Regeling vervallen per 06-02-2024

Besluit van het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Losser houdende regels omtrent evenementen Evenementenbeleid 2017

Geldend van 01-01-2018 t/m 05-02-2024

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Losser houdende regels omtrent evenementen Evenementenbeleid 2017

De burgemeester en het college van burgemeester en wethouders van Losser, ieder voor zover het de eigen bevoegdheden betreft;

Overwegende dat;

  • -

    zij ieder voor zover het de eigen bevoegdheid betreft op 24 oktober 2017 hebben ingestemd met het regionaal kader evenementenveiligheid;

  • -

    de termijn voor het indienen van B-evenementen op 12 weken heeft gesteld in plaats van 8 weken;

  • -

    het regionaal kader evenementenveiligheid verankerd dient te worden in lokaal beleid;

  • -

    hiervoor het evenementenbeleid gemeente Losser 2013 wordt ingetrokken;

  • -

    het evenementenbeleid 2017 gemeente Losser is opgesteld;

  • -

    de wijziging op 1 januari 2018 van kracht wordt.

Besluit

  • 1.

    Vast te stellen het navolgende Evenementenbeleid 2017 gemeente Losser, onder intrekking van het Nota Evenementenbeleid gemeente Losser 2013.

  • 2.

    Dit beleid in werking te laten treden op 1 januari 2018.

1 Inleiding

1.1 Aanleiding en doelstelling nota

Op 24 oktober 2017 is door de burgemeester en het college van burgemeester en wethouders ingestemd met het regionaal kader evenementenveiligheid. Het regionaal kader dient verwerkt te worden in het lokale evenementenbeleid. Met de huidige wijzigingen wordt de “Nota evenementenbeleid gemeente Losser 2013” ingetrokken. De wijzigingen treden in werking op 1 januari 2018.

De huidige wijziging van het evenementenbeleid betreft vooral de wijzigingen op de indieningstermijnen, toezicht en handhaving en hoe met advies van de hulpdiensten dient te worden omgegaan. Een inhoudelijke discussie over het evenementenbeleid met inwoners, organisatoren en betrokkenen zal in een later stadium laats gaan vinden.

In de gemeente Losser wordt jaarlijks een groot aantal evenementen georganiseerd. Daaronder verschillende grotere evenementen die een groot aantal bezoekers aantrekken uit de wijde omgeving. Dat is een groot goed voor de gemeente en draagt bij aan de positieve culturele, recreatieve en toeristische uitstraling van de gemeente Losser.

Evenementen zoals het Carnaval en Bruegheliaans Festijn in Losser, de Hellehondsdagen in De Lutte en de Euregiofeesten in Overdinkel zijn slechts enkele mooie voorbeelden van terugkerende festiviteiten binnen de gemeente. Het is vooral in het belang van veiligheid, openbare orde en handhaving dat er een geactualiseerd evenementenbeleid bestaat. Het is namelijk in ieders belang dat deze evenementen goed worden geregeld en veilig kunnen verlopen.

In een gemeente als Losser kunnen dergelijke evenementen behoorlijk ingrijpend zijn voor het dagelijkse leven van de eigen inwoners. De (beleving van) overlast kan echter al een stuk worden verminderd door vooraf duidelijkheid te verschaffen aan de hand van een toetsingskader. Het is ook daarom dat alle betrokkenen en belanghebbenden moeten kunnen weten wat er rondom evenementen te verwachten valt, zodat men vooraf op de hoogte is en de eventuele (beleving van) overlast kan worden geminimaliseerd.

Inwoners

Inwoners vinden een bepaald evenement leuk, omdat het bijdraagt aan de gezelligheid en het amusementsaanbod van de gemeente en hebben in die zin direct belang bij het evenement. Inwoners kunnen echter ook overlast van het evenement ondervinden als zij dicht bij de plek wonen waar er overlast (veelal geluid) ontstaat.

Bezoekers

Voor bezoekers is het van belang dat de bereikbaarheid van het evenement goed is, dat er voldoende parkeergelegenheid is, die goed is aangegeven, en dat er door middel van vergunningverlening en handhaving er een goed gereguleerd en veilig evenement plaatsvindt.

Ondernemers

Voor ondernemers is het van belang dat de bereikbaarheid van winkels goed is, zodat klanten hen in redelijkheid kunnen bereiken. Daarnaast hebben ondernemers er een commercieel belang bij dat extra bezoekers (potentiële klanten) het dorp bezoeken.

Organisatoren

Organisatoren maken het mogelijk dat er elk jaar weer een grote variatie aan evenementen wordt georganiseerd. Daarbij moeten zij echter kunnen weten welke procedures zij dienen te volgen en welke (on)mogelijkheden er zijn.

Gemeentelijke en overige instanties (o.a. Politie, Brandweer, GHOR)

Deze instanties moeten zo volledig mogelijk geïnformeerd zijn over de te organiseren activiteiten om de juiste afwegingen te kunnen maken. De politie in het kader van openbare orde en veiligheid, de brandweer in het kader van brandveiligheid en bereikbaarheid en toegankelijkheid voor hulpdiensten en de GHOR in het kader van de geneeskundige aspecten. Bij de vergunningverlening en de daarbij gestelde voorschriften voor controles en handhaving is op deze manier voor iedereen duidelijk waaraan men zich heeft te houden, zodat overlast zoveel mogelijk wordt voorkomen.

Bovengenoemde belangen spelen een rol bij de besluitvorming ten aanzien van zaken die duidelijk overlast geven, zoals het toestaan van muziek en het afsluiten van wegen. Voordat voor dergelijke zaken een vergunning kan worden verleend, moeten alle betrokken belangen worden meegewogen. Het resultaat hiervan moet in de vergunning tot uitdrukking komen. Daarbij moet worden bedacht dat een beleid voor evenementen een complexe materie is. Niet alleen zijn bij de vergunningverlening veel verschillende specialismen betrokken, maar op deze terreinen vinden ook doorlopend ontwikkelingen plaats.

Kortom, alle betrokkenen en belanghebbenden moeten kunnen achterhalen wat in grote lijnen de geldende afspraken zijn. Deze nota heeft tot doel om op hoofdlijnen vóóraf de gewenste duidelijkheid te bieden.

Deze nota bestaat uit het gemeentelijk evenementenbeleid waarin voornamelijk het lokale maatwerk in verwerkt is en het regionale kader evenementen waarin het proces en de werkwijze beschreven staan. Deze zijn gelijkwaardig, onlosmakelijk en aanvullend aan elkaar. Daarnaast is in het gemeentelijk beleid een aantal onderdelen van de werkwijze uit het regionaal kader evenementen verder uitgewerkt. Hiermee integreert het Losserse evenementenbeleid bestaande en toekomstige regionale kennis en ervaring van veiligheids- en gezondheidsrisico's bij evenementen.

1.2 Leeswijzer nota

In hoofdstuk 2 wordt allereerst een definitie gegeven over wat er precies onder een evenement moet worden verstaan. Daarbij wordt er een onderscheid gemaakt tussen klasse C evenementen, klasse B evenementen, klasse A evenementen en meldingsplichtige evenementen. Tenslotte worden de voorgeschreven begin- en eindtijden per evenementen-categorie vermeld.

In hoofdstuk 3 worden de procedures voor het indienen van aanvragen toegelicht. In hoofdstuk 4 worden de geluidsnormen behandeld, waarna in hoofdstuk 5 wordt toegelicht hoe wordt omgegaan met de verschillende handhavingsinstrumenten. Vervolgens gaat hoofdstuk 6 over het afstemmingsoverleg met organisatoren van evenementen.

Hoofdstuk 7 gaat over openbare orde en veiligheid. Met name de bereikbaarheid en toegankelijkheid voor hulpdiensten zijn daarbij erg belangrijk. Vervolgens gaat hoofdstuk 8 over de verschillende faciliteiten en randvoorzieningen bij evenementen. Daarbij moet bijvoorbeeld worden gedacht aan afval en schoonmaak en aan de noodzakelijke faciliteiten en voorzieningen rondom een evenement. In hoofdstuk 9 wordt tenslotte een aantal locaties genoemd, waar de verschillende evenementen binnen de gemeente Losser kunnen plaatshebben.

2 Soorten evenementen

2.1 Definitie evenement

Een evenement is elke voor publiek toegankelijke verrichting op het gebied van kunst, ontwikkeling, ontspanning, sport of vermaak alsmede herdenkingsplechtigheden, tentoonstellingen, optochten, kermissen, circussen, filmopnamen en feesten. Artikel 2:24 van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) voor de gemeente Losser bepaalt dat er een vergunning van de burgemeester nodig is om een evenement te mogen organiseren. Een overzicht van de op evenementen toepasselijke artikelen uit de APV is opgenomen in bijlage 1.

Ten aanzien van diverse aspecten (bijv. ontheffing geluidhinder, vergunning voor het plaatsen van voorwerpen op de openbare weg, standplaatsvergunning) is echter het college bevoegd. In deze nota wordt zoveel mogelijk aangegeven welk bestuursorgaan beslissingsbevoegd is. Een overzicht van deze bevoegdheidsverdeling is opgenomen in bijlage 5.

De afhandeling van vergunningaanvragen voor evenementen vindt plaats op de afdeling Vergunningverlening en Handhaving (VH). Afhankelijk van de grootschaligheid en de aard van het evenement worden bij het proces diverse in- en externe instanties betrokken voor de advisering en de handhaving.

In mei 2016 is de nota Regionaal kader evenementenveiligheid vastgesteld. Deze nota voorziet in het uniform beoordelen van aanvragen tot vergunning voor het organiseren van grootschalige evenementen. De burgemeester en het college hebben met deze nota ingestemd. Dit houdt in dat het regionaal kader in het lokale beleid verankerd dient te worden. Afhankelijk van de risico’s die er zijn bij een grootschalig evenement vindt er een indeling in categorieën plaats. Deze indeling bestaat uit klasse C (Risico evenementen), klasse B (evenementen met een verhoogde aandacht) en klasse A (reguliere evenementen). Afhankelijk van de indeling in klasse wordt er een multidisciplinair advies gevraagd aan Veiligheidsregio Twente. Brandweer Twente, Basisteam Politie Noordoost-Twente en de Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR) geven daarbij een multidisciplinair en gezamenlijk advies af aan de burgemeester, elk vanuit zijn eigen bevoegdheid.

Het college van burgemeester en wethouders c.q. de burgemeester maakt een zelfstandige afweging om een vergunning te verlenen of te weigeren.

2.2 Categorie-indeling evenementen

Losser is een gemeente met een uitgesproken culturele, recreatieve en toeristische functie voor de omgeving. Er vinden verschillende klasse B evenementen plaats die veel publiek trekken. Op grond van onder meer de bezoekersaantallen is er een grove indeling te maken van de categorieën evenementen:

  • Klasse C evenementen (Risico-evenementen)

  • Klasse B evenementen

  • Klasse A evenementen

  • Subcategorie meldingsplichtige evenementen (betreffen klasse A evenementen)

Het huidige aantal evenementen is niet maatgevend voor de toekomst. De indeling in categorieën is vrij grof, dus er zullen grensgevallen bestaan. Evenementen kunnen gedurende de weekmarktdagen (donderdag) overigens niet plaatsvinden op het Raadhuisplein. Slechts voor Carnaval, Bruegheliaans Festijn en Kermis wordt er een uitzondering gemaakt en wordt de weekmarkt éénmalig verplaatst naar het Martinusplein.

2.3 Klasse B en C evenementen

'Klasse B en C evenementen' zijn evenementen waarvan de gemeente op grond van de plannen van de organisator en de regionaal overeengekomen puntentelling voorziet dat ze een aanzienlijke belasting vormen voor de leefomgeving. Op basis van artikel 2:24 (vergunning evenement) Algemeen Plaatselijke Verordening (APV) in samenhang met artikel 172 Gemeentewet (handhaving openbare orde) wordt in deze nota gesteld dat de burgemeester beoordeelt of er sprake is van een klasse B evenement (i.c. "groot evenement"). Bij deze beoordeling betrekt de burgemeester in elk geval de volgende aspecten:

Indien op grond van de regionaal overeengekomen puntentelling wordt ingeschat dat er sprake is van een zgn. Risico evenement, dan wordt het evenement door de burgemeester opgewaardeerd naar een klasse C evenement.

De indieningsvereisten voor een vergunningaanvraag worden toegelicht in hoofdstuk 3.

