Regeling vervallen per 01-01-2020

Besluit van het college van burgemeester en wethouders houdende regels omtrent de rechtspositie voor de buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand

Geldend van 01-11-2007 t/m 31-12-2019

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders houdende regels omtrent de rechtspositie voor de buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand

Rechtspositieregeling voor de Buitengewoon Ambtenaar van de Burgerlijke Stand

Burgemeester en wethouders van de gemeente Loon op Zand, gelet op het reglement houdende bepalingen ten aanzien van de ambtenaren van de burgerlijke stand, de buitengewone ambtenaren van de burgerlijke stand en de openstelling van het bureau van de burgerlijke stand, kortweg ‘ het Reglement op de burgerlijke stand’ genoemd, zoals vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders d.d. 3 juni 1998.

BESLUITEN:

vast te stellen de navolgende regeling:

Rechtspositieregeling voor de buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand van de gemeente Loon op Zand.

Begripsomschrijving

Artikel 1

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan:

a. buitengewoon ambtenaar: de bezoldigd buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand, zoals bedoeld in het Reglement op de burgerlijke stand.

b. CAR/UWO: de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling en Uitwerkingsovereenkomst van de gemeente Loon op Zand.

Aanstelling

Artikel 2

  • 1.

    Aanstelling geschiedt in vaste dienst of in tijdelijke dienst voor bepaalde tijd.

  • 2.

    Een aanstelling voor bepaalde tijd eindigt van rechtswege door het verstrijken van het benoemingstijdvak.

Bezoldiging

Artikel 3

1.De buitengewoon ambtenaar ontvangt een bezoldiging in de vorm van een bruto vergoeding per voltrokken huwelijk of geregistreerd partnerschap.

2.De bruto vergoeding is gelijk aan driemaal het bruto uurloon behorende bij het hoogste bedrag van schaal 8, bijlage IIa van de CAR/UWO, opgehoogd met het percentage van de vakantietoelage van artikel 6:3, tweede lid, van de CAR/UWO.

3.De vergoeding van het tweede lid, exclusief vakantietoelage, wordt opgehoogd met het percentage van de eindejaarsuitkering van artikel 3:6 van de CAR/UWO.

4.Ter compensatie van het niet genieten van het vakantieverlof als bedoeld in artikel 6:2 van de CAR/UWO, wordt een extra vergoeding toegekend ter hoogte van 8,6% van het totaal van de vergoedingen op basis van de voorgaande twee leden.

5.Bij het voltrekken van huwelijken / registreren van partnerschappen op avonden, zaterdagen en zon- en feestdagen gelden de volgende overwerkpercentages: Voor de avonden (na 18.00 uur) geldt een opslagpercentage van 50%, voor zaterdagen en zon- en feestdagen geldt een opslagpercentage van 75% over het totaal van de berekende vergoeding op grond van lid 2 tot en met 4.

6.Reiskosten worden vergoed ad € 0.28 per kilometer. Als reiskosten merken wij aan:

- éénmaal een huisbezoek aan het aanstaande paar;

- éénmaal de reiskosten naar de locatie van de plechtigheid.

Voor de berekening van de afstanden gaan we uit van het huisadres van de buitengewoon ambtenaar.

Aanspraken bij ziekte

Artikel 4

1.Bij ziekte van de buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand jonger dan 65 jaar zijn de artikelen 7:1 tot en met 7:3 ( definities, begeleiding en recht op bezoldiging bij ziekte ), 7:9 tot en met 7:14 (verplichtingen en sancties) en 7:19 tot en met 7:21 (samenloop doorbetaling bezoldiging en uitkering) van de CAR/UWO van overeenkomstige toepassing.

2.Voor toepassing van dit artikel wordt onder bezoldiging verstaan; het gemiddelde van het totaal aan vergoedingen bedoeld in artikel 3, over de 12 maanden onmiddellijk aan de eerste dag van ongeschiktheid van de buitengewoon ambtenaar. Voor zover de ambtenaar op deze datum nog geen 12 maanden heeft vervuld, wordt gerekend met het bedrag dat hem gemiddeld per maand is toegekend over de periode waarin hij in dienst is.

3.Voor de toepassing van dit artikel wordt onder de eerste dag van ongeschiktheid van de buitengewoon ambtenaar verstaan: de dag waarop de ambtenaar is aangewezen om een huwelijk of een geregistreerd partnerschap te voltrekken, waarvoor hij wegens ziekte is verhinderd.

4.Doorbetaling van de bezoldiging vindt 2 x per jaar plaats en wel in de maanden juni en december.

5.Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen.

