Regeling vervallen per 28-11-2012

Verordening leerlingenvervoer gemeente Losser

Geldend van 28-11-2012 t/m 27-11-2012

Intitulé

Verordening leerlingenvervoer gemeente Losser

 

De raad van de gemeente Losser;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van de gemeente Losser van

12  juni 2007

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;  

     BESLUIT:

vast te stellen de volgende verordening:

  VERORDENING LEERLINGENVERVOER GEMEENTE LOSSER

Hoofdstuk 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsbepaling

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. school:

- een basisschool of speciale school voor basisonderwijs als bedoeld in de Wet op het primair onderwijs (Stb. 1998,495);

- een school voor speciaal onderwijs of speciaal en voortgezet speciaal onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in de Wet op de expertisecentra (Stb. 1998,496);

- een school voor speciaal voortgezet onderwijs als bedoeld in deel II van de Wet op het voortgezet onderwijs (Stb. 1998, 512);

- een school voor voortgezet onderwijs al bedoeld in de Wet op het voortgezet onderwijs (Stb. 1998/512)

b. ouders:

de ouders, voogden of verzorgers van de leerling;

c. leerling:

een leerling van een school als bedoeld onder a.;

d. woning:

- de plaats waar de leerling feitelijk zijn hoofdverblijf heeft;

e. afstand:

- de afstand tussen de woning van de leerling en de school, gemeten langs de kortste voor de leerling voldoende begaanbare en veilige weg;

f. vervoer:

- openbaar vervoer, aangepast vervoer of eigen vervoer tussen de woning dan wel de opstapplaats en de school dat plaatsvindt in aansluiting op het begin en einde van de schooldag volgens het activiteitenplan, tenzij de structurele handicap van een leerplichtige leerling die aansluiting onmogelijk maakt;

g. openbaar vervoer:

- voor een ieder openstaand personenvervoer per trein, metro, tram, bus, veerdienst of auto volgens een dienstregeling;

h. aangepast vervoer:

- vervoer per besloten (school) busvervoer, taxi, treintaxi of bustaxi;

i. eigen vervoer:

- vervoer per eigen motorvoertuig, bromfiets of fiets;

j. reistijd:

- de totale tijdsduur die ligt tussen het verlaten van de woning en de aanvang van de schooldag volgens het schoolplan, minus maximaal 10 minuten indien en voorzover de leerling het schoolgebouw met bijbehorend terrein gewoonlijk eerder bereikt dan het schoolplan aangeeft, dan wel de totale tijdsduur die ligt tussen het einde van de schooldag volgens het schoolplan en de aankomst bij de woning;

k. toegankelijke school:

voor wat betreft basisscholen en speciale scholen voor basisonderwijs:

de basisschool van de verlangde godsdienstige of levensbeschouwelijke richting, dan wel de openbare school of de speciale school voor basisonderwijs waarop de leerling is aangewezen van de verlangde godsdienstige of levensbeschouwelijke richting dan wel de openbare school;

voor wat betreft scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs, scholen voor speciaal voortgezet onderwijs en scholen voor praktijkonderwijs en leerwegondersteunend onderwijs: de school van de soort waarop de leerling is aangewezen van de verlangde godsdienstige of levensbeschouwelijke richting dan wel de openbare school van de soort waarop de leerling is aangewezen;

l. inkomen:

- het ingevolge de Wet op de inkomstenbelasting 2001 vastgestelde belastbaar inkomen van de ouders in het kalenderjaar voorafgaande aan het schooljaar waarvoor bekostiging van de vervoerskosten wordt gevraagd;

m. opstapplaats:

- plaats aangewezen door burgemeester en wethouders, vanaf waar de leerling gebruik kan maken van het vervoer;

n. commissie voor de begeleiding:

- de commissie die is ingesteld door het bevoegd gezag van een school als bedoeld in artikel

 1 van de Wet op de expertisecentra, niet zijnde een instelling, of de bevoegde gezagsorganen van twee of meer scholen als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra, niet zijnde instellingen, die hetzelfde regionaal expertisecentrum in stand houden;

o. permanente commissie leerlingenzorg:

- de commissie als bedoeld in artikel 23 van de Wet op het primair onderwijs;

p. samenwerkingsverband:

- het samenwerkingsverband als bedoeld in artikel 18 van de Wet op het primair onderwijs;

q. vervoersvoorziening:

- een gehele of gedeeltelijke bekostiging van de door burgemeester en wethouders noodzakelijk geachte vervoerskosten van de leerling en zo nodig diens begeleider;

