Verordening inburgering gemeente Lopik 2013

Geldend van 24-04-2014 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 25-06-2013

Intitulé

Verordening inburgering gemeente Lopik 2013

Nr.: 9

De raad van de gemeente Lopik;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 12 november 2013;

gelet op de artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet;

besluit unaniem:

de navolgende ‘Verordening inburgering gemeente Lopik 2013’ vast te stellen.

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder een voorziening: een (duale) inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening.

Artikel 2. Informatieverstrekking

  • 1. Het college zorgt er voor dat inburgeringsplichtigen en vrijwillige inburgeraars op een doeltreffende en doelmatige wijze worden geïnformeerd over hun rechten en plichten op grond van de wet en over het aanbod van en de toegang tot de voorzieningen.

  • 2. Het college beoordeelt periodiek de doeltreffendheid en doelmatigheid van de informatieverstrekking aan inburgeringsplichtigen en vrijwillige inburgeraars en rapporteert daarover aan de raad.

Artikel 3. Aanwijzen van groepen inburgeraars

  • 1. Het college werkt in het Uitvoeringsbesluit nader uit de groepen inburgeringsplichtigen of vrijwillige inburgeraars waaraan hij bij voorrang een voorziening kan aanbieden.

  • 2. Het college stelt de identiteit van de vrijwillige inburgeraar vast aan de hand van een document als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht.

Artikel 4. De samenstelling van de voorziening

  • 1. Het college stemt de voorziening, met uitzondering van de inburgeringsvoorziening aan geestelijke bedienaren, af op het startniveau en de vaardigheden, de persoonlijke omstandigheden en de maatschappelijke positie van de inburgeringsplichtige of de vrijwillige inburgeraar.

  • 2. Indien de inburgeringsplichtige of de vrijwillige inburgeraar tevens een voorziening gericht op arbeidsinschakeling wordt aangeboden, draagt het college er zorg voor dat de inburgeringsvoorziening op de voorziening gericht op arbeidsinschakeling wordt afgestemd.

Artikel 5. Procedure aanbod voorzieningen

  • 1. Het college doet het aanbod, bedoeld in artikel 19, eerste of tweede lid en artikel 24a eerste, tweede en derde lid, van de Wet inburgering (WI) schriftelijk. Het aanbod wordt gezonden naar het adres waar de inburgeraar in de gemeentelijke basisadministratie is ingeschreven.

  • 2. In het aanbod wordt een omschrijving gegeven van de voorziening die wordt aangeboden en worden de rechten en verplichtingen vermeld die aan de voorziening worden verbonden.

  • 3. De inburgeraar aan wie een aanbod wordt gedaan, deelt binnen twee weken het college schriftelijk mee of hij het aanbod al dan niet aanvaardt.

  • 4. Wanneer de inburgeringsplichtige het aanbod aanvaardt, neemt het college binnen zes weken na ontvangst van deze mededeling het besluit tot toekenning van de voorziening, overeenkomstig het gedane aanbod.

  • 5. Wanneer de vrijwillige inburgeraar het aanbod aanvaardt, sluit het college binnen zes weken na ontvangst van deze mededeling een overeenkomst met de vrijwillige inburgeraar, overeenkomstig het gedane aanbod.

Artikel 6. Eigen bijdrage

  • 1. De eigen bijdrage voor inburgeringsplichtigen, bedoeld in artikel 23, tweede lid van de WI wordt in maximaal twaalf termijnen betaald.

  • 2. In afwijking van lid 1 kan het college bij onvoldoende draagkrachtruimte een passende betalingsregeling vaststellen die de twaalf termijnen te boven gaat.

  • 3. Het college legt in de beschikking tot toekenning van de voorziening de termijnen van betaling vast. Indien het college de eigen bijdrage verrekent met de algemene bijstand, wordt dat in de beschikking vastgelegd.

  • 4. De betaalverplichting van de eigen bijdrage kan worden meegenomen in een schuldregeling.

  • 5. Voor vrijwillige inburgeraars geldt geen eigen bijdrage.

Artikel 7. Opleggen van verplichtingen

  • 1. Het college kan een inburgeringsplichtige bij beschikking een of meer van de volgende verplichtingen opleggen:

    • -

      het deelnemen aan de aangeboden voorziening;

    • -

      het deelnemen aan gesprekken met de trajectbegeleider;

    • -

      het deelnemen aan voortgangsgesprekken;

    • -

      het voor de eerste maal deelnemen aan het inburgeringsexamen op een tijdstip dat door het college wordt bepaald;

    • -

      het melden indien door ziekte dan wel door andere relevante omstandigheden niet aan de verplichtingen in de beschikking kan worden voldaan.

  • 2. Het college kan in een overeenkomst met de vrijwillige inburgeraar, bedoeld in artikel 24, tweede lid, WI een of meer van de volgende verplichtingen opnemen:

    • -

      het deelnemen aan de aangeboden voorziening;

    • -

      het deelnemen aan gesprekken met de trajectbegeleider;

    • -

      het deelnemen aan voortgangsgesprekken;

    • -

      het voor de eerste maal deelnemen aan het inburgeringsexamen op een tijdstip dat in de overeenkomst wordt neergelegd;

    • -

      het melden indien door ziekte dan wel door andere relevante omstandigheden niet aan de verplichtingen in de overeenkomst kan worden voldaan.

