Beleidsregel van de burgemeester van de gemeente Loon op Zand houdende regels omtrent het digaal opkopersregister Beleidsregel Digitaal Opkopersregister Loon op Zand 2019

Geldend van 31-01-2019 t/m heden

Intitulé

Beleidsregel van de burgemeester van de gemeente Loon op Zand houdende regels omtrent het digaal opkopersregister Beleidsregel Digitaal Opkopersregister Loon op Zand 2019

De burgemeester van de gemeente Loon op Zand;

Overwegende dat:

  • dat de aanpak van High Impact Crimes en daarmee woninginbraken in Loon op Zand een prioriteit is;

  • dat het bestrijden van heling daarvan een onderdeel uitmaakt;

  • het gelet op het belang van de aanpak van heling van goederen gewenst is dat de handelaren in gebruikte en ongeregelde goederen kunnen worden gecontroleerd;

  • artikel 2:67 lid 1 van de Algemeen Plaatselijke Verordening (APV) van de gemeente Loon op Zand bepaalt dat een handelaar verplicht is aantekening bij te houden van alle gebruikte of ongeregelde goederen die hij verkoopt of op andere wijze overdraagt, in een doorlopend en door of namens de burgemeester gewaarmerkt register (verkoopregister);

  • artikel 2 lid 2 van het Uitvoeringsbesluit ex artikel 437, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bepaalt dat een handelaar verplicht is aantekening te houden van alle gebruikte of ongeregelde goederen die hij verworven of voorhanden heeft, in een doorlopend en een door of namens de burgemeester gewaarmerkt register (inkoopregister);

  • omwille van een zo efficiënt en effectief mogelijk gebruik van het in en verkoopregister door de politie een digitale versie van deze registers is ontworpen, zijnde het Digitaal Opkopers Register (DOR);

  • het DOR kan worden gekoppeld aan een landelijk systeem waarin gestolen goederen worden geregistreerd, zodat bij registratie van een gestolen goed door een handelaar het systeem hiervan een melding maakt, waardoor gestolen goederen snel kunnen worden getraceerd en heling op een effectieve wijze kan worden tegengegaan;

  • het daarom wenselijk is het DOR middels aanwijzing te waarmerken als register bedoeld in artikel 2:67 lid 1 APV (verkoopregister) en in artikel 2 lid 2 van het Uitvoeringsbesluit ex artikel 437, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht (inkoopregister);

  • handelaren door deze aanwijzing verplicht zijn in het DOR aantekening te houden van gebruikte en ongeregelde goederen'.

Gelet op:

artikel 2:67 Algemeen Plaatselijk Verordening gemeente Loon op Zand, artikel 437 lid Wetboek van Strafrecht en artikel 2 lid 2 Uitvoeringsbesluit ter uitvoering van artikel 437 eerste lid, Wetboek van Strafrecht;

B e s l u i t :

  • 1.

    Het Digitale Opkopers Register wordt aangewezen als het doorlopend gewaarmerkt register voor de in- en verkoop van gebruikte of ongeregelde goederen zoals bedoeld in artikel 2 lid 2 van het Uitvoeringsbesluit ex artikel 437, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht en in artikel 2:67 lid 1 Algemene Plaatselijke Verordening.

  • 2.

    Dat vrijstelling voor het DOR wordt verleend aan de opkopers van tweedehands Nederlands gekentekende voertuigen en gekentekende tweewielers;

  • 3.

    Dat het RDW-kentekenregister wordt aangewezen als doorlopend en gewaarmerkt inkoopregister voor tweedehands Nederlands gekentekende voertuigen en gekentekende tweewielers;

  • 4.

    Dat deze aanwijzing de dag na bekendmaking in werking treedt.

Beleidslijn heling voor handelaren in ongeregelde en gebruikte goederen

Deze beleidslijn heeft betrekking op:

Opkopers en handelaren in gebruikte en ongeregelde goederen (platina, goud, zilver, edelstenen, (merk)kleding, parfums, uurwerken, kunstvoorwerpen, auto’s, motorfietsen, bromfietsen, fietsen, metalen waaronder koper, legeringen en metalloïden, film, radio- en videoapparatuur, apparatuur voor automatische registratie) etc. evenals handelaren in antiek- en curiosa.

