Regeling vervallen per 01-01-2021

Handhavingsverordening Participatiewet, Ioaw, Ioaz

Geldend van 01-01-2017 t/m 31-12-2020

Intitulé

Handhavingsverordening Participatiewet, Ioaw, Ioaz

De raad van de gemeente Loppersum;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;

gelet op artikel 8b van de Participatiewet;

gelet op artikel 147, lid 1 van de Gemeentewet;

gelet op artikel 35, lid 1 onderdeel b van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers;

gelet op artikel 35, lid 1 onderdeel b van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen.

overwegende dat het verplicht is bij verordening regels te stellen voor de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand, alsmede van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet

b e s l u i t :

Vast te stellen de

"HANDHAVINGSVERORDENING PARTICIPATIEWET, IOAW EN IOAZ"

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1. Begripsbepalingen

  • 1. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      Ioaw: de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers;

    • b.

      Ioaz: de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;

    • c.

      de wet: de Participatiewet, de Ioaw, of Ioaz;

    • d.

      belanghebbende: de persoon met een uitkering krachtens de Participatiewet, de Ioaw of de Ioaz

    • e.

      handhaving: een stelsel van preventieve en repressieve maatregelen, gericht op het voorkomen, ontmoedigen en bestrijden van misbruik of oneigenlijk gebruik van een uitkering;

    • f.

      fraude: het verwijtbaar achterhouden van informatie of verwijtbaar onjuiste informatie verstrekken, met het doel een (hogere) uitkering te ontvangen (dan) waarop men (geen) recht zou hebben bij juiste en/of volledige informatieverstrekking;

    • g.

      misbruik: het verwijtbaar ontvangen van een uitkering volgens de regels van de wet, maar in strijd met of buiten de bedoeling van de wet zoals die bij de totstandkoming van de wet bestond;

    • h.

      aangiftegrens: de grens als bedoeld in de Aanwijzing Sociale Zekerheidsfraude.

  • 2. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en niet nader zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet, de Ioaw, de Ioaz en de Algemene Wet bestuursrecht.

HOOFDSTUK 2 HANDHAVING

Artikel 2. Opdracht aan het college van burgemeester en wethouders

  • 1. Het college van burgemeester en wethouders zorgt voor de rechtmatige en doelmatige uitvoering van de wet, waaronder de bestrijding van fraude en van misbruik en oneigenlijk gebruik en stelt hiertoe periodiek, doch in ieder geval eens per vier jaar een beleidsplan op.

  • 2. Het college van burgemeester en wethouders is verantwoordelijk voor het nemen van preventieve maatregelen gericht op het voorkomen van fraude. Hieronder wordt onder meer verstaan dat het college belanghebbenden en burgers vroegtijdig voorlicht over de rechten en plichten die aan het ontvangen van bijstand verbonden zijn alsmede over de consequenties van misbruik en oneigenlijk gebruik.

  • 3. Het college van burgemeester en wethouders neemt repressieve maatregelen gericht op het bestrijden van fraude. Hieronder wordt onder meer verstaan dat overtreding en fraude vroegtijdig geconstateerd en afgehandeld wordt.

Artikel 3. Informatieverzameling

  • 1. Het college van burgemeester en wethouders voert bij de aanvraag, gedurende de uitkering en bij beëindiging van de uitkering onderzoeken uit om de rechtmatigheid te controleren.

  • 2. Het college van burgemeester en wethouders maakt ter controle gebruik van bestandsvergelijkingen met actuele gegevens en van samenloopsignalen die daaruit voortkomen.

  • 3. Het college van burgemeester en wethouders onderzoekt overige signalen en tips die relevant zijn voor het recht op bijstand, de Ioaw of Ioaz uitkering.

Artikel 4. Afstemming

Als belanghebbende zijn verplichtingen niet of onvoldoende nakomt dan wel anderszins blijkt geeft van onvoldoende besef van verantwoordelijkheid voor de voorziening in het bestaan, verlaagt het college van burgemeester en wethouders de uitkering of de inkomensvoorziening conform de afstemmingsverordening, onverminderd de plicht van het college van burgemeester en wethouders om een boete op te leggen bij het niet of niet behoorlijk nakomen van de inlichtingenplicht en onverminderd de terugvordering van ten onrechte verstrekte bijstand of ten onrechte verstrekte inkomensvoorziening.

