Regeling vervallen per 01-01-2014

Verordening op de heffing en invordering van leges 2013

Geldend van 28-12-2012 t/m 31-12-2013

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van leges 2013

Besluit

Legesverordening 2013

De raad van de gemeente Loon op Zand;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 13 november 2012, nummer 2012/66;

gelet op het advies van de commissie Bestuur en Middelen d.d. 29 november 2012;

gelet op artikel 156, tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de navolgende “Verordening op de heffing en invordering van leges 2013”.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • 1.

    'dag': de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag

    wordt aangemerkt;

  • 2.

    'week': een aaneengesloten periode van zeven dagen;

  • 3.

    'maand': het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de

    volgende kalendermaand;

  • 4.

    'jaar': het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het

    volgende kalenderjaar;

  • 5.

    'kalenderjaar': de periode van 1 januari tot en met 31 december.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam "leges" worden rechten voor:

  • a.

    het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;

  • b.

    het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de Paspoortwet;

een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst of van de Nederlandse identiteitskaart, dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.

Artikel 4 Zakelijke vrijstellingen

De in deze verordening genoemde leges worden, voor zover daarin niet reeds op andere plaatsen van deze verordening is voorzien, niet geheven voor:

  • 1.

    het afgeven van bewijzen van onvermogen;

  • 2.

    het afgeven van stukken, nodig voor de ontvangst van pensioenen, lijfrenten, wachtgelden of loon;

  • 3.

    het afgeven van beschikkingen op verzoekschriften en bezwaarschriften ter zake van plaatselijke belastingen;

  • 4.

    de aan belanghebbende uitgereikt wordende beschikkingen of afschriften daarvan, houdende aanstelling, benoeming, bevordering, ontslag, toekenning van bezoldiging, vergoeding of toelage, dan wel verhoging hiervan, betrekkelijk enige gemeentelijke functie of dienstverrichting jegens de gemeente;

  • 5.

    de aan belanghebbende uitgereikt wordende beschikkingen of afschriften daarvan, houdende beslissing op een verzoek om subsidie uit de gemeentekas;

  • 6.

    de vergunningen, bedoeld onder 2.3.1 van de Tarieventabel, die na tevoren reeds verleend, doch ingetrokken of vervallen zijn, andermaal verleend worden en de vergunningen, bedoeld in die nummers 2.3.1 welke dienen ter vervanging van dezelfde doch voor een bepaalde proeftijd verleende vergunningen, een en ander indien geen uitbreiding of verandering van de oorspronkelijke aanvrage heeft plaatsgehad en evenmin terugbetaling ter zake op grond van het nummer 2.3.1 is geschied, noch de begroting van kosten, bedoeld in nummer 2.3.1 wegens stijging der bouwkosten is verhoogd, in welk geval de leges naar de nieuwe kostenbegroting worden berekend onder verrekening van de reeds betaalde leges;

  • 7.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;

  • 8.

    diensten met betrekking tot een aanvraag tot verlening of gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning of wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning, voor zover die aanvraag betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wabo;

    • Artikel 4A Vrijstellingen vrijwilligersorganisaties

    • Vrijwilligersorganisaties zijn vrijgesteld van de gemeentelijke leges indien aan de onderstaande criteria wordt voldaan:

    • 1.

      het dient een vrijwilligersorganisatie uit de gemeente Loon op Zand te zijn volgens de definitie vrijwilligersorganisaties;

    • 2.

      het dient betrekking te hebben op een evenement van niet-commerciële aard, dat wil zeggen niet gebaseerd op het maken van winst. Eventuele inkomsten dienen ten goede te komen aan de eigen organisatie of een goed doel en de organisatie dient aan te geven waar deze opbrengsten voor worden ingezet;

    • 3.

      het evenement moet toegankelijk zijn voor tenminste de gehele lokale gemeenschap, tenzij er sprake is van een evenement dat specifiek gericht is op fondsenwerving voor een goed doel;

    • 4.

      het evenement moet daadwerkelijk plaatsvinden, tenzij het evenement buiten de invloedsfeer van de organisatie afgelast moet worden;

    • 5.

      in geval van een buurtgerichte activiteit, dient het een vrijwilligersorganisatie te betreffen die een activiteit organiseert volgens de definitie van een buurtgerichte activiteit;

Artikel 5 Maatstaf van heffing en tarieven

  • 1.