Ongeregelde goederen zijn goederen die niet tot de algemeen gangbare goederen kunnen worden gerekend. Dit wegens hun aard of uitvoering, hun herkomst of de staat waarin ze verkeren. Bij dit soort goederen bestaat de kans dat zij afkomstig zijn van een misdrijf.

Hoofdstuk 1 Inleiding

Binnen de Politieregio Zeeland-West-Brabant is de aanpak woninginbraken een van de speerpunten. Gemeenten en politie voeren dan ook tal van preventieve en repressieve maatregelen uit om het aantal woninginbraken terug te dringen. Een integrale aanpak van heling is hierbij onmisbaar, waarbij wordt samengewerkt tussen politie en gemeenten, maar waarbij de regie voor de opsporing in handen van de politie is. Daarnaast hebben gemeenten een taak op basis van hun verantwoordelijkheid op het gebied van veilig wonen -als regisseur van lokaal veiligheidsbeleid- en op basis van wettelijke taken met betrekking tot het controleren van het opkoopregister ter voorkoming van heling.

Uit het oogpunt van misdaadbestrijding is de aanpak van handel in goederen afkomstig van een misdrijf en hieraan gerelateerde strafbare feiten (hierna: heling) van groot belang. De gelegenheid tot het verhandelen van goederen die afkomstig zijn van een misdrijf stimuleert namelijk dit soort misdaadvormen, aangezien de hiermee verworven goederen snel via handelaren kunnen worden omgezet in geld. Opkopers en handelaren die handelen in ongeregelde en gebruikte goederen (hierna: handelaren) vormen daarmee vanzelfsprekend een aantrekkelijke afzetmarkt.

In het Wetboek van Strafrecht zijn verplichtingen vastgesteld voor handelaren in gebruikte en ongeregelde goederen. Het DOR is aangemerkt als doorlopend gewaarmerkt register. Dit houdt in dat alle opkopers binnen de gemeente verplicht zijn om gebruik te maken van het DOR.

Hiermee wordt de afzetmarkt voor goederen die afkomstig zijn van een misdrijf (hierna: gestolen goederen) verkleind. Dader- en gelegenheidsstructuren ten aanzien van High Impact Crime en ondermijnende criminaliteit worden bestreden met als uiteindelijk doel om hiermee de openbare orde en het woon- en leefklimaat in Loon op Zand te beschermen.

Hoofdstuk 2 Wettelijk kader

De wet- en regelgeving schrijft handelaren bepaalde verplichtingen voor bij de uitvoering van hun beroep. Het Wetboek van Strafrecht beperkt zich voornamelijk tot strafbare feiten die samenhangen met de inkoop van goederen. Regelgeving in de APV richt zich op de verkoop van goederen en de verplichtingen die een handelaar heeft ten aanzien van een meldingsplicht behorend bij de uitoefening van het beroep als handelaar. Tezamen doet deze wet- en regelgeving een beroep op de handelaar om te allen tijde een actieve rol te vervullen in het voorkomen van handel in gestolen goederen, het opsporingsonderzoek van de politie naar deze goederen te ondersteunen en levert het een bijdrage aan het teruggeven van deze goederen aan de rechtmatige eigenaar. Het niet of onvolledig nakomen van bovenstaande wet- en regelgeving is een strafbaar feit.

Daarnaast staat in de artikelen 416, 417 en 417 bis Wetboek van Strafrecht een aantal strafbare feiten beschreven dat samenhangt met de handel in goederen. Het verschil met bovenstaande strafbare feiten is dat de handelaar zich hier schuldig maakt aan het plegen van een misdrijf, namelijk heling. De verplichtingen met betrekkingen tot het inkoopregister zijn opgenomen in het Wetboek van Strafrecht en het Uitvoeringsbesluit ex artikel 437, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht. De handhaving van deze strafrechtelijke regels behoort tot de bevoegdheid van de politie en het Openbaar Ministerie.

Artikel 2.1 Inkoopregister

De verplichting met betrekking tot het inkoopregister is opgenomen in artikel 437 Wetboek van Strafrecht en het Uitvoeringsbesluit ex artikel 437, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht. De handhaving van deze strafrechtelijke regels behoort tot de bevoegdheid van de politie en het Openbaar Ministerie en vallen buiten de scope van deze beleidsregels.

