Regeling vervallen per 01-01-2015

Herziening Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Lopik 2012

Geldend van 01-01-2015 t/m 31-12-2014

Intitulé

Herziening Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Lopik 2012

De raad van de gemeente Lopik; 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 17 april 2012; 

overwegende,dat het wenselijk is dat de Verordening voorzieningen Wmo van de gemeente Lopik qua strekking zoveel mogelijk overeenkomt met de verordening van de gemeente Nieuwegein; 

gelet op,artikel 147 van de Gemeentewet alsmede artikel 1, 4 en 5 van de Wet maatschappelijke Ondersteuning (Wmo);  

besluit unaniem:

- - - - - - - - - - - -  

de Herziene Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Lopik 2012 vast te stellen onder gelijktijdige intrekking van de op 13 december 2011 vastgestelde Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Lopik 2012.

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • a Wet

    Wet maatschappelijke ondersteuning.

  • b College

    College van burgemeester en wethouders van de gemeente Lopik.

  • c Besluit

    het Besluit Individuele Wmo voorzieningen gemeente Lopik.

  • d Compensatiebeginsel

    de algemene verplichting aan het college, bedoeld in artikel 4, eerste lid, van de wet, om voor personen met een beperking, een chronisch psychisch of psychosociaal probleem een situatie te creëren waardoor zij in staat worden gesteld tot het voeren van een huishouden, zich te verplaatsen in en om de woning, zich lokaal te verplaatsen en medemensen te ontmoeten en op basis daarvan sociale verbanden aan te gaan. Het college doet dit door te verwijzen naar algemene of collectieve voorzieningen dan wel het verstrekken van individuele voorzieningen op grond van de wet en deze verordening met een uiteindelijk resultaat dat als compensatie mag gelden en in het individuele geval maatwerk is.

  • e Beleidsregels

    algemene regels die bij besluit zijn vastgesteld waarlangs het verstrekkingenbeleid van individuele voorzieningen concreet wordt ingevuld.

  • f Aanmelding

    de mededeling van een belanghebbende aan het college dat hij beperkingen ondervindt op grond waarvan hij verzoekt een afspraak te maken voor een gesprek.

  • g Gesprek

    het eerste contact na een aanmelding waarin met degene die maatschappelijke ondersteuning zoekt zijn gehele situatie wordt geïnventariseerd ten aanzien van de beperkingen en de gevolgen daarvan, de te bereiken resultaten, de te kiezen oplossingen via eigen mogelijkheden of via mogelijkheden van het netwerk dan wel via algemene, algemeen gebruikelijke collectieve, (wettelijk) voorliggende en individuele voorzieningen.

  • h Informatie en advies

    op verzoek van een burger verstrekken van informatie en advies over maatschappelijke ondersteuning.

  • i Aanvraag

    het verzoek van een belanghebbende om in aanmerking te komen voor één of meerdere voorzieningen om een resultaat te bereiken in het kader van deze verordening.

  • j Belanghebbende

    Belanghebbende: een persoon met een beperking, een chronisch psychisch probleem of een psychosociaal probleem die behoefte heeft aan compensatie ten behoeve van het bevorderen van zijn deelname aan het maatschappelijk verkeer en het zelfstandig functioneren, die voor zichzelf of, met behulp van een machtiging, door een ander een aanmelding of een aanvraag doet of laat doen.

  • k Psychosociaal probleem

    een situatie van verlies van zelfstandigheid en, met name, een gebrek aan mogelijkheden tot deelname aan het maatschappelijk verkeer, veroorzaakt door belemmeringen die iemand ondervindt in zijn relatie met anderen, met zijn sociale omgeving.

    Ontleend aan uitspraak CRvB 29-04-2009. LJN: BI6832. Dit is een omgewerkt citaat uit de parlementaire behandeling in die uitspraak geciteerd.

  • l Algemene voorziening

    een voorziening, niet specifiek gericht op personen met een beperking, die wordt geleverd op basis van directe beschikbaarheid, een beperkte toegangsbeoordeling en die een snelle, regelarme en adequate oplossing biedt voor de beperkingen die een persoon ondervindt en die niet door het college wordt verstrekt of beheerd. Het college kan ernaar verwijzen.

  • m Algemeen gebruikelijk(e) voorziening

    een voorziening die niet speciaal bedoeld is voor mensen met een beperking, dus ook door anderen gebruikt wordt, algemeen verkrijgbaar is en niet – aanzienlijk – duurder is dan vergelijkbare producten.