2.4 Klasse A evenementen

Op basis van de hierboven benoemde criteria bestaat er een groot aantal evenementen dat niet als klasse B of C evenement valt te typeren, maar dat toch een grotere belasting vormt voor de leefomgeving dan de 'subcategorie meldingsplichtige evenementen' uit paragraaf 2.5. Deze evenementen worden in dat geval behandeld als reguliere 'klasse A evenementen'. Hiervoor dient eveneens het normale vergunningstraject te worden gevolgd.

De indieningsvereisten voor een vergunningaanvraag worden toegelicht in hoofdstuk 3.

2.5 Subcategorie meldingsplichtige evenementen (klasse A evenementen)

De volgende evenementen zijn meldingsplichtig bij de gemeente, hiervoor hoeft dus geen reguliere vergunning te worden aangevraagd (op basis van artikel 2:24 APV):

  • a.

    wedstrijden van sportverenigingen die niet als regulier zijn aan te merken;

  • b.

    indoor activiteiten (bazaar, kledingbeurs, verzamelbeurs, enz.), onder voorwaarde dat bij de melding een inrichtingstekening van het in gebruik te nemen pand wordt ingediend;

  • c.

    rondgangen, serenades en dergelijke door muziekverenigingen;

  • d.

    optochten voorzover deze niet zijn aan te merken als “groot evenement” (onder groot evenement wordt verstaan Carnaval, Bruegheliaans Festijn, Hellehondsdagen en Euregiofeest);

  • e.

    verenigingsfeesten, buurtfeesten en rommelmarkten, onder voorwaarde dat in de melding wordt aangegeven of er gebruik wordt gemaakt van een tent, met daarbij vermeld het aantal personen, en een inrichtingstekening wordt ingediend van het in gebruik te nemen terrein;

  • f.

    toernooien;

  • g.

    wandel- en fietsactiviteiten;

  • h.

    kaartleesritten/oriënteringsritten;

  • i.

    activiteiten die naar hun aard het klimaat verbeteren binnen een winkelgebied (springkussens, kleine draaimolens en dergelijke);

De burgemeester stelt nadere regels, inhoudende voorschriften, die met de activiteiten als hierboven (en hieronder) bedoeld, in acht dienen te worden genomen. Indien toch wordt ingeschat dat het een evenement van een substantiële omvang betreft, dan wordt de melding niet in behandeling genomen, maar wordt een regionaal aanvraagformulier voor het normale vergunningstraject (klasse A, B en C evenementen) toegestuurd met het verzoek deze volledig ingevuld te retourneren.

De indieningsvereisten voor een melding worden toegelicht in hoofdstuk 3.

− Buurtfeesten ( meldingsplichtige evenementen) (klasse A)

Bij buurtfeesten op de openbare weg c.q. in de openbare ruimte gaat het over het algemeen om betrekkelijk kleine evenementen met een beperkt aantal bezoekers. De praktijk toont bovendien dat deze feesten vaak op korte termijn worden georganiseerd.

Indien een buurtfeest niet wordt gemeld, dan kan de politie het buurtfeest voortijdig afbreken.

De indieningsvereisten voor een buurtfeest worden toegelicht in hoofdstuk 3.

Meldingsplichtige evenementen met grote tent en/of wegafsluiting (klasse A)

Een meldingsplichtig evenement vergt bijzondere indieningsvereisten, indien:

  • er een tent met 4 gesloten zijden wordt geplaatst, waarin meer dan 50 personen tegelijkertijd kunnen verblijven;

  • er meerdere tenten met 4 gesloten zijden worden geplaatst, waarin gezamenlijk meer dan 50 personen tegelijkertijd kunnen verblijven;

  • er een weg/straat wordt afgesloten.

Bij het plaatsen van grote tenten wordt er advies van de brandweer gevraagd. Bij het afsluiten van een weg/straat wordt er advies van de hulpdiensten gevraagd en, indien noodzakelijk, door de gemeente een verkeersbesluit genomen.

Indien een meldingsplichtig evenement met bijzondere indieningsvereisten niet als zodanig wordt aangemeld, dan kan de politie het evenement voortijdig afbreken.

De indieningsvereisten voor dergelijke meldingsplichtige evenementen worden toegelicht in hoofdstuk 3.

2.6 Circussen (klasse B en C evenementen)

De gemeente Losser hanteert bij de vergunningverlening aan circussen een roulatiesysteem. Op deze wijze krijgen alle circussen de gelegenheid om in Losser op te treden. Ook vindt er afstemming plaats met overige evenementen. Dit betekent dat er geen vergunning wordt verleend voor zover circusvoorstellingen samenvallen met andere grootschalige evenementen. Om te waarborgen dat er voldoende potentiële publieke belangstelling voor de circusvoorstellingen bestaat, vergunt de burgemeester maximaal 2 circussen per jaar per kerkdorp, 1 circus in het voorjaar/zomer en 1 circus in het najaar.

Mocht de burgemeester achteraf constateren dat het gebruik van de vergunning niet tot het gewenste resultaat heeft geleid (bijv. het terrein wordt in slechte staat achtergelaten of men houdt zich niet aan de vergunningvoorschriften), dan zal aan dat circus in het vervolg geen vergunning meer worden verleend. Circussen kunnen in Losser plaatshebben op het parkeerterrein bij de steenfabriek en in De Lutte op het evenemententerrein bij Erve Boerrigter.

De indieningsvereisten voor circussen worden toegelicht in hoofdstuk 3.

2.7 Begin- en eindtijden evenementen

Op alle evenementen is de Zondagswet van toepassing. Daarin staat dat het niet is toegestaan om op zondag voor 13.00 uur openbare vermakelijkheden te houden, daartoe gelegenheid te geven of daaraan deel te nemen (zie bijlage 2). De gemeenteraad en de burgemeester kunnen het verbod uitbreiden of door middel van ontheffingverlening het verbod beperken.

Wat betreft de bevoegdheid ten aanzien van de respectievelijke finale eindtijden (evenement, tap, terras, snackkramen en muziek / geluid) wordt aangesloten bij de bepaling over sluitingstijden die geldt voor de reguliere horeca, overeenkomstig artikel 2:29 van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) voor de gemeente Losser. Dat betekent dat de burgemeester ten aanzien van alle sluitings- c.q. eindtijden de bevoegde instantie is. In onderstaand schema worden alle voorgeschreven begin- en eindtijden weergegeven. Van de voorgeschreven begin- en eindtijden kan gemotiveerd worden afgeweken door de burgemeester.

 

evenement

tap / terassen

muziek / geluid

snackkramen

Klasse B en C evenementen

 
 
 
 
 
 
 
 
 

maandag t/m donderdag

09.00 – 01.00

09.00 – 00.30

09.00 – 24.00

09.00 – 01.00

 
 
 
 
 

Vrijdag  en zaterdag

09.00 – 02.00

09.00 – 02.00

09.00 – 01.00

09.00 – 02.00

 
 
 
 
 

zondag

13.00 – 01.00

13.00 – 01.00

13.00 – 24.00

13.00 – 01.00

 

evenement

tap / terassen

muziek / geluid

snackkramen

Klasse A evenementen

 
 
 
 
 
 
 
 
 

maandag t/m donderdag

09.00 – 24.00

09.00 – 23.30

09.00 – 23.00

09.00 – 24.00

 
 
 
 
 

vrijdag en zaterdag

09.00 – 24.00

09.00 – 23.30

09.00 – 23.00

09.00 – 24.00

 
 
 
 
 

zondag

13.00 – 24.00

13.00 – 23.30

13.00 – 23.00

13.00 – 24.00

 

buurtfeest

tap / terassen

muziek / geluid

 

Buurtfeesten

 
 
 
 
 
 
 
 
 

maandag t/m donderdag

09.00 – 24.00

09.00 – 23.30

09.00 – 23.30

 
 
 
 
 
 

vrijdag en zaterdag

09.00 – 24.00

09.00 – 23.30

09.00 – 23.30

 
 
 
 
 
 

zondag

13.00 – 24.00

13.00 – 23.30

13.00 – 23.30

 

3 Behandeling aanvragen evenementen

3.1 Inleiding

In dit hoofdstuk wordt toegelicht op welke wijze de gemeente Losser omgaat met aanvragen voor een evenementenvergunning. Bij de behandeling van deze aanvragen is de Algemene wet bestuursrecht van toepassing, voor wat betreft de algemene voorschriften.

De specifieke (aanvraag)procedures voor klasse B en C evenementen, klasse A evenementen, meldingsplichtige evenementen, buurtfeesten, meldingsplichtige evenementen met grote tent en/of wegafsluiting, circussen en onvoorziene belastende evenementen worden hieronder beschreven.

3.2 Procedure klasse B en C evenementen

De gemeente Losser hanteert het uitgangspunt dat bij een klasse B of C evenement alle verschillende activiteiten via één vergunningaanvraag door de ‘vaste organisator’ bij de gemeente worden ingediend. Worden, buiten deze vergunningaanvraag om, door anderen vergunningen gevraagd voor andere activiteiten op hetzelfde moment en op dezelfde locatie, dan verwijst de gemeente deze partijen naar de ‘vaste organisator’ om onderling de verschillende activiteiten op elkaar af te stemmen en te integreren in één vergunningaanvraag van de ‘vaste organisator’. Op deze manier kan één geïntegreerde vergunningaanvraag in zijn geheel worden beoordeeld en indien mogelijk worden verleend. Mocht deze werkwijze ertoe leiden dat de verschillende aanvragers er onderling niet uit komen, dan beslist de burgemeester hierover op grond van zijn bevoegdheid op basis van artikel 2:24 APV.

Als de organisator van het evenement zijn aanvraag heeft ingediend, dan wordt deze voor advies voorgelegd aan de adviserende instanties. Daarbij hebben de adviserende instanties onder meer de taak om aan te geven welke voorschriften aan de vergunning moeten worden verbonden. Bij klasse B en C evenementen kan er zonodig een multidisciplinair overleg plaatsvinden. Dit overleg ziet toe op de advisering door meerdere (hulp)diensten in een geïntegreerd advies, dat eveneens op de grootschalige inzet van hulpdiensten ingaat.

De burgemeester kan een evenement weigeren op grond van in de APV vastgelegde belangen (artikel 2:24, lid 4, zie bijlage 1):

  • de openbare orde;

  • het voorkomen of beperken van overlast;

  • de verkeersveiligheid of de veiligheid van personen of goederen;

  • de zedelijkheid of de gezondheid.

Door een aantal instanties en gemeentelijke diensten te laten adviseren omtrent deze belangen wordt een goed beeld verkregen van de specifieke omstandigheden rondom de organisatie van een bepaald evenement. Zo kan het noodzakelijk zijn om bepaalde voorschriften op te stellen om zoveel mogelijk aan de genoemde belangen tegemoet te komen. Mochten door een bepaald evenement de genoemde belangen teveel worden aangetast, terwijl dit met nadere voorschriften niet kan worden afgedekt, dan kan dat reden zijn om voor (een deel van) het evenement de vergunning te weigeren.

Aanvraagformulier evenementenvergunning (klasse B en C evenementen)

Voor het aanvragen van een vergunning voor evenementen is een regionaal aanvraagformulier beschikbaar. Dit formulier dient bij alle aanvragen voor evenementen te worden gebruikt. Het formulier is ook digitaal beschikbaar via de website www.losser.nl Indien op eigen initiatief een brief wordt toegezonden, dan wordt het regionaal aanvraagformulier toegestuurd met het verzoek om het formulier volledig ingevuld te retourneren. Uiteraard is het mogelijk om, daar waar het aanvraagformulier niet toereikend is, extra informatie bij het formulier te voegen.

+ Tekening locatie

Aangezien de activiteiten veelal plaatsvinden op plaatsen die daar normaliter niet voor worden gebruikt, dus buiten de bestaande inrichtingen, is het van belang dat door de organisator precies wordt aangegeven, wat en op welke plek gebeurt.

Voor klasse B en C evenementen dienen plattegronden op schaal 1:100 bijgevoegd te worden bij het aanvraagformulier. De gemeente levert op verzoek basistekeningen aan, waarbij de organisatoren zelf de situatie dienen in te tekenen.

