Regeling vervallen per 31-12-2010

Verordening op de heffing en invordering van hondenbelasting 2010

Geldend van 01-01-2010 t/m 30-12-2010

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van hondenbelasting 2010

<vet>Verordening op de heffing en invordering van hondenbelasting 2010</vet>

De raad van de gemeente Lopik;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 17 november 2009;

gelet op artikel 226 van de Gemeentewet;

<vet>besluit vast te stellen de volgende verordening:</vet>

Verordening op de heffing en invordering van hondenbelasting 2010

 

Artikel 1

<vet>Artikel 1 Belastbaar feit</vet>Onder de naam 'hondenbelasting' wordt een directe belasting geheven ter zake van het houden van een hond binnen de gemeente.

<vet>Artikel 2 Belastingplicht</vet>

  • 1.

    Belastingplichtig is de houder van een hond.

  • 2.

    Als houder wordt aangemerkt degene die onder welke titel dan ook een hond onder zich heeft, tenzij blijkt dat een ander de houder is.

  • 3.

    Het houden van een hond door een lid van het huishouden wordt aangemerkt als het houden van een hond door een door de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar te wijzen lid van dat huishouden.

<vet>Artikel 3 Vrijstellingen</vet>De belasting wordt niet geheven ter zake van honden:

  • a.

    die uitsluitend dienen om blinde personen te leiden;

  • b.

    die door de 'Stichting sociale honden voor gehandicapten Nederland' als gehandicaptenhond aan een gehandicapte ter beschikking zijn gesteld;

  • c.

    die verblijven in een hondenasiel als bedoeld in artikel 1, onder c, van het Honden- en kattenbesluit 1999, welk asiel is opgenomen in het centraal register bedoeld in artikel 5, tweede lid, van genoemd besluit;

  • d.

    die uitsluitend ten verkoop of aflevering in voorraad worden gehouden in een bedrijfsinrichting als bedoeld in artikel 1, onder b, van het Honden- en kattenbesluit 1999, welke inrichting is opgenomen in het centraal register als bedoeld in artikel 5, tweede lid, van genoemd besluit;

  • e.

    die jonger zijn dan drie maanden, voor zover zij tezamen met de moederhond worden gehouden;

  • f.

    met een certificaat voor politiehond of in opleiding voor dit certificaat;

  • g.

    door leden van erkende verenigingen voor politiehondendressuur gehouden, mits de houder zich verbindt zijn hond met een begeleider aan wiens bevelen de hond gehoorzaamt, op aanvraag ter beschikking te stellen van de politie;

  • h.

    waarvan de houder geen ingezetene der gemeente is en de hond niet langer dan 90 dagen in het belastingjaar in de gemeente verblijft, tenzij de houder aantoont dat voor dat belastingjaar reeds hondenbelasting is betaald in een andere gemeente.

<vet>Artikel 4 Maatstaf van heffing</vet>De belasting wordt geheven naar het aantal honden dat wordt gehouden.<vet>Artikel 5 Belastingtarief</vet>

  • 1.

    De belasting bedraagt per belastingjaar:a. voor een eerste hond &#x20AC; 49,80b. voor een tweede hond &#x20AC; 62,25c. voor iedere hond boven het aantal van twee &#x20AC; 74,70.

  • 2.

    In afwijking in zoverre van het voorgaande lid bedraagt de belasting voor honden, gehouden in kennels die zijn geregistreerd bij de Raad van de beheer op kynologisch gebied in Nederland, &#x20AC; 199,20 per kennel per jaar.

  • 3.

    Het tweede lid blijft buiten toepassing indien belastingplichtige schriftelijk verzoekt de verschuldigde belasting vast te stellen naar het werkelijke aantal honden indien blijkt dat dit bedrag lager is dan het op voet van het tweede lid bepaalde bedrag.

<vet>Artikel 6 Belastingjaar</vet>Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

<vet>Artikel 7 Wijze van heffing</vet>De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

<vet>Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang</vet>

  • 1.

    De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het jaar aanvangt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar toeneemt, is de belasting, respectievelijk de hogere belasting ter zake van het toegenomen aantal honden, verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, respectievelijk de toename van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar vermindert, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht respectievelijk de vermindering van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven.

<vet>Artikel 9 Termijnen van betaling</vet>

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede een maand later.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in acht gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt &#xE9;&#xE9;n maand na dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens en maand later.

  • 3.

    In afwijking in zoverre van het eerste en tweede lid geldt ingeval het totaalbedrag van de op &#xE9;&#xE9;n aanslagbiljet verenigde aanslag(en) of andere heffing(en) minder dan &#x20AC; 70,-- of meer dan &#x20AC; 1.500,-- bedraagt, dat de aanslagen moeten worden betaald in twee termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede een maand later.

  • 4.

    De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

<vet>Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders</vet>Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de hondenbelasting.

<vet>Artikel 11 Kwijtschelding</vet>Bij de invordering van hondenbelasting kan maximaal voor &#xE9;&#xE9;n hond kwijtschelding worden verleend.

<vet>Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel</vet>

  • 1.

    De 'Verordening op de heffing en invordering van hondenbelasting 2009&#x2019; van 2 december 2008 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2010.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als 'Verordening op de heffing en invordering van hondenbelasting 2010&#x2019;.

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Lopik, gehouden op 15 december 2009.

de griffier, de voorzitter,

MW. MR. G.M.G. DOLDERS MW. MR. R.G. WESTERLAKEN-LOOS