Beleidsregel ontheffingen voetgangersgebied centrum Lochem

Geldend van 04-06-2009 t/m heden

Intitulé

Beleidsregel ontheffingen voetgangersgebied centrum Lochem

Het College van Burgemeester en Wethouders,

gelet op de Wegenverkeerswet, het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990, de Algemene wet Bestuursrecht en de Gemeentewet:

besluit

vast te stellen

de volgende beleidsregels, waarin wordt uiteengezet welke normen ons College hanteert bij de uitoefening van zijn bevoegdheid ontheffing te verlenen van de verkeersbesluiten waarmee het berijden van het 'winkelgebied/voetgangersgebied Lochem' wordt gereguleerd.

Hoofdstuk 1. inleidende bepalingen

Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

  • a.

    Winkelgebied: het gebied dat is aangegeven op de bij deze beleidsregel behorende kaart "Winkelgebied Lochem” afgesloten gebied d.d. 13-05-2009, waar binnen door middel van verkeersbesluit nummer 2009-005652 d.d. 19 mei 2009 als mede verkeersborden het in- en uitrijden van het winkelgebied met een motorvoertuig en/of fiets wordt gereguleerd.

  • b.

    Venstertijd: een vastgestelde tijdsperiode van maandag tot en met zaterdag tussen 7.00 uur en 12.00 uur en tussen 18.00 uur en 23.00 uur waarin het berijden van het winkelgebied met een motorvoertuig is toegestaan. Hierop wordt een uitzondering gemakt voor de koopavonden waarop de het gebied in de avonduren tussen 21.00 uur en 23.00 uur toegankelijk is.

  • c.

    Motorvoertuig: een gemotoriseerd voertuig alsmede een brommobiel en een bromfiets, uitgezonderd een gehandicaptenvoertuig (NB: wijkt af van RVV 1990).

  • d.

    Hoofdbewoner: degene die volgens de in de gemeentelijke basisadministratie beschikbare persoonsgegevens woonachtig is in het winkelgebied.

  • e.

    Ondernemer/instelling: (een exploitant van) een bedrijf dat is gevestigd in het winkelgebied.

  • f.

    Ambulante handel: de handel die wordt bedreven door een ondernemer die in het bezit is van een standplaatsvergunning ten behoeve van de dagmarkt in het winkelgebied.

  • g.

    Beroepsvervoerder/leverancier: (een exploitant van) een bedrijf dat met behulp van een motorvoertuig zorgt voor de bevoorrading van in het winkelgebied gevestigde bedrijven.

  • h.

    Parkeergelegenheid op eigen terrein: een parkeerplaats op eigen terrein of in een eigen garage, waarover de aanvrager kan beschikken (op grond van eigendom, erfpacht, huur, in gebruikgeving, enzovoort) en welke gelegen is binnen het winkelgebied.

  • i.

    Ontheffing: de schriftelijke verklaring dat een verkeersmaatregel (gebod of verbod) (als bedoeld in artikel 87 van het RVV 1990) op basis van aan deze, schriftelijke verklaring verbonden voorwaarden niet geldt voor de houder van die schriftelijke verklaring.

  • j.

    Ontheffinghouder: degene aan wie door het College ontheffing is verleend.

  • k.

    Tijdsbeperking: de uren van de dag en de dagen van de week dat de ontheffing niet geldig is.

  • l.

    Het College: het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Lochem.

Artikel 1.2 Soorten ontheffingen

De door het College verleende ontheffingen betreffen:

  • 1.

    Permanente ontheffing zonder tijdsduurbeperking:een ontheffing die wordt verleend om in het centrum te mogen rijden met een motorvoertuig buiten de venstertijd en al dan niet te gebruiken in combinatie met een toegangspas en/of transponder danwel in het centrum te mogen rijden met een fiets.

  • 2.

    Permanente ontheffing met tijdsduurbeperking: een ontheffing als bedoeld in lid 1, met dien verstande dat de ontheffing alleen geldt voor een in de ontheffing vastgelegde periode van de dag, die kan verschillen per dag van de week .

  • 3.

    Incidentele ontheffing: een ontheffing die eenmalig en voor een beperkte duur wordt verleend om het winkelgebied te mogen berijden met een motorvoertuig buiten de venstertijd danwel met een fiets.