  • n Collectieve voorziening

    een voorziening die is bestemd voor een specifieke doelgroep, die wordt geleverd met een beperkte toegangsbeoordeling en die een snelle en regelarme oplossing biedt voor de beperkingen die een persoon ondervindt. Een collectieve voorziening kan individueel worden verstrekt of er kan naar worden verwezen als voorliggende voorziening.

  • o Voorliggende voorziening

    een voorziening die normaal in de maatschappij aanwezig en beschikbaar is en bedoeld voor iedereen die daar behoefte aan heeft.

  • p Wettelijk voorliggende voorziening

    een voorziening op grond van een wettelijke bepaling anders dan ingevolge deze wet, waarmee het resultaat geheel of gedeeltelijk bereikt kan worden.

  • q Individuele voorziening

    een voorziening die door het college ten behoeve van één persoon op basis van artikel 4 Wmo wordt verstrekt.

  • r Gebruikelijke zorg

    de zorg die op het gebied van het voeren van het huishouden voor alle meerderjarige leden van een leefeenheid als algemeen aanvaardbaar wordt beschouwd.

  • s Voorziening in natura

    een voorziening die in eigendom, in bruikleen, in huur of in de vorm van persoonlijke dienstverlening wordt verstrekt.

  • t Persoonsgebonden budget

    een geldbedrag, zoals bedoeld in artikel 6 en 6 a van de wet, waarmee de belanghebbende een of meer aan hem te verlenen voorzieningen kan verwerven en waarop de in deze verordening en het Besluit maatschappelijke ondersteuning te stellen regels van toepassing zijn.

  • u Financiële tegemoetkoming

    een tegemoetkoming, al dan niet forfaitair of gemaximeerd,in de kosten van een voorziening welke kan worden afgestemd op de kosten van de voorziening en het inkomen van de aanvrager.

  • v Mantelzorger

    een persoon die mantelzorg in de zin van artikel 1, lid 1 onder b van de wet biedt.

  • w Hoofdverblijf

    de plaats waar een persoon daadwerkelijk de meeste nachten per jaar doorbrengt.

  • x Zelfredzaamheid

    het lichamelijk, verstandelijk, geestelijk en financiële vermogen om

    voorzieningen te treffen die deelname aan het normale maatschappelijke verkeer mogelijk maken.

  • y Maatschappelijke participatie

    normale deelname aan het maatschappelijke verkeer, te weten het voeren van een huishouden, het normale gebruik van de woning; het zich in en om de woning verplaatsen; het zich zodanig verplaatsen dat aansluiting wordt gevonden bij regionale, bovenregionale en landelijke vervoersystemen; het ontmoeten van andere mensen en het aangaan en onderhouden van sociale verbanden om op die manier deel te nemen aan het lokale maatschappelijke leven

  • z Eigen bijdrage

    een bijdrage als bedoeld in artikel 15 van de wet, die bij de verstrekking van een individuele voorziening in natura of bij verstrekking van een persoonsgebonden budget betaald dient te worden door een belanghebbende aan wie maatschappelijke ondersteuning is verleend.

  • aa Eigen aandeel in de kosten Een bedrag als bedoeld in artikel 19 van de wet, dat bij de verstrekking van een individuele voorziening in de vorm van een financiële tegemoetkoming betaald dient te worden door een belanghebbende aan wie maatschappelijke ondersteuning is verleend.

  • bb ICF classificatie

    International Classification of Functions, Disabilities and Health: een uniform begrippenkader dat als grondslag wordt gehanteerd om de behoefte aan voorzieningen in een individueel geval vast te stellen, met dien verstande dat hierbij onderscheid wordt gemaakt in stoornis, beperking of participatieprobleem.

Hoofdstuk 2 Resultaatgerichte compensatie

Artikel 2 De te bereiken resultaten

  • 1. Op basis van artikel 4, eerste lid van de wet kan een persoon aanspraak maken op een individuele voorziening op grond van deze verordening, voor zover deze langdurig noodzakelijk is om:

    a.een huishouden te voeren;

    b.zich te verplaatsen in en om de woning;

    c.zich lokaal te verplaatsen per vervoermiddel;

    d.medemensen te ontmoeten en op basis daarvan sociale verbanden aan te gaan of te behouden.

  • 2. De op basis van artikel 4, eerste lid van de wet via compenserende maatregelen te bereiken resultaten zijn:

    a. een schoon en leefbaar huis;

    b. wonen in een geschikt huis;

    c. beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften;

    d. beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding;

    e. het thuis kunnen zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren;

    f. zich verplaatsen in en om de woning;

    g. zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel;

    h. de mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke of religieuze activiteiten.