+ Tekening tent

Indien er sprake is van het plaatsen van een tent of tenten, met 4 gesloten zijden, waarin gezamenlijk meer dan 50 personen tegelijkertijd kunnen verblijven, dient er een plattegrond op schaal 1:100 te worden bijgevoegd. Op de plattegrond dient tevens te worden aangegeven voor hoeveel personen de tent bedoeld is, de afmetingen van de tent, breedte en locatie van de ingangen/uitgangen en nooduitgangen, draairichting (90 of 180 graden) van de nooduitgangen, locatie van een eventuele bar of podium, aantal en locatie van brandblussers, de plaats van tafels en stoelen, aantal en locatie vluchtwegaanduidingen, aantal en locatie noodverlichting. Indien in een tent of in een kraam gebakken of gebraden wordt, dient dit op de plattegrond vermeld te worden. De voorschriften voor het bakken en braden in mobiele inrichtingen zijn hier van toepassing.

Termijn indiening aanvraag evenementenvergunning (klasse B en C evenementen)

Op grond van artikel 1:2 van de APV moet binnen 8 weken na de dag waarop de vergunningaanvraag is ontvangen, daarop worden beslist. De beslissing kan tevens nog 8 weken worden verdaagd. Er wordt uiteraard naar gestreefd om zo spoedig mogelijk op aanvragen een besluit te nemen, maar de behandeling van gecompliceerde aanvragen kan soms enkele weken in beslag nemen.

Het aanvraagformulier voor een evenement dient minimaal 12 weken voorafgaand aan het evenement te zijn ingediend. Als een aanvraag voor een evenementenvergunning korter dan de vereiste 12 weken voor het evenement wordt ingediend, dan kan worden besloten om deze niet in behandeling te nemen, omdat er onvoldoende tijd is voor een correcte beoordeling en afhandeling van de aanvraag. Dit houdt in dat het evenement niet kan plaatsvinden.

In de vergunning staat vermeld op basis waarvan en voor welke activiteiten vergunning wordt verleend. Op allerlei gebieden worden vervolgens voorschriften en beperkingen gesteld. Dat biedt voor de gemeente, politie, brandweer en hulpdiensten de mogelijkheid om, waar dat noodzakelijk is, bij te sturen of in te grijpen op het moment dat het evenement daadwerkelijk plaatsvindt. De voorschriften en beperkingen hebben onder meer betrekking op de locatie en de inrichting van een tent met nooduitgangen en brandblussers, het toegestane geluidsniveau, begin- en eindtijden van het evenement en het vrijhouden van de doorgang voor nood- en hulpdiensten (deze opsomming is niet limitatief).

3.3 Procedure klasse A evenementen

Als de organisator van het evenement zijn vergunningaanvraag heeft ingediend bij de gemeente, dan kan deze voor advies worden voorgelegd aan de adviserende instanties. Daarbij hebben de adviserende instanties onder meer de taak om aan te geven welke voorschriften aan de vergunning moeten worden verbonden.

De burgemeester kan een evenement weigeren op grond van in de APV vastgelegde belangen (artikel 2:24, lid 4, zie bijlage 1):

  • de openbare orde;

  • het voorkomen of beperken van overlast;

  • de verkeersveiligheid of de veiligheid van personen of goederen;

  • de zedelijkheid of de gezondheid.

Door een aantal instanties en gemeentelijke diensten te laten adviseren omtrent deze belangen wordt een goed beeld verkregen van de specifieke omstandigheden rondom de organisatie van een bepaald evenement. Zo kan het noodzakelijk zijn om bepaalde voorschriften op te stellen om zoveel mogelijk aan de genoemde belangen tegemoet te komen. Mochten door een bepaald evenement de genoemde belangen teveel worden aangetast, terwijl dit met nadere voorschriften niet kan worden afgedekt, dan kan dat reden zijn om voor (een deel van) het evenement de vergunning te weigeren.

Aanvraagformulier evenementenvergunning (klasse A evenementen)

Voor het aanvragen van een vergunning voor evenementen is een regionaal aanvraagformulier beschikbaar. Dit formulier dient bij alle aanvragen voor evenementen te worden gebruikt. Het formulier is ook digitaal beschikbaar via de website www.losser.nl Indien op eigen initiatief een brief wordt toegezonden, dan wordt het regionaal aanvraagformulier toegestuurd met het verzoek om het formulier volledig ingevuld te retourneren. Uiteraard is het mogelijk om, daar waar het aanvraagformulier niet toereikend is, extra informatie bij het formulier te voegen.

+ Tekening locatie

Aangezien de activiteiten veelal plaatsvinden op plaatsen die daar normaliter niet voor worden gebruikt, dus buiten de bestaande inrichtingen, is het van belang dat door de organisator precies wordt aangegeven, wat en op welke plek gebeurt.

Voor klasse A evenementen dient een plattegrond (situatieschets) op schaal 1:100 bijgevoegd te worden bij het aanvraagformulier.

+ Tekening tent

Indien er sprake is van het plaatsen van een tent of tenten, met 4 gesloten zijden, waarin gezamenlijk meer dan 50 personen tegelijkertijd kunnen verblijven, dient er een plattegrond op schaal 1:100 te worden bijgevoegd. Op de plattegrond dient tevens te worden aangegeven voor hoeveel personen de tent bedoeld is, de afmetingen van de tent, breedte en locatie van de ingangen/uitgangen en nooduitgangen, draairichting (90 of 180 graden) van de nooduitgangen, locatie van een eventuele bar of podium, aantal en locatie van brandblussers, de plaats van tafels en stoelen, aantal en locatie vluchtwegaanduidingen, aantal en locatie noodverlichting. Indien in een tent of in een kraam gebakken of gebraden wordt, dient dit op de plattegrond vermeld te worden. De voorschriften voor het bakken en braden in mobiele inrichtingen zijn hier van toepassing.

Termijn indiening aanvraag evenementenvergunning (klasse A evenementen)

Op grond van artikel 1:2 van de APV moet binnen 8 weken na de dag waarop de vergunningaanvraag is ontvangen, daarop worden beslist. De beslissing kan tevens nog 8 weken worden verdaagd. Er wordt uiteraard naar gestreefd om zo spoedig mogelijk op aanvragen een besluit te nemen, maar de behandeling van gecompliceerde aanvragen kan soms enkele weken in beslag nemen.

Het aanvraagformulier voor een evenement dient minimaal 8 weken voorafgaand aan het evenement te zijn ingediend. Als een aanvraag voor een evenementenvergunning korter dan de vereiste 8 weken voor het evenement wordt ingediend, dan kan worden besloten om deze niet in behandeling te nemen, omdat er onvoldoende tijd is voor een correcte beoordeling en afhandeling van de aanvraag. Dit houdt in dat het evenement niet kan plaatsvinden.

In de vergunning staat vermeld op basis waarvan en voor welke activiteiten vergunning wordt verleend. Op allerlei gebieden worden vervolgens voorschriften en beperkingen gesteld. Dat biedt voor de gemeente, politie, brandweer en hulpdiensten de mogelijkheid om, waar dat noodzakelijk is, bij te sturen of in te grijpen op het moment dat het evenement daadwerkelijk plaatsvindt. De voorschriften en beperkingen hebben onder meer betrekking op de locatie en de inrichting van een tent met nooduitgangen en brandblussers, het toegestane geluidsniveau, begin- en eindtijden van het evenement en het vrijhouden van de doorgang voor nood- en hulpdiensten (deze opsomming is niet limitatief).

3.4 Procedure meldingsplichtige evenementen (klasse A evenementen)

Ook voor het doen van meldingen voor de subcategorie meldingsplichtige evenementen (artikel 2:24, lid 5, zie bijlage 1) is een standaardformulier beschikbaar. Het formulier is ook digitaal beschikbaar via de website www.losser.nl

Een melding dient minimaal 2 weken voorafgaand aan het evenement te zijn ingediend.

Als een melding voor een evenement korter dan de vereiste 2 weken voor het evenement wordt ingediend, dan kan worden besloten om deze niet in behandeling te nemen, omdat er onvoldoende tijd is voor een correcte beoordeling en afhandeling van de melding. Dit houdt in dat het evenement niet kan plaatsvinden.

Indien toch wordt ingeschat dat het een evenement van een substantiële omvang betreft, dan wordt de melding niet in behandeling genomen, maar wordt er een regionaal aanvraagformulier voor het normale vergunningstraject toegestuurd met het verzoek om het formulier volledig ingevuld te retourneren.

Procedure buurtfeesten ( meldingsplichtige evenementen) (klasse A)

Bij buurtfeesten op de openbare weg c.q. in de openbare ruimte gaat het over het algemeen om betrekkelijk kleine evenementen met een beperkt aantal bezoekers. De praktijk toont bovendien dat deze feesten vaak op korte termijn worden georganiseerd.

De melding voor een buurtfeest op de openbare weg c.q. in de openbare ruimte dient minimaal 2 weken voorafgaand aan het feest te zijn ingediend via het webformulier op de website www.losser.nl

Indien een buurtfeest niet wordt gemeld, dan kan de politie het buurtfeest voortijdig afbreken.

De eindtijden zoals genoemd onder paragraaf 2.7 zijn van toepassing.

Procedure meldingsplichtige evenementen met grote tent en/of wegafsluiting

Een melding vergt een substantieel langere behandeltermijn, indien: (klasse A)

  • er een tent met 4 gesloten zijden wordt geplaatst, waarin meer dan 50 personen tegelijkertijd kunnen verblijven;

  • er meerdere tenten met 4 gesloten zijden worden geplaatst, waarin gezamenlijk meer dan 50 personen tegelijkertijd kunnen verblijven;

  • er een weg/straat wordt afgesloten.

Een dergelijke melding dient daarom minimaal 4 weken voorafgaand aan het evenement te zijn ingediend.

+ Tekening tent en locatie

Bovendien dient er een plattegrond (situatieschets) op schaal 1:100 te worden bijgevoegd. Op de plattegrond dient tevens te worden aangegeven voor hoeveel personen de tent bedoeld is, de afmetingen van de tent, breedte en locatie van de ingangen/uitgangen en nooduitgangen, draairichting (90 of 180 graden) van de nooduitgangen, locatie van een eventuele bar of podium, aantal en locatie van brandblussers, de plaats van tafels en stoelen, aantal en locatie vluchtwegaanduidingen, aantal en locatie noodverlichting. Indien in een tent of in een kraam gebakken of gebraden wordt, dient dit op de plattegrond vermeld te worden. De voorschriften voor het bakken en braden in mobiele inrichtingen zijn hier van toepassing.

Bij het plaatsen van grote tenten wordt er advies van de brandweer gevraagd. Bij het afsluiten van een weg/straat wordt er advies van de hulpdiensten gevraagd en, indien noodzakelijk, door de gemeente een verkeersbesluit genomen. Het vrijhouden van de doorgang voor nood- en hulpdiensten vormt hierbij een belangrijk voorschrift. Als de melding korter dan de vereiste 4 weken voor het evenement wordt ingediend, dan kan worden besloten om deze niet in behandeling te nemen, omdat er onvoldoende tijd is voor een correcte beoordeling en afhandeling van de melding. Dit houdt in dat het evenement niet kan plaatsvinden.

3.5 Procedure circussen (klasse B en C evenementen)

Voor de behandeling van vergunningaanvragen voor circussen geldt paragraaf 3.2, Procedure klasse B en C evenementen.

De gemeente Losser hanteert bij de vergunningverlening aan circussen een roulatiesysteem. Op deze wijze krijgen alle circussen de gelegenheid om in Losser op te treden. Ook vindt er afstemming plaats met overige evenementen. Dit betekent dat er geen vergunning wordt verleend voor zover circusvoorstellingen samenvallen met andere grootschalige evenementen. Om te waarborgen dat er voldoende potentiële publieke belangstelling voor de circusvoorstellingen bestaat, vergunt de burgemeester maximaal 2 circussen per jaar per kerkdorp, 1 circus in het voorjaar/zomer en 1 circus in het najaar.

Mocht de burgemeester achteraf constateren dat het gebruik van de vergunning niet tot het gewenste resultaat heeft geleid (bijv. het terrein wordt in slechte staat achtergelaten of men houdt zich niet aan de vergunningvoorschriften), dan zal aan dat circus in het vervolg geen vergunning meer worden verleend.

Circussen kunnen in Losser plaatshebben op het parkeerterrein bij de steenfabriek en in De Lutte op het evenemententerrein bij Erve Boerrigter.

