Regeling vervallen per 15-07-2019

Verordening regelende de instelling, de taken, de bevoegdheden, de samenstelling en de werkwijze van de bestuurscommissie primair onderwijs, alsmede de verhouding van de bestuurscommissie ten opzichte van de gemeenteraad en het College van Burgemeester en Wethouders

Geldend van 10-02-2005 t/m 14-07-2019 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2005

Intitulé

Verordening regelende de instelling, de taken, de bevoegdheden, de samenstelling en de werkwijze van de bestuurscommissie primair onderwijs, alsmede de verhouding van de bestuurscommissie ten opzichte van de gemeenteraad en het College van Burgemeester en Wethouders

De raad van de gemeente Lochem;

Gelet op de kaderstellende nota van de gemeenteraad d.d. 31 januari 2005 over de overdracht van het bestuur van het openbaar primair onderwijs van de gemeente Lochem aan een in te stellen bestuurscommissie ex. artikel 83 van de Gemeentewet;

gezien het advies van de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad;

overwegende, dat het gewenst is het bestuur van de openbare scholen voor primair onderwijs in de gemeente Lochem over te dragen aan een bestuurscommissie;

gelet op artikel 83 en 156 van de Gemeentewet;

gelet op de Wet op het Primair Onderwijs;

B E S L U I T:

vast te stellen de volgende verordening:

VERORDENING regelende de instelling, de taken, de bevoegdheden, de samenstelling en de werkwijze van de bestuurscommissie primair onderwijs, alsmede de verhouding van de bestuurscommissie ten opzichte van de gemeenteraad en het College van Burgemeester en Wethouders.

Artikel 1 Begripsbepalingen

Raad: de gemeenteraad van de gemeente Lochem;

College: het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Lochem;

Commissie: de bij deze verordening ingestelde commissie ex artikel 83 van de Gemeentewet zijnde het bevoegde bestuursorgaan in de zin van de Algemene wet bestuursrecht;

School: een openbare school in de zin van de Wet op het Primair Onderwijs;

Directie: degene(n), die als (algemeen) directeur van de school (is) zijn benoemd;

Organisatie voor bestuursondersteuning: de organisatie die de personele en/of financiële administratie, alsmede evt. de bestuur- en managementondersteuning van de openbare scholen in de gemeente verzorgt;

Ouders: de ouders, voogden en verzorgers van de leerlingen die zijn ingeschreven op een school;

Wet: de Wet op het Primair Onderwijs;

Medezeggenschapsraad: de medezeggenschapsraad als bedoeld in artikel 3 van de Wet Medezeggenschap Onderwijs;

Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad: De gemeenschappelijke medezeggenschapsraad als bedoeld in artikel 28 van de Wet Medezeggenschap Onderwijs;

DGO: Decentraal Georganiseerd Overleg.

Artikel 2 Doel en middelen

  • 1. De commissie heeft ten doel het geven van openbaar primair onderwijs aan de scholen die onder haar gezag vallen, overeenkomstig de beginselen van het openbaar primair onderwijs.

  • 2. Om dit doel te verwezenlijken kan de commissie gebruik maken van alle middelen die daaraan dienstbaar zijn.

  • 3. De commissie behartigt de belangen van het openbaar primair onderwijs in de gemeente Lochem.

Artikel 3 Taken en bevoegdheden

  • 1. De commissie heeft, met inachtneming van het bepaalde in artikel 156 van de Gemeentewet, alle bevoegdheden die bij of krachtens de wet aan het bevoegd gezag van de school zijntoegekend, voorzover daarvan niet in deze verordening is afgeweken.

  • 2. De commissie heeft voor de indiening van een verzoek tot omzetting, splitsing en/of verplaatsing, alsmede de opheffing van voorzieningen, de voorafgaande instemming van de raad nodig.

  • 3. De commissie is bevoegd tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding of bezwaring van registergoederen.

  • 4. De commissie is bevoegd tot het geven van betalingsopdrachten.