Artikel 3 Hoe te komen tot de te bereiken resultaten

  • 1. Aan een aanvraag voor een individuele voorziening ex artikel 1, lid 1 aanhef en onder g sub 6 van de wet gaat een aanmelding voor een gesprek vooraf indien:

    a. De aanvraag afkomstig is van een belanghebbende die nog niet eerder een aanvraag in het kader van de wet heeft gedaan;

    b. De aanvraag afkomstig is van een belanghebbende die al eerder een gesprek heeft gevoerd maar waarbij sprake is van gewijzigde omstandigheden of gewijzigde te bereiken resultaten;

    c. Belanghebbende of het college daarom verzoekt.

  • 2. Indien belanghebbende aangeeft direct een aanvraag in te willen dienen vervalt het gestelde in het eerste lid.

Artikel 4 Aanmelding voor een gesprek

Een aanmelding voor een gesprek kan schriftelijk, elektronisch, mondeling of telefonisch worden gedaan bij de gemeente of een door de gemeente aangewezen organisatie door of namens een persoon met een beperking, een chronisch psychisch probleem of een psychosociaal probleem die behoefte heeft aan compensatie ten behoeve van het bevorderen van zijn deelname aan het maatschappelijk verkeer en het zelfstandig functioneren.

Artikel 5 Het gesprek

1. Bij het voeren van het gesprek zal de International Classification of Functions, Disabilities and Health als basis voor het begrippenkader worden gehanteerd.

2. Als de aanmelding gedaan is door een mantelzorger dan wordt het gesprek met de mantelzorger en zo mogelijk ook met degene die door de mantelzorger verzorgd wordt, gevoerd.

Artikel 6 Het verslag

1. Het gesprek kan worden afgesloten met een verslag. Een verslag wordt in ieder geval altijd gemaakt indien de belanghebbende daar prijs op stelt. Opmerkingen van belanghebbende over dit verslag kunnen als bijlage aan het verslag worden toegevoegd.

2. Na het voeren van een gesprek kan een belanghebbende, gebruik makend van het verslag van het gesprek, dat in die situatie als aanvraagformulier dient, een aanvraag indienen voor een individuele voorziening ex artikel 1, lid 1 aanhef en onder g sub 6 van de wet.

Hoofdstuk 4 DE AANVRAAG VAN EEN INDIVIDUELE VOORZIENING

Artikel 7 De aanvraag

1. De aanvraag van een individuele voorziening moet schriftelijk plaatsvinden.

2. Indien een aanvraag mondeling (via de telefoon of op een andere manier) plaatsvindt wordt dit per omgaande schriftelijk bevestigd. Bij deze bevestiging wordt een aanvraagformulier meegezonden.

3. Als er een verslag is gemaakt van het gesprek, wordt dit bij de aanvraag betrokken.

Hoofdstuk 5 BEOORDELING VAN DE TE BEREIKEN RESULTATEN

Paragraaf 1 Algemene regels

Artikel 8 Het maken van een afweging

  • 1. Bij het beoordelen welke voorzieningen getroffen gaan worden, neemt het college het verslag van het gesprek, indien aanwezig, als uitgangspunt. Het college gaat uit van de behoeften en persoonskenmerken van de belanghebbende. Daarbij zal onderzoek gedaan worden naar de noodzaak en mogelijkheid tot leveren van maatwerk ten aanzien van het te bereiken resultaat.

  • 2. Alle voorliggende, algemene en collectieve voorzieningen die beschikbaar en bruikbaar zijn, worden, als ze al niet tot een oplossing hebben geleid in het gesprek, of als er geen gesprek heeft plaatsgevonden, eerst beoordeeld.

Paragraaf 2 De te bereiken resultaten

Artikel 9 Een schoon en leefbaar huis

  • 1. Het eerste te bereiken resultaat ten aanzien van het voeren van een huishouden bestaat uit het kunnen wonen in een huis dat schoon is. Dit geldt ten aanzien van de woonkamer, slaapvertrek(ken), keuken en sanitaire ruimte(n).

  • 2. Met het oog op een schoon en leefbaar huis kan een individuele voorziening getroffen worden voor het lichte en/of het zware huishoudelijke werk.

  • 3. Indien de belanghebbende een of meer huisgenoten heeft die beschikbaar en in staat zijn werkzaamheden over te nemen wordt dit eerst in het kader van gebruikelijke zorg beoordeeld.

  • 4. Voor zover de in het vorige lid genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn worden ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen verstrekt.