3.6 Procedure onvoorziene belastende evenementen

Het kan gebeuren dat er incidenteel en op korte termijn activiteiten worden georganiseerd die wel belastend zouden kunnen zijn voor de omgeving. In dat geval wordt gesproken van onvoorziene belastende evenementen. Dit houdt in dat hiervoor niet tijdig een aanvraag kon worden ingediend, terwijl de activiteit wel het karakter heeft van een evenement.

Deze procedure staat in beginsel slechts open voor evenementen met een ideële grondslag en/of voor herdenkingen.

Voor onvoorziene belastende evenementen zal per geval bekeken worden of deze vergund worden of niet. Dit is afhankelijk van het evenement en de activiteiten die daarbij worden georganiseerd.

4 Geluid evenementen

4.1 Geluidsnormen en eindtijden

De meeste evenementen vinden plaats in het centrum van de dorpskernen van de gemeente Losser. Omdat het centrum tevens een woonfunctie heeft, is het van belang dat het aspect geluid duidelijk wordt onderkend en een plaats krijgt binnen het evenementenbeleid. De maximale geluidsnormen in samenhang met de finale eindtijden zijn hiervan het meest zichtbare resultaat. Enerzijds weet de directe omgeving dan waarmee zij te maken heeft en aan welke regels een organisator (vergunninghouder) is gebonden. Anderzijds is het voor organisatoren van meet af aan duidelijk wat van hen wordt verlangd, als zij een evenement binnen de gemeente Losser willen organiseren.

4.2 Woongenot versus evenementen

Bij evenementen hoort meestal geluid of muziek. Een aantrekkelijk evenementenaanbod kan daarom botsen met een aanvaardbaar woonklimaat. Kwalitatief goede evenementen worden immers gestimuleerd, omdat evenementen een belangrijke bijdrage leveren aan de aantrekkelijkheid van de gemeente Losser. Dit geldt met name voor de centrale plekken in de dorpskernen, waar de meeste evenementen worden georganiseerd. De gemeente Losser staat op het standpunt, dat wie in het centrum woont een bepaalde mate van geluidsoverlast voor lief moet nemen. Geluid is namelijk al door de eeuwen heen onlosmakelijk verbonden aan het centrum. De meeste activiteiten vinden nu eenmaal plaats in het centrumgebied.

Om de hinder te beperken, zijn maatregelen in de sfeer van frequentie, duur, sluitings- c.q. eindtijden, geluidsnormen en spreiding van evenementen over meerdere pleinen mogelijk. Harde muziek vindt bij voorkeur overdag plaats, eventueel ’s avonds en bij uitzondering ’s nachts. Tevens zijn er eindtijden en geluidsnormen vastgesteld (zie paragraaf 4.4).

4.3 Geluidsbelasting

Op grond van artikel 2:24 van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) kan een evenementenvergunning en op grond van artikel 4:6 APV een ontheffing geluidhinder worden verleend voor buitenevenementen. Bij de besluitvorming omtrent het (al of niet) afgeven van een vergunning voor een evenement moet het belang van plezier voor velen worden afgewogen tegen het belang van direct omwonenden om geluidhinder te voorkomen. Hierbij kan de gemeente uitgaan van een redelijke geluidsnorm. De bijbehorende geluidsnormen staan beschreven in Tabel 1 'Geluidsnormen'.

4.4 Tabel 1 − Geluidsnormen

Voor evenementen in de gemeente Losser gelden de volgende geluidsnormen. De geluidsnormen zijn uitgedrukt in dB(A).

Zie paragraaf 2.7 voor de eindtijden van geluid

Geluidsnorm bij dichtstbijzijnde woning 1

90 dB(A)

Geluidsnorm op drie meter van de geluidsboxen 1

100 dB(A)

Voorbeeld: voor een evenement op het plein in De Lutte geldt dat er in de tent op drie meter van de boxen maximaal 100dB(A) geluid geproduceerd mag worden, waarbij het geluid dat bij de dichtstbijzijnde woning wordt geproduceerd maximaal 90 dB(A) niet mag overschrijden.

Maximum geluidsniveau voor evenementen

De toepasselijke eindtijden van het geluid voor evenementen worden weergegeven in paragraaf 2.7. Op de toepasselijke eindtijd moet de muziek definitief uit zijn. In de evenementenvergunning staat welk geluidsniveau is toegestaan. Voor aanvang van een evenement moet de apparatuur door de organisator (vergunninghouder) worden begrensd op 100 dB(A). Deze begrenzing kan worden gecontroleerd door of namens de gemeente en eventueel worden verzegeld. Verbreking van het zegel is een misdrijf. Na afloop van het evenement wordt vervolgens gecontroleerd of het zegel al dan niet is verbroken.

Verplichte geluidssystemen

Om hinder voor de omgeving te beperken, kan er een verplicht geluidssysteem worden voorgeschreven bij het organiseren van een evenement. Een mogelijkheid is het line-array-systeem. Dit systeem zorgt voor een gerichte afstraling van geluid, zodat het geluid wordt gebundeld op de plek waar je het hebben wilt. Het geluid is te richten, zodat omwonenden minder last ondervinden. De voorwaarde die aan de vergunning kan worden gesteld, is dat de organisator dit systeem moet gebruiken. Een tweede voorwaarde kan zijn dat er een dBA-meter boven de geluidsinstallatie worden geplaatst.

4.5 Handhaving geluidsnormen

De organisator (vergunninghouder) is verantwoordelijk om te voldoen aan de geluids-voorschriften. De gemeente heeft een controlerende taak. Voor aanvang van een evenement moet de apparatuur door de organisator worden begrensd op 100 dB(A). Deze begrenzing kan worden gecontroleerd door of namens de gemeente en eventueel worden verzegeld. Verbreking van het zegel is een misdrijf. Na afloop van het evenement kan vervolgens worden gecontroleerd of het zegel al dan niet is verbroken.

Indien de toegestane geluidsnormen worden overschreden, kan de gemeente contact zoeken met de organisator om het geluidsniveau omlaag te brengen. Bij herhaalde overtreding kan een preventieve last onder dwangsom worden opgelegd voor de resterende dagen van het evenement. Hiervoor moeten dan geluidsmetingen worden verricht. Ook kan de gemeente de politie verzoeken om proces-verbaal op te maken.

5 Handhaving evenementen

5.1 Inleiding

Het doel van deze nota is om duidelijkheid te verschaffen rondom het organiseren van evenementen. Een wezenlijk onderdeel daarvan is om vanuit de gemeente aan te geven op welke wijze de gemeente wenst op te treden, indien er sprake is van een situatie die strijdig is met de vergunningvoorschriften of met overige daarop toepasselijke regelgeving. In een dergelijke situatie kan er handhavend worden opgetreden. Handhaving zal met name plaatsvinden op de volgende beleidsterreinen: geluid, openbare orde, brandveiligheid en verkeersveiligheid.

5.2 Handhaving geluid

De organisator (vergunninghouder) is verantwoordelijk om te voldoen aan de geluids-voorschriften (zie hoofdstuk 4). De gemeente heeft een controlerende taak. Voor aanvang van een evenement moet de apparatuur door de organisator worden begrensd op 100 dB(A). Deze begrenzing kan worden gecontroleerd door of namens de gemeente en eventueel worden verzegeld. Verbreking van het zegel is een misdrijf. Na afloop van het evenement kan vervolgens worden gecontroleerd of het zegel al dan niet is verbroken.

Indien de toegestane geluidsnormen worden overschreden, kan de gemeente contact zoeken met de organisator om het geluidsniveau omlaag te brengen. Bij herhaalde overtreding kan een preventieve last onder dwangsom worden opgelegd voor de resterende dagen van het evenement. Hiervoor moeten dan geluidsmetingen worden verricht. Ook kan de gemeente de politie verzoeken om proces-verbaal op te maken.

5.3 Handhaving openbare orde

Op het gebied van de openbare orde (overlast door gedragingen van burgers) is de politie de aangewezen instantie om controlerend en eventueel handhavend op te treden. Met betrekking tot de sluitings- c.q. eindtijden kan de gemeente handhavend optreden door middel van bestuursdwang of het opleggen van een dwangsom bij het niet-naleven van de voorschriften. Ook kan de gemeente de politie verzoeken om proces-verbaal op te maken.

5.4 Handhaving brandveiligheid

Brandweer Twente kan op verzoek van de gemeente een controle uitvoeren op de vergunningvoorschriften op het gebied van brandveiligheid. De gemeente kan handhavend optreden door middel van bestuursdwang of het opleggen van een dwangsom bij het niet-naleven van de voorschriften. Ook kan de gemeente de politie verzoeken om proces-verbaal op te maken.

5.5 Handhaving verkeersveiligheid

Bij een evenement is de controle van de verkeersveiligheid (verkeer, toegankelijkheid, wegafzettingen, parkeerexcessen) in handen van de politie. Als in strijd met de in de vergunning gestelde voorschriften wordt gehandeld, dan kan de politie optreden op basis van de Wegenverkeerswet 1994 en aanverwante wetgeving. Als uiterste mogelijkheid kan de politie het evenement beëindigen, indien de verkeersveiligheid, de doorstroming van het verkeer of de bereikbaarheid en toegankelijkheid voor hulpdiensten niet langer gegarandeerd kunnen worden. Voor het houden van toezicht op een ordelijk verloop van het verkeer tijdens evenementen kan de inzet van verkeersregelaars in de vergunningvoorschriften worden opgenomen (zie paragraaf 7.6).

5.6 Sancties

Op controle kan eventueel handhaving volgen. In alle gevallen kunnen zowel bestuursrechtelijke als strafrechtelijke sancties worden opgelegd:

  • bestuursrechtelijke sancties (o.g.v. artikel 125 Gemeentewet): sommige (lichte) overtredingen kunnen wellicht meteen worden opgelost. Waar dat niet mogelijk of wenselijk is, kan er bestuursrechtelijk worden ingegrepen door gehele of gedeeltelijke intrekking van de vergunning of ontheffing of door gehele of gedeeltelijke beëindiging van het evenement. Tot het toepassen van bestuursrechtelijke sancties is de burgemeester of het college van burgemeester en wethouders bevoegd, afhankelijk van wie er mag besluiten op de aanvraag om vergunning.

  • strafrechtelijke sancties (o.a. op grond van verkeerswetgeving, milieuwetgeving, APV gemeente Losser): de politie kan zelfstandig of na advies van bijvoorbeeld de brandweer, proces-verbaal opmaken en eventueel strafrechtelijke sancties opleggen.

Bij de constatering van overtredingen begaan door de organisator van het evenement (vergunninghouder) kan dit gevolgen hebben voor de vergunningverlening van hetzelfde of een vergelijkbaar evenement in de toekomst.

5.7 Aansprakelijkheidsverzekering

In evenementenvergunningen worden voorschriften en beperkingen opgenomen om de kans op overlast of gevaar zoveel mogelijk te beperken. Het is aan de organisator (vergunninghouder) zelf om zich te verzekeren tegen aansprakelijkheid.

6 Afstemmingsoverleg evenementen

6.1 Overleg met de gemeente

Indien dit noodzakelijk wordt geacht door de gemeente vindt er (structureel) afstem-mingsoverleg plaats met de organisator van het evenement. Dit ter fijnafstemming en om te voorkomen dat de communicatie over een evenement in formaliteiten verzandt. Tijdens dit overleg worden o.a. de geschiktheid van de evenementenlocatie, de begin- en eindtijden van het evenement, het geluidsniveau en de aandacht alcohol handhaving 18− besproken. Indien toepasselijk schuiven ook de politie en de brandweer aan bij dit overleg.

Van de voorgeschreven begin- en eindtijden kan gemotiveerd worden afgeweken door de burgemeester. Met betrekking tot de evenementenlocaties kan de burgemeester gemotiveerd besluiten een evenementenlocatie af te wijzen.

De evaluatie van de verschillende evenementen wordt gebruikt als input voor het nieuwe jaar, zodat de vergunningvoorschriften zonodig kunnen worden aangepast.

6.2 Informeren van omwonenden

De organisator (vergunninghouder) is verantwoordelijk met betrekking tot het vóóraf informeren van de direct omwonenden over het evenement. Vroegtijdige en volledige informatie draagt namelijk bij aan het creëren van draagvlak voor het evenement.

