Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Losser houdende regels omtrent maatschappelijke ondersteuning Financieel Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Losser 2018

Artikel 1.1 Eigen bijdrage

De eigen bijdrage wordt berekend, opgelegd en geïnd (art.5.1.3 Wmo) door het Centraal Administratie Kantoor (CAK). Het CAK vraagt hiervoor de inkomensgegevens op bij de Belastingdienst en berekent de maximale periodebijdrage voor de cliënt. Het CAK werkt met verzamelinkomens vanuit een peiljaar, Het peiljaar ligt twee jaar voor het lopende jaar. Dit is noodzakelijk om over de verzamelinkomens, die afkomstig zijn van de Belastingdienst, te kunnen beschikken.

De gemeente bepaalt aan de hand van de factuur de kostprijs. Indien de maximale periodebijdrage van een cliënt de totale kostprijs overschrijdt, dan betaalt de cliënt de totale kostprijs.

Eén van de taken van het CAK bestaat eruit om het eigen bijdrage plafond in de gaten te houden. Door het eigen bijdrage plafond kan de eigen bijdrage nooit meer bedragen dan dat het voor die persoon geldende maximum aan verschuldigde eigen bijdragen.

Artikel 1.2 Hoogte eigen bijdrage

De hoogte van de verschuldigde eigen bijdrage is:

• a.

  voor de ongehuwde persoon die de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, nog niet heeft bereikt € 17,60 per vier weken, met dien verstande dat indien zijn bijdrageplichtig inkomen meer bedraagt dan € 22.873 het bedrag van € 17,60 wordt verhoogd met een dertiende deel van 12,5% van het verschil tussen dat inkomen en € 22.873;

• b.

  voor de ongehuwde die de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, heeft bereikt € 17,60 per vier weken, met dien verstande dat indien zijn bijdrageplichtig inkomen meer bedraagt dan € 17.474 het bedrag van € 17,60 wordt verhoogd met een dertiende deel van 12,5% van het verschil tussen dat inkomen en € 17.474;

• c.

  voor de gehuwde personen indien een van beide de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, nog niet heeft bereikt of beiden die leeftijd nog niet hebben bereikt € 0,00 per vier weken, met dien verstande dat indien hun gezamenlijke bijdrageplichtig inkomen meer bedraagt dan € 35.175 wordt de eigen bijdrage verhoogd met een dertiende deel van 12,5% van het verschil tussen dat gezamenlijke inkomen en € 35.175;

• d.

  voor de gehuwde personen die beiden de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, hebben bereikt € 17,60 per vier weken, met dien verstande dat indien hun gezamenlijke bijdrageplichtig inkomen meer bedraagt dan € 24.128 het bedrag van € 17,60 wordt verhoogd met een dertiende deel van 12,5% van het verschil tussen dat gezamenlijke inkomen en € 24.128.

Artikel 2.1 Keuze zorg in natura.

De aanvrager kan, bij de voorziening huishoudelijke ondersteuning in natura, een keuze maken tussen tien aanbieders die de gemeente na een aanbesteding voor het leveren van zorg heeft geselecteerd.

Het uurloon voor de huishoudelijke ondersteuning voor onderstaande modules bedraagt € 23,08.

• •

  Basismodule

• •

  Module Wasverzorging

• •

  Module Maaltijdverzorging

• •

  Module Extra hygiëne

Het uurloon voor de huishoudelijke ondersteuning voor onderstaande modules bedraagt € 27,72.

• •

  Module Regie

• •

  Module Zorg voor minderjarige kinderen

De kosten voor de huishoudelijke hulp toelage (hht-regeling) bedraagt € 23,08 per bon. De eigen bijdrage van de cliënt is € 5, - per bon. De resterende € 18,08 wordt door de gemeente Losser bekostigd.

Artikel 2.2 Persoonsgebonden budget

Bij de vaststelling van de hoogte van het persoonsgebonden budget voor huishoudelijke ondersteuning wordt onderscheidt gemaakt tussen:

• •

  Het tarief voor professionals;

• •

  Het tarief voor een zelfstandige zonder personeel;

• •

  Het tarief voor een informeel netwerk

Artikel 2.3 Omvang persoonsgebonden budget.

Het persoonsgebonden budget voor professionals en zelfstandigen zonder personeel bedraagt maximaal 85% van de kostprijs.

De hoogte van het bedrag is afhankelijk van de modules huishoudelijke ondersteuning waarvoor de indicatie is gesteld.

Het maximale uurloon voor de huishoudelijke ondersteuning voor onderstaande modules bedraagt € 19,62.

• •

  Basismodule;

• •

  Module Wasverzorging;

• •

  Module Maaltijdverzorging;

• •

  Module Extra hygiëne.

Het maximale uurloon voor de huishoudelijke ondersteuning voor onderstaande modules bedraagt € 23,56.

• •

  Module Regie;

• •

  Module Zorg voor minderjarige kinderen.

Het persoonsgebonden budget voor personen van het informeel netwerk bedraagt maximaal 60% van de kostprijs.

Het maximale uurloon voor alle modules bedraagt € 13,85

Artikel 3.1 Persoonsgebonden budget bij een rolstoel.

De hoogte van het persoonsgebonden budget voor een rolstoel wordt vastgesteld op basis van de bruikleenvergoeding van de goedkoopst adequate voorziening conform prijsafspraken gecontracteerde leveranciers (Welzorg, Meyra en Medipoint).