  • 5. De voorzitter en secretaris tekenen alle stukken die van de commissie uitgaan.

  • 6. Er is een directiestatuut dat de taken en bevoegdheden van de directie regelt.

Artikel 4 Samenstelling commissie

  • 1. De commissie bestaat uit 5 leden.

  • 2. Het College benoemt:

    • a.

      1 lid op voordracht van de oudergeleding van de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad van het openbaar primair onderwijs uit de gemeente Lochem;

    • b.

      1 lid op voordracht van de personeelsgeleding van de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad van het openbaar primair onderwijs uit de gemeente Lochem;

    • c.

      3 leden op voordracht van de commissie.

  • 3. De commissie stelt bij reglement een procedure vast voor de voordracht als bedoeld in het voorgaande lid en zendt dit reglement ter kennisgeving aan het College; de voordracht voor de eerste samenstelling van de commissie is in artikel 25 Overgangs- en slotbepalingen onder lid 1 opgenomen.

  • 4. De leden van de commissie onderschrijvende wezenskenmerken van het openbaar onderwijs.

  • 5. De commissie kan zich in zijn vergaderingen door deskundigen met een adviserende stem laten bijstaan.

  • 6. Indien in de commissie, om welke reden dan ook, een of meer commissieleden ontbreken, dan vormen de overblijvende commissieleden niettemin een commissie in de zin van deze verordening.

Artikel 5 Onverenigbare functies en verboden handelingen

  • 1.

    Het lidmaatschap van de commissie is onverenigbaar met:

    • a.

      het lidmaatschap van de Gemeenteraad of College;

    • b.

      een bestuursfunctie bij het bijzonder onderwijs in de gemeente Lochem;

    • c.

      een betrekking bij het bijzonder onderwijs in de gemeente Lochem;

    • d.

      een betrekking bij het openbaar primair onderwijs in de gemeente Lochem

    • e.

      hetlidmaatschap van één van de medezeggenschapsraden of de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad in de gemeente Lochem;

    • f.

      een betrekking bij een organisatie voor bestuursondersteuning voor het openbaar primair onderwijs in de gemeente Lochem.

  • 2.

    Een lid van de commissie mag niet:

    • a.

      als advocaat, procureur, gemachtigde of adviseur in geschillen werkzaam zijn ten behoeve van de commissie dan wel ten behoeve van de wederpartij van de commissie;

    • b.

      als gemachtigde of als adviseur werkzaam zijn ten behoeve van derden tot het aangaan van collectieve arbeidsovereenkomsten met de commissie of in die hoedanigheid deelnemen aan het Decentraal Georganiseerd Overleg (DGO);

    • c.

      als gemachtigde of als adviseur werkzaam zijn ten behoeve van derden tot het aangaan van overeenkomsten met de commissie als bedoeld in onderdeel d;

    • d.

      rechtstreeks of middellijk een overeenkomst aangaan betreffende:

      • 1e.

        het aannemen van werk ten behoeve van de commissie;

      • 2e.

        het buiten dienstbetrekking tegen beloning verrichten van werkzaamheden ten behoeve van de commissie;

      • 3e.

        het doen van leveranties aan de commissie;

      • 4e.

        het verhuren van roerende zaken aan de commissie;

      • 5e.

        het verwerven van betwiste vorderingen ten laste van de commissie;

      • 6e.

        het van de commissie onderhands verwerven van onroerende zaken of beperkte rechten waaraan deze zijn onderworpen;

      • 7e.

        het onderhands huren van de commissie.

Artikel 6 Zittingsperiode

  • 1. De leden van de commissie worden voor vier jaar benoemd. De leden kunnen na afloop van hun zittingsperiode terstond, maar maximaal twee maal worden herbenoemd.

  • 2. In afwijking van het voorgaande lid worden in de eerst benoemde commissie drie leden voor twee jaar benoemd en twee leden voor drie jaar.

  • 3. In een vacature wordt zo spoedig mogelijk voorzien.