7 Openbare orde en veiligheid evenementen

7.1 Inleiding

Het mag duidelijk zijn dat veiligheid boven alles gaat. Met name als er sprake is van grote bezoekersaantallen, zoals bij evenementen vaak het geval is. In dit hoofdstuk wordt toegelicht op welke wijze er door de aangewezen instanties invulling wordt gegeven aan het op een veilige manier doen verlopen van een evenement.

7.2 Politie

Op het gebied van de openbare orde (overlast door gedragingen van burgers) is de politie de aangewezen instantie om controlerend en eventueel handhavend op te treden. Met betrekking tot de sluitings- c.q. eindtijden kan de gemeente handhavend optreden door middel van bestuursdwang of het opleggen van een dwangsom bij het niet-naleven van de voorschriften. Ook kan de gemeente de politie verzoeken om proces-verbaal op te maken.

7.3 Brandweer

De brandweer kan nadere eisen stellen op het gebied van de brandveiligheid. In de praktijk van de vergunningverlening wordt hieraan invulling gegeven door de afdeling Vergunningverlening en Handhaving (VH) van de gemeente Losser. Indien één van de onderstaande onderdelen of situaties van toepassing is op het evenement, worden er nadere richtlijnen verwerkt in de vergunning(voorschriften):

  • Gasflessen;

  • Barbecues;

  • Ballonnen;

  • Bakken en braden;

  • Tent of tenten, waarin gezamenlijk meer dan 50 personen tegelijkertijd kunnen verblijven;

  • Kramen;

  • Plaatsing van objecten op de openbare weg c.q. in de openbare ruimte;

  • Gebruik van brandbare materialen;

    (deze opsomming is niet limitatief)

De brandweer kan voorafgaand en tijdens het evenement controles uitvoeren aan de hand van deze nadere richtlijnen.

Bereikbaarheid en toegankelijkheid hulpdiensten

De brandweer heeft van de hulpdiensten de grootste voertuigen en stelt daarom nadruk-kelijk eisen met betrekking tot de bereikbaarheid en toegankelijkheid bij calamiteiten, de zogenoemde calamiteitenroute. Als het terrein waarop het evenement plaatsvindt in slechte staat is, dan kan de brandweer door middel van de vergunningvoorschriften eisen dat er rijplaten worden neergelegd. Brandweer Twente, Basisteam Politie Noordoost-Twente en de Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR) keuren integraal en gezamenlijk de calamiteitenroute goed. De calamiteitenroute moet ten behoeve van de voertuigen van de hulpdiensten uitdrukkelijk worden vrijgehouden.

Brandweer Twente stelt de volgende eisen aan het evenemententerrein:

  • Doorrijbreedte voor brandweervoertuigen minimaal 4 meter;

  • Minimale doorrijhoogte 4,20 meter;

  • Brandkranen moeten rondom worden vrijgehouden (minimaal 1,80 meter);

  • Brandkranen(bordjes) moeten zichtbaar blijven;

  • Aansluitingen voor droge blusleidingen moeten rondom worden vrijgehouden (minimaal 1,80 meter);

  • Toegangen tot belendende percelen mogen niet worden geblokkeerd;

  • Gewone uitgangen en nooduitgangen van o.a. bioscopen, ziekenhuizen, cafés en dergelijke moeten worden vrijgehouden (minimaal 2 meter);

Bij de inrichting van het evenemententerrein moet de organisator (vergunninghouder) een plek vrijhouden waar ambulances kunnen komen te staan. Voor aanvullende informatie kan contact worden opgenomen met Brandweer Twente.

Vluchtwegen

Bij de inrichting van het evenemententerrein moet de organisator (vergunninghouder) er voor zorgen dat het publiek in het geval van een incident het terrein (zo) snel en veilig (mogelijk) kan verlaten. Daarvoor moeten er voldoende en duidelijk gemarkeerde vluchtwegen zijn. Het aanwezige personeel en de vrijwilligers moeten bovendien duidelijke instructies krijgen over de vluchtroutes. De brandweer adviseert over de noodzakelijke vluchtwegen.

Calamiteitenplan

De organisator (vergunninghouder) is eerst verantwoordelijk voor de veiligheid op het evenemententerrein. De organisator moet zelf zorgdragen voor de bestrijding van kleine incidenten. Indien de gemeente verwacht dat de risico’s groter zijn, waardoor er (extra) inzet van de hulpdiensten nodig is, dan kan de gemeente van de organisator een calamiteitenplan eisen. In een calamiteitenplan, dat is gebaseerd op de risicoanalyse van de politie, de brandweer, de GHOR en/of de organisator, staat hoe de diverse voorzienbare incidenten kunnen worden bestreden. Bij het opstellen van het plan kunnen de hulpdiensten adviseren. Binnen het plan is in elk geval aandacht voor:

  • Identificatie van de risico’s en de invloed van incidenten op de publieksstromen (bijv. vechtpartijen, paniek in de menigte, overcrowding van de evenementenlocatie, aan- en afvoerproblemen, overmatig alcohol- of drugsgebruik, massale ordever-storingen, onwel worden in de massa, vuurwerk, etc.);

  • Maatregelen en acties om deze risico’s te beperken of uit te sluiten, zoals juiste programmering, voorlichting, mobiliteitsplan, alcohol- of drugsregime, voorzieningen voor geneeskundige hulpverlening, daarbij rekening houdend met de mensenmassa's;

  • Stappenplan crowdmanagement: het leiden van de bezoekers in een bepaalde richting zonder afsluitingen en/of dwangmiddelen;

  • Stappenplan crowdcontrol: het leiden van de bezoekers in een bepaalde richting met afsluitingen, dwangmiddelen, gedeeltelijke ontruimingen en/of de beëindiging van het evenement;

  • Evacuatieplan;

  • Afspraken tussen organisator en hulpdiensten

Op het evenemententerrein en de relevante aansluitende gebieden moeten calamiteiten-routes worden aangebracht. Deze routes moeten bekend zijn bij de (vrijwillige) medewerkers op het evenemententerrein en bij de aanwezige (vrijwillige) medewerkers daarbuiten. Het calamiteitenplan voorziet in maatregelen die de organisator (vergunninghouder) zelf moet nemen bij het voorkomen en afhandelen van kleinere incidenten. Bij grotere incidenten, waarbij de inzet van de hulpdiensten noodzakelijk is, treden de daarvoor bestemde plannen en procedures in werking en krijgt één van de hulpdiensten de leiding over het afhandelen van het incident. In het uiterste geval kan het gemeentelijke rampenplan worden opgestart, waarbij de burgemeester het opperbevel voert.

7.4 Particuliere beveiliging

Op 1 april 1999 is de Wet Particuliere Beveiligingsorganisaties en Recherchebureaus in werking getreden. Deze wet, waarvan de handhavende bevoegdheid bij de politie ligt, geeft aan welke rechten en verplichtingen iemand heeft die op wil treden als beveiliger. In dit verband gaat het om de beveiliging van evenementen. Deze beveiliging werd jaren naar tevredenheid door vrijwilligers uitgevoerd. Door de invoering van de wet is dit nu niet meer mogelijk, maar dient voor de beveiliging een gecertificeerd bedrijf te worden ingehuurd. Afhankelijk van de aard van het evenement wordt de inzet van particuliere beveiliging als voorschrift in de vergunning opgenomen.

7.5 Geneeskundige hulpverlening

Alle panden en terreinen moeten voor de geneeskundige hulpverlening, net zoals voor de brandweer, vlot bereikbaar zijn. Indien een evenement van dien aard is dat de aanwezigheid van EHBO-ers door de gemeente noodzakelijk wordt geacht, (bijv. evenementen van sportieve aard en klasse B en C evenementen met veel bezoekers), dan dient de organisator (vergunninghouder) daarvoor zelfstandig zorg te dragen. De Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR) houdt zich bezig met de advisering over zaken op het gebied van de volksgezondheid. Bij grootschalige evenementen valt o.a. te denken aan de advisering over sanitaire voorzieningen, drinkwatervoorzieningen, inventarisering van infectierisico’s en het geven van gezondheidsvoorlichting.

7.6 Verkeersregelaars

Met betrekking tot de inzet van vrijwilligers bij het houden van toezicht op een ordelijk verloop van het verkeer gedurende evenementen is de 'Regeling verkeersregelaars' van toepassing (regionale werkwijze verkeersregelaars, zie bijlage 4). De politie is belast met het toezicht op de uitvoering van de 'Regeling verkeersregelaars'. De gemeente en de politie bepalen samen of het noodzakelijk is, dat er bij een evenement verkeersregelaars worden ingezet. De aanstelling van verkeersregelaars is een bevoegdheid van de burgemeester.

De inzet van verkeersregelaars kan door de gemeente noodzakelijk worden geacht bij onoverzichtelijke verkeerssituaties en/of bij wegafzettingen. In dergelijke gevallen wordt als extra voorschrift in de vergunning opgenomen, dat op elk 'gevaarlijk' punt tenminste twee personen − voorzien van de voorgeschreven uitrusting voor verkeersregelaars − worden ingezet om toezicht te houden op de verkeersveiligheid. Echter, ook als een dergelijk voorschrift niet in de vergunning is opgenomen, dan blijft de organisator (vergunninghouder) van het evenement ervoor verantwoordelijk om voldoende toezicht te houden op de verkeersveiligheid van het publiek en de deelnemers.

Aangezien het gaat om verkeersregelaars met een beperkte bevoegdheid mogen deze vrijwilligers hun taken slechts uitoefenen onder direct toezicht van de politie. In verband met de noodzakelijke afstemming hierover dient de organisator (vergunninghouder) van een evenement dat ‘eigen’ verkeersregelaars inzet op eigen initiatief en tijdig contact op te nemen met de politie.

Tenslotte moeten organisatoren (vergunninghouders) die verkeersregelaars inzetten op grond van de 'Regeling verkeersregelaars' deze verkeersregelaars verplicht verzekeren. Deze verkeersregelaars moeten bij de uitoefening van hun taak zijn uitgerust met een oranje retroreflecterende jas of hes, waarop het woord 'verkeersregelaar' aan beide zijden duidelijk leesbaar in witte retroreflecterende letters is aangebracht. Het beschikbaar stellen van de voorgeschreven uitrusting voor verkeersregelaars verloopt via de politie.

7.7 Afsluiting wegen en verkeersmaatregelen

Met name bij klasse B en C evenementen, waar de toeloop van bezoekers groot is, moeten er maatregelen worden genomen om het verkeer in goede banen te leiden, om zodoende de veiligheid voor alle weggebruikers te kunnen garanderen. Als de organisator dit niet als zodanig in de vergunningaanvraag heeft vermeld, dan treedt de gemeente in overleg met de organisator en kunnen er expliciete verkeersmaatregelen in de evenementenvergunning worden opgenomen. Daarvoor wordt door de gemeente een apart verkeersbesluit genomen.

Indien er sprake is van wegafsluitingen of verkeersmaatregelen bij evenementen, dan wordt dit door de gemeente vóóraf bekend gemaakt in het plaatselijke huis-aan-huis blad. Daarnaast kan er in de vergunning worden opgenomen dat de organisator (vergunning-houder) van het evenement bij wegafsluitingen of verkeersmaatregelen de omwonenden hiervan van tevoren op de hoogte moet brengen.

De gemeente verzorgt de plaatsing van de omleidingsroutes op de toegangswegen. De organisator (vergunninghouder) plaatst echter zelf de dranghekken, afsluitingen en wegafzettingen. Dit overeenkomstig de afspraken die hierover vóóraf met de gemeente zijn gemaakt. De kosten van de wegafzettingen en van de overige verkeersmaatregelen komen voor rekening van de organisator.

Voor het houden van toezicht op een ordelijk verloop van het verkeer tijdens evenementen kan de inzet van verkeersregelaars in de vergunningvoorschriften worden opgenomen (zie paragraaf 7.6).

7.8 Busroutes

Indien wegen / straten worden afgesloten, dan informeert de gemeente de streekvervoerder hierover proactief en tijdig. Het streekvervoer kan op deze manier een alternatieve route bepalen. Eventuele kosten daarvan komen voor rekening van de organisator (vergunninghouder).

8 Faciliteiten en randvoorzieningen evenementen

8.1 Alcoholische dranken

Indien buiten de reguliere horecagelegenheden om (bijv. tent, sporthal, plein, etc.) bij een evenement alcoholhoudende drank wordt verstrekt op een manier die op bedrijfsmatige wijze en/of tegen betaling plaatsvindt, dan moet daarvoor een ontheffing worden aangevraagd bij de burgemeester (artikel 35, zie bijlage 3).