Artikel 2.2 Verkoopregister

De verplichting tot het bijhouden van het verkoopregister is opgenomen in de Algemeen Plaatselijke Verordening van de gemeente Loon op Zand. Tevens is de bewaarplicht daarin opgenomen. Deze regels kunnen bestuursrechtelijk en strafrechtelijk worden gehandhaafd. Het beleid betreft handhaving van de Algemene Plaatselijke Verordening en is gebaseerd op artikel 125 Gemeentewet en artikel 4:81 Algemene Wet Bestuursrecht. In deze nota is een handhavingsmatrix toegevoegd.

Artikel 2.3 Meldplicht

In artikel 2:67 APV wordt ook de meldplicht verplicht gesteld. Alle opkopers zijn verplicht om zich bij de burgemeester te melden als zijnde opkoper. Deze meldplicht wordt gefaciliteerd door middel van het Digitaal Opkopers Loket (DOL).

Artikel 2.4 Vrijstelling registratieplicht

Het tweede lid van artikel 2:67 APV, verschaft de burgemeester de bevoegdheid vrijstelling te verlenen van de registratieplicht. Deze vrijstellingsmogelijkheid kan onder meer worden ingezet om handelaren voor wie het verplichte gebruik van het digitale register onevenredig bezwarend is, tegemoet te komen. Hiervan kan bijvoorbeeld sprake zijn bij een zeer beperkte omvang van de handelsactiviteiten en/of andere bijzondere omstandigheden op grond waarvan het niet redelijk zou zijn vast te houden aan het voor het DOR noodzakelijke gebruik van een internetverbinding en bijbehorende apparatuur. Aan een eventuele vrijstelling kunnen voorschriften worden verbonden om de registratieverplichting beoogde doelstellingen zoveel mogelijk te verwezenlijken. De burgemeester kan in dit geval bijvoorbeeld het papieren register waarmerken. Een vrijstelling moet door de handelaar worden aangevraagd bij de gemeente.

Dit geldt niet voor de handelaren die middels het aanwijsbesluit al zijn vrijgesteld van de registratieplicht. Vrijstelling voor het DOR wordt automatisch verleend aan de opkopers van tweedehands Nederlands gekentekende voertuigen en gekentekende tweewielers. Hiervoor wordt het RDW kentekenregister aangewezen als doorlopend en gewaarmerkt inkoopregister.

Hoofdstuk 3 Bevoegdheden burgemeester

De burgemeester is verantwoordelijk voor de openbare orde en veiligheid in de gemeente Loon op Zand. Deze verantwoordelijkheid en de daarbij behorende bevoegdheden zijn vastgelegd in de Gemeentewet. De burgemeester beschikt over diverse bestuurlijke bevoegdheden om de openbare orde en veiligheid te beschermen. Daarbij moet rekening gehouden worden met het volgende.

Artikel 3.1 Tweesporenbeleid

Het kan zijn dat een constatering of overtreding maakt dat zowel op basis van strafrecht als op basis van bestuursrecht een sanctie of maatregel wordt getroffen. Strafrecht is punitief: op een overtreding van een wetsartikel volgt als straf een sanctie. Een bestuursrechtelijke maatregel die de burgemeester treft is een reparatoire maatregel welke als doel heeft de aangetaste openbare orde en veiligheid te herstellen, of te voorkomen dat deze (verder) wordt verstoord. Bestuursrecht en strafrecht kunnen dus naast elkaar worden toegepast, zolang zij niet allebei punitief van aard zijn.

Artikel 3.2 Zorgvuldigheid

Voorafgaand aan een besluit van de burgemeester tot het nemen van een eventuele bestuurlijke maatregel worden de handelaar en overige belanghebbenden uitgenodigd voor het indienen of toelichten van hun zienswijze. Na deze zienswijzeprocedure worden alle feiten en omstandigheden afgewogen ten opzichte van de wet- en regelgeving en het bestuurlijke handhavingsarrangement. Als de situatie dit vereist kan er in uitzonderlijke gevallen gemotiveerd afgeweken worden van het beleid. Het is mogelijk om zowel verzwarend als verlichtend voor de overtreder af te wijken van het beleid.