Artikel 5. Aangifte bij Openbaar Ministerie

Indien een gedraging van de belanghebbende leidt tot benadeling van de gemeente, doet het college van burgemeester en wethouders onverminderd de verplichting de ten onrechte verstrekte bijstand of inkomensvoorziening terug te vorderen, aangifte bij het Openbaar ministerie, in overeenstemming met de door de wetgever en het Openbaar Ministerie hiervoor gehanteerde uitgangspunten.

HOOFDSTUK 3 TERUGVORDERING EN VERHAAL

Artikel 6. Terugvordering

  • 1. Het college van burgemeester en wethouders vordert de kosten van bijstand dan wel inkomensvoorziening terug in de gevallen die in artikel 58 en 59 van de Participatiewet en de artikelen 25 tot en met 31 van de Ioaw en Ioaz zijn aangegeven, voor zover zich daar geen andere wettelijke regeling tegen verzet.

  • 2. Het college van burgemeester en wethouders stelt nadere regels vast voor de uitvoering van het bepaalde in het eerste lid.

Artikel 7. Verhaal

  • 1. Het college van burgemeester en wethouders verhaalt de kosten van bijstand en de kosten van inkomensvoorziening boven een nader door het College van burgemeester en wethouders te bepalen bedrag, en overeenkomstig het bepaalde in artikel 61 en de artikelen 62 tot en met 62i van de Participatiewet, voor zover zich hier geen andere wettelijke regel tegen verzet.

  • 2. Van verhaal wordt afgezien, als daarvoor zeer dringende redenen aanwezig zijn.

  • 3. Het College van burgemeester en wethouders stelt nadere regels vast voor de uitvoering van het bepaalde in lid 1 en 2.

Artikel 8. Invordering

  • 1. Het college van burgemeester en wethouders streeft er naar om de teruggevorderde en de op derden verhaalde kosten optimaal in te vorderen, voor zover zich daar geen andere wettelijke regeling tegen verzet.

  • 2. Het college van burgemeester en wethouders stelt nadere regels vast voor de uitvoering van het bepaalde in het eerste lid.

HOOFDSTUK 4 SLOTBEPALINGEN

Artikel 9. Hardheidsclausule

  • 1. In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college van burgemeester en wethouders.

  • 2. Het college van burgemeester en wethouders kan in bijzondere individuele situaties ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen in deze verordening, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 10. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2017.

Artikel 11. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als “Handhavingsverordening Participatiewet, Ioaw, Ioaz".

Ondertekening

Vastgesteld in de openbare vergadering
van de raad van de gemeente Loppersum
gehouden op 19 december 2016, nr. 12.
De raad voornoemd,
A.Rodenboog, voorzitter.
R.S. Bosma, griffier.

Algemene toelichting

De gemeenteraad dient bij verordening regels te stellen voor de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand alsmede van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet. In de verordening worden de hoofdlijnen rondom handhaving aangegeven.

Op 1 januari 2015 is de Participatiewet van kracht geworden. De regels omtrent handhaving zijn onder de Participatiewet niet veranderd ten opzichte van de Wet Werk en Bijstand (WWB).

Wel is de grondslag van de verordening gewijzigd van artikel 8a van de WWB naar artikel 8b van de Participatiewet.

De Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (Ioaw) en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (Ioaz) schrijven evenals de Participatiewet voor dat de raad een Handhavingsverordening vaststelt. Gezien de verwantschap tussen deze wetten en uit een oogpunt van deregulering en efficiency is gekozen voor een gecombineerde verordening.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 Begripsbepalingen

Dit artikel bevat enkele begripsomschrijvingen.

Onder uitkeringsgerechtigden met een Participatiewet-uitkering worden mede verstaan mensen met een uitkering krachtens het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004.

Artikel 2 Opdracht aan het College van burgemeester en wethouders

Dit artikel legt de verantwoordelijkheid voor een rechtmatige en doelmatige uitvoering van de Participatiewet, de Ioaw en de Ioaz neer bij het College van burgemeester en wethouders van Van de gemeente Loppersum. Het College van burgemeester en wethouders dient in ieder geval eenmaal per vier jaar een beleidsplan op te stellen.