Artikel 10 Wonen in een geschikt huis

  • 1. Het tweede te bereiken resultaat ten aanzien van het voeren van een huishouden bestaat uit het normaal gebruik kunnen maken van de woning waar men over beschikt. Dit geldt ten aanzien van de woonkamer, slaapvertrekken, keuken, sanitaire ruimten, de berging, de tuin of het balkon.

  • 2. Met het oog op het normale gebruik van de woning kan een individuele voorziening worden getroffen ten aanzien van de bereikbaarheid, toegankelijkheid en bruikbaarheid van de woning.

  • 3. Voor zover de belanghebbende kan verhuizen naar een geschikte woning of een gemakkelijker geschikt te maken woning welke verhuizing kan leiden tot het te bereiken resultaat zal deze mogelijkheid eerst beoordeeld worden. Deze beoordeling vindt alleen plaats indien de aanpassing van de woning een bedrag zoals opgenomen in het Besluit individuele Wmo voorzieningen van de gemeente Lopik te boven gaat.

  • 4. Voor zover de in het vorige lid genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn worden ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen verstrekt. Een verhuiskostenvergoeding kan dan wel verstrekt worden.

Artikel 11 Beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften

  • 1. Het derde te bereiken resultaat ten aanzien van het voeren van een huishouden bestaat uit het voorzien zijn van de dagelijks benodigde hoeveelheid voedsel voor maaltijden en andere momenten waarop iets genuttigd wordt, evenals toiletartikelen en schoonmaakartikelen. Ook de noodzakelijke bereiding van maaltijden kan hieronder vallen.

  • 2. Met het oog op het beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften kan een individuele voorziening worden getroffen ten aanzien van het doen van boodschappen, voor wat betreft levensmiddelen, schoonmaakmiddelen en toiletartikelen, alsmede het bereiden en aanreiken van maaltijden.

  • 3. Indien de belanghebbende een of meer huisgenoten heeft die beschikbaar en in staat zijn werkzaamheden over te nemen of voor zover de belanghebbende gebruik kan maken van een aanwezige en bruikbare boodschappenservice of maaltijdvoorziening die in de individuele situatie van de belanghebbende kan leiden tot het te bereiken resultaat wordt deze mogelijkheid eerst beoordeeld.

  • 4. Voor zover de in het vorige lid genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn worden ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen verstrekt.

Artikel 12 Beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding

  • 1. Het vierde te bereiken resultaat ten aanzien van het voeren van een huishouden bestaat uit het aanwezig zijn van kleding in gewassen en zonodig gestreken, opgevouwen of opgehangen staat.

  • 2. Met het oog op het beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding kan een individuele voorziening worden getroffen ten aanzien van het wassen, drogen en strijken en opruimen van de dagelijkse was.

  • 3. Indien de belanghebbende een of meer huisgenoten heeft die beschikbaar en in staat zijn werkzaamheden over te nemen, wordt dit eerst in het kader van gebruikelijke zorg beoordeeld.

  • 4. Voor zover de in het vorige lid genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn worden ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen verstrekt.

Artikel 13 Het thuis kunnen zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren

  • 1. Het vijfde te bereiken resultaat ten aanzien van het voeren van een huishouden bestaat uit de dagelijkse, gebruikelijke zorg voor in het huishouden aanwezige kinderen.

  • 2. Met het oog op het thuis kunnen zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren, kan een individuele voorziening worden getroffen ten aanzien van het – zo mogelijk tijdelijk ter overbrugging van een periode noodzakelijk voor het nemen van meer definitieve maatregelen – vervangen van de ouder die in principe voor de kinderen zorgt.

  • 3. Voor zover de belanghebbende gebruik kan maken van een aanwezige en bruikbare voor- tussen- en naschoolse opvang, kinderopvang of andere opvangmogelijkheden die in de individuele situatie van de belanghebbende kunnen leiden tot het te bereiken resultaat worden deze mogelijkheden eerst beoordeeld.

  • 4. Voor zover de in het vorige lid genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn worden ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen verstrekt.

Artikel 14 Zich verplaatsen in en om de woning

  • 1. Het te bereiken resultaat ten aanzien van het zich verplaatsen in en om de woning bestaat uit het in staat zijn de woonkamer, het slaapvertrek en/of de slaapvertrekken, het toilet en de douche, de berging, de tuin of het balkon kunnen bereiken en er zich zodanig kunnen redden dat normaal functioneren mogelijk is.

  • 2. Met het oog op het verplaatsen in en om de woning kan een individuele voorziening worden getroffen bestaande uit een rolstoel voor dagelijks zittend gebruik.

