Nadere regels seksinrichtingen en escortbedrijven

Geldend van 18-06-2003 t/m heden

Intitulé

Nadere regels seksinrichtingen en escortbedrijven

Het college van burgemeester en wethouders van Losser;

overwegende dat,

­ het in het belang van de openbare orde, het voorkomen of beperken van overlast, het voorkomen of beperken van aantasting van het woon- en leefklimaat, de veiligheid van personen of goederen, de verkeersvrijheid of –veiligheid, de gezondheid, zedelijkheid en de arbeidsomstandigheden van de prostituee geboden is de exploitatie van seksinrichtingen en escortbedrijven aan nadere regels te binden;

­de raad de Algemene plaatselijke verordening in zijn geheel opnieuw heeft vastgesteld het wenselijk is om de op grond van de “oude APV 1994" vastgestelde uitvoeringsbepalingen te vernieuwen, te actualiseren en opnieuw vast te stellen;

­het uitvoeringsbesluit van 20 mei 2003 ten aanzien van enkele verwijzingen correctie behoeft;

­het uitvoeringsbesluit wordt aangevuld met een toelichting op de artikelen in dit besluit;

gelet op artikel 3.1.3. van de Algemene plaatselijke verordening 2003;

BESLUIT:

vast te stellen de volgende nadere regels: NADERE REGELS SEKSINRICHTINGEN EN ESCORTBEDRIJVEN

Paragraaf 1 Algemeen

Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen

In deze nadere regels wordt verstaan onder:

a. seksinrichting : een seksinrichting als bedoeld in artikel 3.1.1, sub c van de Algemene plaatselijke verordening 2003

b. escortbedrijf : een escortbedrijf als bedoeld in artikel 3.1.1, sub d van de Algemene plaatselijke verordening 2003

c. verblijfsruimte : een verblijfsruimte als bedoeld in artikel 45 van het Bouwbesluit

d. werkruimte : een verblijfsruimte waar de feitelijke seksuele dienstverlening plaatsvindt.

Artikel 1.2 Termijn vergunning

De vergunning als bedoeld in artikel 3.2.1 van de Algemene plaatselijke verordening 2003 wordt verleend voor de periode van 1 jaar.

Paragraaf 2 Geschiktheidsverklaring seksinrichting

Artikel 2.1 Verklaring staat seksinrichting

Het is verboden om zonder of in afwijking van een geschiktheidsverklaring van burgemeester en wethouders een gebouw als seksinrichting in gebruik te nemen, te hebben of te houden.

Artikel 2.2 Aanvraag geschiktheidsverklaring

Artikel 6.1.2. van de Bouwverordening is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 2.3 Ontvankelijkheid

Artikel 6.1.3. van de Bouwverordening is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 2.4 Termijn van beslissing

1. Burgemeester en wethouders beslissen op een aanvraag om een geschiktheidsverklaring binnen twaalf weken na de dag waarop de aanvraag is ontvangen.

2. Burgemeester en wethouders kunnen hun beslissing eenmaal voor ten hoogste twaalf weken verdagen. Van het besluit tot verdaging wordt voor de afloop van de in het eerste lid bedoelde termijn schriftelijk mededeling gedaan aan de aanvrager.

3. In afwijking van het bepaalde in het eerste en het tweede lid houden burgemeester en wethouders de beslissing op de aanvraag aan indien:

a. een bouwvergunning is vereist en op deze aanvraag nog niet is beslist;

b. op dezelfde seksinrichting een aanschrijving rust wegens strijd met de voorschriften van het Bouwbesluit of de Bouwverordening en aan die aanschrijving (nog) niet is voldaan.

4. De in het vorige lid bedoelde aanhouding eindigt zes weken nadat op de aanvraag om een bouwvergunning is beslist of nadat is voldaan aan de aanschrijving.

Artikel 2.5 Weigering geschiktheidsverklaring

Een geschiktheidsverklaring wordt geweigerd indien een van de volgende omstandigheden zich voordoet:

a. de bouwvergunning is geweigerd;

b. de seksinrichting voldoet niet aan het bepaalde in paragraaf 3 of 4.