    De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet.

  • 3.

    Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven bij wege van een mondeling, dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur.

Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 10 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend als bedoeld in artikel 26 van de Invorderingswet 1990.

Artikel 9 Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in die tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening in de loop van het kalenderjaar, indien de wijzigingen:

  • 1.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • 2.

    een tariefsverlaging betreffen;

  • 3.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde Rijksregelgeving die in de loop van dat kalenderjaar in werking treedt en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:

    • a.

      onderdeel 1.1.5 (akten burgerlijke stand);

    • b.

      hoofdstuk 2 (reisdocumenten);

    • c.

      hoofdstuk 3 (rijbewijzen);

    • d.

      onderdeel 1.7.1 (verklaring omtrent het gedrag);

    • e.

      hoofdstuk 11 (kansspelen).

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.

Artikel 12 Overgangsrecht

  • 1.

    De artikelen en tarieventabel van de ‘Legesverordening 2012’ van 15 december 2011, vervallen met ingang 1 januari 2013, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op de belastbare feiten:

    a.die zich voor die datum hebben voorgedaan;

  • 2.

    b. indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 13, tweede lid,

    a.opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

  • 2.

    De op artikel 10 van de in het eerste lid genoemde verordening gebaseerde regels van het college

    worden geacht mede gebaseerd te zijn op artikel 11 van deze verordening.

Artikel 13 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2013.

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Legesverordening 2013.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Loon op Zand van
13 december 2012.
De raad voornoemd,
voorzitter,
griffier,

Legesverordening 2013

Tabel 2013

Titel 1 Algemene Dienstverlening

in €

Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand

1.1.1

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap op:

1.1.1.1

1.in het Gemeentehuis:

1.1.1.2

a.maandag en dinsdag (niet zijnde feestdagen) om 9.00 uur ( op grond van artikel 4 van de Wet rechten burgerlijke stand)

kosteloos

b.van maandag tot en met vrijdag (niet zijnde feestdagen) van 08.00 uur tot

b. en met 16.00 uur

€ 343,00

c.op zaterdag en zondag en feestdagen en van maandag tot en met vrijdag van 16.01 uur tot 08.00 uur

€ 529,00

2.in andere locaties dan het Gemeentehuis:

a.van maandag tot en met vrijdag (niet zijnde feestdagen) van 08.00 uur tot 17.01 uur

€ 529,00

b.van maandag tot en met vrijdag van 17.01 uur tot 08.00 uur en op zaterdag tot 17.01 uur

€ 687,00

c.op zaterdag na 17.01 uur en op zon- en feestdagen

€ 687,00

3.Indien de huwelijksvoltrekking of de registratie van het partnerschap geannuleerd wordt, bedragen de leges

€ 50,00

1.1.2.1

Getuigen: Voor het van gemeentewege beschikbaaar stellen van getuigen bij huwelijksvoltrekking c.q. registeren van partnerschap bedragen de leges per getuige

€ 27,90

1.1.3

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van:

1.1.3.1

een trouwboekje of partnerschapboekje in een normale uitvoering

€ 26,50

1.1.3.2

voor een duplicaat van een boekje als onder 1.1.5.1 bedoeld

€ 26,50

1.1.3.3

een trouwboekje of partnerschapboekje in een luxe uitvoering

€ 52,50

1.1.3.4

voor een duplicaat van een boekje als onder 1.1.5.3. bedoeld

€ 52,50

1.1.3.5

Het tarief voor een eenmalige benoeming van een bijzondere ambtenaar van de burgerlijke stand (BABS) bedraagt

€ 50,00

1.1.4

Het tarief bedraagt voor het doen van nasporingen in de registers van de burgerlijke stand, voor ieder daaraan besteed kwartier

€ 19,15

1.1.5

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand.

