Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Losser houdende regels omtrent persoonsgebonden budget (Nadere regels pgb jeugdhulp gemeente Losser 2021)

Geldend van 01-01-2021 t/m heden

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Losser houdende regels omtrent persoonsgebonden budget (Nadere regels pgb jeugdhulp gemeente Losser 2021)

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Losser,

gelet op artikel 2.3, tweede lid, van de Jeugdwet en de Verordening jeugdhulp gemeente Losser 2020,

overwegende dat het noodzakelijk is om nadere regels vast te stellen inzake een persoonsgebonden budget (hierna: pgb),

besluit vast te stellen:

Nadere regels pgb jeugdhulp gemeente Losser 2021.

1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

  • 1. In deze Nadere regels en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

    • a.

      professionele zorgverlener: een zorgverlener die voldoet aan de kwaliteitseisen van beroepskrachten bij een door de gemeente gecontracteerde instelling voor zover hij beroepsmatige zorg verleend;

    • b.

      niet professionele zorgverlener: een zorgverlener die niet voldoet aan één van de criteria van een professionele zorgverlener.

  • 2. Alle begrippen die in deze Nadere regels worden gebruikt en niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Jeugdwet en/of de Verordening jeugdhulp gemeente Losser 2020.

2. Bestedingsmogelijkheden, voorwaarden sociaal netwerk en kwaliteit dienstverlening bij pgb

Artikel 2. Bestedingsmogelijkheden pgb

  • 1. Het pgb zal door de Sociale Verzekeringsbank (hierna: SVB) maandelijks achteraf uitbetaald worden aan de zorgverlener.

  • 2. Budgethouders mogen vanuit het budget de volgende uitgaven doen:

    • Alle bijkomende kosten voor de zorgverleners, zoals de werkgeverslasten voor zorgverleners met een arbeidsovereenkomst en wettelijk toegestane vergoedingen, zoals reiskostenvergoedingen voor woon-werkverkeer, verlofregelingen, pensioenvoorziening en spaarloon.

  • 3. Budgethouders mogen vanuit het budget in ieder geval de volgende uitgaven niet doen:

    • Kosten voor bemiddeling;

    • Kosten voor het voeren van een pgb-administratie;

    • Vervoerskosten als hiervoor geen beschikking afgegeven zal worden;

    • Kosten voor ondersteuning bij het aanvragen en beheren van het pgb;

    • Contributie voor het lidmaatschap van Per Saldo, kosten voor het volgen van cursussen over het pgb, kosten voor het bestellen van informatiemateriaal;

    • Alle zorg en ondersteuning die onder een andere wet dan de Jeugdwet vallen;

    • Alle zorg en ondersteuning die onder een algemene voorziening en/of algemeen gebruikelijke voorziening vallen;

    • Ondersteuning inkopen buiten EU-landen. Controle op kwaliteit en financiën is dan nauwelijks mogelijk.

  • 4. De zorgaanbieder dient de gemaakte kosten te declareren bij de SVB. Op het moment dat het pgb teruggevorderd dient te worden zal de gemeente overgaan tot incasso.

Artikel 3. Voorwaarden pgb sociaal netwerk

  • 1. Een pgb voor het betrekken van jeugdhulp door een persoon die behoort tot het sociale netwerk/niet professionele zorgverlener kan worden verstrekt als aan onderstaande voorwaarden wordt voldaan:

    • a.

      de inzet van het sociale netwerk is aantoonbaar beter dan de inzet van een professional;

    • b.

      de geboden jeugdhulp is passend, adequaat en veilig;

    • c.

      de personen uit het sociaal netwerk die de hulp gaan verlenen, hebben zich voldoende op de hoogte gesteld van de verantwoordelijkheden die aan het bieden van jeugdhulp verbonden zijn;

    • d.

      er is bij de personen uit het sociaal netwerk die hulp gaan verlenen geen sprake van overbelasting;

  • 2. Ter aanvulling op de inzet als bedoeld onder lid 1, onder a, is dat de inzet van het sociaal netwerk met een pgb in ieder geval aantoonbaar beter wordt geacht, indien één of meer van de volgende omstandigheden aan de orde zijn:

    • a.

      de hulp is vooraf niet goed in te plannen;

    • b.

      de hulp moet op ongebruikelijke tijden geleverd worden;

    • c.

      de hulp moet op veel korte momenten per dag geleverd worden;

    • d.

      de hulp moet op verschillende locaties worden geleverd;

    • e.

      de hulp moet 24 uur per dag en op afroep beschikbaar zijn;

    • f.

      de hulp moet vanwege de aard van de beperking worden geboden door een persoon met wie de jeugdige vertrouwd is en een goed contact heeft.