Artikel 2.6 Intrekken of wijzigen geschiktheidsverklaring

Burgemeester en wethouders kunnen een geschiktheidsverklaring intrekken of wijzigen indien:

a. blijkt dat zij de verklaring ten gevolge van onjuiste of onvolledige gegevens hebben afgegeven;

b. blijkt dat de houder van de verklaring niet of niet binnen de gestelde termijn heeft voldaan aan een aan deze verklaring verbonden voorwaarde;

c. het belang op grond waarvan de verklaring is afgegeven dit vereist op grond van een verandering van de inzichten met betrekking tot de bescherming van de prostituees en de verbetering van hun positie, opgetreden na het afgeven van de verklaring.

 

Paragraaf 3 Inrichtingseisen seksinrichtingen

Artikel 3.1 Reikwijdte

Het gestelde in deze paragraaf is niet van toepassing op een seksbioscoop en een seksautomatenhal.

Artikel 3.2 Verblijfsruimten

1. Tot een seksinrichting moet tenminste behoren:

a. een verblijfsruimte ingericht als keuken;

b. een verblijfsruimte ingericht als kleedkamer met per werkruimte een afsluitbare hang-/legkast;

c. een verblijfsruimte ingericht als dagverblijf met een vloeroppervlakte van ten minste 3,6 m x 3,6 m.

2. Samenvoeging van de keuken en het dagverblijf, dan wel de kleedkamer en het dagverblijf, is toegestaan als daarmee, naar het oordeel van burgemeester en wethouders, een gelijkwaardige situatie wordt bereikt.

3. Het dagverblijf, de keuken en de kleedkamer mogen niet voor prostitutiedoeleinden worden gebruikt.

4. In het dagverblijf, de keuken en de kleedkamer moet in voldoende mate daglicht kunnen toetreden en vanuit deze verblijfsruimten moet visueel contact met buiten mogelijk zijn.

Artikel 3.3 Werkruimten

1. Elke werkruimte moet een vloeroppervlakte hebben van ten minste 8 m², waarvan de breedte ten minste 2 meter is.

2. Elke werkruimte moet zijn voorzien van een wasbak met warm en koud stromend water en van heldere witte elektrische verlichting.

Artikel 3.4 Sanitaire voorzieningen

In een seksinrichting moeten tenminste één heren- en één damestoilet en één badruimte aanwezig zijn, met dien verstande dat:

a. per bouwlaag tenminste één toiletruimte en één badruimte aanwezig dienen te zijn;

b. per vijf werkruimten tenminste één toiletruimte en per tien werkruimten tenminste één badruimte aanwezig dienen te zijn.

Artikel 3.5 Overige voorzieningen

1. De voorziening voor de toevoer van verse lucht en de afvoer van binnenlucht in een seksinrichting moet voldoen aan het bepaalde in hoofdstuk 2 van het Bouwbesluit.

2. Een seksinrichting moet zijn voorzien van verwarmingsapparatuur als bedoeld in hoofdstuk 2 van het Bouwbesluit waarmee alle besloten ruimten kunnen worden verwarmd.

Artikel 3.6 Sociale veiligheid

1. Iedere werkruimte dient voorzien te zijn van een zogenaamd stil alarm.

2. De toegangsdeur van een werkruimte mag slechts afsluitbaar zijn als in het prostitutiebedrijf een, voor de overige aanwezige prostituees goed bereikbare, op die deur passende moedersleutel aanwezig is.

Paragraaf 4 Brandveiligheidseisen

Artikel 4.1 Brandveiligheidsvoorschriften

1. Voor een seksinrichting met één werkruimte is hoofdstuk 2 van het Bouwbesluit van overeenkomstige toepassing.

2. Voor een seksinrichting met meer dan één werkruimte is hoofdstuk 7, titel 2 van het Bouwbesluit van overeenkomstige toepassing.

3. De algemene gebruikseisen van hoofdstuk 6 van de Bouwverordening zijn van overeenkomstige toepassing.

4. Het gebruik van verplaatsbare verwarmingstoestellen is niet toegestaan.

Paragraaf 5 Eisen ten aanzien van de bedrijfsvoering

Artikel 5.1 Algemeen

1. Het is verboden vanuit een seksinrichting klanten te werven die zich op of aan de weg bevinden.

2. De exploitant en beheerder van een seksinrichting of escortbedrijf zijn verplicht te doen en na te laten hetgeen redelijkerwijs kan worden gevergd om hinder en overlast van bezoekers voor de omgeving te voorkomen of te beperken.

