Regeling vervallen per 01-01-2024

Parkeerverordening gemeente Loon op Zand 2002

Geldend van 04-07-2002 t/m 31-12-2023

Intitulé

Parkeerverordening gemeente Loon op Zand 2002

Afdeling I Definities en begripsomschrijvingen

Parkeerverordening gemeente Loon op Zand 2002

Artikel A

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    RVV 1990: het Reglement verkeersregels en verkeerstekens van 26 juli 1990, Stb. 549;

  • b.

    Motorvoertuig: hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV 1990;

  • c.

    Parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van goederen, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;

  • d.

    Houder: degene die naar de omstandigheden als houder van een voertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een motorvoertuig dat is ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 (Stb. 1994, 475) aangehouden register van opgegeven kentekens als houder wordt aangemerkt degene op wiens naam het voor het motorvoertuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het register was ingeschreven;

  • e.

    Belanghebbendenplaats: een parkeerplaats die 1. is aangeduid met bord E9 uit bijlage 1 van het RVV 1990, of 2. gelegen is binnen een zone aangeduid met bord E9 uit bijlage 1 van het RVV 1990 met het opschrift zone, voor zover deze plaats niet is uitgezonderd;

  • f.

    Vergunning: een door het college verleende vergunning, krachtens welke het is toegestaan een motorvoertuig te parkeren op daartoe aangewezen belanghebbendenplaatsen;

  • g.

    Vergunninghouder: de natuurlijke persoon of rechtspersoon aan wie een vergunning is verleend;

  • h.

    Straatgedeelten: een straat, plein, terrein of zone;

  • i.

    Ontheffing: een door het college verleende ontheffing, krachtens welke het is toegestaan een motorvoertuig te parkeren op daartoe aangewezen belanghebbendenplaatsen;

  • j.

    Het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Loon op Zand.

Afdeling II Plaatsen voor vergunninghouders, vergunningen en vergunningbewijzen

Artikel B

  • 1. Het college kan, bij openbaar te maken besluit, weggedeelten aanwijzen die bestemd zijn voor het parkeren door vergunninghouders.

  • 2. Het college kan daarbij: a. de tijdstippen vaststellen waarop het parkeren alleen aan vergunninghouders is toegestaan; b. het maximum aantal uit te geven vergunningen en ontheffingen per straatgedeelte aangeven.

Artikel C

  • 1. Het college kan op een daartoe strekkende aanvraag een vergunning verlenen voor het parkeren op belanghebbendenplaatsen.

  • 2. Een vergunning kan in ieder geval worden verleend aan: a. een eigenaar of houder van een motorvoertuig die woont in een gebied waar belanghebbendenplaatsen aanwezig zijn (categorie I); b. een eigenaar of houder van een motorvoertuig die een beroep of bedrijf uitoefent in een gebied waar belanghebbendenplaatsen aanwezig zijn en die aantoont dat het in het belang van diens beroep- of bedrijfsuitoefening noodzakelijk is in dat gebied een motorvoertuig te parkeren (categorie II); c. een rechtspersoon welke is gevestigd in een gebied waar belanghebbendenplaatsen aanwezig zijn (categorie III).

  • 3. Het college kan aan een vergunning voorschriften en beperkingen verbinden met betrekking tot de te gebruiken parkeerplaatsen en de tijdstippen waarop de vergunning van kracht is, alsook beperkingen die strekken tot bescherming van het belang van een goede verdeling van de beschikbare parkeerruimte.

  • 4. Aan een vergunning kan het college tevens voorschriften en beperkingen verbinden die strekken tot bescherming van het belang van het voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte overlast, hinder of schade alsmede de gevolgen voor het milieu, bedoeld in de Wet milieubeheer, waaronder mede wordt begrepen het stimuleren van selectief autogebruik.

  • 5. Het college kan in bijzondere gevallen een vergunning verlenen aan eigenaren of houders van motorvoertuigen die niet voldoen aan een of meer van de in het tweede lid genoemde voorwaarden.