Vervolgens neemt de burgemeester een beslissing. Het besluit wordt bekend gemaakt aan de handelaar, de handhavingspartners en eventuele andere belanghebbenden, zoals de pandeigenaar. Indien de handelaar of een andere belanghebbende zich niet kan verenigen met het besluit van de burgemeester dan kan hiertegen bezwaar worden gemaakt volgens de procedure zoals die is weergegeven in de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 3.3 Afwijkingsbevoegdheid

De burgemeester heeft bij zijn besluitvorming over een te treffen maatregel een inherente afwijkingsbevoegdheid. De stappen in de handhavingsmatrix gelden als uitgangspunt. Als de feiten en omstandigheden hiertoe aanleiding geven, kan de burgemeester, conform artikel 4:84 van de Algemene Wet Bestuursrecht afwijken van de uitgangspunten.

Hoofdstuk 4 Digitaal Opkopers Register

In het belang van de aanpak van heling van goederen is het gewenst dat handelaren in gebruikte en ongeregelde goederen kunnen worden gecontroleerd. Om deze controle mogelijk te maken zijn handelaren verplicht een doorlopend inkoopregister en verkoopregister bij te houden, waarin zij aantekening moeten houden van alle gebruikte of ongeregelde goederen die worden verworven, die voor handen zijn, die worden verkocht of op andere wijze worden overgedragen. Het inkoopregister is verplicht op grond van artikel 437, eerste lid sub a van het Wetboek van Strafrecht en artikel 2, lid 2 van het Uitvoeringsbesluit ex artikel 437, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht.

Het verkoopregister is verplicht op grond van artikel 2:67, lid 1 van de APV van de gemeente Loon op Zand 2019. Omwille van een zo efficiënt en effectief mogelijk gebruik van het in- en verkoopregister is door de politie een digitale versie van deze registers ontworpen, het Digitale Opkopers Register (DOR).

Het DOR is gekoppeld aan een landelijk systeem waarin gestolen goederen worden geregistreerd, zodat bij registratie van een gestolen goed door een handelaar het systeem hiervan een melding maakt. Gestolen goederen kunnen daardoor snel worden getraceerd en heling kan op een effectieve wijze worden tegengegaan.

Het DOR is aangewezen als register zoals bedoeld in artikel 2:67, lid 1 APV (verkoopregister) en in artikel 2 lid 2 van het Uitvoeringsbesluit ex artikel 437, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht (inkoopregister), zodat handelaren daarin aantekening moeten houden van alle gebruikte en ongeregelde goederen.

Artikel 4.1 Opkoop en verkoop

Het DOR bevat zowel een verkoopregister als opkoopregister. Het opkoopregister en het verkoopregister vullen elkaar aan. Het op juiste wijze registreren maakt dat de aangeboden goederen en de personen die deze goederen aanbieden traceerbaar zijn voor de politie. Hiermee draagt de handelaar bij aan het opsporingsonderzoek van de politie, werpt de handelaar een barrière op voor (potentiële) delictplegers en draagt de handelaar daarmee in zijn algemeenheid bij aan de aanpak van High Impact Crimes. Hiernaast wordt door deze aanpak de leefbaarheid en de openbare orde verbeterd.

Artikel 4.2 Registratie van handelaren

Een handelaar in gebruikte en ongeregelde goederen is verplicht zich, op grond van artikel 2:68 APV en artikel 437ter Wetboek van Strafrecht, bij de gemeente te melden als opkoper. Een handelaar kan zich als zodanig aanmelden via het Digitaal Opkopers Loket (DOL) op de site van de gemeente Loon op Zand.

Hoofdstuk 5 Handhavingsarrangement

Het toezicht op het bijhouden van het DOR wordt uitgeoefend door twee partijen, de politie en de gemeente. Deze beleidslijn wordt vastgesteld om op eenduidige wijze te kunnen reageren bij geconstateerde overtredingen van de diverse verplichtingen. Daarbij moet onderscheid gemaakt worden tussen de verplichtingen met betrekking tot het inkoopregister (handhaving door politie en Openbaar Ministerie) en de verplichting met betrekking tot het verkoopregister (handhaving door gemeente).