Hoofdstuk 2 Reisdocumenten

1.2.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.2.1.1

tot het verstrekken van een nationaal paspoort, een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen

€ 50,30

1.2.1.2

tot het verstrekken van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in 1.2.1.1 (zakenpaspoort)

€ 50,30

1.2.1.3

tot het verstrekken van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort)

€ 50,30

1.2.2

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de Paspoortwet

1.2.2.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van veertien jaar nog niet heeft bereikt

€ 31,80

1.2.2.2

in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel 1.2.2.1

€ 41,90

1.2.3

De tarieven als genoemd in de onderdelen 1.2.1.1 tot en met 1.2.1.3 alsmede in 1.2.2.1 en 1.2.2.2 worden bij een spoedlevering vermeerderd met een bedrag van

€ 46,60

1.2.4

Het tarief als genoemd in 1.2.3 wordt bij een gecombineerde spoedlevering van een nieuw document als bedoeld in 1.2.1.1, 1.2.1.2 en 1.2.1.3 en het bijschrijven van een of meer kinderen als bedoeld in 1.2.1.4 slechts een keer per reisdocument berekend

1.2.5

Het tarief als genoemd in onderdeel 1.2.1.5 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met een bedrag per bijschrijvingssticker van

€ 21,80

1.2.6

Indien een aanvrager reeds eerder een reisdocument werd verstrekt en bij de aanvraag tot het verstrekken van een nieuw reisdocument het eerder verstrekt residocument niet of niet compleet kan worden overgelegd worden de terzake verschuldigde leges verhoogd met

€ 16,00

Hoofdstuk 3 Rijbewijzen

1.3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs

38,70

1.3.2

Het tarief genoemd in onderdeel 1.3.1 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met

34,10

Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de Gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens

1.4.1

Voor de toepassing van dit hoofdstuk, met uitzondering van de onderdelen 1.4.3 en 1.4.4, wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon waarvoor de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens moet worden geraadpleegd.

1.4.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.4.2.1

tot het ad hoc verstrekken van gegevens aan afnemers, per verstrekking

2,70

1.4.2.2

tot het verstrekken van een afschrift uit de gemeentelijke basisadministratie, per verstrekking

9,70

1.4.2.3

tot het afsluiten van een abonnement op het verstrekken van gegevens gedurende de periode van één jaar:

1.4.2.3.1

voor 100 verstrekkingen

63,70

1.4.2.3.2

voor 500 verstrekkingen

290,00

1.4.2.3.3

voor 1.000 verstrekkingen

515,00

1.4.2.3.4

voor 5.000 verstrekkingen

1933,00

1.4.2.3.5

voor 10.000 verstrekkingen

2900,00

1.4.3

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doornemen van de gemeentelijke basisadministratie, voor ieder daaraan besteed kwartier

19,15

Hoofdstuk 5 Bestuursstukken

1.5.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

1.5.1.1

een afschrift van de Programmabegroting

€ 25,00

1.5.1.2

een afschrift van de Bijlage Programmabegroting

€ 15,00

1.5.1.3

een afschrift van de Kadernota

€ 15,00

1.5.1.4

een afschrift van het Collegeprogramma

€ 10,00

1.5.1.5

een afschrift van de Managementrapportage I en II

€ 15,00

1.5.1.6

een afschrift van de Bestuursrapportage I en II

€ 10,00

1.5.1.7

een afschrift van de Nota reserves en voorzieningen

€ 15,00

1.5.1.8

een afschrift van de Programmarekening

€ 20,00

1.5.1.9

een afschrift van de Bijlagen bij de Programmarekening

€ 20,00

1.5.2.0

een afschrift van de FIPOG

€ 15,00

1.5.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van rapporten, nota's en andere boekwerken over het gemeentelijk beleid of onderdelen daarvan met een inhoud van:

1.5.3.1

1- 50 pagina's, per stuk

€ 10,00

1.5.3.2

50- 100 pagina's, per stuk

€ 15,00

1.5.3.3

100-150 pagina's, per stuk

€ 20,00

1.5.3.4

150-200 pagina's, per stuk

€ 25,00

1.5.3.5

200 pagina's of meer, per stuk

€ 25,00

vermeerderd met

€ 0,10

per pagina boven de 200 pagina's

Hoofdstuk 6 Vastgoedinformatie

1.6.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.6.1.1

tot het verstrekken van een fotokopie of lichtdruk van een kaart, tekening, plan, zoals bestemmingsplan, voorbereidingsbesluit, streekplan, structuurplan

1.6.1.1.1

in formaat A4 of kleiner, per bladzijde

€ 6,60

1.6.1.1.2

in formaat A3

€ 6,60

1.6.1.1.3

in formaat A2

€ 8,10

1.6.1.1.4

in formaat A1

€ 10,80

1.6.1.1.5

formaat groter dan A1

€ 1,30

1.6.2.1

het gemeentelijke beperkingenregister of de gemeentelijke beperkingenregistratie, dan wel tot het verstrekken van een aan die registratie ontleende verklaring, als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen

€ 10,00

1.6.2.2

tot het verstrekken van gegevens uit de Gemeentelijke Kadastrale Balie per object

€ 7,50

Hoofdstuk 7 Overige publiekszaken

1.7

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.7.1

tot het verkrijgen van een verklaring omtrent het gedrag

€ 30,05

1.7.2

tot het verkrijgen van een attestatie de vita

1.7.3

tot het verkrijgen van een legalisatie van een handtekening of foto

€ 9,00

1.7.4

tot controle op echtheid documenten

€ 9,00

Hoofdstuk 8 Gemeentearchief

1.8.1

1.8.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van:

1.8.1.1

een afschrift of fotokopie van een in het gemeentearchief berustend stuk, per pagina

€ 0,50

1.8.1.2

Voor het door of vanwege de gemeente doen van nasporing in, eventueel gevolgd door het geven van één of meer inlichtingen uit het oud en nieuw archief van de gemeente of statistisch documentatiemateriaal van de gemeente, ongeacht het resultaat van die nasporing, één en ander voor zover deze diensten niet met name in tabellen behorende bij deze verordening, of in een andere belastingverordening van deze gemeente, dan wel in andere rechtsregels zijn genoemd, voor elk daaraan te besteden kwartier of een gedeelte daarvan

€ 13,95

Hoofdstuk 9 Leegstandwet

1.9

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag :

1.9.1

tot het verkrijgen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandswet

€ 85,00

1.9.2

tot verlenging van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, vierde lid, van de Leegstandswet

€ 85,00

Hoofstuk 10 Marktstandplaatsen/ventvergunningen

1.10

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot:

het verkrijgen van een vergunning tot het in de gemeente venten, of tot het hebben van een standplaats met een commercieel doel op een door het college van burgemeester en wethouders aangewezen plaats (artikel 5.2.2 en 5.2.3 van de A.P.V.2008):

1.10.1

a.geldig voor bepaalde tijd

€ 65,00

1.10.2

b.geldig voor onbepaalde tijd

€ 108,00

Hoofdstuk 11 Kansspelen

1.11.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:

1.11.1.1

voor een periode van twaalf maanden voor één speelautomaat

€ 56,50

1.11.1.2

voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer speelautomaten, voor de eerste speelautomaat

€ 56,50

en voor iedere volgende speelautomaat

€ 34,00

1.11.1.3

voor één speelautomaat, welke vergunning geldt voor een periode van langer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd

€ 226,50

1.11.1.4

voor twee of meer speelautomaten, welke vergunning geldt voor een periode van langer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd, voor de eerste speelautomaat

€ 226,50

en voor iedere volgende speelautomaat

€ 136,00

1.11.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning)

€ 43,30

1.11.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 28 van de Wet op de kansspelen (prijsvraagvergunning)

€ 303,00

Hoofdstuk 12 Telecommunicatie

1.12.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, van de Telecommunicatiewet per locatie

1.12.1.1

voor een ononderbroken trace tot een lengte van 100 meter

€ 376,00

1.12.1.2

het tarief genoemd onder 1.12.1.1 wordt voor een trace met een lengte vanaf 100 meter verhoogd met de kosten voor administratieve werkzaamheden, waarvoor een tarief geldt van € 2,14 per strekkende meter sleuf tot een maximum van € 2.996,00