Artikel D

Het college kan, met inachtneming van het bepaalde in de volgende leden van dit artikel, bij openbaar besluit regels geven omtrent:

  • a.

    het aanvragen en verlenen van een vergunning;

  • b.

    de eisen waaraan een aanvrager van een vergunning moet voldoen;

  • c.

    het aantal per adres te verlenen vergunningen, alsmede het aantal op vergunningen te vermelden kentekens;

  • d.

    het aantal per beroep of bedrijf uit geven vergunningen, als bedoeld in artikel C, lid 2, sub b en c;

  • e.

    de wijze waarop het belang van het gebruik voor uitoefening van het beroep of bedrijf door aanvrager moet worden aangetoond;

  • f.

    de behandeling en afhandeling van aanvragen van een vergunning c.q. ontheffing;

  • g.

    de uitgifte van vergunningen/ontheffingen in bijzondere gevallen.

Artikel E

  • 1. Het college beslist binnen acht weken na ontvangst van een aanvraag voor een vergunning.

  • 2. Het college kan de in het eerste lid genoemde termijn met ten hoogste acht weken verlengen. Van een verlenging van deze termijn wordt de aanvrager schriftelijk in kennis gesteld.

  • 3. De vergunning wordt geacht te zijn geweigerd wanneer niet binnen de in dit artikel genoemde termijn een beslissing is genomen op de aanvraag voor een vergunning.

Artikel F

  • 1. Een vergunning wordt voor ten hoogste drie jaar verleend.

  • 2. De vergunning bevat in ieder geval de volgende gegevens: a. de periode waarvoor de vergunning geldt; b. het gebied waarvoor de vergunning geldt; c. de naam van de vergunninghouder en/of het kenteken van het motorvoertuig waarvoor de vergunning is verleend.

Artikel G

  • 1. Het college kan een vergunning intrekken of wijzigen: a. op verzoek van de vergunninghouder; b. wanneer de vergunninghouder het gebied, waarvoor de vergunning is verleend, metterwoon verlaat of het daar uitgeoefende beroep of bedrijf beëindigt; c. wanneer er zich een wijziging voordoet in een van de omstandigheden die relevant waren voor het verlenen van de vergunning; d. wanneer voor het betreffende gebied het stelsel van vergunningen komt te vervallen; e. wanneer de vergunninghouder handelt in strijd met de aan de vergunning verbonden voorschriften; f. wanneer blijkt dat bij de aanvraag van de vergunning onjuiste gegevens zijn verstrekt; g. om redenen van openbaar belang.

  • 2. Een besluit tot het intrekken van of wijzigen van een vergunning is met redenen omkleed. De betrokkene wordt van het intrekken of wijzigen van de vergunning schriftelijk in kennis gesteld.

Afdeling III Verbodsbepalingen

Artikel H

  • 1. Het is verboden om enig voorwerp, niet zijnde een motorvoertuig te plaatsen of te laten staan op een belanghebbendenplaats.

  • 2. Het college kan ontheffing verlenen van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel.

Artikel I

  • 1. Het is verboden gedurende de tijden waarop het parkeren op een belanghebbendenplaats slechts aan vergunninghouders is toegestaan aldaar een motorvoertuig te parkeren of geparkeerd te houden: a. zonder vergunning; b. zonder dat het motorvoertuig duidelijk zichtbaar is voorzien van de vergunning; c. in strijd met de aan de vergunning verbonden voorwaarden.

  • 2. Het college kan ontheffing verlenen van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel.

Afdeling IV Strafbepaling

Artikel J

Overtreding van het bepaalde in afdeling III van deze verordening wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of geldboete van de eerste categorie.

Afdeling V Overgangs- en slotbepalingen

Artikel K

  • 1. Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de functionarissen van het politieteam Loon op Zand of diegenen die daartoe op grond van de artikelen 141 en 142 van het Wetboek van Strafvordering zijn aangewezen.

  • 2. Voorts zijn met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening belast de door het college aangewezen personen.

Artikel L

Deze verordening kan worden aangehaald als: ‘Parkeerverordening gemeente Loon op Zand 2002’.

Artikel M

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking ervan in het Weekjournaal.

  • 2.

    Vergunningen welke zijn verleend krachtens de ‘Parkeerverordening gemeente Loon op Zand 2002’ worden geacht te zijn verleend krachtens deze verordening.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Loon op Zand van 4 juli 2002.
De voorzitter, De secretaris,