  • 4. Een lid van de commissie dat tussentijds is benoemd, treedt af op het tijdstip waarop degene in wiens plaats hij is benoemd, zou hebben moeten aftreden.

Artikel 7 Schorsing en ontslag

  • 1. De commissie kan een lid van de commissie, dat naar zijn oordeel in ernstige mate door handelen of nalaten afbreuk doet aan het functioneren van de commissie, voor maximaal vier maanden schorsen of ontslaan, mits daartoe wordt besloten met een tweederde meerderheid van stemmen.

  • 2. De commissie onderwerpt het besluit onmiddellijk aan het oordeel van het College in de gemeente Lochem, dat zo spoedig mogelijk aangeeft of zij de schorsing of het ontslag al dan niet bevestigt.

Artikel 8 Einde lidmaatschap van de commissie

Het lidmaatschap van de commissie eindigt door:

  • 1.

    het eindigen van de periode waarvoor een lid is benoemd;

  • 2.

    verklaring in staat van faillissement;

  • 3.

    verlening van surseance van betaling;

  • 4.

    ondercuratelestelling;

  • 5.

    ontslag;

  • 6.

    opzegging;

  • 7.

    overlijden.

Artikel 9 Taakverdeling

De commissie benoemt uit zijn midden een voorzitter, een secretaris en een penningmeester.

Artikel 10 Vergaderfrequentie

  • 1.

    De commissie vergadert tenminste 8 maal per jaar en voorts zo dikwijls als door de voorzitter, dan wel tenminste 3 leden nodig wordt geoordeeld.

  • 2.

    De voorzitter roept de leden schriftelijk tot de vergadering op. De oproeping wordt tenminste tien dagen vóór de te houden vergadering aan de leden gezonden, spoedeisende gevallen uitgezonderd.

  • 3.

    Tegelijkertijd met de oproeping brengt de voorzitter dag, tijdstip en plaats van de vergadering ter openbare kennis. De agenda en de daarbij behorende stukken worden tegelijkertijd met de oproeping en op een bij de openbare kennisgeving aan te geven wijze ter inzage gelegd.

  • 4.

    Ieder lid van de commissie is bevoegd om ter vergadering voor te stellen een onderwerp aan de agenda toe te voegen. De commissie beslist of, en zo ja in hoeverre, aan dit voorstel gevolg wordt gegeven.

Artikel 11 Quorum

  • 1. De vergadering wordt niet geopend voordat meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is.

  • 2. In geval een vergadering op grond van het eerste lid geen doorgang kan vinden, belegt de voorzitter binnen 14 dagen een nieuwe vergadering.

  • 3. Op de vergadering, bedoeld in het tweede lid, is het eerste lid niet van toepassing. De commissie kan echter over andere aangelegenheden dan die waarvoor de eerdere vergadering was belegd alleen beraadslagen of besluiten, indien meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden tegenwoordig is.

Artikel 12 Stemmen

  • 1. De leden stemmen zonder last.

  • 2. Tenzij de verordening anders bepaalt worden alle besluiten genomen bij meerderheid van stemmen. Een blanco uitgebrachte stem geldt als een niet uitgebrachte stem. Over zaken kan niet blanco gestemd worden.

  • 3. Over personen wordt schriftelijk gestemd, over zaken mondeling.

  • 4. a. Bij het staken van stemmen over personen wordt in dezelfde vergadering een herstemming gehouden. Staken bij deze stemming de stemmen opnieuw, dan beslist de voorzitter.

  • b. Bij het staken van stemmen over zaken, wordt het nemen van een besluit tot de volgende vergadering uitgesteld. Indien bij herstemming de stemmen staken, dan beslist de voorzitter.

Artikel 13 Openbaarheid van vergaderingen

  • 1. De vergaderingen van de commissie zijn openbaar.

  • 2. De vergadering wordt besloten gehouden, wanneer tenminste twee van de aanwezige leden daarom verzoeken of de voorzitter het nodig oordeelt. De commissie beslist vervolgens of met gesloten deuren zal worden vergaderd.