Artikel 4.1 Hoogte onkostenvergoeding voor het verhuizen.

Het bedrag voor de onkostenvergoeding voor het verhuizen, genoemd in hoofdstuk 9.4 van de beleidsregels maatschappelijke ondersteuning, bedraagt maximaal € 2.071,00.

Artikel 4.2 Primaat verhuizen

Als de kostenraming van de woonvoorziening het bedrag van € 4.654,00 te boven gaat zal afgewogen worden of het verhuisprimaat kan worden toegepast.

Artikel 4.3 Maximum bedrag “ bezoekbaar maken”.

Het bedrag dat als maximum verstrekt wordt voor het bezoekbaar maken van een woning bedraagt € 3.624,00.

Artikel 4.4 Aantal offertes

Indien de kosten van een woningaanpassing boven de € 10.355,00 komen dienen er twee offertes opgevraagd te worden bij twee verschillende leveranciers. Indien de kosten van een woningaanpassing boven de € 25.445 komen dienen er drie offertes opgevraagd te worden bij drie verschillende leveranciers.

Artikel 4.5 Meerwaarde van de woning

Indien de aanpassing van de woning meer dan € 10.355,00 bedraagt, dient er uitgerekend te worden wat de meerwaarde is van de woningaanpassing. Op het moment dat de cliënt de woning binnen 10 jaar verlaat zal de meerwaarde terugbetaald moeten worden.

Artikel 5.1 Hoogte persoonsgebonden budget bij vervoersvoorziening.

Het persoonsgebonden budget voor vervoersvoorzieningen wordt vastgesteld op basis van de bruikleenvergoeding voor de goedkoopst adequate voorziening.

Artikel 5.2 Hoogte kosten collectief taxivervoer

De hoogte van de kosten die inwoners betalen bij het gebruik van het collectief vervoer is:

Zone 1 € 2,15

Zone 2 € 2,15

Zone 3 € 2,75

Zone 4 € 3,35

Zone 5 € 3,95

Zone 6 € 8,30

Zone 7 € 12,65

Artikel 5.3 Hoogte individueel (taxi)vervoer.

De hoogte van het pgb dat maximaal per jaar wordt verstrekt bedraagt bij:

• a.

  het gebruik van een taxibedrijf maximaal 1500 km;

• b.

  het gebruik van een rolstoeltaxi maximaal 1500 km;

• c.

  het gebruik van de (eigen) auto per kilometer € 0,38 en maximaal € 570,00.

Artikel 6.1 Keuze zorg in natura.

De aanvrager kan, bij de voorziening maatschappelijke ondersteuning in natura, een keuze maken tussen diverse aanbieders die de gemeente na een aanbesteding voor het leveren van zorg heeft geselecteerd.

De kosten voor de verschillende onderdelen zijn:

• o

  Zelfstandig Leven

  • o

    Niveau 1: Stimuleren en toezicht € 45,00 per uur

  • o

    Niveau 2: Helpen bij of overnemen en regie indien nodig € 60,00 per uur

• o

  Maatschappelijke Deelname

  • o

    Niveau 1: Stimuleren en toezicht € 30,00 per dagdeel

  • o

    Niveau 2: Helpen bij € 40,00 per dagdeel

• o

  Kortdurend verblijf € 65,00 per etmaal

• o

  Vervoer individueel € 2,20 per kilometer

• o

  Vervoer groep € 1,73 per kilometer.

Artikel 6.2 Persoonsgebonden budget

Bij de vaststelling van de hoogte van het persoonsgebonden budget voor ondersteuning wordt onderscheidt gemaakt tussen:

• •

  Het tarief voor professionals;

• •

  Het tarief voor een zelfstandige zonder personeel;

• •

  Het tarief voor een informeel netwerk

Artikel 6.3 Omvang persoonsgebonden budget.

Voor een persoonsgebonden budget ten aanzien van de ondersteuning wordt een bedrag beschikbaar gesteld dat gelijk is aan 85% van de kosten in natura. De hoogte van het bedrag is afhankelijk van de vorm van ondersteuning waar de indicatie voor is gesteld.

Alleen voor kortdurend verblijf wordt een bedrag beschikbaar gesteld dat gelijk is aan 100% van de kosten in natura, omdat er anders geen passende oplossing gevonden kan worden.

Het persoonsgebonden budget wordt vastgesteld op basis van het vastgestelde tarief in natura.

De tarieven zijn als volgt:

• o

  Zelfstandig Leven

  • o

    Niveau 1: Stimuleren en toezicht € 38,25 per uur

  • o

    Niveau 2: Helpen bij of overnemen en regie € 51,00 per uur

  • o

    Uitgevoerd door eigen sociale netwerk/niet professional € 20,00 per uur

• o

  Maatschappelijke Deelname

  • o

    Niveau 1: Stimuleren en toezicht € 25,50 per dagdeel

  • o

    Niveau 2: Helpen bij € 34,00 per dagdeel

  • o

    Uitgevoerd door eigen sociaal netwerk /niet professional € 20,00 per dagdeel

• •

  Kortdurend verblijf € 65,00 per etmaal

• •

  Vervoer Rolstoel € 16,15 per retour

• •

  Vervoer Overig € 6,80 per retour.

Artikel 7.2 Intrekking Financieel besluit

Met de inwerkingtreding van het Financieel Besluit maatschappelijke ondersteuning 2018 wordt het Financieel Besluit maatschappelijke ondersteuning 2017 ingetrokken.