3. Het is de exploitant en beheerder van een seksinrichting verboden bezoekers beneden de leeftijd van 18 jaar toegang te verlenen tot de seksinrichting.

Artikel 5.2 Register

1. De exploitant en beheerder van een seksinrichting of escortbedrijf zijn verplicht een register bij te houden met daarin opgenomen naam, adres en geboortedatum van alle in het bedrijf werkzame personen.

2. De exploitant en beheerder van een seksinrichting of escortbedrijf zijn verplicht het register als bedoeld in het eerste lid op eerste vordering ter inzage te geven aan een ambtenaar van politie.

Artikel 5.3 Toegang ambtenaren van politie

De exploitant en beheerder van een seksinrichting zijn verplicht ervoor te zorgen dat ambtenaren van politie onmiddellijk en onbelemmerd toegang hebben tot de seksinrichting:

a. gedurende de tijd dat de seksinrichting voor bezoekers geopend is; dan wel

b. gedurende de tijd dat het bedrijf gesloten dient te zijn en indien ambtenaren van politie hun vermoeden uiten dat daarin of aldaar bezoekers aanwezig zijn.

Artikel 5.4 Bescherming van de gezondheid en het zelfbeschikkingsrecht van de prostituee

1. De exploitant en beheerder van een seksinrichting of escortbedrijf zijn verplicht maatregelen te treffen in het belang van de veiligheid, de hygiëne en de bescherming van de gezondheid van de in het prostitutiebedrijf werkzame prostituee, alsmede de bescherming van de volksgezondheid.

2. De exploitant en de beheerder van een seksinrichting of escortbedrijf zijn verplicht de in het bedrijf werkzame prostituees in de gelegenheid te stellen zich regelmatig te laten onderzoeken op seksueel overdraagbare aandoeningen overeenkomstig de landelijke richtlijnen van de stichting SOA-bestrijding.

3. Indien een arts vast verbonden is aan de seksinrichting of het escortbedrijf, meldt de exploitant of beheerder de naam en adres van deze arts aan de GGD.

4. De exploitant en beheerder van een seksinrichting of escortbedrijf zijn verplicht medewerkers van de GGD toegang te verlenen tot het prostitutiebedrijf om voorlichtings- en preventieactiviteiten uit te voeren en voorlichtingsmateriaal te verstrekken gericht op bevordering en instandhouding van de gezondheidssituatie van de in het prostitutiebedrijf werkzame prostituees.

5. De exploitant en beheerder van een seksinrichting of escortbedrijf zijn verplicht er zorg voor te dragen dat onder de in het prostitutiebedrijf werkzame prostituees voldoende informatie- en voorlichtingsmateriaal in verschillende talen wordt verspreid over de aan prostitutie verbonden gezondheidsrisico’s en over de aanwezigheid en bereikbaarheid van instellingen op het gebied van de gezondheidszorg en de hulpverlening.

6. De exploitant en beheerder van een seksinrichting of escortbedrijf zijn verplicht een bedrijfsbeleid te voeren waarin de toepassing van veilige sekstechnieken en het zelfbeschikkingsrecht van de prostituee centraal staan

7. De in het vorige lid bedoelde verplichting houdt in ieder geval in dat:

a. in de werkruimten te allen tijde voldoende wettelijk goedgekeurde condooms voor gebruik beschikbaar zijn;

b. de prostituee het werken zonder condoom mag weigeren;

c. de prostituee klanten en/of bepaalde diensten mag weigeren;

d. de prostituee mag weigeren met de klant alcoholhoudende dranken te drinken;

e. de prostituee niet verplicht kan worden zich geneeskundig te laten onderzoeken;

f. de prostituee het recht heeft op een vrije artsen keuze;

g. voor een seksinrichting of escortbedrijf geen reclame wordt gemaakt waarbij de garantie wordt gegeven of op andere wijze wordt aangegeven dat de in het bedrijf werkzame prostituees vrij zijn van seksueel overdraagbare aandoeningen.