Het kan hierbij slechts gaan om een in de beschikking aangewezen bijzondere gelegenheid van zeer tijdelijke aard voor een aaneengesloten periode van ten hoogste twaalf dagen. Aan de persoon onder wiens onmiddellijke leiding de drankverstrekking plaatsvindt, worden diverse eisen gesteld. Deze persoon moet onder meer ten minste 21 jaar oud zijn, niet in enig opzicht van slecht levensgedrag zijn en een bewijs overleggen dat hij/zij beschikt over voldoende kennis en inzicht met betrekking tot sociale hygiëne.

In de Drank- en Horecawet staat vermeld (artikel 20) aan welke leeftijdsgrenzen de bedrijfsmatige drankverstrekker zich moet houden. Alcoholhoudende drank mag daarbij slechts aan personen van 18 jaar en ouder worden verstrekt (ingaande per 1-1-2014).

Indien drank wordt verstrekt buiten de reguliere horecagelegenheden om, zoals bij evenementen vaak het geval is, dan mag er geen sterke drank worden verstrekt. De drankverstrekker heeft bij het hanteren van de leeftijdsgrenzen bovendien de verantwoordelijkheid om geen drank te verstrekken aan personen die de drank (aanwijsbaar) doorgeven aan personen die de vereiste leeftijd van 18 jaar en ouder nog niet hebben bereikt.

Speciale aandacht zal er zijn voor hoe de organisator zorg draagt voor het voorkomen van het verkrijgen van alcohol door jongeren 18−. De gemeente zal zonodig handhaven, mocht blijken dat de organisator daartoe onvoldoende maatregelen treft.

Bij klasse B en C evenementen wordt er tevens als voorschrift in de vergunning opgenomen dat bij evenementen op de openbare weg c.q. in de openbare ruimte alle drank in kunststof drinkgerei moet worden verstrekt.

8.2 Terrassen

Terrassen die worden ingericht ten behoeve van evenementen dienen in de evenemen-tenaanvraag te worden meegenomen. Dit geldt expliciet tevens voor reguliere terrassen binnen het evenemententerrein. Volgens artikel 2:28a APV is het namelijk op voorhand verboden om een terras bij een horecabedrijf te exploiteren, indien er een "groot evenement" (zie artikel 2:24, lid 5, sub d) wordt gehouden.

8.3 Tappunten

Voor het exploiteren van een tappunt dient er een ontheffing van artikel 35 Drank- en Horecawet door de ondernemer te worden aangevraagd bij de burgemeester. De gemeente Losser hanteert bovendien het uitgangspunt dat bij een "groot evenement" (zie artikel 2:24, lid 5, sub d) alle verschillende activiteiten via één vergunningaanvraag door de ‘vaste organisator’ bij de gemeente worden ingediend.

8.4 Vuurwerk

Voorschriften met betrekking tot het afsteken van vuurwerk staan onder meer in het 'Vuurwerkbesluit'. Bij het geven van toestemming voor het afsteken van vuurwerk is de gemeente slechts zijdelings betrokken. Buiten het eindejaarsvuurwerk mogen namelijk alleen vuurwerkbedrijven met toestemming van Gedeputeerde Staten van de provincie Overijssel vuurwerk afsteken. De vergunningaanvraag moet daarom nadrukkelijk door het vuurwerkbedrijf zelf worden ingediend, niet door de organisator van het evenement. De wijze van aanvragen is aan diverse eisen gebonden. De provincie verzoekt de burgemeester van de gemeente, waar het vuurwerk zal worden afgestoken, vervolgens om een verklaring van geen bezwaar, in verband met de veiligheid. Bij deze afweging vervult de brandweer ook een rol. Voor meer informatie hierover kan contact worden opgenomen met de provinciale vuurwerkcoördinator.

8.5 Toiletgelegenheden

De organisator (vergunninghouder) moet zelf zorgen voor voldoende toiletunits voor dames en voor heren. Tevens moet er een invalidentoilet aanwezig zijn. De toiletten moeten tijdens het evenement hygiënisch schoon worden gehouden. Eventuele plaatsing van toiletten moet binnen de aanvraag voor de evenementvergunning worden meegenomen. De Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR) kan worden benaderd om te adviseren over sanitaire voorzieningen.

8.6 Parkeren

Losser heeft een zodanige schaal dat, indien het Raadhuisplein is afgesloten voor het verkeer, in de omgeving voldoende parkeergelegenheid op loopafstand beschikbaar is. Omwonenden mogen gedurende het evenement echter geen overlast ondervinden van geparkeerde auto’s van bezoekers. Voor de hulpverleningsdiensten moet bovendien de doorgang altijd gegarandeerd kunnen worden.

8.7 Afval en schoonmaak

De organisator (vergunninghouder) van het evenement is zelf verantwoordelijk voor het schoon achterlaten van het terrein waarop het evenement wordt gehouden. Hiervoor geldt het principe ‘de vervuiler betaalt’. Dit betekent dat de organisator zelf actie moet ondernemen om het afval kwijt te raken en het terrein schoon achter te laten. Laat de organisator dit na, dan wordt dit werk door de gemeente gedaan, weliswaar op kosten van de organisator. De organisator van het evenement is verantwoordelijk voor het plaatsen en verspreiden van noodzakelijke afvalcontainers ten behoeve van de afval-inzameling. De organisator dient hiervoor zelf containers te regelen en de transport- en verwerkingskosten te betalen.

8.8 Dranghekken

Bij evenementen met veel bezoekers, waarbij het noodzakelijk is om langs de straat of de weg de verschillende soorten weggebruikers van elkaar te scheiden, moeten dranghekken worden ingezet. De organisator (vergunninghouder) moet zelf zorgen voor voldoende dranghekken. Deze dranghekken komen voor rekening van de organisator.

8.9 Stroom- en wateraansluitingen

De gemeente beschikt over een aantal elektra- en watervoorzieningen. Hiervoor worden kosten in rekening gebracht bij de organisator (vergunninghouder) van het evenement. Vooraf dient hierover overleg plaats te vinden met de afdeling Openbare Werken van de gemeente Losser. Dit in verband met de maximale belasting van de elektra- en watervoorziening.

8.10 Evenementen-promotie en aankondigingen

In zijn algemeenheid wordt er ten aanzien van spandoeken, reclameborden en sandwichborden de hoofdregel gehanteerd dat er per periode (ongeveer één week tot 10 dagen) tegelijkertijd vergunningen worden verleend aan hooguit één aanvrager van spandoeken, één aanvrager van reclameborden en één aanvrager van sandwichborden. Verzoeken tot plaatsing van spandoeken, reclameborden en sandwichborden moeten binnen de aanvraag voor de evenementvergunning worden meegenomen of anders separaat worden ingediend. In bepaalde gevallen wordt hierop een uitzondering toegestaan, bijvoorbeeld in het geval van sandwichborden voor circussen. In het geval van de vaststelling van nieuwe (beleids)regels op dit gebied zijn deze nieuwe regels van toepassing en verliezen de huidige voorschriften hun werking. Voor de inzet van geluidswagens, zie paragraaf 8.12.

8.11 Tijdelijke bouwwerken (o.a. tenten)

Indien een organisator tijdelijke objecten in de openbare ruimte wil plaatsen, dan moet daar in de vergunningaanvraag nadrukkelijk melding van worden gemaakt. De afmetingen van het object, het gebruikte materiaal, de plaatsing op de desbetreffende locatie, de inrichting (bijv. indien het een tent betreft) en de tijdsduur dat het object er staat, moeten nadrukkelijk zijn aangeduid. Alleen op grond van dergelijke specifieke gegevens kunnen vergunningaanvragen tijdig in behandeling worden genomen en beoordeeld.

+ Tekening tent

Indien er sprake is van het plaatsen van een tent of tenten, met 4 gesloten zijden, waarin gezamenlijk meer dan 50 personen tegelijkertijd kunnen verblijven, dient er een plattegrond op schaal 1:100 te worden bijgevoegd. Op de plattegrond dient tevens te worden aangegeven voor hoeveel personen de tent bedoeld is, de afmetingen van de tent, breedte en locatie van de ingangen/uitgangen en nooduitgangen, draairichting (90 of 180 graden) van de nooduitgangen, locatie van een eventuele bar of podium, aantal en locatie van brandblussers, de plaats van tafels en stoelen, aantal en locatie vluchtwegaanduidingen, aantal en locatie noodverlichting. Indien in een tent of in een kraam gebakken of gebraden wordt, dient dit op de plattegrond vermeld te worden. De voorschriften voor het bakken en braden in mobiele inrichtingen zijn hier van toepassing.

8.12 Geluidswagens

Eventuele geluidswagens moeten binnen de aanvraag voor de evenementvergunning worden meegenomen. Binnen de vergunning kunnen nadere voorschriften worden gesteld, die onder meer betrekking kunnen hebben op het moment van de dag waarop het plaatsvindt, de tijdsduur en/of het geluidsniveau. Geluidswagens mogen niet op zondagen en daarmee gelijkgestelde (feest)dagen vóór 13.00 uur (Zondagswet) worden ingezet.

8.13 Loterijvergunningen e.d. (Wet op de kansspelen)

Tijdens evenementen vinden er regelmatig loterijen plaats, bijvoorbeeld in de vorm van verlotingen of een rad van avontuur. Vergunningen voor loterijen moeten door middel van een apart daarvoor bestemd aanvraagformulier worden aangevraagd. Op grond van de Wet op de kansspelen heeft het college de bevoegdheid om een loterijvergunning te verlenen. De waarde van het prijzenpakket mag een bepaalde wettelijk vastgestelde waarde niet te boven gaan. Aan de vergunning worden daarom een aantal voorschriften verbonden.

9 Evenementenlocaties

Klasse B evenementen in Losser vinden plaats in het centrum van Losser op het Raadhuisplein en/of op het Martinusplein. Het Euregiofeest vindt plaats op de Hoofdstraat/ plein voor ‘t Trefhuus in Overdinkel. De Hellehondsdagen vinden plaats in het centrum van de Lutte. Het Poas Bloas Festival vindt plaats op het evenemententerrein in De Lutte.

Het parkeerterrein bij de steenfabriek in Losser en het evenemententerrein bij Erve Boerrigter in De Lutte zijn als locatie geschikt voor het houden van een circus.

Met betrekking tot de evenementenlocaties kan de burgemeester gemotiveerd besluiten een evenementenlocatie af te wijzen.

Overige locaties voor buiten-evenementen:

Evenemententerrein in De Lutte (Erve Boerrigter)

Raadhuisplein in Losser

Martinusplein in Losser

Evenemententerrein aan de Vlasakker

Prins Hendrikstraat in Overdinkel

Muziekkoepel in Overdinkel

Sportveld in Beuningen

Parkeerterrein steenfabriek in Losser

Terrein steenfabriek in Losser

Raadhuisplein (Losser)

Evenementen kunnen op weekmarktdagen (donderdag) overigens niet plaatsvinden op het Raadhuisplein. Slechts voor Carnaval, Bruegheliaans Festijn en Kermis worden er uitzonderingen gemaakt en wordt de weekmarkt verplaatst naar het Martinusplein.

10 Evenementenkalenders

10.1 Regionale evenementenkalender

Alle verleende evenementenvergunningen worden gepubliceerd op de gemeentelijke infopagina van het huis-aan-huis blad. Regionaal wordt er een regionale evenementen-kalender bijgehouden, waarmee voorkomen kan worden dat er meerdere grote evenementen gelijktijdig plaatsvinden.

Voor het vullen van de regionale evenementenkalender is het noodzakelijk dat er bij de gemeente bekend is welke klasse B en C evenementen er in het aankomende jaar plaats zullen vinden. Om dit te inventariseren moeten organisatoren van jaarlijks terugkerende evenementen in augustus / september hun evenement reeds bij de gemeente aanmelden voor het eerstvolgende kalenderjaar. Op grond van deze gegevens bepaalt de gemeente de risico-categorie.

Naast het vóóraf aanleveren van gegevens − ter vaststelling van de regionale evenemen-tenkalenderdient er altijd een evenementenvergunning te worden aangevraagd bij het bevoegd gezag, dat wil zeggen, bij de burgemeester van de gemeente waar het evenement plaats gaat vinden.