  • 3. Van een besloten vergadering wordt een afzonderlijk verslag opgemaakt, dat niet openbaar wordt gemaakt, tenzij de commissie anders beslist.

Artikel 14 Geheimhouding van stukken

  • 1. De commissie kan omtrent het in de vergadering behandelde en omtrent de inhoud van de stukken die aan haar zijn of worden voorgelegd, geheimhouding opleggen.

  • 2. De geheimhouding wordt door degenen die bij de behandeling aanwezig waren, en allen die van het behandelde of de stukken kennis dragen, in acht genomen totdat de commissie haar opheft.

  • 3. De voorzitter kan omtrent de inhoud van stukken in het voorgaande lid voorlopige geheimhouding opleggen. De verplichting tot voorlopige geheimhouding vervalt, indien zij niet in de eerstvolgende vergadering, waarin meer dan de helft van de leden tegenwoordig is, door de commissie wordt bekrachtigd.

  • 4. Indien de leden van de raad om inzage vragen in stukken omtrent welke de commissie geheimhouding heeft opgelegd, wordt dit slechts geweigerd voor zover deze inzage in strijd is met het openbaar belang.

Artikel 15 Huishoudelijk reglement

Alle zaken betreffende de interne aangelegenheden van de commissie worden geregeld bij huishoudelijk reglement. Het huishoudelijk reglement mag geen bepalingen bevatten in strijd met deze verordening.

Artikel 16 Dagelijks bestuur

  • 1. De commissie kan besluiten tot instelling van een dagelijks bestuur.

  • 2. De voorzitter, de secretaris en de penningmeester vormen het dagelijks bestuur.

  • 3. Het dagelijks bestuur is belast met de voorbereiding en uitvoering van de besluiten van de commissie.

Artikel 17 Werkwijze en besluitvorming dagelijks bestuur

  • 1. Het dagelijks bestuur vergadert zo vaak als de voorzitter dit nodig oordeelt of indien tenminste twee leden dit verzoeken.

  • 2. De vergaderingen van het dagelijks bestuur zijn niet openbaar.

  • 3. Het dagelijks bestuur kan slechts besluiten nemen indien tenminste twee leden aanwezig zijn.

  • 4. Besluiten kunnen alleen worden genomen bij meerderheid van stemmen.

  • 5. Bij het staken van de stemmen beslist de stem van de voorzitter.

Artikel 18 Verantwoording dagelijks bestuur

  • 1. De leden van het dagelijks bestuur zijn afzonderlijk en tezamen voor het door hen gevoerde bestuur informatie en verantwoording verschuldigd aan de commissie en geven de commissie met betrekking tot het gevoerde bestuur alle verlangde inlichtingen.

  • 2. De commissie kan een lid van het dagelijks bestuur uit zijn functie ontheffen, indien dit lid niet langer het vertrouwen van de commissie geniet.

Artikel 19 Werkgroep

  • 1. De commissie kan al dan niet uit zijn midden werkgroepen benoemen die onder verantwoordelijkheid van de commissie belast kunnen worden met aangelegenheden die tot de bevoegdheid van de commissie behoren. Een werkgroep is verantwoording verschuldigd aan de commissie.

  • 2. Het huishoudelijk reglement bevat regels voor de werkwijze en samenstelling van de werkgroepen.

Artikel 20 Verantwoording

  • 1. De commissie brengt jaarlijks aan de Raad verslag uit over de werkzaamheden, waarbij in ieder geval aandacht wordt geschonken aan de wezenskenmerken van het openbaar onderwijs. De commissie brengt dit verslag tegelijk uit met haar ontwerp-jaarrekening als bedoeld in artikel 21 van deze verordening.

  • 2. Het verslag wordt bekendgemaakt.

Artikel 21 Financiën en verslaglegging

  • 1.

    De commissie biedt het College jaarlijks voor 15 april een ontwerpbegroting met toelichting aan. Hierbij dient te worden uitgegaan van de daarvoor vastgestelde budgettaire kaders.