Ontslag en schorsing

Artikel 5

1. Ontslag kan worden verleend overeenkomstig de artikelen 8:1 (op verzoek), 8:2en 8.2a (na ouderdomspensioen), 8:4 (wegens reorganisatie), 8:5 (wegens arbeidsongeschiktheid),8:6 (wegens onbekwaamheid of ongeschiktheid), 8:7 en 8:8, (overige ontslaggronden) 8:11 (wegens FPU), 8:12 en 8:12:1 ( van rechtswege en tussentijds ontslag uit tijdelijke aanstelling) en 8:13 (als disciplinaire straf), van de CAR/UWO.

2. Schorsing van de buitengewoon ambtenaar vindt plaats overeenkomstig artikel 8:15:1 en 8:15:2 van de CAR/UWO.

Overige rechten en plichten

Artikel 6

De artikelen 15:1, 15:1b tot en met 15:1g (verplichting rond integriteit), 15:1:12 (vergoeding van schade), 15:1:15, (beoordeling van de ambtenaar) 15:1:16 (uniform of dienstkleding) en 15:1:19, (verbod betreden arbeidsterrein) 15:1:20 ( infectieziekten), 15:1:22 (reis- en verblijfskosten) , 15:1:23 tot en met 15:1:25

( vergoeden van schade) en 15:2 van de CAR/UWO zijn van overeenkomstige toepassing.

Plichtsverzuim

Artikel 7

De buitengewoon ambtenaar die de hem opgelegde verplichtingen niet nakomt of zich overigens schuldig maakt aan plichtsverzuim, kan disciplinair worden gestraft, overeenkomstig hoofdstuk 16 van de CAR/UWO.

Slotbepalingen

Artikel 8

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 november 2007 en vervangt de rechtspositieregeling voor de buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand zoals die is vastgesteld per 01-01-2005 bij collegebesluit van 28 december 2004.

Deze regeling kan worden aangehaald als de rechtspositieregeling voor de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Loon op Zand 2007.

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders op 9 oktober 2007

Het college van burgemeester en wethouders,

de secretaris, W.R.A.M. Verkuijlen 

de burgemeester, H.J.G.J. van Hoek-Martens

Toelichting op de rechtspositieregeling voor de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand

Artikel 2

De buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand wordt aangesteld door het college van burgemeester en wethouders (Burgerlijk Wetboek, Boek 1: artikel 16). Bij de aanstelling voor bepaalde tijd wordt aansluiting gezocht bij de huidige situatie waarbij als uitgangspunt geldt dat de aanstelling voor bepaalde tijd eindigt bij het bereiken van de 70-jarige leeftijd. Bezoldiging

Artikel 3

Artikel 125 van de Ambtenarenwet stelt dat voor ambtenaren nadere regels voor bezoldiging moeten worden getroffen. Artikel 3 van deze regeling voorziet hierin. Het eerste lid maakt duidelijk dat de bezoldiging bestaat uit een vergoeding per voltrokken huwelijk of geregistreerd partnerschap. Het tweede lid legt de relatie met de salarisschaal waarin de functie van de ambtenaar voor de burgerlijke stand doorgaans is ingeschaald. In het tweede en derde lid wordt het basisbedrag opgehoogd met een toeslag voor respectievelijk de vakantietoelage en de eindejaarsuitkering. De grondslag voor de berekening van de vakantietoelage is de basisvergoeding van drie uursalarissen. De grondslag voor de berekening van de eindejaarsuitkering is de basisvergoeding van drie uursalarissen. Ten slotte wordt in het vierde lid het recht op vakantie-uren, dat de ‘normale’ gemeenteambtenaar heeft op grond van artikel 6:2 van de CAR, afgekocht door het toekennen van een vergoeding van 8,6%. Dit percentage is gebaseerd op de breuk tussen het aantal vakantie-uren per jaar (158,4 uren) en de arbeidsduur per jaar (1836 uren) van de gemeenteambtenaar. Vakantie-aanspraken worden afgekocht vanwege het oproepkarakter van de werkzaamheden.

Rekenvoorbeeld: Uitgaande van een salarisbedrag van € 2.802,00 (hoogste bedrag schaal 8), een vakantie-uitkering van 8% en een eindejaarsuitkering van 3% (situatie per 1 oktober 2003) vindt de volgende berekening plaats:

Basis

Avonden na 18.00 uur

Zaterdag en zon- en feestdagen

3 maal 1/156e deel van € 2.802,00

53,88

80,82

94,29

Verhoogd met 8% (vakantietoelage)

4,31

6,47

7,54

Verhoogd met 3% (eindejaarsuitkering) :

1,62

2,43

2,83

Vergoeding

59,81

89,72

104,66

Verhoogd met 8,6% (afkoop vakantie-uren)

5,14

7,72

9,00

Totale vergoeding per huwelijk of geregistreerd partnerschap

64,95

97,44

113,66

Met de invoering van deze regeling laten we de netto-bruto systematiek los waarbij een netto vergoedingsbedrag per huwelijk werd ingevoerd, dat vervolgens door het salarissysteem teruggerekend werd naar een bruto bedrag.