  • 3. Voor zover de belanghebbende gebruik kan maken van een aanwezige en bruikbare rolstoelpool die in de individuele situatie van de belanghebbende kan leiden tot het te bereiken resultaat wordt deze mogelijkheden eerst beoordeeld.

  • 4. Voor zover de in het vorige lid genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn worden ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen verstrekt.

Artikel 15 Zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel

  • 1. Het te bereiken resultaat ten aanzien van het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel bestaat uit het kunnen doen van dagelijkse boodschappen, het kunnen bezoeken van familie, kennissen en het doen van gewenste activiteiten, alles binnen de directe woon- en leefomgeving.

  • 2. Met het oog op het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel, kan een individuele voorziening worden getroffen ten aanzien van het verplaatsen over de korte afstand rond de woning en het verplaatsen over de langere afstand binnen de directe woon en leefomgeving.

  • 3. Met het oog op het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel, kan een individuele voorziening worden getroffen ten aanzien van het verplaatsen over de korte afstand rond de woning en het verplaatsen over de langere afstand binnen de directe woon en leefomgeving.

  • 4. Voor zover de in het vorige lid genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn worden ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen verstrekt.

Artikel 16 De mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve of maatschappelijke activiteiten

  • 1. Het te bereiken resultaat ten aanzien van de mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke of religieuze activiteiten bestaat uit het zo mogelijk kunnen afleggen van gewenste bezoeken en het deelnemen aan gewenste activiteiten.

  • 2. Met het oog op de mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke of religieuze activiteiten kan een individuele voorziening worden getroffen ten aanzien van het vervoer naar de gewenste bestemmingen.

  • 3. Voor zover de belanghebbende gebruik kan maken van een of meer aanwezige en bruikbare (vrijwilligers)organisaties die in de individuele situatie van belanghebbende kan leiden tot het te bereiken resultaat worden deze mogelijkheden eerst beoordeeld.

  • 4. Voor zover de in het vorige lid genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn worden ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen verstrekt.

Hoofdstuk 6 VERSTREKKING IN NATURA, ALS PERSOONS-GEBONDEN BUDGET EN ALS FINANCIËLE TEGE-MOETKOMING

Paragraaf 1 Verstrekking van voorzieningen

Artikel 17 Mogelijke verstrekkingwijzen

De te treffen voorzieningen kunnen als voorziening in natura, als persoonsgebonden budget en als financiële tegemoetkoming worden verstrekt.

Paragraaf 2. Verstrekking in natura

Artikel 18. Inhoud beschikking

  • 1. Bij het treffen van een voorziening in natura wordt in de beschikking ten minste vastgelegd:

    a. welke de te treffen voorziening is;

    b. wat de duur is van de verstrekking is;

    c. hoe de voorziening in natura verstrekt wordt en

    d. of er sprake is van een overeenkomst waarin deze verstrekking is geregeld.

  • 2. Als er sprake is van een te betalen eigen bijdrage wordt dit in de beschikking opgenomen.

  • 3. Het college kan in het Besluit individuele Wmo voorzieningen gemeente Lopik nadere regels stellen met betrekking tot individuele naturavoorzieningen.

Paragraaf 3 Verstrekking als persoonsgebonden budget

Artikel 19 Overwegende bezwaren

  • Het college legt in het Besluit individuele Wmo voorzieningen gemeente Lopik vast in welke situaties sprake is van overwegende bezwaren zodat er geen persoonsgebonden budget verstrekt wordt.

Artikel 20 Inhoud beschikking

  • 1. Bij het treffen van een voorziening in de vorm van een persoonsgebonden budget wordt in de beschikking vastgelegd:

    a. Voor welk te bereiken resultaat het persoonsgebonden budget gebruikt moet worden, eventueel aangevuld met een programma van eisen waaraan bij de besteding voldaan moet worden.

    b. Wat de omvang van het persoonsgebonden budget is en hoe deze omvang tot stand is gekomen.

    c. Wat de duur is van de verstrekking waarvoor het persoonsgebonden budget bedoeld is en

    d. welke regels gelden ten aanzien van verantwoording van het persoonsgebonden budget.

  • 2. Als er sprake is van een te betalen eigen bijdrage wordt dit in de beschikking opgenomen.

  • 3. Het college kan in het Besluit individuele Wmo voorzieningen gemeente Lopik nadere regels stellen met betrekking tot vaststelling van de hoogte en met betrekking tot de verantwoording van het persoonsgebonden budget.