  • 2.

    De commissie biedt het College jaarlijks voor 1 april een ontwerpjaarrekening met toelichting en voorzien van een door een erkend accountant opgemaakt accountantsrapport aan.

  • 3.

    De ontwerp-begroting en rekening worden opgemaakt met inachtneming van de voor de gemeente van toepassing zijndecomptabiliteitsvoorschriften.

  • 4.

    Het College neemt het ontwerp van de commissie ongewijzigd over, tenzij dit naar het oordeel van het College in strijd is met het recht, het algemeen of financieel belang van de gemeente. Wanneer het College de begroting en jaarrekening de raad in ontwerp aanbiedt, doet het College verslag van de gang van zaken.

Artikel 22 Duur en boekjaar

  • 1.

    De commissie is ingesteld voor onbepaalde tijd.

  • 2.

    Het boekjaar valt samen met het kalenderjaar.

Artikel 23 Wijziging of intrekking van de verordening

  • 1.

    De commissie kan een verzoek tot wijziging of intrekking van de verordening indienen bij de raad.

  • 2.

    De raad kan de verordening te allen tijde wijzigen of intrekken, echter niet dan na voorafgaand overleg met de commissie.

Artikel 24 Bezwaar tegen besluit gemeente

De bepalingen inzake bezwaar van de Algemene wet bestuursrecht zijn van overeenkomstige toepassing voor zover het een besluit van de raad of het College betreft waardoor de commissie rechtstreeks in haar belang wordt getroffen.

Artikel 25 Overgangs- en slotbepalingen

  • 1.

    De voordracht als bedoeld in artikel 4, tweede lid van deze verordening vindt voor de benoeming van de eerste commissie plaats door de benoemingsadviescommissie, die door het College van de gemeente Lochem wordt ingesteld.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2005.

  • 3.

    Deze verordening kan worden aangehaald als 'Verordening bestuurscommissie openbaar primair onderwijs.

Ondertekening

Lochem, 31 januari 2005
De raad voornoemd,
de griffier, de voorzitter,
J.P. Stegeman H.J. van der Woude

Toelichting bij de verordening bestuurscommissie openbaar primair onderwijs Lochem

1.ALGEMEEN.

1.1.De bestuurscommissie als bestuursvorm. De overdracht van schoolbestuurlijke taken en bevoegdheden aan een bestuurscommissie is een veel toegepaste vorm van bestuurlijke verzelfstandiging van het openbaar onderwijs. Omdat de bestuurscommissie onderdeel is van de gemeente, is de verzelfstandiging niet volledig. Het openbaar onderwijs blijft deel uitmaken van het financiële systeem van de gemeente. De gemeente blijft ontvanger van de rijksvergoedingen en hevelt deze bij begroting over naar de bestuurscommissie.

Volledige verzelfstandiging is eerst aan de orde indien het openbaar onderwijs ook in vermogensrechtelijk opzicht verzelfstandigd wordt. Dit is het geval indien gekozen zou worden voor een bestuursvorm als geregeld door de 'Wet verruiming bestuursvormen openbaar onderwijs' (de openbare rechtspersoon of de stichting voor openbaar onderwijs).

nog geen volledige verzelfstandiging

Dat nu nog niet wordt gekozen voor volledige verzelfstandiging heeft de volgende redenen:

  • ·

    het bestuur wordt weliswaar op afstand gezet, maar de gemeente blijft nog in de buurt om eventuele knelpunten op te lossen;

  • ·

    er moet de nodige tijd worden genomen om de nieuwe bestuurs- en management-structuur te implementeren en zich 'te laten zetten';

  • ·

    vooralsnog kan het openbaar onderwijs, met name daar waar het de bestuurskosten betreft, niet kostenneutraal geëxploiteerd worden.

uitgangspunt: maximale overdracht van bevoegdheden

De bestuurscommissie wordt bij verordening ingesteld door de raad. De verordening regelt onder meer taken en bevoegdheden van de commissie en het toezicht door de raad. Wil de bestuurscommissie voor de openbare basisscholen de schoolbestuurlijke verantwoordelijkheid waar kunnen maken, is, binnen de begrenzing van de door de gemeenteraad beschikbaar gestelde middelen, maximale overdracht van schoolbestuurlijke taken en bevoegdheden en maximale autonomie ten opzichte van het gemeenbestuur gewenst. Dit uitgangspunt wordt hierna in het kader van de toelichting op de verordening verder uitgewerkt.