Artikel 3 Informatieverzameling

In dit artikel is vastgelegd dat wordt gewerkt met een signaal gestuurde controlesystematiek. Van signaal gestuurd handhaven is sprake wanneer een binnengekomen signaal de aanleiding is om extra onderzoek te doen naar de rechtmatigheid van een verstrekte uitkering. Dit kan bijvoorbeeld een signaal zijn van ‘Het Inlichtingenbureau’1, signalen naar aanleiding van een gesprek met de cliënt, via eigen waarneming of naar aanleiding van een (anonieme) tip van een medewerker, een burger of externe organisatie.

Hierbij geldt dat in de regel alleen die gegevens worden gevraagd die noodzakelijk zijn voor de afhandeling van het signaal.

Via het ‘Inlichtingenbureau’ worden samenloopsignalen ontvangen van bestandskoppelingen tussen onder andere gemeenten, De Belastingdienst, het UWV, de Rijksdienst voor het Wegverkeer (RDW), de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) en de Kamer van Koophandel.

Artikel 4 Afstemming

Wanneer de belanghebbende onvolledige of onjuiste informatie verstrekt, waardoor teveel bijstand is betaald, is het College van burgemeester en wethouders sinds 1 januari 2013 verplicht deze bijstand terug te vorderen en een boete op te leggen. Bij het niet nakomen van de arbeidsverplichting, de medewerkingsplicht en andere opgelegde verplichtingen, kan de uitkering of de inkomensvoorziening (tijdelijk) worden verlaagd conform de afstemmingsverordening van de gemeente Loppersum. Dat kan ook als de belanghebbende blijk geeft van onvoldoende besef van verantwoordelijkheid voor de voorziening in het bestaan. Deze verlaging is bedoeld om het nakomen van de verplichtingen en de hoogte van de uitkering op elkaar af te stemmen en heeft daarmee het karakter van gedragscorrectie.

Artikel 5 Aangifte bij Openbaar Ministerie

Wanneer de schending van de inlichtingenplicht ook een strafbaar feit oplevert, moet het College van burgemeester en wethouders hiervan aangifte doen bij het Openbaar Ministerie indien het bedrag waarvoor is gefraudeerd hoger is dan de aangiftegrens. Per 1 januari 2013 is de aangiftegrens verhoogd van € 10.000,- naar € 50.000,-. Ook in gevallen waarin het fraudebedrag lager is dan € 50.000,-, maar waarbij de uitkeringsfraude gecombineerd wordt met een of meer (andersoortige) strafbare feiten zoals bijvoorbeeld drugshandel, moet aangifte worden gedaan. Dit is vastgelegd in de Aanwijzing Sociale Zekerheidsfraude (2012A022).

Artikel 6 Terugvordering

Sinds de invoering van de ‘Wet aanscherping handhaving en sanctiebeleid SZW Wetgeving’ op 1 januari 2013 is het College van burgemeester en wethouders, in geval van het niet of niet behoorlijk nakomen van de inlichtingenplicht, verplicht het ten onrechte verstrekte bedrag aan uitkering of inkomensvoorziening terug te vorderen. In alle andere gevallen is terugvordering van bijstand een bevoegdheid. Met dit artikel spreekt de gemeenteraad uit dat van de bevoegdheid tot terugvordering in de overige gevallen gebruik wordt gemaakt. De regels omtrent de terugvordering zijn nader uitgewerkt in door het College van burgemeester en wethouders vastgestelde beleidsregels.

Artikel 7 Verhaal

Ook verhaal van bijstand (op derden zoals de onderhoudsplichtige) is een bevoegdheid. Met dit artikel spreekt de gemeenteraad uit dat van deze bevoegdheid gebruik wordt gemaakt. Ook dit onderdeel is nader uitgewerkt in beleidsregels.

Artikel 8 Invordering

Met dit artikel wordt vastgelegd dat het College van burgemeester en wethouders het optimale doet om in te vorderen. In beleidsregels is het invorderingsbeleid nader uitgewerkt.

Artikel 9 Hardheidsclausule

Dit artikel behoeft geen nadere uitleg.

Artikel 10 Inwerkingtreding

Dit artikel behoeft geen nadere uitleg.

Artikel 11 Citeertitel

Dit artikel behoeft geen nadere uitleg.