Paragraaf 4 Verstrekking als financiële tegemoetkoming

Artikel 21 Inhoud beschikking

  • 1. Bij het treffen van een voorziening in de vorm van een financiële tegemoetkoming wordt in de beschikking vastgelegd:

    a. voor welk te bereiken resultaat de financiële tegemoetkoming bestemd is;

    b. wat de duur van de verstrekking is;

    c. of er sprake is van een overeenkomst waarin deze verstrekking is geregeld en

    d. wat de hoogte van de financiële tegemoetkoming is.

  • 2.

    Als er sprake is van een te betalen eigen aandeel wordt dit in de beschikking opgenomen.

  • 3. Het college kan in het Besluit individuele Wmo voorzieningen gemeente Lopik de hoogte van financiële tegemoetkomingen voor het behalen van de in artikel 2 bedoelde resultaten vastleggen.

Paragraaf 5 Eigen bijdrage en eigen aandeel

Artikel 22 Eigen bijdragen en eigen aandeel

  • 1. Bij het verstrekken van een voorziening is een eigen bijdrage of een eigen aandeel verschuldigd ten aanzien van de volgende resultaten:

    a. een schoon en leefbaar huis;

    b. wonen in een geschikt huis;

    c. beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften;

    d. beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding;

    e. het thuis kunnen zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren;

    f. zich verplaatsen in, om en nabij de woning voor zover het geen rolstoel betreft;

    g. zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel;

    h. de mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke of religieuze activiteiten.

  • 2. Het college legt in het Besluit individuele Wmo voorzieningen gemeente Lopik vast in welke gevallen de eigen bijdrage en het eigen aandeel wordt opgelegd en regelt de omvang van deze eigen bijdrage en het eigen aandeel met inachtneming van het Besluit maatschappelijke ondersteuning (AMvB).

Hoofdstuk 7 Procedurele bepalingen rond onderzoek, advies en besluitvorming, intrekking en terugvordering

Artikel 23 Beslistermijnen

  • 1. De termijn waarbinnen een besluit moet worden genomen op een aanvraag voor een voorziening is 8 weken.

  • 2. In afwijking van het gestelde in het eerste lid is de beslistermijn 12 weken voor aanvragen waarbij bij de beoordeling gebruik moet worden gemaakt van een medisch of een bouwkundig advies.

  • 3. In afwijking van het gestelde in het eerste en het tweede lid is de beslistermijn 16 weken voor aanvragen waarbij voor de beoordeling gebruik moet worden gemaakt van zowel een medisch als een bouwkundig advies.

Artikel 24 Compensatie van de belemmeringen

  • 1. Het college onderzoekt op welke wijze de belemmeringen van de belanghebbende kunnen worden gecompenseerd. Daarbij onderzoekt het college, voor zover relevant:

    • a.

      de beperkingen van de belanghebbende en de belemmeringen die hij ondervindt op één of meerdere van de in artikel 2, eerste lid genoemde onderdelen;

    • b.

      de persoonskenmerken en behoeften van de belanghebbende;

    • c.

      de mogelijkheid van de belanghebbende om door het anders organiseren van zijn leven zijn beperkingen te compenseren;

    • d.

      de woon- en gezinssituatie van de belanghebbende;

    • e.

      de beschikbaarheid van gebruikelijke zorg of mantelzorg en de mogelijkheid van het inschakelen van zijn sociale netwerk;

    • f.

      de mogelijkheid om zijn belemmeringen te compenseren met algemeen gebruikelijke of collectieve voorzieningen of voorzieningen die op grond van een andere wet, die als voorliggende voorziening geldt, kunnen worden verstrekt;

    • g.

      de capaciteit van de aanvrager om uit een oogpunt van kosten zelf in maatregelen te voorzien.

  • 2. Als het college op grond van het onderzoek tot het oordeel komt dat voor het compenseren van de belemmeringen oftewel het bereiken van de resultaten een individuele voorziening noodzakelijk is, verstrekt het de voorziening die, naar objectieve maatstaven gemeten, als de goedkoopst compenserende voorziening kan worden aangemerkt.