Tenslotte plaatst de gemeente Losser de verleende evenementenvergunningen op de regionale evenementenkalender.

10.2 Lokale evenementenkalender

De VVV is door de gemeente aangewezen om de lokale evenementenkalender te publiceren. De VVV publiceert de lokale evenementen o.a. op uitingen zoals de Uit-Agenda gemeente Losser, Uit-Agenda Twente, website VVV en VVV-maandposter. De VVV verzorgt, tegen betaling, tevens de aankondigingsstroken waarop de evenementen worden aangekondigd via de gemeentelijke welkomstportalen. Aanmelding van evenementen voor de lokale evenementenkalender vindt plaats via de email (website) van de VVV.

11 Bijlagen evenementenbeleid

Bijlage 1 − Artikelen Algemene Plaatselijke Verordening (APV) gemeente Losser

inzake Evenementen

Bijlage 2 − Artikelen Zondagswet

Bijlage 3 − Artikelen Drank- en Horecawet

Bijlage 4 − Regionale werkwijze verkeersregelaars

Bijlage 5 – Bevoegdheidsverdeling

Ondertekening

Losser, 5 december 2017,

de secretaris, de burgemeester,

drs. J. van Dam drs. J.P. Gebben

de burgemeester,

drs. J.P. Gebben

BIJLAGE 1 − ARTIKELEN ALGEMENE PLAATSELIJKE VERORDENING (APV) GEMEENTE LOSSER inzake EVENEMENTEN

Artikel 2:10 Het plaatsen van voorwerpen op of aan de weg in strijd met de publieke functie ervan.

  • 1.

    Het is verboden zonder voorafgaande vergunning van het college de weg of een weggedeelte anders te gebruiken dan overeenkomstig de publieke functie daarvan.

  • 2.

    Een vergunning als in het eerste lid kan worden geweigerd:

    • a.

      het beoogde gebruik schade toebrengt aan de weg, gevaar oplevert voor de bruikbaarheid van de weg of voor het doelmatig en veilig gebruik daarvan, dan wel een belemmering kan vormen voor het doelmatig beheer en onderhoud van de weg;

    • b.

      het beoogde gebruik hetzij op zichzelf, hetzij in verband met de omgeving niet voldoet aan redelijke eisen van welstand;

    • c.

      in het belang van de voorkoming of beperking van overlast voor gebruikers van de in de nabijheid gelegen onroerende zaak.

  • 3.

    Het verbod in het eerste lid geldt niet voor:

    • a.

      evenementen als bedoeld in artikel 2:24;

    • b.

      terrassen als bedoeld in artikel 2:28a;

    • c.

      standplaatsen als bedoeld in artikel 5:17.

  • 4.

    Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het in het eerste lid bedoelde gebruik, voor zover dit een activiteit betreft als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder j. of onder k. van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

  • 5.

    Het verbod in het eerste lid van dit artikel geldt niet voorzover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door de Wet beheer rijkswaterstaatwerken, artikel 5 van de Wegenverkeerswet, of het Provinciaal wegenreglement.

  • 6.

    Het college kan categorieën van voorwerpen aanwijzen, waarvoor het verbod in het eerste lid niet geldt.

Artikel 2:24 Evenement

  • 1.

    Het is verboden zonder vergunning van de burgemeester een evenement te organiseren.

  • 2.

    In deze afdeling wordt onder evenement verstaan elke voor publiek toegankelijke verrichting op het gebied van kunst, ontwikkeling, ontspanning, sport of vermaak evenals herdenkingsplechtigheden, tentoonstellingen, optochten, kermissen, circussen, filmopnamen en feesten met uitzondering van:

    • a.

      bioscoopvoorstellingen als bedoeld in de Wet op de filmvertoningen;

    • b.

      markten als bedoeld in artikel 151 van de Gemeentewet;

    • c.

      kansspelen als bedoeld in de Wet op de kansspelen;

    • d.

      het in een inrichting in de zin van de Drank- en Horecawet gelegenheid geven tot dansen;

    • e.

      betogingen en activiteiten als bedoeld in artikel 2:9 van deze verordening.

  • 3.

    In afwijking van het in het eerste lid bepaalde is geen vergunning vereist voor de in lid 5 aangegeven evenementen onder voorwaarde dat het voornemen tot het organiseren van dergelijke evenementen ten minste 2 weken voor de aanvang van het evenement bij de burgemeester schriftelijk is gemeld.

  • 4.

    De vergunning kan worden geweigerd in het belang van:

    • a.

      de openbare orde;

    • b.

      het voorkomen of beperken van overlast;

    • c.

      de verkeersveiligheid of de veiligheid van personen of goederen;

    • d.

      de zedelijkheid of gezondheid.

  • 5.

    De volgende evenementen zijn meldingsplichtig:

    • a.

      wedstrijden van sportverenigingen die niet als regulier zijn aan te merken;

    • b.

      indoor activiteiten (bazaar, kledingbeurs, verzamelbeurs, enz.), onder voorwaarde dat bij de melding een inrichtingstekening van het in gebruik te nemen pand wordt ingediend;

    • c.

      rondgangen, serenades en dergelijke door muziekverenigingen;

    • d.

      optochten voorzover deze niet zijn aan te merken als “groot evenement” (onder groot evenement wordt verstaan Carnaval, Bruegheliaans Festijn, Hellehondsdagen en Euregiofeest);

    • e.

      verenigingsfeesten, buurtfeesten en rommelmarkten, onder voorwaarde dat in de melding wordt aangegeven of er gebruik wordt gemaakt van een tent, met daarbij vermeld het aantal personen, en een inrichtingstekening wordt ingediend van het in gebruik te nemen terrein;

    • f.

      toernooien;

    • g.

      wandel- en fietsactiviteiten;

    • h.

      kaartleesritten/oriënteringsritten;

    • i.

      activiteiten die naar hun aard het klimaat verbeteren binnen een winkelgebied (springkussens, kleine draaimolens en dergelijke);

  • 6.

    De burgemeester stelt nadere regels inhoudende voorschriften die met de activiteit als bedoeld in het vijfde lid in acht dienen te worden genomen.

  • 7.

    Degene die de kennisgeving inlevert, ontvangt daarvan een bewijs, waarin het tijdstip van inlevering is vermeld.

  • 8.

    De burgemeester kan gelet op de in lid 4 genoemde belangen het gemelde evenement verbieden dan wel nadere voorschriften of beperkingen stellen.

Artikel 2:26 Ordeverstoring

Het is verboden bij een evenement de orde te verstoren.

Artikel 2:28a Terrassen

  • 1.

    Het is verboden een terras bij een horecabedrijf te exploiteren, indien:

    • a.

      het terras gevaar of hinder voor de omgeving oplevert;

    • b.

      het terras schade toebrengt aan de weg;

    • c.

      het terras gevaar oplevert voor de bruikbaarheid van de weg of voor het doelmatig en veilig gebruik daarvan, dan wel een belemmering kan vormen voor het doelmatig beheer en onderhoud van de weg;

    • d.

      het terras hetzij op zichzelf, hetzij in verband met de omgeving niet voldoet aan redelijke eisen van welstand;

    • e.

      er een groot evenement (zie artikel 2:24, lid 5, sub d) wordt gehouden.

  • 2.

    De burgemeester kan in het belang van de openbare orde, de verkeersveiligheid, het uiterlijk aanzien van de gemeente of de woon- en leefomgeving nadere regels stellen.

  • 3.

    Het verbod in het eerste lid van dit artikel geldt niet voorzover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door de Wet beheer rijkswaterstaatwerken, artikel 5 van de Wegenverkeerswet, of het Provinciaal wegenreglement.

Artikel 4:6 Overige geluidhinder

  • 1.

    Het is verboden buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer of het Besluit op een zodanige wijze toestellen of geluidsapparaten in werking te hebben of handelingen te verrichten op een zodanige wijze dat voor een omwonende of voor de omgeving geluidhinder wordt veroorzaakt.

  • 2.

    Het college kan van het verbod ontheffing verlenen.

  • 3.

    Het verbod geldt niet voorzover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door de Wet geluidhinder, de Zondagswet, de Wet openbare manifestaties, het Vuurwerkbesluit of de Provinciale milieuverordening.

Artikel 5:17 Begripsbepaling

  • 1.

    In deze afdeling wordt verstaan onder standplaats: het vanaf een vaste plaats op een openbare en in de openlucht gelegen plaats te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen dan wel diensten aan te bieden, gebruikmakend van fysieke middelen, zoals een kraam, een wagen of een tafel.

  • 2.

    Onder standplaats wordt niet verstaan:

    • a.

      een vaste plaats op een jaarmarkt of markt als bedoeld in artikel 160, eerste lid, aanhef en onder h, van de Gemeentewet;

    • b.

      een vaste plaats op een evenement als bedoeld in artikel 2:24.

Artikel 5:18 Standplaatsvergunning en weigeringsgronden

  • 1.

    Het is verboden zonder vergunning van het college een standplaats in te nemen of te hebben.

  • 2.

    Het college weigert de vergunning wegens strijd met een geldend bestemmingsplan.

  • 3.

    Onverminderd het bepaalde in artikel 1:8 kan de vergunning worden geweigerd:

    • a.

      indien de standplaats hetzij op zichzelf hetzij in verband met de omgeving niet voldoet aan eisen van redelijke welstand;

    • b.

      indien als gevolg van bijzondere omstandigheden in de gemeente of in een deel van de gemeente redelijkerwijs te verwachten is dat door het verlenen van de vergunning voor een standplaats voor het verkopen van goederen een redelijk verzorgingsniveau voor de consument ter plaatse in gevaar komt.

BIJLAGE 2 − ARTIKELEN ZONDAGSWET

Artikel 4

  • 1.

    Het is verboden op Zondag voor 13 uur openbare vermakelijkheden te houden, daartoe gelegenheid te geven of daaraan deel te nemen.

  • 2.

    De gemeenteraad kan bij plaatselijke verordening voor de tijd na 13 uur voor door hem aan te wijzen openbare vermakelijkheden eenzelfde verbod vaststellen als in het eerste lid vervat.

  • 3.

    De burgemeester is bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde bij het eerste en krachtens het tweede lid; de gemeenteraad kan terzake regels stellen.

  • 4.

    Ten aanzien van openbare vermakelijkheden, waarvan redelijkerwijze geen beletselen voor de viering van de Zondag en geen verstoring van de openbare rust op de Zondag zijn te duchten, wordt bij algemene maatregel van bestuur bepaald, dat zij niet als openbare vermakelijkheden in de zin van deze wet zullen worden beschouwd.

Artikel 5

  • 1.

    Het is verboden op Zondag voor 13 uur optochten of bijeenkomsten op openbare plaatsen te houden, daartoe gelegenheid te geven, of daaraan deel te nemen.

  • 2.

    Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing op:

    • a.

      samenkomsten tot het belijden van godsdienst of levensovertuiging;

    • b.

      wandeltochten die niet door muziek worden begeleid.

  • 3.

    Met betrekking tot de in het tweede lid onder a bedoelde samenkomsten voegt de burgemeester, voor zover dat vereist is ter voorkoming van onnodige verstoring van de openbare rust op de Zondag, aan de voorschriften en beperkingen bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet openbare manifestaties voorschriften en beperkingen toe met betrekking tot tijd, plaats en duur van zodanige samenkomsten, of worden door hem aanwijzingen ter zake gegeven.

BIJLAGE 3 - ARTIKELEN DRANK- EN HORECAWET

Artikel 8

  • 1.

    Leidinggevenden van het horecabedrijf en het slijtersbedrijf voldoen aan de volgende eisen:

    • a.

      zij hebben de leeftijd van eenentwintig jaar bereikt;

    • b.

      zij zijn niet in enig opzicht van slecht levensgedrag;

    • c.

      zij staan niet onder curatele en zijn evenmin uit het ouderlijk gezag of de voogdij ontzet.

  • 2.

    Bij algemene maatregel van bestuur worden naast de in het eerste lid gestelde eisen andere eisen ten aanzien van het zedelijk gedrag van leidinggevenden gesteld en kan de in dat lid, onder b, gestelde eis nader worden omschreven.

  • 3.

    Leidinggevenden beschikken tevens over voldoende kennis en inzicht met betrekking tot sociale hygiëne, overeenkomstig bij algemene maatregel van bestuur te stellen eisen.

  • 4.

