Regeling vervallen per 01-01-2011

Verordening op de heffing en invordering van begraafrechten 2010

Geldend van 01-01-2011 t/m 31-12-2010

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van begraafrechten 2010

De raad van de gemeente Losser;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Losser;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a en b, van de Gemeentewet;

BESLUIT:

vast te stellen de volgende verordening:

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN BEGRAAFRECHTEN 2010

Artikel 1 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.

Artikel 2 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van het gebruik op de algemene begraafplaats voor het begraven van lijken, bijzetting van urnen, of de andere diensten in verband met begraving, dan wel degene te wiens behoeve het gebruik of de diensten worden aangevraagd of verleend.

Artikel 3 Belastingtarief

Voor het begraven van een lijk wordt, van degenen die tot het dragen van de begrafeniskosten verplicht zijn, geheven:

1 a. indien de overledene 12 jaar of ouder was € 220,70

1 b. indien de overledene ouder dan één jaar, doch jonger dan 12 jaar was € 113,00

1 c. indien de overledene jonger dan één jaar was € 64,10

2. Voor het bijzetten van een urn in een urnengraf wordt geheven € 220,70

Artikel 4

Voor het opgraven van een lijk of urn, behalve indien dit geschiedt op rechterlijk gezag, wordt het recht volgens artikel 3, onder 1a, geheven. Dat recht wordt eveneens geheven voor het herbegraven van een lijk, behalve indien de opgraving op rechterlijk gezag heeft plaats gehad.

Artikel 5

1. Voor het verkrijgen van het uitsluitend recht om een lijk of urn met stoffelijke resten gedurende 20 jaar in een bepaald graf te doen begraven wordt geheven een recht van € 258,70 per graf, onverminderd het bepaalde in artikel 3.

 

2. Bij iedere verlenging met 10 jaar van het in lid 1 bedoelde recht wordt geheven de helft van het in lid 1 genoemd bedrag.

3. Voor het verkrijgen en voor het verlengen van het uitsluitend recht om in een kindergraf te doen begraven wordt 50% van de in de leden 1 en 2 genoemde bedragen geheven.

Artikel 6

Voor het aanbrengen van zerken, kruisen of andere gedenktekens wordt,

van degene die daarvoor vergunning verkrijgt, geheven: € 167,50

Van degene die vergunning verkrijgt voor het stichten van een graf- of

urnenkelder wordt daarvoor geheven: € 529,60

Artikel 7 Wijze van heffing

De rechten voornoemd worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving.

Artikel 8 Termijnen van betaling

De in de voorgaande artikelen genoemde rechten moeten worden voldaan binnen 1 maand na de dagtekening van de kennisgeving.

Artikel 9 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de begraafrechten.

Artikel 10 Inwerkingtreding en citeertitel

1 De "Verordening begraafrechten 2009" van 16 december 2008 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

2 Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

3 De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2010.

4 Deze verordening kan worden aangehaald als de "Verordening begraafrechten 2010".

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van de raad op 15 december 2009;
griffier,
voorzitter,