Artikel 25 Begrenzing recht op indivduele voorzieningen

  • Het college kent, onverlet bijzondere individuele omstandigheden, in ieder geval geen individuele voorziening toe op grond van deze verordening als:

  • a de belanghebbende, eventueel met gebruikelijke zorg van de mensen die tot zijn leefeenheid behoren of met hulp van zijn sociaal netwerk, de belemmeringen die hij ondervindt in voldoende mate kan compenseren door het anders organiseren van het dagelijkse leven of het huishouden;

  • b de belanghebbende de belemmeringen die hij ondervindt in voldoende mate kan compenseren door gebruik te maken van een algemene of een algemeen gebruikelijke voorziening;

  • c de belanghebbende de belemmeringen die hij ondervindt in voldoende mate kan compenseren door gebruik te maken van een collectieve voorziening of een voorziening op grond van een andere wettelijke regeling;

  • d de belanghebbende zich bewust in een situatie heeft gebracht waarin hij, al dan niet opnieuw, aanspraak moet maken op een voorziening;

  • e het een aanvraag voor een voorziening betreft waarin de belanghebbende zelf al heeft voorzien;

  • f in verband met de belemmering al een compenserende voorziening is verstrekt en de normale afschrijvingsduur voor deze voorziening nog niet is verstreken, tenzij de eerder vergoede of verstrekte voorziening verloren is gegaan als gevolg van omstandigheden die niet aan belanghebbende zijn toe te rekenen;

  • g een voorziening noodzakelijk is doordat de belanghebbende een eerder verstrekt persoonsgebonden budget of financiële tegemoetkoming heeft besteed op een wijze die niet voldeed aan de eisen die aan de verstrekking waren verbonden;

  • h de aanvraag voor een voorziening is ingediend op een zodanig moment, dat een objectieve beoordeling van de noodzaak voor het verstrekken van een voorziening, dan wel een vorm van compensatie niet meer kan plaatsvinden.

  • i algemeen gebruikelijk kan worden aangemerkt.

  • j dit niet noodzakelijk is;

  • k de belanghebbende geen feitelijk hoofdverblijf heeft in de gemeente Lopik.

Artikel 26 Advisering

  • 1. Het college is bevoegd om, voor zover dit van belang kan zijn voor de beoordeling van het recht op de aangevraagde voorziening, degene door wie een aanvraag is ingediend of bij gebruikelijke zorg diens relevante huisgenoten:

    a. Op te roepen in persoon te verschijnen op een door het college te bepalen plaats en tijdstip en hem te bevragen.

    b. Op een door het college te bepalen plaats en tijdstip door een of meer daartoe aangewezen deskundigen te doen bevragen en/of onderzoeken.

  • 2. Het college kan een door hem daartoe aangewezen adviesinstantie om advies vragen indien:

    a. Het handelt om een aanvraag van een persoon die niet eerder een voorziening heeft gehad c.q met wie niet eerder een gesprek als bedoeld in artikel 3 is gevoerd.

    b. Het handelt om een aanvraag van een persoon die wel eerder een voorziening heeft gehad of een gesprek zoals bedoeld in artikel 3 heeft gevoerd, maar waarvan de medische omstandigheden zodanig zijn veranderd dat die gewijzigde omstandigheden de noodzaak van een voorziening of de soort van voorziening kunnen beïnvloeden.

    c. Er andere situaties zijn waarin het college dat gewenst vindt.

    Het college vraagt een door hem daartoe aangewezen adviesinstantie om advies indien:

    a. Het handelt om een aanvraag van een persoon die niet eerder een voorziening heeft gehad c.q met wie niet eerder een gesprek als bedoeld in artikel 3 is gevoerd.

    b. Het handelt om een aanvraag van een persoon die wel eerder een voorziening heeft gehad of een gesprek zoals bedoeld in artikel 3 heeft gevoerd, maar waarvan de medische omstandigheden zodanig zijn veranderd dat die gewijzigde omstandigheden de noodzaak van een voorziening of de soort van voorziening kunnen beïnvloeden.

    c. Er andere situaties zijn waarin het college dat gewenst vindt.

Artikel 27 Wijziging situatie, informatie, medewerking en heronderzoeken

  • 1. Degene aan wie krachtens deze verordening een voorziening is verstrekt, is verplicht zo spoedig mogelijk en schriftelijk aan het college mededeling te doen van feiten en omstandigheden, waarvan redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze van invloed kunnen zijn op het recht op een voorziening.

  • 2. De persoon die een aanvraag heeft ingediend of aan wie een voorziening is toegekend, is verplicht om aan het college des gevraagd de medewerking te verlenen die redelijkerwijs noodzakelijk is voor de uitvoering van de wet en deze verordening. Hieronder wordt in ieder geval verstaan:

    a. het voldoen aan een oproep om op een aangegeven tijdstip en plaats te verschijnen, dan wel een door het college aangewezen persoon op een van te voren medegedeeld moment toegang tot zijn woning te verlenen;

    b. het meewerken aan het onderzoek in het kader van de behandeling van de aanvraag door één of meer daartoe aangewezen deskundigen;

    c. het verlenen van medewerking aan een onderzoek naar de besteding van een verstrekt persoonsgebonden budget of financiële tegemoetkoming.