    De in het derde lid gestelde eis geldt niet voor leidinggevenden voor wier rekening en risico het horecabedrijf of het slijtersbedrijf wordt uitgeoefend, indien de leidinggevenden geen bemoeienis hebben met de bedrijfsvoering of de exploitatie van het horecabedrijf of het slijtersbedrijf waarvoor vergunning wordt gevraagd of is verkregen en de vergunninghouder dit in een schriftelijke verklaring bevestigt.

  • 5.

    Bij regeling van Onze Minister worden de bewijsstukken aangewezen waaruit moet blijken dat is voldaan aan de eisen, bedoeld in het derde lid. Van deze bewijsstukken wordt door een door Onze Minister aan te wijzen instantie een register bijgehouden. Dit register kan worden geraadpleegd door:

    • a.

      de burgemeester, bij het verlenen van een vergunning op grond van artikel 3, bij het verlenen van een ontheffing op grond van artikel 35 en bij een melding als bedoeld in artikel 30a;

    • b.

      de ambtenaren die zijn belast met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze wet.

  • 6.

    Indien een paracommerciële rechtspersoon het horecabedrijf uitoefent, voldoen ten minste twee leidinggevenden aan de bij of krachtens dit artikel gestelde eisen.

Artikel 31

  • 1.

    Een vergunning wordt door de burgemeester ingetrokken, indien:

    • a.

      de te harer verkrijging verstrekte gegevens zodanig onjuist of onvolledig blijken, dat op de aanvrage een andere beslissing zou zijn genomen, als bij de beoordeling daarvan de juiste omstandigheden volledig bekend waren geweest;

    • b.

      niet langer wordt voldaan aan de bij of krachtens artikelen 8 en 10 geldende eisen;

    • c.

      zich in de betrokken inrichting feiten hebben voorgedaan, die de vrees wettigen, dat het van kracht blijven der vergunning gevaar zou opleveren voor de openbare orde, veiligheid of zedelijkheid;

    • d.

      de vergunninghouder in de in de artikelen 30 en 30a, eerste lid, bedoelde gevallen geen melding als in die artikelen bedoeld heeft gedaan.

  • 2.

    Een vergunning kan door de burgemeester worden ingetrokken indien de vergunninghouder de bij of krachtens deze wet gestelde regels, dan wel de aan een vergunning of ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen, niet nakomt.

  • 3.

    Een vergunning kan voorts door de burgemeester worden ingetrokken, indien:

    • a.

      er sprake is van het geval en onder de voorwaarden, bedoeld in artikel 3 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur. Voordat daaraan toepassing wordt gegeven, kan het Bureau bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur, bedoeld in artikel 8 van voornoemde wet, om een advies als bedoeld in artikel 9 van die wet worden gevraagd;

    • b.

      een vergunninghouder in een periode van twee jaar ten minste drie maal op grond van artikel 30a, eerste lid, om bijschrijving van een persoon op het aanhangsel bij de vergunning heeft verzocht en de burgemeester die wijziging van het aanhangsel ten minste driemaal heeft geweigerd op grond van artikel 30a, vijfde lid.

  • 4.

    Indien een vergunning is ingetrokken omdat is gehandeld in strijd met de voorschriften en beperkingen verbonden aan de vergunning, bedoeld in artikel 4 of 25a, wordt de bevoegdheid om aan de betrokken rechtspersoon een nieuwe vergunning te verlenen opgeschort tot een jaar nadat het besluit tot intrekking onherroepelijk is geworden.

Artikel 35

  • 1.

    De burgemeester kan ten aanzien van het verstrekken van zwak-alcoholhoudende drank op aanvraag ontheffing verlenen van het in artikel 3 voor de uitoefening van het horecabedrijf gestelde verbod, bij een in de beschikking aangewezen bijzondere gelegenheid van zeer tijdelijke aard voor een aaneengesloten periode van ten hoogste twaalf dagen, mits de verstrekking geschiedt onder onmiddellijke leiding van een persoon die:

    • a.

      de leeftijd van eenentwintig jaar heeft bereikt;

    • b.

      niet in enig opzicht van slecht levensgedrag is.

  • De naam van deze persoon staat op de ontheffing vermeld.

  • 2.

    Een ontheffing kan onder beperkingen worden verleend; aan een ontheffing kunnen voorschriften worden verbonden.

  • 3.

    Ten aanzien van een ontheffing is artikel 31, eerste lid, onder a en c, van overeenkomstige toepassing.

  • 4.

    De ontheffing, of een afschrift daarvan, is ter plaatse aanwezig.

  • 5.

    Met toepassing van artikel 28, eerste lid, laatste zinsnede, van de Dienstenwet is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing op de aanvraag om een ontheffing als bedoeld in het eerste lid.

  • 6.

    Een burgemeester kan naar aanleiding van een aanvraag voor ontheffingen als bedoeld in dit artikel, voor jaarlijks terugkerende identieke bijzondere gelegenheden van zeer tijdelijke aard, besluiten één ontheffing te verlenen, mits de verstrekking van zwak-alcoholhoudende drank telkenmale geschiedt onder onmiddellijke leiding van dezelfde persoon.

BIJLAGE 4 − REGIONALE WERKWIJZE VERKEERSREGELAARS

Per 1 maart 2012 werken alle 14 Twentse gemeenten samen bij de aanstelling van evenementenverkeersregelaars voor bepaalde tijd (aanstelling voor maximaal 12 maanden). Dit heeft als voordeel dat verkeersregelaars voor bepaalde tijd ook bij andere evenementen in andere gemeenten binnen de Regio Twente mogen worden ingezet, zonder dat daarvoor iets extra's hoeft te worden geregeld.

De politie-instructie aan evenementenverkeersregelaars is per 1 januari 2013 vervangen door een e-learning via de website van de Stichting Verkeersregelaars Nederland (SVNL). Deze e-learning vervangt alle andere vormen van instructie aan evenementenverkeers-regelaars door de politie en is beschikbaar op internet: www.verkeersregelaarsexamen.nl

Hoe werkt de instructie aan evenementenverkeersregelaars?

  • Kandidaat verkeersregelaars krijgen een toegangscode via hun evenementenorganisatie en kunnen de e-learning met een toets afsluiten. De organisator kan de individuele instructieverklaringen van geslaagde verkeersregelaars en een groslijst met geslaagde kandidaten uitprinten. De gemeente kan op basis daarvan aanstellingsbesluiten afgeven;

  • De instructieverklaring is door de directeur van de politieacademie, namens de korpschefs, ondertekend;

  • Na registratie op de website van SVNL kan de gemeente zelf de instructieverklaringen en de groslijsten controleren, ook kunnen de gemeente en de politie via het besloten deel van de e-learning zien welke verkeersregelaars hun instructie positief hebben afgerond;

  • Ook organisaties kunnen, na ingelogd te zijn, hun kandidaten coachen op resultaat en deelname;

  • De evenementenorganisaties kunnen gebruik maken van een verkeersregelaarspool, waarvoor zij terecht kunnen op de website van SVNL. Deelnemers hieraan hebben hier vooraf toestemming voor gegeven en worden doormiddel van een e-mailbericht vanuit de website benaderd.

De procedure rondom evenementen met verkeersregelaars.

  • 1.

    Voorafgaand aan een evenement moeten evenementenorganisaties een evenementen-vergunning aanvragen bij de gemeente. In samenspraak met de politie en de gemeente moet het aantal in te zetten evenementenverkeersregelaars worden bepaald. De in te zetten evenementenverkeersregelaars worden in principe aangesteld voor bepaalde tijd (aanstelling voor maximaal 12 maanden);

  • 2.

    De organisator van het evenement neemt daarna contact op met de Stichting Verkeers-regelaars Nederland (SVNL) voor de aanvraag van een code waarmee de e-learning instructie, passend bij de soort verkeersregelaars, kan worden gevolgd. De organisator van het evenement overlegt hiervoor (in kopie) een voorlopig gemeentelijk toestemmingsformulier. Dit wordt geregeld via een aanvraagformulier op de website www.verkeersregelaarsexamen.nl

    De instructie voor een evenementenverkeersregelaar voor bepaalde tijd, waar de gezamenlijke Twentse gemeenten voor hebben gekozen, is iets uitgebreider dan de instructie voor éénmalige evenementenverkeersregelaars;

  • 3.

    De organisator en de evenementenverkeersregelaars registreren zich vervolgens op de website van de SVNL, waarna de instructie direct kan worden gestart. De organisator heeft tijdens het verloop van de periode, waarbinnen de instructie wordt gevolgd, inzage in de voortgang (zie alinea Hoe werkt de instructie aan evenementenverkeersregelaars?)

  • 4.

    Na afloop van de instructie ontvangt de organisator een overzicht met geslaagden en de instructieverklaringen namens de Nederlandse politie. Deze groslijst en instructie-verklaringen moeten worden overhandigd aan de gemeente. Als er sprake is van evenementenverkeersregelaars voor bepaalde tijd dient er ook van elk persoon een pasfoto te worden aangeleverd;

  • 5.

    De geldigheidsduur van de instructieverklaring is vanaf het moment van instructie voorafgaande aan het evenement geldig;

  • 6.

    De gemeente geeft vooraf aan het evenement een aanstellingsbesluit af met een geldigheidsduur:

    • a.

      gedurende het evenement, als er sprake is van éénmalige evenementenverkeers-regelaars, of

    • b.

      van maximaal 12 maanden, conform de keuze van de 14 Twentse gemeenten, als er sprake is van evenementenverkeersregelaars voor bepaalde tijd. Dit besluit is individueel en de verkeersregelaar krijgt daarbij een pasje.

Aanstellingsbesluit en aanstellingspas

Voor evenementenverkeersregelaars voor bepaalde tijd wordt, met behulp van boven-staande gegevens en de pasfoto, een aanstellingspas door de gemeente aangevraagd. Deze aanstellingspas dienen de verkeersregelaars bij zich te dragen tijdens de uitoefening van hun functie als verkeersregelaar. De verkeersregelaar ontvangt deze pas tezamen met het aanstellingsbesluit enige weken na indiening van de instructieverklaring met bijbehorende gegevens.

Het is dus van evident belang dat de organisator ruim op tijd zowel de evenementenvergunning als de aanstellingsbesluiten aanvraagt bij de gemeente.

BIJLAGE 5 − BEVOEGDHEIDSVERDELING (burgemeester versus college)

WIE

ARTIKEL

BEVOEGDHEID

 
 
 

Burgemeester

artikel 2:24

vergunning voor het organiseren van een evenement

 
 

in samenhang met artikel 2:29 (sluitingstijden reguliere horeca):

 
 

vaststelling van de eindtijden van evenement, tap / terassen, muziek / geluid, snackkramen

 
 

in samenhang met art. 172 Gemeentewet (handhaving openbare orde):

 
 
 
 
 

bepaling of er sprake is van een groot evenement of niet

College

artikel 2:10

vergunning voor het plaatsen van voorwerpen op of aan de weg in

 
 

strijd met de publieke functie ervan

 
 

(bijv. kramen, tijdelijke bouwwerken, tenten, overkappingen, buitenreclame, dranghekken)

 
 
 
 

artikel 4:6

ontheffing van het verbod om toestellen of geluidsapparaten in werking te hebben of handelingen te verrichten op een zodanige wijze dat voor een omwonende of voor de omgeving geluidhinder wordt veroorzaakt

 
 
 
 

artikel 5:18

vergunning voor het innemen van een standplaats voor het te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen of diensten

Drank- en Horecawet

 
 
 
 
 

Burgemeester

artikel 35

ontheffing drankverstrekking bij bijzondere gelegenheden

Wet op de kansspelen

 
 
 
 
 

College

artikel 3

loterijvergunning, vergunning voor verloting of bijv. rad van avontuur

Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer

 
 
 
 
 

Burgemeester

artikel 56, lid 1, sub b, BABW in samenhang met Regeling Verkeersregelaars:

aanstelling (regionale) verkeersregelaars

Wegenverkeerswet 1994

 
 
 
 
 

College

artikel 18, lid 1, sub d:

het nemen van verkeersbesluiten


Noot
1

Afhankelijk van de situatie is het geluidsniveau op 3 meter van de geluidsboxen of bij de dichtstbijzijnde woning bepalend.

Noot
1

Afhankelijk van de situatie is het geluidsniveau op 3 meter van de geluidsboxen of bij de dichtstbijzijnde woning bepalend.