Artikel 1.3 Nadere regels

Het College is bevoegd nadere regels te stellen betreffende het bepaalde in deze beleidsregels.

Artikel 1.4. Voorschriften en beperkingen

  • 1.

    Het College kan voorschriften en beperkingen verbinden aan een ontheffing, ter bescherming van de belangen in verband waarmee de ontheffing is vereist.

  • 2.

    Degene aan wie ontheffing is verleend, is verplicht de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen in acht te nemen.

  • 3.

    Aan de ontheffing kunnen, naast specifiek per doelgroep te stellen voorschriften de volgende (algemene) voorschriften en beperkingen worden verbonden:

    • a.

      het gebied dient via de daartoe bestemde toegangen te worden betreden en via de daartoe bestemde uitgangen te worden verlaten;

    • b.

      voetgangers en overige verkeersdeelnemers mogen niet zodanig worden gehinderd dat zij in gevaar worden gebracht;

    • c.

      er mag slechts stapvoets worden gereden;

  • 4.

    Aan het verlenen van een ontheffing kunnen voorwaarden worden verbonden inzake de wijze waarop van de ontheffing gebruik mag worden gemaakt. De voorwaarden hebben betrekking op de plaats waar het winkelgebied kan worden binnengereden en de tijdsperiode waarbinnen het winkelgebied mag worden bereden met een motorvoertuig of fiets.

  • 5.

    Aan de ontheffinghouder kan de verplichting worden opgelegd gebruik te maken van een toegangspas en/of transponder dan wel gebruik te maken van het kentekenherkenningsysteem om fysieke toegang tot het gebied te verkrijgen. Tegen de betaling van een waarborgsom verstrekt het College een toegangspas. Transponders worden aangeschaft door de aanvragers op nader te bepalen wijze en voor nader te bepalen kosten.

Artikel 1.5. Algemene vrijstellingen

  • 1.

    Tijdens de venstertijden is het toegestaan het winkelgebied te berijden met een motorvoertuig ten behoeve van het laden en lossen van goederen en of het bereiken van een binnen het winkelgebied gelegen parkeerplaats.

  • 2.

    In onvoorziene en in dringende situaties met name buiten de openingstijden van de balies in het gemeentehuis kan de wachtcommandant van de politie/gemandateerde van de gemeente, toegang tot het winkelgebied verlenen.

Hoofdstuk 2 Aanvragen, verlenen en intrekken van ontheffingen

Artikel 2.1 Toewijzing van een ontheffing

Het College maakt gebruik van zijn bevoegdheid om ontheffing te verlenen zoals bedoeld in artikel 87 Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990, conform het in deze beleidsregels bepaalde.

Artikel 2.2 De ontheffingsaanvraag

  • 1.

    Een aanvraag voor een ontheffing voor het berijden van het winkelgebied van Lochem met een motorvoertuig buiten de venstertijd danwel met een fiets moet schriftelijk worden ingediend bij het College.

  • 2.

    Een aanvraag voor een ontheffing wordt getoetst aan de vastgestelde beleidsregels en eventueel bijbehorende besluiten en voorschriften.

Artikel 2.3 Beslissingstermijn

  • 1.

    Het College beslist uiterlijk binnen acht weken na ontvangst op de aanvraag.

  • 2.

    Het College kan deze beslissing voor ten hoogste twee weken verdagen. Voor afloop van de onder lid 1 vermelde termijn wordt aanvrager hiervan op de hoogte gesteld.

Artikel 2.4 Voorwaarden voor ontheffingsverlening

  • 1.

    Een ontheffing wordt uitsluitend verleend indien alle voor de aanvraag van desbetreffende ontheffing benodigde gegevens of bescheiden zijn overgelegd en door aanvrager wordt voldaan aan alle in deze beleidsregels beschreven omstandigheden om voor een ontheffing in aanmerking te komen.

  • 2.

    De ontheffing is persoonlijk voor zover verleend aan een persoon en wordt ingetrokken bij overlijden.

Artikel 2.5 Weigeringsgronden

Het College kan de ontheffing weigeren indien een ontheffing van de aanvrager in de tweejaren voorafgaand aan de beslissing op de aanvraag wegens het handelen in strijd met de ontheffings-voorschriften en –beperkingen is ingetrokken.