  • 3. Het college is bevoegd, na verstrekking van een individuele voorziening op grond van deze verordening, een heronderzoek uit te voeren teneinde vast te stellen of de omstandigheden die hebben geleid tot de verstrekking van de voorziening, zijn gewijzigd, de verstrekte voorziening voldoet en, ingeval er een financiële tegemoetkoming of persoonsgebonden budget is verstrekt, deze is besteed volgens de daaraan verbonden voorwaarden.

Artikel 28 Intrekking of wijziging van een besluit

  • 1. Het college kan een besluit, genomen op grond van deze verordening, geheel of gedeeltelijk intrekken indien:

    a. Niet of niet meer is of wordt voldaan aan de voorwaarden gesteld bij of krachtens deze verordening.

    b. Beschikt is op grond van gegevens waarvan gebleken is dat die gegevens zodanig onjuist waren dat, waren de juiste gegevens bekend geweest, een andere beslissing zou zijn genomen.

    c. De toegekende voorziening onjuist was of ten onrechte is verstrekt;

    d. Uit onderzoek blijkt dat de persoon op grond van de mate waarin hij gebruik maakt van de voorziening niet langer voldoet aan de criteria op grond waarvan tot de verstrekking van een dergelijke voorziening wordt overgegaan en hierin naar alle waarschijnlijkheid het komende jaar ook geen verandering zal optreden;

    e. de persoon zijn verplichtingen ingevolge artikel 26 onvoldoende nakomt en daardoor het recht op of de noodzaak van de gevraagde voorziening niet of niet langer kan worden vastgesteld;

    f. de persoon is overleden of niet langer woonachtig is in de gemeente Lopik.

  • 2. Een besluit tot verlening van een financiële tegemoetkoming of een persoonsgebonden budget kan worden ingetrokken indien blijkt dat de tegemoetkoming of het budget binnen zes maanden na uitbetaling niet (gedeeltelijk) is aangewend voor de bekostiging van het resultaat waarvoor de verlening heeft plaatsgevonden.

  • De intrekking of wijziging van het besluit werkt terug tot en met het tijdstip waarop de voorziening is verleend of de situatie, bedoeld in het eerste lid, zich heeft voorgedaan, tenzij bij het besluit tot intrekking of wijziging anders is bepaald.

Artikel 29 Terugvordering

  • 1. Indien het recht op een voorziening is ingetrokken kan op basis daarvan een reeds uitbetaalde financiële tegemoetkoming of persoonsgebonden budget worden teruggevorderd.

  • 2. Ingeval het recht op een in eigendom verstrekte voorziening is ingetrokken kan deze voorziening worden teruggevorderd indien de voorziening is verleend op basis van valselijk verstrekte gegevens.

  • 3. Ingeval het recht op een in eigendom verstrekte voorziening is ingetrokken kan deze voorziening worden teruggevorderd indien de voorziening is verleend op basis van valselijk verstrekte gegevens.

Hoofdstuk 8 Slotbepalingen

Artikel 30 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen van deze verordening indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 31 Indexering

Het college kan jaarlijks per 1 januari de in het kader van deze verordening en het op deze verordening berustende Besluit gemeente Lopik geldende bedragen verhogen of verlagen aan de hand van de prijsindex voor de gezinsconsumptie, zoals bepaald in artikel 4.5 lid 1 van het Besluit maatschappelijke ondersteuning (Stb. 2006, 450).

Artikel 32 Evaluatie

Het door het gemeentebestuur gevoerde beleid wordt de eerste keer na 2 jaar geëvalueerd, daarna eenmaal per 4 jaar. Indien de evaluatie daartoe aanleiding geeft wordt het beleid vervolgens aangepast. Het college zendt hiertoe telkens een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van de verordening in de praktijk.

Artikel 33 Inwerkingtreding en overgangsrecht

  • 1. Deze verordening treedt in werking op 1 juni 2012 onder gelijktijdige intrekking van de op 13 december 2011 vastgestelde Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Lopik 2012.

  • 2. Indien een belanghebbende bij of krachtens de Verordening individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Lopik 2009 of de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Lopik 2012 rechten heeft verworven, is deze verordening 6 maanden na de inwerkingtreding daarvan van toepassing.

  • 3. Het college kan nadere regels vaststellen over de toepassing van de termijn, bedoeld in het vorige lid, met dien verstande dat per individueel geval of per doelgroep een afbouwregeling kan worden vastgesteld.

Artikel 34 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Lopik 2012”.