Regeling vervallen per 01-01-2016

Verordening op de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing en de reinigingsrechten

Geldend van 28-12-2012 t/m 31-12-2015

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing en de reinigingsrechten

Besluit

Verordening Reinigingsheffingen Loon op Zand 2013

De raad van de gemeente Loon op Zand;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 13 november 2012, nummer 2012/66;

gelet op het advies van de commissie Bestuur en Middelen d.d. 29 november 2012;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;

besluit:

vast te stellen de navolgende "Verordening op de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing en de reinigingsrechten" (Verordening Reinigingsheffingen Loon op Zand 2013).

HOOFDSTUK I Algemene bepalingen

Artikel 1

Krachtens deze verordening worden geheven:

  • 1.

    een afvalstoffenheffing;

  • 2.

    reinigingsrechten.

Artikel 2 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

bedrijfspand:

een gebouwd onroerende zaak - of een zelfstandig gebruikt gedeelte ervan - geen perceel zijnde.

grof bedrijfsafval:

afvalstoffen afkomstig van bedrijven en instellingen, welke door omvang of hoeveelheid niet in aanmerking komen voor het periodiek inzamelen als bedoeld in artikel 8, tweede lid, onder a en geen autowrak zijnde.

grof huisvuil:

afvalstoffen afkomstig van particuliere huishoudingen, welke door omvang en hoeveelheid niet in aanmerking komen voor het periodiek inzamelen, als bedoeld in artikel 10.11 van de Wet milieubeheer.

chemisch afval c.q. probleemstoffen:

afvalstoffen waarvan het uit milieu-technisch oogpunt niet gewenst is deze in te zamelen bij de huishoudelijke afvalstoffen en het bedrijfsafval.

HOOFDSTUK II Afvalstoffenheffing

Artikel 3 Aard van de belasting en belastbaar feit

  • 1. Onder de naam "afvalstoffenheffing" wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer (Stb.1994, 80).

  • 2. De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik maken van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 4 Belastingplicht

De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in hoofdstuk 1 van de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 6 Belastingtijdvak

  • 1. Het belastingtijdvak is in de gevallen waarin de belasting door middel van afrekeningen van Brabant Water N.V. plaatsvindt de verbruiksperiode zoals die voor de betrokken belastingplichtige voor het desbetreffende eigendom geldt. In afwijking daarvan is voor de in artikel 7, derde lid, bedoelde gevallen het belastingtijdvak gelijk aan het gedeelte van de verbruiksperiode waarin heffing plaatsvindt op de in de eerste volzin bedoelde wijze.

  • 2. In andere gevallen dan in het eerste lid bedoeld is het belastingtijdvak gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7 Wijze van heffing

  • 1. De belasting per verbruiksperiode wordt geheven bij wege van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving. Deze kan worden gesteld op de afrekening van Brabant Water N.V.

    Als dagtekening van de kennisgeving geldt in dat geval de dagtekening van de afrekening.

    Als kennisgeving van voorlopig gevorderde bedragen wordt aangemerkt de voorschotnota of de kennisgeving op andere wijze van betaling van voorschotbedragen.

  • 2. De belasting per kalenderjaar wordt geheven bij wege van aanslag.

  • 3. Belastingplichtige kan uiterlijk tot een maand voor de aanvang van een belastingtijdvak schriftelijk verzoeken de wijze van heffing te wijzigen. Indien het verzoek is gericht op overgang naar heffing bij wege van aanslag, gaat de wijziging in met ingang van het eerstkomende belastingtijdvak voor die wijze van heffing. Indien het verzoek is gericht op overgang naar heffing bij wege van schriftelijke kennisgeving, gaat de wijziging in met ingang van de maand waarin het volgende belastingtijdvak voor heffing bij wege van aanslag zou aanvangen.

Artikel 8 Voorlopig gevorderde bedragen

Indien het belastingtijdvak een verbruiksperiode is, kunnen na de aanvang van het belastingtijdvak aan de belastingplichtige per kwartaal voorlopig gevorderde bedragen worden opgelegd ter grootte van een factor drie van het overeenkomstig hoofdstuk 1 van de tarieventabel van toepassing zijnde tarief.

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld

Indien de belasting bij wege van aanslag wordt geheven, ontstaat de belastingschuld bij de aanvang van het belastingtijdvak, of indien de belastingplicht op een later tijdstip aanvangt, bij de aanvang van de belastingplicht.

Artikel 10 Termijnen en wijze van betaling

  • 1. Het voorlopig gevorderde bedrag, alsmede het definitief gevorderde bedrag moet worden betaald tegelijk met en op dezelfde wijze als die waarop het voorschotbedrag, onderscheidenlijk het definitieve bedrag van de afrekening van Brabant Water N.V. moet worden betaald.

  • 2. De belasting die wordt geheven bij wege van aanslag moet worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de eerste maand volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

HOOFDSTUK III Reinigingsrechten

Artikel 11

  • 1. Onder de naam "reinigingsrechten" worden rechten geheven voor het genot van door het gemeentebestuur verstrekte diensten en voor het gebruik van bezittingen, werken en inrichtingen als omschreven in het tweede lid.

  • 2. Het in het eerste lid bedoelde genot van diensten en het gebruik van bezittingen, werken en inrichtingen bestaat uit:

    • a.

      het periodiek verwijderen van bedrijfsafval van beperkte omvang en hoeveelheid;

    • b.

      het op verzoek verwijderen van grof bedrijfsafval;

    • c.

      het in ontvangst nemen en laten verwerken van chemisch afval c.q. probleemstoffen tot een hoeveelheid van 50 kg per jaar.