Artikel 2.6 Duur van de ontheffing

  • 1.

    De ontheffing zoals is bedoeld in de artikelen 3.1 tot en met 3.5 wordt afgegeven voor onbepaalde tijd.

  • 2.

    Het College kan te allen tijde de houder van de ontheffing verzoeken te bewijzen dat wordt voldaan aan de vereisten voor het verkrijgen van de ontheffing.

Artikel 2.7 Intrekking van de ontheffing

De ontheffing wordt ingetrokken:

  • a.

    Voor zover niet aan de voorwaarden of beperkingen verbonden aan de ontheffing wordt voldaan.

  • b.

    Voor zover op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten, opgetreden na het verlenen van de ontheffing, moet worden aangenomen dat intrekking wordt gevorderd door het belang of de belangen ter bescherming waarvan de ontheffing is vereist en verleend.

  • c.

    Op verzoek van de aanvrager.

  • d.

    Voor zover ter verkrijging daarvan onjuiste of onvolledige gegevens zijn ingediend.

  • e.

    Voor zover sprake is van misbruik van de ontheffing.

  • f.

    Bij het in gebreke blijven van de betaling van de leges en de waarborgsom als bedoeld in artikel 2.4 lid 2.

  • g.

    Bij verhuizing van een in het winkelgebied woonachtige of gevestigde ontheffinghouder. Het College stelt dienaangaande als voorschift dat de ontheffinghouder terstond melding doet bij de gemeente van verhuizing waarna, indien van toepassing, de toegangspas wordt gedeactiveerd.

  • h.

    Na het overlijden van de ontheffinghouder indien de ontheffing is verleend aan een persoon en in geval van faillissement of beëindiging van de onderneming in het geval de ontheffing is verleend aan een rechtspersoon.

Artikel 2.8 Gebruik van de ontheffing

  • 1.

    De ontheffing dient altijd zichtbaar aanwezig te zijn in/bij het voertuig tijdens het berijden van het voetgangersgebied.

  • 2.

    De ontheffing dient op eerste vordering van de in artikel 159 Wegenverkeerswet 1994 bedoelde personen behoorlijk ter inzage worden afgegeven.

  • 3.

    Een ontheffing voor het rijden of laden of lossen geeft geen recht op het parkeren in het winkelgebied.

  • 4.

    Een ontheffing die is verleend aan een natuurlijk persoon is niet overdraagbaar.

Hoofdstuk 3 Aanvragen van permanente ontheffingen

Artikel 3.1. Permanente ontheffing voor bewoners, (exploitanten van) ondernemingen/ instellingen, eigenaren van panden met eigen parkeergelegenheid in winkelgebied

  • 1.

    Aan een hoofdbewoner die woont binnen het afgesloten winkelgebied en die aantoonbaar beschikt over eigen parkeergelegenheid kan een permanente ontheffing zonder tijdsduurbeperking voor het berijden van het winkelgebied worden verleend.

  • 2.

    Aan een (exploitant van een) onderneming/instelling danwel eigenaar van een pand die aantoonbaar beschikt over eigen parkeergelegenheid kan een permanente ontheffing zonder tijdsduurbeperking voor het berijden van het winkelgebied worden verleend.

  • 3.

    Voor de aanvraag van een ontheffing moet de aanvrager de volgende gegevens en bescheiden overleggen:

  • a.

    Een kopie van een geldig legitimatiebewijs.

  • b.

    Een inschrijvingsbewijs van de Kamer van Koophandel of een goedgekeurde accountantsverklaring indien het een onderneming/instelling betreft.

  • c.

    Een ondertekend en naar waarheid ingevuld aanvraagformulier.

Tevens dient te worden bijgevoegd:

  • d.

    Een bewijs van eigendomsrecht, huurovereenkomst, gebruiksrecht of beschikbaarstelling van het aantal eigen parkeergelegenheden waarvoor ontheffing wordt aangevraagd.

  • e.

    Een kopie van een geldig kenteken en rijbewijs op naam van de aanvrager. In het geval dat het kentekenbewijs niet op naam van de aanvrager staat tevens . een verklaring van de houder van het voertuig dat de aanvrager het voertuig mag besturen.