1.12.1.3

indien met betrekking tot een melding voor een trace langer dan 500 meter onderzoek naar de status van de kabel plaatsvindt, verhoogd met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de melding aan de melder meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

1.12.2

Indien een begroting als bedoeld in 1.12.1.3 is uitgebracht, wordt een melding in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de melder ter kennis is gebracht, tenzij de melding voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

1.12.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning ingevolge artikel 2.1.5.2 van de A.P.V. voor de aanleg van kabels, cq. leidingen per locatie

1.12.3.1

voor een ononderbroken trace tot een lengte van 100 meter

€ 376,00

1.12.3.2

het tarief genoemd onder 1.12.3.1 wordt voor een trace met een lengte vanaf 100 meter verhoogd met de kosten voor het uitvoeren van administratieve werkzaamheden, waarvoor een tarief geldt van € 2,14 per strekkende meter sleuf tot een maximum van € 2.996,00

1.12.3.3

indien met betrekking tot een melding voor een trace langer dan 500 meter onderzoek naar de status van de kabel plaatsvindt, verhoogd met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de melding aan de melder meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

1.12.3.4

Indien een begroting als bedoeld in 1.12.3.3 is uitgebracht, wordt een melding in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de melder ter kennis is gebracht, tenzij de melding voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

Hoofdstuk 13 Verkeer en vervoer

1.13

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.13.1

tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 7.1 van het Voertuigreglement

€ 31,00

Hoofdstuk 14 Diversen

1.14.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.14.1.1

afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

1.14.1.1.1

per pagina op papier van A4-formaat

€ 0,50

1.14.1.1.2

per pagina op papier van een ander formaat

€ 2,55

1.14.1.1.3

een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen

€ 40,40

1.14.1.1.4

stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

€ 0,50

Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

2.1.1

Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:

2.1.1.1

aanlegkosten:

de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft;

2.1.1.2

bouwkosten:

de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV 1989), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten, exclusief omzetbelasting, bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft;

raming bouwkosten:

De raming van de bouwkosten wordt vastgesteld door of namens het college van burgemeester en wethouders aan de hand van de op het moment van aanvraag geldende uitgave van “Reed Business Information Taxatieboekje (Her)bouwkosten Woningen en agrarische objecten”, respectievelijk Reed Business Information Taxatieboekje (Her)bouwkosten Bedrijfspanden” op basis van de door de aanvrager van de vergunning overgelegde tekeningen en bestekken. Voor wat betreft de definitie van bouwkosten wordt verwezen naar de omschrijving in voornoemde uitgaven van Reed Business Information.

Indien het bouwwerk waarvoor vergunning wordt gevraagd, voor wat betreft aard en/of daarin voorkomende constructie(s) niet voorkomt in voornoemde uitgaven van Reed Business Information, worden de bouwkosten door of namens het college van burgemeester en wethouders vastgesteld aan de hand van de door de aanvrager van de vergunning overgelegde begroting van de bouwkosten, tekeningen en bestekken.

2.1.1.3

sloopkosten:

de aannemingssom exclusief omzetbelasting,, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de sloopkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien het slopen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder sloopkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het slopen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft;

2.1.1.4

Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

2.1.2

In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.

2.1.3

In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.

Hoofdstuk 2 Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag

2.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

2.2.1

om vooroverleg in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project in het kader van de Wabo vergunbaar is

2.2.2

om beoordeling van een conceptaanvraag om een omgevingsvergunning:

van de leges zoals deze bij een daadwerkelijke aanvraag om een omgevingsvergunning voor het project zouden worden vastgesteld.

Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning

2.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

2.3.1

Bouwactiviteiten

2.3.1.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:

indien de bouwkosten minder bedragen dan € 50.000,00 : 2,85 % van die bouwkosten met een minimum van € 45,75

2.3.1.1.1

indien de bouwkosten € 50.000 of meer bedragen, doch minder dan € 100.000

€ 1.425,00

vermeerderd met:

2,23%

van het bedrag waarmee de bouwkosten € 50.000 te boven gaaan

2.3.1.1.2

indien de bouwkosten € 100.000 of meer bedragen, doch minder dan € 150.000

€ 2.540,00

vermeerderd met:

1,55%

van het bedrag waarmee de bouwkosten € 100.000 te boven gaaan

2.3.1.1.3

indien de bouwkosten € 150.000 of meer bedragen, doch minder dan € 200.000

€ 3.315,00

vermeerderd met:

0,99%

van het bedrag waarmee de bouwkosten € 150.000 te boven gaan

2.3.1.1.4

indien de bouwkosten € 200.000 of meer bedragen

€ 3.810,00

vermeerderd met:

0,87%

waarmee de bouwkosten € 200.000 te boven gaan

Beoordeling bodemrapport

2.3.1.3

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld:

2.3.1.3.1

voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport

€ 43,00

Verplicht advies agrarische commissie

2.3.1.4

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische commissie wordt beoordeeld:

€ 719,95

2.3.2

Aanlegactiviteiten

2.3.2.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 85,00

Beoordeling bodemrapport

2.3.2.2

Onderdeel 2.3.1.3.2 vindt overeenkomstige toepassing met betrekking tot de in onderdeel 2.3.2.1 bedoelde aanvraag, tenzij onderdeel 2.3.1.3.2 zelf toepassing vindt.

2.3.3

Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouw- of aanlegactiviteit

2.3.3.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit of een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, onderscheidenlijk b, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de onderdelen 2.3.1 en 2.3.2:

2.3.3.2

indien met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo van het bestemmingsplan of de beheersverordening is afgeweken (binnenplanse afwijking):

€ 340,00

2.3.3.3

indien met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo van het bestemmingsplan of de beheersverordening is afgeweken (buitenplanse afwijking) en de kosten niet kunnen worden verhaald ex artikel 6.12 Wro bedraagt het tarief:

€ 3.405,00

Onverminderd het bepaalde in 2.3.3.3 wordt het tarief, indien tegen de betreffende aanvraag zienswijzen zijn ingediend, verhoogd met een bedrag blijkende uit een begroting die ter zake door of vanwege het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

2.3.3.4

indien met toepassing van artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo voor een bepaalde termijn van het bestemmingsplan of de beheersverordening is afgeweken (tijdelijke afwijking, bedraagt het tarief:

€ 340,00

2.3.3.5

indien met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo van het bestemmingsplan of de beheersverordening is afgeweken (buitenplanse kleine afwijking):

€ 340,00

2.3.4

Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouw- of aanlegactiviteit

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit of een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, onderscheidenlijk b, van de Wabo, bedraagt het tarief:

2.3.4.1

indien met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo van het bestemmingsplan of de beheersverordening is afgeweken (binnenplanse afwijking):

€ 340,00

2.3.4.2

indien met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo van het bestemmingsplan of de beheersverordening is afgeweken (buitenplanse kleine afwijking):

€ 340,00

2.3.4.3

indien met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo van het bestemmingsplan of de beheersverordening is afgeweken (buitenplanse afwijking)en de kosten niet verhaald kunnen worden ex artikel 6.12 Wro:

€ 3.405,00

Onverminderd het bepaalde in 2.3.4.3 wordt het tarief, indien tegen de betreffende aanvraag zienswijzen zijn ingediend, verhoogd met een bedrag blijkende uit een begroting die in overleg met de aanvrager wordt opgesteld.