Artikel 8. Inhoud van de beschikking inburgeringsplichtige

Het besluit tot toekenning van een voorziening als bedoeld in artikel 4, eerste lid, van deze verordening bevat in ieder geval:

  • -

    een beschrijving van de voorziening;

  • -

    een opgave van de rechten en verplichtingen van de inburgeringsplichtige;

  • -

    de datum waarop de termijn van handhaving van de inburgeringsplicht aanvangt en de datum waarop aan deze plicht moet zijn voldaan;

  • -

    de termijnen en wijze van betaling van de eigen bijdrage.

Artikel 9. Inhoud van de overeenkomst vrijwillige inburgeraar

De overeenkomst met de vrijwillige inburgeraar, als bedoeld in artikel 3, tweede lid, van deze verordening bevat in ieder geval:

  • -

    een beschrijving van de voorziening;

  • -

    een opgave van de rechten en verplichtingen van de vrijwillige inburgeraar;

  • -

    de datum waarop de aangeboden voorziening moet zijn behaald;

  • -

    de sancties die kunnen worden toegepast wanneer de verplichtingen niet worden nagekomen.

Artikel 10. Gevolgen van het niet-nakomen van de overeenkomst

  • 1. Onverminderd het bepaalde bij wet en regelgeving, kan het college een voorziening beëindigen indien:

    • -

      de vrijwillige inburgeraar die aan de voorziening deelneemt de overeengekomen verplichtingen niet nakomt;

    • -

      de vrijwillige inburgeraar die deelneemt niet meer behoort tot de doelgroep zoals bedoeld in artikel 3 van deze verordening.

  • 2. Indien de vrijwillige inburgeraar die gebruik maakt van een voorziening, niet voldoet aan de verplichtingen in de overeenkomst als bedoeld in artikel 9 van deze verordening, kan het college op grond van de overeenkomst een boete opleggen van € 500,-.

Artikel 11. De hoogte van de boete voor de inburgeringsplichtige

  • 1. De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste € 250,- indien de inburgeringsplichtige of de persoon ten aanzien van wie het college op redelijke gronden kan vermoeden dat deze inburgeringsplichtig is geen of onvoldoende medewerking verleent aan het onderzoek, bedoeld in artikel 25, vierde lid, van de WI.

  • 2. De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste € 500,- indien de inburgeringsplichtige geen of onvoldoende medewerking verleent aan de uitvoering van de voor hem vastgestelde inburgeringsvoorziening, bedoeld in artikel 23, eerste lid, van de WI of aan de verplichtingen, bedoeld in artikel 8 van deze verordening.

  • 3. De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste € 500,- indien de inburgeringsplichtige niet binnen de in artikel 7, eerste lid, van de WI bedoelde termijn of binnen de door het college op grond van artikel 31, tweede lid, onderdeel a, van de WI verlengde termijn het inburgeringsexamen heeft behaald.

Artikel 12. Verhoging van de boete bij recidive

  • 1. De bestuurlijke boete voor overtredingen, bedoeld in artikel 11 eerste lid, van deze verordening bedraagt ten hoogste € 250,- indien de inburgeringsplichtige zich binnen twaalf maanden na de vorige als verwijtbaar aangemerkte overtreding opnieuw schuldig maakt aan dezelfde overtreding.

  • 2. De bestuurlijke boete voor overtredingen, bedoeld in artikel 11 tweede lid, van deze verordening bedraagt ten hoogste € 500,- indien de inburgeringsplichtige zich binnen twaalf maanden na de vorige als verwijtbaar aangemerkte overtreding opnieuw schuldig maakt aan dezelfde overtreding.

  • 3. De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste € 1000,- indien de inburgeringsplichtige niet binnen de door het college op grond van artikel 32 van de WI vastgestelde termijn het inburgeringsexamen heeft behaald.

  • 4. De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste € 1000,- indien de inburgeringsplichtige niet binnen de door het college op grond van artikel 33 van de WI vastgestelde termijn het inburgeringsexamen heeft behaald.

Artikel 13. Overgangsrecht

Voorzieningen die zijn verleend onder de werking van de verordening participatievoorzieningen 2012 en die van kracht zijn op het moment van inwerkingtreding van deze verordening, worden aangemerkt als voorzieningen krachtens deze verordening.

Artikel 14 Inwerkingtreding en beëindiging

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag volgend op haar bekendmaking en werkt terug tot 25 juni 2013.

  • 2. Deze verordening vervalt van rechtswege met ingang van de dag volgend op die waarop de laatste inburgeringsgerechtigde heeft voldaan aan de door de gemeente opgelegde inburgeringsplicht en er geen vorderingen meer openstaan.

Artikel 15. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening inburgering gemeente Lopik 2013.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Lopik, gehouden op 17 december 2013.
de loco-griffier,
de voorzitter,
  
M.A.M. HOOIJMAN
mw. mr. R.G. Westerlaken-Loos