  • 4.

    Het maximale aantal te verlenen ontheffingen per aanvrager is gelijk aan het aantal aantoonbaar beschikbare parkeergelegenheden waarover de aanvrager beschikt.

  • 5.

    Indien er sprake is van meervoudig gebruik van parkeergelegenheden (bijvoorbeeld overdag zakelijk, avond bewoners) kunnen meerdere ontheffingen worden afgegeven.

  • 6.

    De ontheffing voor de in lid 1 en in lid 2 vermelde aanvragers wordt op naam en adres gesteld.

Artikel 3.2. Permanente ontheffing voor hulpdiensten, huisartsen en verloskundigen

  • 1.

    Een permanente ontheffing met onbeperkte geldigheidsduur voor het berijden van het winkelgebied met een motorvoertuig buiten de venstertijd wordt verleend aan ziekenauto's en motorvoertuigen ten dienste van politie, brandweer, centrale huisartsenpost en dierenambulance, voor zover de motorvoertuigen als zodanig herkenbaar zijn.

  • 2.

    Een permanente ontheffing kan worden verleend aan huisartsen en verloskundigen met patiënten op adressen die alleen via het winkelgebied bereikbaar zijn en waarbij de loopafstand redelijkerwijs te groot moet worden geacht.

  • 3.

    Behoudens de gevallen vermeld in lid 1 waarvoor geen aanvraagprocedure is vereist, dient de aanvrager van een ontheffing als bedoeld in lid 2 de volgende gegevens en bescheiden te overleggen:

  • a.

    Een kopie van een geldig legitimatiebewijs.

  • b.

    Een kopie van het kentekenbewijs of een kopie van het leasecontract van het desbetreffende motorvoertuig.

  • c.

    Een ondertekend en naar waarheid ingevuld aanvraagformulier.

  • 4.

    De fysieke toegang van de in lid 1 vermelde gevallen wordt verleend, indien van toepassing, door gebruikmaking van een transponder. De gevallen in lid 2 verkrijgen fysieke toegang, indien van toepassing, door een transponder of op ander voorkomende wijze.

Artikel 3.3. Permanente ontheffing ten behoeve van taxi’s-WVG

  • 1.

    Aan een ondernemer van een taxi-WVG kan voor het berijden van het centrumgebied met een motorvoertuig buiten de venstertijden ontheffing worden verleend.

  • 2.

    De ontheffing geldt voor de ondernemer van een taxi-WVG.

  • 3.

    Voor de aanvraag van deze ontheffing moet de aanvrager de volgende gegevens en bescheiden overleggen:

  • a.

    Een kopie van een geldig legitimatiebewijs.

  • b.

    Een inschrijvingsbewijs van de Kamer van Koophandel of een goedgekeurde accountantsverklaring.

  • c.

    Een kopie van het kentekenbewijs of een kopie van het leasecontract van het betreffende motorvoertuig.

  • d.

    Een ondertekend en naar waarheid ingevuld aanvraagformulier.

Artikel 3.4. Permanente ontheffing ten behoeve van gehandicapten

  • 1.

    Aan een gehandicapte inwoner van de gemeente die in het bezit is van een geldige gehandicaptenparkeerkaart kan voor het bereiden van het centrumgebied met een motorvoertuig buiten de venstertijden danwel met een fiets een permanente ontheffing worden verleend.

  • 2.

    Voor de aanvraag van deze ontheffing moet de aanvrager de volgende gegevens en bescheiden overleggen:

  • a.

    Een kopie van een geldig legitimatiebewijs.

  • b.

    Een geldige gehandicaptenparkeerkaart.

  • c.

    Een ondertekend en naar waarheid ingevuld aanvraagformulier.

  • 3.

    De ontheffing wordt op naam, adres en kenteken van het motorvoertuig waarvoor een gehandicaptenparkeerkaart is afgegeven gesteld danwel op naam en adres in het geval van een fiets.

Artikel 3.5. Permanente ontheffing ten behoeve van het beheer openbare ruimte

  • 1.