De onderstaande handhavingsmatrix biedt handelaren duidelijkheid over de te nemen maatregelen bij het niet naleven van de wet- en regelgeving. De maatregelen sluiten aan op de bevoegdheid van de burgmeester om de openbare orde en veiligheid te handhaven. Het arrangement is alleen gericht op bestuursrechtelijke maatregelen. Strafrechtelijke overtredingen worden geregeld door een op te maken proces-verbaal door de politie. Voor de volledigheid zijn de strafrechtelijke maatregelen wel verwerkt in de onderstaande handhavingsmatrix.

Hoofdstuk 6 Handhavingsmatrix

Overtreding

Juridische grondslag

Bestuurlijke maatregel

Strafrechtelijke maatregel

Meldplicht

Geen schriftelijke opgave gedaan van woonadres en/of handelslokaliteit(en) dan wel wijzigingen binnen gestelde termijn i.v.m. een beroep of gewoonte maken van het opkopen.

Art. 2:68 APV

Eerste overtreding: waarschuwing.

Tweede overtreding binnen drie jaar na constatering eerste overtreding: een last onder dwangsom van € 1.500,- per overtreding met een maximum van € 3.000.-

Derde overtreding binnen drie jaar na constatering tweede overtreding: verbeuren van de dwangsom.

Vierde overtreding binnen drie jaar na constatering derde overtreding: waarschuwing tot sluiting en verbeuren van de dwangsom.

Vijfde overtreding binnen drie jaar na constatering 4e overtreding: sluiting lokaliteit voor de duur van vier weken

Afdoening met proces-verbaal. Hoogte van de boete wordt vastgesteld door het Openbaar Ministerie.

Geen register

De handelaar houdt

geen in- of

verkoopregister bij in een gewaarmerkt register.

Art. 2:67 APV

Eerste overtreding: waarschuwing.

Tweede overtreding binnen drie jaar na constatering eerste overtreding: een last onder dwangsom van € 1.500,- per overtreding met een maximum van € 3.000

Derde overtreding binnen drie jaar na constatering tweede overtreding: verbeuren van de dwangsom.

Vierde overtreding binnen drie jaar na constatering derde overtreding: waarschuwing tot sluiting en verbeuren van de dwangsom.

Vijfde overtreding binnen drie jaar na constatering 4e overtreding: sluiting lokaliteit voor de duur van vier weken.

Afdoening met proces-verbaal, feitnummer D 524 van het feitenboekje. Hoogte van de boete wordt vastgesteld door het Openbaar Ministerie.

Verkeerde registratie Verkoopregister wordt niet juist bijgehouden in een gewaarmerkt register

Art. 2:67 APV

Eerste overtreding: waarschuwing.

Tweede overtreding binnen drie jaar na constatering eerste overtreding: last onder dwangsom van € 1.500,- per overtreding met een maximum van € 3.000.-

Derde overtreding en volgende overtredingen binnen drie jaar na constatering tweede overtreding: verbeuren last onder dwangsom.

Vierde overtreding binnen drie jaar na constatering derde overtreding: waarschuwing tot sluiting en verbeuren last onder dwangsom.

Vijfde overtreding binnen drie jaar na constatering 4e overtreding: sluiting lokaliteit voor de duur van vier weken.

Afdoening met proces-verbaal, feitnummer D 521, D 522 en D 523 van het feitenboekje. Hoogte van de boete wordt vastgesteld door het Openbaar Ministerie.

Bewaarplicht

Vervreemding of verandering goed binnen 7 dagen na verkrijgen.

Art. 2:69 APV

Eerste overtreding: waarschuwing.

Tweede overtreding binnen drie jaar na constatering eerste overtreding: een last onder dwangsom van € 1.500,- per overtreding met een maximum van € 3.000.-

Derde overtreding binnen drie jaar na constatering tweede overtreding: verbeuren van de dwangsom.

Vierde overtreding binnen drie jaar na constatering derde overtreding: waarschuwing tot sluiting en verbeuren last onder dwangsom.

Vijfde overtreding binnen drie jaar na constatering vierde overtreding: sluiting lokaliteit voor de duur van vier weken.

Afdoening met proces-verbaal. Hoogte van de boete wordt vastgesteld door het Openbaar Ministerie.

Obstructie

Nalaten medewerking te verlenen aan de toezichthouder bij de controle van het in- en/of verkoopregister

Art. 2:68 APV

Eerste overtreding: waarschuwing.