1.2.Vormvereisten verordening.

Er zijn vrijwel geen wettelijke voorschriften voor de inrichting van de bestuurscommissie. De vrijheid om de commissie in te richten naar lokale omstandigheden en wensen is daardoor groot.

De verordening dient wel te voldoen aan een aantal vormvereisten. De gemeentewet bepaalt dat de verordening in ieder geval een regeling moet bevatten voor:

    • ·

      de taken, bevoegdheden en samenstelling (zie: Verordening hoofdstuk I)

    • ·

      de wijze waarop raadsleden inzage hebben in stukken waaromtrent de commissie geheimhouding heeft opgelegd (zie: Verordening artikel 14)

    • ·

      de verantwoording aan de gemeenteraad en het toezicht op de uitoefening van de bevoegdheden door de commissie (Verordening hoofdstuk 4);

    • ·

      de openbaarheid van de vergaderingen (Verordening artikel 13).

  • 1.3.

    Voorbeeldverordening van de VNG.

De tekst van de verordening is gebaseerd op de tekst van de voorbeeldverordening van de VNG. Deze voorbeeldverordening voldoet aan de eisen die de Gemeentewet stelt. De tekst van de voorbeeldverordening is aangevuld en aangepast overeenkomstig bovengenoemd uitgangspunt, dit vanzelfsprekend geheel binnen het kader dat de gemeentewet stelt. Tevens is met het oog op een betere leesbaarheid de indeling van de modelverordening aangepast en zijn in dat kader enige artikelen uitgesplitst.

1.4.Bevoegdheden van de commissie.

De grondslag van de bestuursbevoegdheid van de bestuurscommissie is delegatie van bevoegdheden door de raad aan de bestuurscommissie. De gemeenteraad kan zijn delegatie te alle tijde intrekken. De commissie heeft niet automatisch alle bevoegdheden van een schoolbestuur. Deze bevoegdheden hangen volledig af van wat de gemeenteraad heeft overgedragen (zie toelichting 1.5).

De commissie is geen zelfstandige rechtspersoon, zij maakt deel uit van de gemeente. Om namens de gemeente privaatrechtelijke rechtshandelingen te kunnen verrichten, dient de burgemeester de individuele leden van de commissie hiertoe de bevoegdheid te geven.

De bevoegdheid van de commissie om betalingsopdrachten te verlenen wordt uitdrukkelijk geregeld in de verordening (artikel 3 lid 4)

De bestuurscommissie is bestuursorgaan in de zin van de Algemene wet bestuursrecht.

1.5.Uitwerking maximale autonomie.

De bestuurscommissie verkrijgt een zo groot mogelijke bestuurlijke autonomie ten opzichte van het gemeentebestuur. Dit houdt in:

    • ·

      overdracht van alle schoolbestuurlijke bevoegdheden en taken behoudens:

    • ·

      het budgetrecht (zie toelichting paragraaf 1.6) en

    • ·

      omzetting, opheffing en fusie van scholen (artikel 3) De gemeente behoudt altijd (ook bij volledige verzelfstandiging) een grondwettelijke garantiefunctie voor het openbaar onderwijs en heeft de plicht te zorgen voor voldoende openbaar onderwijs;

    • ·

      volledige 'depolitisering', het lidmaatschap van de commissie is dientengevolge onverenigbaar met het lidmaatschap van de gemeenteraad (artikel 5 lid 1) en het College;

    • ·

      toezicht door de raad op hoofdlijnen (zie toelichting paragraaf 1.6 en 1.7).