Aanspraken bij ziekte

Artikel 4

Het oude artikel over de doorbetaling bij ziekte is volledig vervallen. Hiervoor in de plaats is het artikel uit de voorbeeldregeling van het College van Arbeidszaken overgenomen, met de noodzakelijke aanpassingen voor onze lokale situatie. De toelichting op dit artikel is eveneens met in achtneming van onze lokale situatie overgenomen.

De regeling verklaart de CAR/UWO op het punt van doorbetaling bezoldiging bij ziekte van toepassing op de babs jonger dan 65 jaar. Achtergrond hiervan is het dwingend karakter van de sociale wetgeving die zieke werknemers ( voor zover jonger dan 65 jaar) rechten en plichten toekent. Artikel 76A van de Ziektewet geeft de persoon “ krachtens publiekrechtelijke aanstelling gehouden tot het verrichten van arbeid” bij ziekte het recht op 104 weken ( of zolang als het dienstverband nog duurt) doorbetaling van 70% van de bezoldiging of, indien de bezoldiging op een andere wijze dan naar tijdsruimte vastgesteld wordt, de gemiddelde bezoldiging die betrokkene, wanneer hij niet verhinderd was geweest, gedurende die tijd had kunnen verdienen. De CAR/UWO geeft aanspraak op een hoger doorbetalingspercentage dan 70 %.

Ten aanzien van de eerste dag van ongeschiktheid is in lid 3 bepaald( conform de ziektewet) welke dag als eerste ziektedag geldt. Het is de bedoeling dat de babs zijn bezoldiging doorbetaald krijgt, vanaf het tijdstip dat hij een huwelijk zou sluiten als hij niet ziek was geweest.

Dit houdt in dat de babs zich ziek meldt en dat vervolgens aan de hand van het rooster wordt nagegaan op welke datum hij een huwelijk zou sluiten als hij niet ziek was geweest. Dit is dan de start van de doorbetaling tijdens ziekte. Voor de wijze van uitbetaling sluiten wij aan bij de huidige praktijk waarin de bezoldiging in juni en december over een periode van 6 maanden wordt uitbetaald.

De babs is verplicht zo spoedig mogelijk zijn verhindering tot werken door te geven; in artikel 6 van deze regeling is artikel 15:1D (ziekmeldingsplicht) van de CAR/UWO op de babs van toepassing verklaard. Ook het artikel 7;9 lid 4 ( verzuimprotocol) van de CAR/UWO is van toepassing op de babs.

Naast het recht op doorbetaling van bezoldiging staat de verplichting van werkgever en werknemer ( jonger dan 65 jaar) zich in te spannen tot re-integratie in het arbeidsproces. In de praktijk gaat het hier vrijwel altijd om een nevenfunctie voor uitsluitend het verrichten van de formaliteiten rondom en sluiting van het huwelijk / geregistreerd partnerschap. Vaak heeft de babs in de regel een hoofdfunctie waar van uit re-integratieverplichtingen bestaan. In de praktijk moet blijken hoe Arbodiensten en het UWV met deze verplichting omgaan.

Schorsing en ontslag

Artikel 5

De babs wordt geschorst en ontslagen door het college van burgemeester en wethouders (Burgerlijk Wetboek, Boek 1: artikel 16). Artikel 125 van de Ambtenarenwet stelt dat voor schorsing, ontslag en uitkering nadere regels worden getroffen. Er wordt een limitatieve opsomming gegeven van de ontslaggronden voor de babs, onder verwijzing naar de CAR/UWO. Schorsing is in artikel 8:15:1 van de CAR/UWO geregeld en kan om uiteenlopende redenen plaatsvinden.

Overige rechten en plichten

Artikel 6

De rechten en plichten van hoofdstuk 15 van de CAR/UWO worden hier voor een groot gedeelte ook op de babs van toepassing verklaard. De vermelding van de artikelen die van toepassing zijn, is in overeenstemming gebracht met de voorbeeldverordening van CvA. Voor de inhoud van de artikelen wordt verwezen naar de CAR/UWO.

Artikel 7

Bij het niet nakomen van verplichtingen of bij plichtsverzuim kunnen disciplinaire maatregelen worden genomen tegen de buitengewoon ambtenaar, die uiteenlopen van een schriftelijke berisping tot ontslag. Hierbij is aansluiting gezocht bij hoofdstuk 16 van de CAR/UWO. In dit hoofdstuk is ook de strafprocedure geregeld.

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders op 9 oktober 2007.

Het college van burgemeester en wethouders,

de secretaris, W.R.A.M. Verkuijlen

de burgemeester, H.J.G.J. van Hoek - Martens