Paragraaf 6 Inwerkingtreding

Artikel 6.1 Idinwerkingtreng

Dit besluit zal op de in de gemeente Losser gebruikelijke wijze bekend worden gemaakt en de uitvoeringsbepalingen treden in werking op de dag na bekendmaking van dit besluit.

Het besluit van 20 mei 2003 komt hierdoor tegelijkertijd te vervallen.

Ondertekening

Losser, 12 juni 2003
Het college van burgemeester en wethouders van Losser,
burgemeester,
secretaris,

Nota-toelichting TOELICHTING NADERE REGELS SEXINRICHTINGEN EN ESCORTBEDRIJVEN

Paragraaf 1 Algemeen

De vergunning als bedoeld in artikel 3.2.1. wordt verleend voor 1 jaar zodat periodiek het functioneren van inrichting(en) en/of het gemeentelijk beleid ter zake kan worden geëvalueerd.

Paragraaf 2 Geschiktheidverklaring seksinrichting

Met de geschiktheidverklaring wordt uitsluitend de geschiktheid van een gebouw (of een gedeelte daarvan) voor prostitutie vastgesteld, zonder daarmee ook de toelaatbaarheid vast te stellen van de exploitatie daarvan. De voorschriften zijn met name gericht op (brand)veiligheid en hygiëne.

De geschiktheidverklaring is een zelfstandige, niet persoonsgebonden beslissing inzake de staat van het gebouw (zaak- of objectgericht).

Paragraaf 3. Inrichtingseisen seksinrichtingen

Als het bedrijf meer dan vijf werkruimten heeft, moeten er verblijfsruimten zijn, namelijk een keuken, een kleedkamer en een dagverblijf. De verblijfsruimten moeten aan een aantal voorwaarden voldoen. In elke werkruimte moet warm en koud stromend water zijn en een hang- en legkast. Er moet tenminste één toiletruimte zijn en één badruimte.

De luchtverversing moet goed geregeld zijn.

De verwarming moet voldoen aan voorwaarden.

Het gebruik van verplaatsbare kachels is verboden.

De veiligheid van een prostituee moet worden gewaarborgd. De deur mag alleen afgesloten worden als een collega een moedersleutel heeft. Er moet een veilige vluchtroute bestaan.

Paragraaf 4. Brandveiligheidseisen

Een seksinrichting moet voldoen aan dezelfde eisen op het gebied van brandveiligheid als elk ander bedrijf.

Paragraaf 5. Eisen ten aanzien van de bedrijfsvoering

Om de controletaak van politieambtenaren te vergemakkelijken, zijn de exploitant en beheerder van een seksinrichting (of escortbedrijf) verplicht een register van werknemers bij te houden en moeten zij er voor zorgen dat deze ambtenaren onbelemmerd de inrichting kunnen betreden wanneer deze voor het publiek geopend is. Ook indien wordt vermoed dat (en moet worden nagegaan of) zich in de inrichting bezoekers bevinden gedurende de tijd dat de inrichting gesloten moet zijn, dient de politieambtenaar toegang te worden verleend.

De prostituee heeft het recht, over haar eigen lichaam en psychische integriteit te beschikken. Dit recht is in de Grondwet vastgelegd. Dat recht kan binnen de prostitutie op verschillende manieren in gevaar komen. Daarom is het voor de bedrijfsvoering van belang dat de prostituee geheel vrijwillig en zelfstandig kan werken. Dit betekent dat zij/hij niet mag worden gedwongen tot onveilig vrijen, het meedrinken van (alcoholische) dranken met klanten e.d.

Daarnaast kent de prostitutie gezondheidsrisico’s, besmetting met SOA (seksueel overdraagbare aandoeningen) en AIDS. Daarom worden regels gesteld ter bescherming van de gezondheid van de prostituee en volksgezondheid. Deze voorschriften zijn voorwaardenscheppend van aard en hebben betrekking op voorlichting, condoomgebruik, het toepassen van safe-sekstechnieken en het periodieke geneeskundig onderzoek. De bedrijven zijn verplicht medewerking te verlenen aan voorlichtingsactiviteiten over risico’s en preventiemogelijkheden en voorlichtingsmateriaal en condooms beschikbaar te hebben.