Artikel 12 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 13 Maatstaf van heffing en tarief

  • 1. De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de hoofdstukken 2 en 3 van de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 14 Belastingtijdvak

1.Het belastingtijdvak is in de gevallen waarin de heffing door middel van afrekeningen van Brabant Water N.V. plaatsvindt de verbruiksperiode zoals die voor de betrokken belastingplichtige voor het desbetreffende eigendom geldt. In afwijking daarvan is voor de in artikel 16, derde lid, bedoelde gevallen het belastingtijdvak gelijk aan het gedeelte van de verbruiksperiode waarin heffing plaatsvindt op de in de eerste volzin bedoelde wijze.

2.In andere gevallen dan in het eerste lid bedoeld is het belastingtijdvak gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 15 Wijze van heffing

  • 1.

    De rechten bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel worden geheven bij wege van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving. Deze kan worden gesteld op de afrekening van Brabant Water N.V.. Als dagtekening van de kennisgeving geldt in dat geval de dagtekening van de afrekening. Als kennisgeving van voorlopig gevorderde bedragen wordt aangemerkt de voorschotnota of de kennisgeving op andere wijze van betaling van voorschotbedragen.

  • 2.

    Het recht per kalenderjaar wordt geheven bij wege van aanslag.

  • 3.

    Belastingplichtige kan uiterlijk tot een maand voor de aanvang van een belastingtijdvak schriftelijk verzoeken de wijze van heffing te wijzigen. Indien het verzoek is gericht op overgang naar heffing bij wege van aanslag, gaat de wijziging in met ingang van het eerstkomende belastingtijdvak voor die wijze van heffing. Indien het verzoek is gericht op overgang naar heffing bij wege van schriftelijke kennisgeving, gaat de wijziging in met ingang van de maand waarin het volgende belastingtijdvak voor heffing bij wege van aanslag zou aanvangen.

  • 4.

    De rechten bedoeld in hoofdstuk 3 van de tarieventabel worden geheven door middel van een gedagtekende kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld.

Artikel 16 Voorlopig gevorderde bedragen

Indien het belastingtijdvak een verbruiksperiode is, kunnen na de aanvang van het belastingtijdvak aan de belastingplichtige per kwartaal voorlopig gevorderde bedragen worden opgelegd ter grootte van een factor drie van het overeenkomstig hoofdstuk 2 van de tarieventabel van toepassing zijnde tarief.

Artikel 17 Ontstaan van de belastingschuld en de heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten

Indien de heffing bij wege van aanslag wordt geheven, ontstaat de belastingschuld bij de aanvang van het belastingtijdvak, of indien de belastingplicht op een later tijdstip aanvangt, bij de aanvang van de belastingplicht.

Artikel 18 Termijnen en wijze van betaling

  • 1. Het voorlopig gevorderde bedrag, alsmede het definitief gevorderde bedrag van de in artikel 11, eerste lid verschuldigde rechten moet worden betaald tegelijk met en op dezelfde wijze als die waarop het voorschotbedrag, onderscheidenlijk het definitieve bedrag van de afrekening van Brabant Water N.V. moet worden betaald.

  • 2. De aanslagen moeten worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de eerste maand volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

Artikel 19 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten

De rechten bedoeld in hoofdstuk 3 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 20 Termijn en wijze van betaling van de overige rechten

De op grond van artikel 11, tweede lid onder c, geheven rechten moeten worden betaald:

  • 1.

    ingeval van uitreiking van de kennisgeving: op het tijdstip van uitreiking;

  • 2.

    ingeval van toezending van de kennisgeving: binnen 10 dagen na de dagtekening.

Artikel 21 Kwijtschelding

Bij de invordering van de in artikel 1 onder 1. en 2. genoemde heffingen wordt voor maximaal 75% van het verschuldigde bedrag kwijtschelding verleend.

Artikel 22 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de reinigingsheffingen.

Artikel 23 Overgangsregeling, inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De "Verordening reinigingsheffingen 2012" van 15 december 2011, wordt ingetrokken met ingang van de betreffende in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2013.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening Reinigingsheffingen Loon op Zand 2013".

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Loon op Zand van 13 december 2012.
De raad voornoemd,
voorzitter,
griffier,

Tarieventabel

behorende bij de Verordening Reinigingsheffingen Loon op Zand 2013

Algemeen

De bedragen genoemd in deze tabel zijn inclusief omzetbelasting indien deze verschuldigd is.

Hoofdstuk 1 Maatstaven en tarieven afvalstoffenheffing

1.1.1

De belasting bedraagt per perceel per maand

€ 10,18

1.1.2

De belasting als bedoeld in onderdeel 1.1.1 wordt:

1.1.1.1

Indien het perceel wordt gebruikt door één persoon vermeerderd per maand met

€ 2,38

1.1.1.2

Indien het perceel wordt gebruikt door twee of meer personen, vermeerderd per maand met

€ 8,81

Hoofdstuk 2 Maatstaven en tarieven reinigingsrechten

2.1

Het recht bedraagt per maand voor het:

2.1.1

Periodiek verwijderen van bedrijfsafval van beperkte omvang of hoeveelheid

€ 22,98

Hoofdstuk 3 Maatstaven en tarieven overige reinigingsrechten

3.1

Het recht bedraagt voor:

3.1.1

het in ontvangst nemen in het gemeentelijk chemisch afvalstoffendepot van gevaarlijk afval niet zijnde afgewerkte olie indien geen gebruik wordt gemaakt van de in artikel 11, lid 2 onder a verleende dienst per kg

€ 2,30

3.1.2

het in ontvangst nemen in het gemeentelijk chemisch afvalstoffen depot van gevaarlijk afval zijnde afgewerkte olie indien geen gebruik wordt gemaakt van de in artikel 11, lid 2 onder a verleende dienst per kg

€ 1,15

Behoort bij raadsbesluit van 13 december 2012, nummer 2012/66.