duur van de scholing betreffen. Om zicht te houden op de voortgang, kan het bevoegd gezag verlangen dat de medewerker regelmatig inzicht geeft in de voortgang van de scholing. Dit vormt in ieder geval onderwerp van gesprek in het (eerstvolgende) voortgangsgesprek (inclusief POP gesprek) of jaargesprek.

Lid 4: Het beëindigen van tegemoetkoming voor scholingskosten.De leidinggevende kan in een aantal gevallen de tegemoetkoming in de scholingskosten, bedoeld in artikelen 3 en 4, beëindigen. Dit kan onder andere als de medewerker zich onvoldoende inzet of tussentijds de scholing afbreekt (of vroegtijdig de scholing zelf of op aandringen/aangeven van het scholingsinstituut beëindigt).

Een dergelijke maatregel wordt niet genomen als de beëindiging de medewerker niet valt te verwijten. Van verwijtbaarheid is bijvoorbeeld wel sprake als de medewerker zakt voor examens of tentamens omdat hij zonder gemotiveerd excuus zich slecht heeft voorbereid/slecht heeft gestudeerd.

Artikel 8 Terugbetaling

De Terugbetalingsverplichting. Om de investering in opleidingen rendabel te houden dient voortijdige uitstroom na een kostbare gevolgde opleiding te worden beperkt. Dit kan o.a. door middel van het opleggen van een terugbetalingsverplichting.

De verplichting moet voorafgaand aan de scholing worden opgelegd. Dit betekent dat de verplichting tot terugbetalen niet kan worden opgelegd ten aanzien van opleidingen die reeds zijn voltooid of zijn aangevangen. In artikel 7 (voorwaarden) is bepaald dat de medewerker bij vergoeding van de scholingskosten schriftelijk (bij de aanvraag) dient te verklaren dat hij bekend is met de terugbetalingsverplichting.

De verplichting tot terugbetaling kán worden opgelegd. De leidinggevende kan beslissen om geen terugbetalingsverplichting op te leggen, bijvoorbeeld in het geval van een kortdurende training of congres.

Uitzondering terugbetaling (Lid 1, sub a).Terugbetaling is ook niet aan de orde als de medewerker aannemelijk kan maken, dat ondanks de behaalde norm aan studie-uren, en bij voldoende inspanning en inzet, een voortzetting van de studie niet haalbaar is gebleken omdat het niveau (achteraf) te hoog gegrepen blijkt. Voor een juiste afweging kan de werkgever in dit geval informatie inwinnen bij het betreffende scholings- of opleidingsinstituut.

Grensbedrag (Lid 4)Het grensbedrag van € 2.500 is niet van toepassing als de medewerker zich onvoldoende inzet of de scholing zelf afbreekt (rekening houdend met de hierboven genoemde uitzondering).

Artikel 9 Hardheidsclausule

Indien een strikte toepassing van de regels leidt tot onredelijke situaties kan ten gunste van de medewerker van de regeling worden afgeweken (bijvoorbeeld bij langdurige ziekte of zeer bijzondere situaties in de persoonlijke sfeer).

Artikel 10 Verschil van mening over de toepassing van de scholingsregeling

Voor dit artikel is geen toelichting.

Artikel 11 Inwerkingtreding, citeertitel en publicatie

Voor dit artikel is geen toelichting.