Tweede overtreding binnen drie jaar na constatering eerste overtreding: last onder dwangsom van € 2.500,- per overtreding met een maximum van € 5.000.-

Derde en volgende overtredingen binnen drie jaar na constatering tweede overtreding: verbeuren last onder dwangsom.

Vierde overtreding binnen drie jaar na constatering derde overtreding: waarschuwing tot sluiting en verbeuren last onder dwangsom.

Vijfde overtreding binnen drie jaar na constatering vierde overtreding: sluiting lokaliteit voor de duur van vier weken.

Afdoening met proces-verbaal, feitnummer D 525 van het feitenboekje. Hoogte van de boete wordt vastgesteld door het Openbaar Ministerie.

Heling

Opzetheling

Eerste overtreding: sluiten lokaliteit voor de duur van max. twee weken

Tweede overtreding binnen drie jaar na constatering eerste overtreding: sluiting lokaliteit voor de duur van max. vier weken.

Derde en volgende overtredingen binnen drie jaar na constatering tweede overtreding: sluiting lokaliteit voor de duur van max. drie maanden.

Vierde overtreding binnen drie jaar na constatering derde overtreding: sluiting lokaliteit voor de duur van max. twaalf maanden.

Vijfde overtreding binnen drie jaar na constatering vierde overtreding: sluiting lokaliteit voor de duur van max. vierentwintig maanden.

Proces-verbaal opmaken, strafrechtelijke vervolging op basis van feiten en omstandigheden, maximale strafeis: gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of een geldboete van de vijfde categorie (artikel 416 Wetboek van Strafrecht

Schuldheling

Eerste overtreding: sluiten lokaliteit voor de duur van max. twee weken

Tweede overtreding binnen drie jaar na constatering eerste overtreding: sluiting lokaliteit voor de duur van max. vier weken.

Derde en volgende overtredingen binnen drie jaar na constatering tweede overtreding: sluiting lokaliteit voor de duur van max. drie maanden.

Vierde overtreding binnen drie jaar na constatering derde overtreding: sluiting lokaliteit voor de duur van max. twaalf maanden.

Vijfde overtreding binnen drie jaar na constatering vierde overtreding: sluiting lokaliteit voor de duur van max. vierentwintig maanden.

Proces-verbaal opmaken, strafrechtelijke vervolging op basis van feiten en omstandigheden, maximale strafeis: gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de vijfde categorie (artikel 417bis Wetboek van Strafrecht)

Gewoonteheling

Eerste overtreding: sluiten lokaliteit voor de duur van max. twee weken

Tweede overtreding binnen drie jaar na constatering eerste overtreding: sluiting lokaliteit voor de duur van max. vier weken.

Derde en volgende overtredingen binnen drie jaar na constatering tweede overtreding: sluiting lokaliteit voor de duur van max. drie maanden.

Vierde overtreding binnen drie jaar na constatering derde overtreding: sluiting lokaliteit voor de duur van max. twaalf maanden.

Vijfde overtreding binnen drie jaar na constatering vierde overtreding: sluiting lokaliteit voor de duur van max. vierentwintig maanden.

Proces-verbaal opmaken, strafrechtelijke vervolging op basis van feiten en omstandigheden, maximale strafeis: gevangenisstraf van ten hoogste zes jaar of geldboete van de vijfde categorie (artikel 417bis Wetboek van Strafrecht)

6.1 Toelichting handhavingsmatrix

Wanneer de toezichthouder constateert dat de handelaar een of meerdere overtredingen uit het handhavingsarrangement begaat kan dit leiden tot een waarschuwing of bij recidive een last onder dwangsom of het tijdelijk sluiten van zijn/haar pand. Met deze sluiting wordt getracht de aanzuigende werking op het aanbieden van gestolen goederen te doen stoppen, dan wel in de toekomst te voorkomen. Hiermee wordt de keten van het plegen van een misdrijf, het (door)verkopen van de buitgemaakte goederen en daarmee de stimulans tot het plegen van dergelijke misdrijven doorbroken. De ondernemer krijgt tijdens de sluiting tevens de gelegenheid zich te beraden op zijn bedrijfsvoering en maatregelen te nemen om herhaling te voorkomen. Het verband tussen de naleving van de wet- en regelgeving en het beschermen van de openbare orde komt daarmee in het handhavingsarrangement tot uiting. Naast overtredingen die zijn beschreven in de APV is ook een aantal overtredingen in het arrangement opgenomen dat staat beschreven in het Wetboek van Strafrecht en dat eenzelfde effect heeft op het faciliteren van dergelijke misdrijven. Deze overtredingen worden hieronder nader toegelicht.