    Een permanente ontheffing, al dan niet met tijdsduurbeperking, voor het berijden van het winkelgebied met een motorvoertuig buiten de venstertijd ten behoeve van het uitvoeren van een werkzaamheid, mits die aantoonbaar niet binnen de venstertijd kan worden verricht, wordt verleend aan een onderneming/instelling die is belast met:

  • a.

    het inzamelen van afval:

  • b.

    het beheer en het onderhoud van de openbare ruimte.

  • 2.

    Voor de aanvraag van deze ontheffing moet de aanvrager de volgende gegevens en bescheiden overleggen:

  • a.

    Een kopie van een geldig legitimatiebewijs.

  • b.

    Een kopie van het kentekenbewijs of een kopie van het leasecontract van het desbetreffende motorvoertuig.

  • c.

    Een ondertekend en naar waarheid ingevuld aanvraagformulier.

  • 3.

    De ontheffing wordt op naam en adres van de onderneming/instelling gesteld.

Artikel 3.6. Permanente ontheffing ten behoeve van de aanvoer van versproducten

  • 1.

    Aan een beroepsvervoerder/leverancier van versproducten en waardeproducten kan een permanente ontheffing, al dan niet met tijdsduurbeperking, voor het berijden van het winkelgebied met een motorvoertuig worden verleend.

  • 2.

    Onder versproducten wordt verstaan:

  • a.

    vis;

  • b.

    groente;

  • c.

    fruit;

  • d.

    bloemen;

  • e.

    brood:

  • f.

    gekoelde en bevroren producten;

  • g.

    en hiermee gelijk te stellen versproducten.

  • 3.

    De aanvrager moet voor de aanvraag van deze ontheffing aantonen dat de bevoorradingsactiviteit noodzakelijkerwijs niet anders dan buiten de venstertijd kan worden verricht.

  • 4.

    De aanvrager van de ontheffing moet de volgende gegevens en bescheiden overleggen:

  • a.

    Een kopie van het kentekenbewijs of een kopie van het leasecontract van het desbetreffende motorvoertuig.

  • b.

    Een kopie van een geldig legitimatiebewijs.

  • c.

    Een inschrijvingsbewijs van de Kamer van Koophandel of een goedgekeurde accountantsverklaring.

  • 5.

    De ontheffing wordt op naam en adres van de desbetreffende vervoerder/leverancier gesteld.

  • 6.

    De fysieke toegang wordt verleend, indien van toepassing, met een toegangspas of op andere voorkomende wijze.

  • 7.

    Het College kan aan een vervoerder/leverancier nadere voorschriften en beperkingen stellen.

Artikel 3.7. Permanente ontheffing ten behoeve van de ambulante handel

  • 1.

    Aan een ondernemer in de ambulante handel als bedoeld in artikel 1 kan een ontheffing voor het berijden van 'straatnamen' met een motorvoertuig buiten de venstertijd worden verleend.

  • 2.

    De ontheffing geldt voor ondernemers in de ambulante handel die beschikken over een standplaatsvergunning en is van toepassing op motorvoertuigen die zij redelijkerwijs nodig hebben voor de aan- en afvoer van hun waren.

  • 3.

    Voor de fysieke toegangsverlening wordt, indien van toepassing, geen toegangspas verleend of transponder verstrekt en wordt geen gebruik gemaakt van het kentekenherkenningsysteem. De fysieke toegang wordt verleend door openstelling van de daartoe aanwezige fysieke afsluiting door marktmeesters of medewerkers van de afdeling Openbare Werken voor een vastgestelde route op reguliere marktdagen van 06.00 tot 14.00 uur.

  • 4.

    Voor de ontheffing is geen aanvraagprocedure vereist.

  • 5.

    Het College kan aan een ondernemer in de ambulante handel nadere voorschriften en beperkingen stellen.

Hoofdstuk 4 Aanvragen van incidentele ontheffingen

Artikel 4.1 Incidentele ontheffing voor nader vermelde categorieën

  • 1.