2.3.4.4

indien met toepassing van artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo voor een bepaalde termijn van het bestemmingsplan of de beheersverordening is afgeweken (tijdelijke afwijking)

€ 340,00

2.3.5

In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:

Categorie 1, van 0 t/m 100 m2

€ 470,00

Categorie 2 van 101 t/m 500 m2

€ 335,00+ € 1,42/ m2

Categorie 3 van 501 t/m 2.000 m2

€ 772,00+ € 0,53/ m2

Categorie 4 van 2.001 t/m 5.000 m2

€ 1.566,00+ € 0,12/ m2

Categorie 5 van 5.000 t/m 50.000 m2

€ 2.065,00+ € 0,03/ m2

Categorie 6 meer dan 50.001 m2

€ 3.150,00+€ 0,01/ m2

2.3.6.3.1

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een provinciaal of gemeentelijk monument

€ 670,00

2.3.6.3.2

voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een provinciaal of gemeentelijk monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 279,00

2.3.7

Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht

2.3.7.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 181,00

indien bij de aanvraag een sloopveiligheidsplan ingediend moet worden, wordt het bedrag verhoogd met

€ 61,00

voor de afgifte van een bewijs van ontvangst, als bedloed in artikel 8.2.2, lid 6 van de bouwverordening bedragen de leges

€ 45,50

Beoordeling bodemrapport

2.3.7.3

Onderdeel 2.3.1.3.2 vindt overeenkomstige toepassing met betrekking tot de in de onderdelen 2.3.7.1 of 2.3.7.2 bedoelde aanvraag, tenzij de onderdelen 2.3.1.3.2 of 2.3.2.2 zelf toepassing vinden.

Aanleggen of veranderen weg

2.3.8

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor ingevolge een bepaling in een provinciale verordening of <artikel 2.11 van de Algemene plaatselijke verordening> een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 85,00

2.3.9

Uitweg/inrit

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor ingevolge een bepaling in een provinciale verordening <of artikel .. van de Algemene plaatselijke verordening> een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 42,00

2.3.10

Kappen

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor ingevolge een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2 van de Bomenverordening Loon op Zand 2009 een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief:

12,50

2.3.11

Opslag van roerende zaken

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de provincie <of de gemeente>, waarvoor ingevolge een bepaling in een provinciale verordening <of artikel … van de Algemene plaatselijke verordening> een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:

2.3.11.1

indien de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder j, van de Wabo:

€ 86,64

2.3.11.2

indien de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder k, van de Wabo:

€ 86,64

2.3.15

Omgevingsvergunning in twee fasen

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:

2.3.15.1

voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;

2.3.15.2

voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.

2.3.16

Advies

2.3.16.1

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij algemene maatregel van bestuur, provinciale of gemeentelijke verordening aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning, als bedoeld in artikel 2.26, derde lid, van de Wabo: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

2.3.16.2

Indien een begroting als bedoeld in 2.3.16.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

Alternatief 1 voor 2.3.16: algemene formulering met begrotingsconstructie

2.3.16

Advies

2.3.16.1

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

2.3.16.2

Indien een begroting als bedoeld in 2.3.16.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

Alternatief 2 voor 2.3.16: algemene formulering met vast tarief

2.3.16

Advies

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning:

Hoofdstuk 4 Publicatie

2.4.1

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien voor de omgevingsvergunning een publicatie moet plaatsvinden per publicatie:

€ 30,00

Hoofdstuk 5 Teruggaaf

2.5.1

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

2.5.1.1

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

50%

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;

2.5.2

Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 1 jaar na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:

25%

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

2.5.3

Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 of 2.3.7 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

50%

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

Hoofdstuk 6 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project

2.6

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project, de tarieven zoals die voor dat onderdeel zijn opgenomen met een minimum van € 45,75:

Hoofdstuk 7 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten

2.7.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening

€ 3.405,00

2.7.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening. Waarbij opgemerkt moet worden dat de herziening niet aangemerkt kan worden als een project op basis van 6.2.1 Besluit ruimtelijke ordening.

€ 3.405,00

Hoofdstuk 8 Sloopmelding

2.8

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een sloopmelding als bedoeld in artikel 8.2.1 van de Bouwverordening

nihil

Hoofdstuk 9 In deze titel niet benoemde beschikking

2.9

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking:

43,00

Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn

Hoofdstuk 1 Horeca

3.1.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning ingevolge artikel 3 van de Drank- en Horecawet voor een inrichting

a.met 1 leidinggevende

€ 303,00

b.met meer dan 1 leidingevende voor iedere volgende leidinggevende

€ 65,00

3.1.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding als bedoeld in artikel 30 van de Drank- en Horecawet