  • 1.6.

    Financiële verhouding tussen gemeenteraad en bestuurscommissie. Het vaststellen van de begroting en van de rekening kan wettelijk niet overgedragen worden aan de bestuurscommissie. Er is geen vermogensrechtelijke scheiding van de gemeente. De gemeente blijft ontvanger van de rijksvergoedingen en bepaalt de grenzen van het financiële speelveld voor de commissie. Binnen deze begrenzing moet de bestuurscommissie zo autonoom mogelijk het resultaat van haar eigen beleids- en belangenafwegingen in financiële zin kunnen invullen.

Daarom wordt in de verordening bepaald (artikel 21) dat:

  • ·

    de bestuurscommissie een ontwerp van de begroting en de rekening opstelt en aan het college aanbiedt;

  • ·

    deze ontwerpen ongewijzigd worden overgenomen en aangeboden aan de raad, tenzij dit naar het oordeel van het college in strijd zou zijn met het recht, het algemeen of het financieel belang van de gemeente.

De gemeenteraad stelt uiteindelijk de begroting en rekening vast.

1.7.Toezicht van de gemeenteraad op de commissie Het is niet noodzakelijk dat het toezicht van de gemeenteraad op de commissie uitdrukkelijk wordt geregeld. In geval van ernstige taakverwaarlozing of functioneren in strijd met de wet kan de gemeenteraad zijn delegatie van bevoegdheden altijd intrekken. Om die reden behoeft ook de ontbinding van de commissie niet geregeld te worden.

De jaarlijkse inhoudelijke verslaggeving verloopt via de jaarrekening en de toelichting daarop (artikel 21)

De raad dient iedere wijziging van de verordening vast te stellen (artikel 23)

1.8.Omvang, samenstelling en benoeming van de commissie.

Er zijn geen wettelijke bepalingen die de omvang of de samenstelling van de bestuurscommissie regelen. Bij de bepaling van het aantal leden moet het midden worden gevonden tussen de volgende aspecten:

  • ·

    de bij de scholen betrokken geledingen weten zich voldoende gerepresenteerd;

  • ·

    het bestuur kan slagvaardig optreden;

  • ·

    de bestuurslast kan efficiënt over de commissieleden verdeeld worden;

  • ·

    de gewenste deskundigheden kunnen in het bestuur vertegenwoordigd zijn.

Kortom: qua omvang niet te klein maar zeker ook niet te groot, gegeven de 'besturingsfilosofie' die gehanteerd zal worden. Gelet op het aantal openbare basisscholen in de gemeente Lochem, is een kernbestuur van 5 leden een goed gemiddelde De kernfuncties en de bestuurslast kunnen dan in principe efficiënt verdeeld worden. De kernfuncties zijn:

  • ·

    algemene zaken

  • ·

    secretariaat

  • ·

    financiën

  • ·

    onderwijsinhoud en lokaal onderwijsbeleid

  • ·

    personeel en organisatie

  • ·

    materiële zaken en huisvesting.

Commissieleden worden in de VNG-modelverordening voorgedragen door de schoolgeledingen (gemeente)bestuur, personeel en ouders. Dit komt overeen met de invulling voor de gemeente Lochem. De leden hebben zonder last zitting in de commissie (artikel 12 lid 1).

In de verordening worden de commissieleden benoemd door het College op voordracht van bovengenoemde geledingen in de volgende verhouding (artikel 4 lid 2):

1 leden op voordracht van de ouders ;

1 leden op voordracht van het personeel;

3 leden op voordracht van het bestuur i.c. de bestuurscommissie.

Hieraan liggen de volgende overwegingen ten grondslag:

  • ·

    geen der geledingen kan een meerderheid van de commissie voordragen;

  • ·

    gegeven het uitgangspunt van maximale autonomie van de commissie wordt de voordracht van leden door het bestuur uitgeoefend door de commissie zelf.