6.2 Verzwarende omstandigheden

• Meerdere overtredingen uit het handhavingsarrangement

• Meerdere/zwaardere strafbare feiten

• Het voorhanden hebben van een goed afkomstig van een misdrijf

• Omvang en eventuele gevolgen van de overtreding

• Vermoedens van verwijtbaar gedrag van de handelaar.

6.3 Het verwerven van een goed van een minderjarige

Ook minderjarigen (<18 jaar) maken zich schuldig aan misdrijven waarbij goederen worden buitgemaakt en/of verworven. Hoewel de jeugdcriminaliteit afneemt, blijkt uit cijfers van het Jeugd Preventie Team dat er sprake is van een toename van het aantal jongeren onder de 12 jaar dat in aanraking is geweest met de politie. Met name kwetsbare jongeren zijn vatbaar voor beïnvloeding tot gebruik voor criminele doelen. Om voor deze groep barrières op te werpen tegen het plegen van High Impact Crime, de afzetmarkt voor de buitgemaakte goederen te verkleinen en daarmee succesbeleving met het plegen van misdrijven een halt toe te roepen is het inkopen van goederen van minderjarigen wettelijk niet toegestaan en tevens opgenomen in het arrangement.

6.4 Niet goed bijhouden opkoopregister (waaronder identificatieplicht)

Een belangrijke voorzorgsmaatregel die een handelaar kan nemen ter voorkoming van handel in gestolen goederen is het op juiste wijze registreren van goederen die de handelaar verkrijgt en verkoopt. Dit begint met de registratie in het inkoopregister bij het verkrijgen van het goed. Het op juiste wijze registreren maakt dat de aangeboden goederen en deze goederen aanbieden traceerbaar zijn voor de politie. Hiermee draagt de handelaar bij aan het opsporingsonderzoek van de politie, werpt de handelaar een barrière op voor (potentiele) delictplegers en draagt de handelaar daarmee in zijn algemeenheid bij aan de aanpak van High Impact Crime.

6.5 Belangenafweging

De burgemeester weegt in de besluitvorming over het treffen van een bestuurlijke maatregel het belang van de ondernemer en overige belanghebbenden af tegen dat van de openbare orde. De openbare orde weegt daarbij zwaar. De openbare orde kan in bepaalde gevallen zijn aangetast zonder dat direct sprake is van een overtreding door de handelaar. Naast de naleving van de geldende wet- en regelgeving kijkt de burgemeester dus ook naar de invloed van de onderneming op haar omgeving. Een handelaar heeft in die zin een zogenaamde ‘risicoaansprakelijkheid’. Bijvoorbeeld wanneer de onderneming als (bekende) afzetmarkt dient voor gestolen goederen. Het soort, de hoeveelheid en/of locatie van de aangetroffen gestolen goederen, net als de frequentie waarmee dit soort goederen wordt aangetroffen spelen hierin voor de mate van aantasting van de openbare orde een belangrijke rol. Daarnaast wordt in de afweging ook meegenomen op welke wijze de inkoper aantoonbaar invulling geeft aan zijn ‘onderzoek plicht’ voorafgaande aan de inkoop van de goederen. Oftewel welke voorzorgsmaatregelen neemt een handelaar om te voorkomen dat gestolen goederen worden ingekocht. Van de handelaar mag worden verwacht dat deze de handelsmarkt in de betreffende goederen goed kent. Van een handelaar mag tevens worden verwacht dat deze zich bewust is van het feit dat de handel in ongeregelde en gebruikte goederen verantwoordelijkheden met zich mee brengt ten aanzien van het voorkomen van handel in gestolen goederen.

Hoofdstuk 7 Slotbepaling

Artikel 7.1 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de dag na bekendmaking op overheid.nl.

Artikel 7.2 Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als ‘beleidsregel Digitaal Opkopersregister Loon op Zand 2019’

Ondertekening

Aldus vastgesteld op 29 januari 2019

De burgemeester van Loon op Zand,

J. van Aart