Artikel 4. Kwaliteit van de dienstverlening

  • 1. De hulp die men inkoopt met een pgb bij professionele zorgaanbieders en professionele zorgverleners uit het sociaal netwerk voldoen aan dezelfde kwaliteitseisen die worden genoemd in hoofdstuk 4 van de Jeugdwet:

    • de norm van verantwoorde hulp, inclusief geregistreerde professionals;

    • gebruik van een hulpverleningsplan of plan van aanpak als onderdeel van verantwoorde hulp;

    • systematische kwaliteitsbewaking door de jeugdhulpaanbieder;

    • verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling;

    • meldplicht calamiteiten en geweld;

    • verplichting om een vertrouwenspersoon in de gelegenheid te stellen zijn werk te doen.

  • 2. De jeugdige en/of diens ouders dragen de verantwoordelijkheid voor het bewaken van de kwaliteit van de jeugdhulp die zij betrekken van niet professionele zorgverleners die tot het sociaal netwerk behoren.

  • 3. Het college stelt als minimale eis aan niet professionele zorgverleners uit het sociaal netwerk dat:

    • De zorgovereenkomst moet zijn afgestemd op het plan van aanpak dat de consulent met de budgethouder heeft opgesteld. Dit moet leiden tot de daarin afgesproken resultaten.

    • De niet professionele zorgverlener neemt bij zijn werkzaamheden de zorg van een goede zorgverlener in acht en handelt daarbij in overeenstemming met de op hem rustende verantwoordelijkheid. De niet professionele zorgverlener is in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag (VOG), als bedoeld in artikel 28 van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens (WJG) van personen, die in hun opdracht beroepsmatig of niet incidenteel als vrijwilliger in contact kunnen komen met jeugdigen of ouders. Een dergelijke verklaring is niet eerder afgegeven dan 12 maanden voor het tijdstip dat de zorg geleverd wordt. Dit geldt niet bij een herindicatie. Ook voor ouders van de jeugdige, pleegouders en SKJ/VOG - geregistreerde professionals geldt dat zij geen VOG hoeven te overleggen.

    • De consulent toetst periodiek de voortgang en de mate waarin de resultaten worden bereikt.

  • 4. Naast de verantwoording over het bestede bedrag aan de SVB, vraagt het college de budgethouders om bij herwaardering/evaluatie van het ondersteuningsplan ook aan te geven wat de behaalde resultaten zijn met het pgb en de daaraan verbonden voorwaarden, waaronder de vraag of de ingekochte ondersteuning aan de kwaliteitseisen voldoet.

3. Gewijzigde omstandigheden en beëindiging pgb

Artikel 5. Gewijzigde omstandigheden tijdens de gebruiksduur

  • 1. Indien de gebruiksduur van de voorziening waarvoor een pgb is verstrekt nog niet is verstreken, kan een - aanvullend - pgb worden verstrekt in de volgende situaties:

    • a.

      Er is sprake van een gewijzigde omstandigheid die aanpassing dan wel vervanging van de voorziening noodzakelijk maakt;

    • b.

      Er is sprake van een calamiteit die de jeugdige en/of diens ouders niet is te verwijten.

Artikel 6. Beëindiging pgb

  • 1. Een pgb wordt beëindigd met ingang van de dag dat de jeugdige, zijn ouders of eventuele nabestaanden het college schriftelijk op de hoogte heeft gesteld het pgb niet meer op prijs te stellen (in verband met overlijden of op eigen verzoek).

  • 2. Een pgb wordt beëindigd op de eerste dag van de maand volgend op de maand dat de jeugdige is verhuist dan wel niet langer staat ingeschreven in het Basisregistratie Personen (BRP) van de gemeente Losser.

  • 3. Indien de situatie zoals beschreven in het voorgaande lid zich wijzigt, dient indien van toepassing de jeugdige en/of zijn ouders of eventuele nabestaande(n) een deel van het budget terug te betalen.

Artikel 7. Overige regels pgb

  • 1. De budgethouder kan het pgb voor ten hoogste dertien weken per kalenderjaar inzetten voor betaling van geïndiceerde jeugdhulp te verlenen tijdens verblijf buiten Losser, tenzij dat binnen het gedwongen kader wordt ingezet en de woonplaats van de jeugdige Losser is.

  • 2. De budgethouder kan het pgb voor ten hoogste zes weken per kalenderjaar inzetten voor betaling van jeugdhulp te verlenen tijdens verblijf buiten Nederland.

  • 3. Het college kan op aanvraag de in het eerste en tweede lid bedoelde termijn verlengen.

  • 4. Op besteding van het pgb buiten Losser zijn alle verplichtingen met betrekking tot het pgb van toepassing.

4. Slotbepalingen

Artikel 8. Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de jeugdige en/of zijn ouder(s) afwijken van hetgeen in deze nadere regels is bepaald, voor zover toepassing daarvan tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 9. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze Nadere regels treden in werking op 1 januari 2021.

  • 2. De Nadere regels pgb jeugdhulp gemeente Losser, vastgesteld op 17 december 2019, worden ingetrokken.

  • 3. Dit besluit wordt aangehaald als: Nadere regels pgb jeugdhulp gemeente Losser 2021.

Ondertekening

Losser, 15 december 2020

Het college van burgemeester en wethouders van Losser,

secretaris,

drs. J. van Dam

burgemeester,

ir. C.A.M. Kroon