    Een incidentele ontheffing, indien van toepassing door gebruikmaking van het kentekenherkenningsysteem of op andere voorkomende wijze voor het berijden van het winkelgebied met een motorvoertuig, buiten de venstertijd kan worden verleend aan:

  • a.

    een bouw-, installatie- en reparatiebedrijf;

  • b.

    een uitvaartondernemer met maximaal vijf volgauto’s

  • c.

    een bruidsauto met maximaal vijf volgauto's;

  • d.

    een evenemententransport;

  • e.

    een schoonmaakbedrijf;

  • f.

    een storingsdienst;

  • g.

    een verhuisbedrijf;

  • h.

    een bewoner van het winkelgebied voor het door hem zelf uitvoeren van een verhuizing naar zijn eigen woonadres;

  • i.

    een zendwagen van radio en tv;

  • j.

    hoogwaardigheidsbekleders als daar zijn de koningin, de commissaris van de koningin, ministers en staatssecretarissen;

  • k.

    en hiermee gelijk te stellen gevallen.

  • 2.

    De aanvrager van de ontheffing moet een inschrijvingsbewijs van de Kamer van Koophandel of een goedgekeurde accountantsverklaring kunnen overleggen alsmede een ondertekend en naar waarheid ingevuld aanvraagformulier.

  • 3.

    De aanvrager moet voor de aanvraag van deze ontheffing aantonen dat:

  • a.

    De uit te voeren werkzaamheid of de uit te voeren activiteit in het winkelgebied absoluut niet kan worden uitgevoerd tijdens de venstertijd.

  • b.

    De goederen, gereedschappen of materialen niet op een andere wijze of op andere tijden kunnen worden afgeleverd of afgehaald.

  • c.

    Door de politie, gemeente of een door de gemeente aangewezen partij een ontheffing voor de werkzaamheden in het winkelgebied is verleend.

  • 4.

    In bijzondere omstandigheden zoals het verlenen van ontheffing voor het berijden van het winkelgebied door hoogwaardigheidsbekleders zoals vermeld in artikel 4.1 lid 1 sub j en k kan ontheffing worden verleend zonder een aanvraag en overige procedurele handelingen zoals vermeld in lid 2 en 3 van dit artikel.

  • 5.

    De ontheffing wordt op naam, adres en kenteken van het motorvoertuig gesteld.

  • 6.

    Het College kan aan de ontheffing nadere voorschriften en beperkingen stellen.

Artikel 4.2 Dagontheffing

Het college kan aan een aanvrager een dagontheffing verlenen voor het berijden van het winkelgebied buiten de venstertijden indien om andere redenen dan de in artikel 4.1. genoemde redenen goederen worden vervoerd.

Hoofdstuk 5 Slotbepalingen

Artikel 5.1. Leges

De regels betreffende de leges zijn vastgelegd in de Verordening op de heffing en de invordering van leges 2009.

Artikel 5.2. Adviescommissie bevoorrading

  • 1.

    Het College kan in geval van twijfel zich in het kader van de beoordeling ontheffingaanvragen laten adviseren door een adviescommissie bevoorrading.

  • 2.

    De deelnemers in de adviescommissie zijn:

  • a.

    een vertegenwoordiger namens de in het gebied gevestigde winkeliers/ondernemers;

  • b.

    een vertegenwoordiger namens vervoerders en leveranciers;

  • c.

    een vertegenwoordiger namens de bewoners in het gebied;

  • d.

    een vertegenwoordiger namens de gemeente. Deze is tevens voorzitter van de commissie.

  • 3.

    De commissie heeft verder als taak te adviseren in het kader van wijziging van deze beleidsregels.

  • 4.

    Het College benoemt, schorst en ontslaat de leden van de commissie.

Artikel 5.3. Mandatering

De uitvoering van de ontheffingsregels is gemandateerd aan alle medewerkers van de cluster verkeer, afdeling ruimtelijke ontwikkeling en verkeer.

Artikel 5.4. Strafgrond

Handelen of nalaten in strijd met de voorwaarden van de in dit reglement beschreven ontheffingen is verboden volgens het gestelde in artikel 150 lid 2 van de Wegenverkeerswet 1994 en strafbaar volgens het gestelde in artikel 177 lid 1 van die wet.

Artikel 5.5. Hardheidsclausule

Het College handelt overeenkomstig de beleidsregels tenzij dat voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregels te dienen doelen.

Artikel 5.6. Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als ‘Beleidsregels selectieve toegang winkelgebied Lochem’.

Artikel 5.7. Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking de achtste dag na bekendmaking.

Ondertekening

Vastgesteld in de vergadering van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Lochem, d.d. 19 mei 2009.

Secretaris, Burgemeester,