€ 216,00

3.1.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Drank- en Horecawet voor een inrichting

a.voor een dag

€ 65,00

b.voor twee dagen

€ 77,00

c.voor meer dan twee dagen

€ 108,00

3.1.3.1

Het tarief bedraagt voor het afwijken van de voorschriften voor para commerciele inrichtingen

€ 77,00

3.1.4

Indien voor de onder 3.1.1 bedoelde vergunning een intern onderzoek nodig is op grond van de wet BIBOB, worden de onder 3.1.1 bedoelde leges verhoogd met

€ 216,00

3.1.5

Indien voor de onder 3.1.1 bedoelde vergunning een onderzoek nodig is door het landelijk Bureau BIBOB, worden de onder 3.1.1 bedoelde leges verhoogd met

€ 500,00

3.1.6

Als het beslissen op een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning ingevolge artikel 3, eerste lid, van de Drank- en Horecawet vooraf is gegaan door een publicatieprocedure in een of meeer dag- pf nieuwsbladen, worden de onder 3.1.1 vermelde leges verhoogd met

€ 31,00

Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen of markten

3.2.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2.2.2, van de Algemene plaatselijke verordening en of een evenement als bedoeld in artikel 17 van de "Duinverordening gemeente Loon op Zand"

€ 346,00

3.2.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een vergunning voor het organiseren van een snuffelmarkt als bedoeld in artikel 5.2.4 van de A.P.V.

€ 346,00

3.2.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag van een ontheffing van het verbod om in de open lucht geluidhinder te veroorzaken (artikel 4.1.5 van de A.P.V.en of artikel 10 van de "Duinverordening gemeente Loon op Zand")

€ 65,00

3.2.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om ontheffing van het verbod in de open lucht aan te leggen, te stoken of te hebben (artikel 5.5.1 van de A.P.V.en of artikel 11 van de "Duinverordening gemeente Loon op Zand"))

€ 86,00

Hoofdstuk 3 Prostitutiebedrijven

3.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

3.3.1

een exploitatievergunning of wijziging van een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 3.2.1 van de A.P.V. anders dan een wijziging bedoeld onderdeel 3.3.2:

3.3.1.1

voor een seksinrichting

€ 974,00

3.3.2

wijziging van een exploitatievergunning in verband met uitsluitend een wijziging van het beheer in een seksinrichting, als bedoeld in artikel 3.4.2 , van de A.P.V.:

3.3.2.1

voor een seksinrichting

€ 65,00

3.3.2.1

Indien voor de onder 3.3.1 bedoelde vergunning een onderzoek nodig is door het landelijk bureau BIBOB, worden de onder 3.3.1.1 bedoelde leges verhoogd met

€ 500,00

Hoofdstuk 4 Kinderopvang

3.4.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot:

3.4.1.1

het in exploitatie nemen van een kindercentrum; kinderopvang of buitenschoolse opvang, als bedoeld in artikel 1.45, eerste lid en artikel 1.46 eerste lid van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.

€ 333,00

3.4.1.2

het in exploitatie nemen van een gastouderbureau als bedoeld in artikel 1.45, eerste lid en artikel 1.46 eerste lid van de Wet kinderopvang en kwaliteisteisen peuterspeelzalen.

€ 333,00

3.4.1.3

het bieden van gastouderopvang als bedoeld in artikel 1.45, eerste lid en artikel 1.46 eerste lid van de Wet kinderopvang en kwaliteisteisen peuterspeelzalen.

€ 333,00

3.4.1.4

het in exploitatie nemen van een peuterspeelzaal als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid en artikel 2.3 eerste lid van de Wet kinderopvang en kwaliteisteisen peuterspeelzalen.

€ 333,00

3.4.2

Het tarief voor het in behandeling nemen van aanvraag tot wijziging van de gegevens als bedoeld in artikel 1.45, eerste lid of tweede lid bedraagt

€ 104,00

Hoofdstuk 5 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

3.5

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

43,00

Behorend bij raadsbesluit van 13 december 2012, nummer 2012/66.

De griffier van de gemeente Loon op Zand,