- de verstrekking van een abonnement of strippenkaart voor de leerling en zo nodig diens begeleider, of:

- aanbieding van aangepast vervoer dat de gemeente verzorgt of doet verzorgen.

r. regionale verwijzingscommissie: de commissie als bedoeld in artikel 10g van de Wet op het voortgezet onderwijs.

s. opdc: orthopedagogisch en didactisch centrum als bedoeld in artikel 10h, derde lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs.

t. ambulante begeleiding:

de begeleiding door een personeelslid van een school of instelling als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra van leerlingen die zijn geplaatst op een basisschool of leerlingen die zijn geplaatst op een school voor voortgezet onderwijs en die naar het oordeel van het bevoegd gezag zonder die begeleiding zouden zijn aangewezen op het speciaal onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs.

u. commissie voor de indicatiestelling:

de commissie als bedoeld in artikel 28c van de Wet op de expertisecentra.

Artikel 2 Bekostiging van de door burgemeester en wethouders noodzakelijk te achten vervoerskosten

1. Ten behoeve van het schoolbezoek kennen burgemeester en wethouders aan de ouders van in de gemeente verblijvende leerlingen op aanvraag een vervoersvoorziening toe met inachtneming van het bepaalde in deze verordening.

2. Indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan het eerste lid, verlangen zij dat de ouders, aan wie slechts gedeeltelijke bekostiging van de vervoerskosten toekomt, hun kinderen van het aldus verzorgde vervoer gebruik laten maken tegen betaling van een bijdrage tot ten hoogste het bedrag dat de ouders ingevolge het bepaalde in deze verordening bij moeten dragen aan de kosten van het vervoer. Weigering tot of nalatigheid in de betaling van de in de vorige volzin bedoelde bijdrage doet de aanspraak op bekostiging vervallen.

3. De bepalingen in deze verordening laten onverlet de verantwoordelijkheid van de ouders voor het schoolbezoek van hun kinderen.

 

Artikel 3 Bekostiging naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school

1. Bekostiging van de vervoerskosten wordt toegekend over de afstand tussen de woning dan wel de opstapplaats van de leerling en de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke school, tenzij vervoer naar een verder weg gelegen school voor de gemeente minder kosten met zich mee zou brengen en de ouders met het vervoer naar die school schriftelijk instemmen.

2. Indien ouders bekostiging van de vervoerskosten aanvragen voor het bezoeken van een school, die op grotere afstand van de woning is gelegen dan in artikel 10 of 14 is bepaald, terwijl een of meer scholen van dezelfde onderwijssoort dichterbij de woning zijn gelegen, ontstaat slechts aanspraak op bekostiging naar eerstgenoemde school als door de ouders schriftelijk wordt verklaard dat zij overwegende bezwaren hebben tegen het openbaar onderwijs dan wel tegen de richting van het onderwijs van alle bijzondere scholen, van de soort waarop de leerling is aangewezen, die dichterbij de woning zijn gelegen.

Artikel 4 Uitbetaling van de bekostiging

Burgemeester en wethouders bepalen bij de toekenning van bekostiging van de vervoerskosten de wijze en het tijdstip van de uitbetaling, alsmede de tijdsduur van de bekostiging.

Artikel 5 Aanvraagprocedure

1. Een aanvraag voor bekostiging van de vervoerskosten wordt gedaan door indiening bij burgemeester en wethouders van een volledig ingevuld en door de ouders ondertekend formulier, voorzien van de op het formulier vermelde gegevens.

2. Indien dit voor de juiste beoordeling van de aanvraag noodzakelijk is, kunnen burgemeester en wethouders de ouders verzoeken aanvullende gegevens te verstrekken

3. Burgemeester en wethouders besluiten over de aanvraag binnen acht weken na ontvangst van alle benodigde gegevens.

4. Burgemeester en wethouders kunnen het in het vorige lid bedoelde besluit met ten hoogste vier weken verdagen. Zij stellen de aanvrager hiervan schriftelijk in kennis.

5. Indien een vervoersvoorziening wordt toegekend wordt deze getroffen met ingang van de door de ouders verzochte datum met dien verstande dat de datum waarop de bekostiging wordt toegewezen niet ligt voor de datum van ontvangst van de aanvraag door burgemeester en wethouders.

Artikel 6 Doorgeven van wijzigingen

1. De ouders zijn verplicht wijzigingen, die van invloed kunnen zijn op de toegekende bekostiging van de vervoerskosten, onder vermelding van de datum van wijziging, onverwijld schriftelijk mede te delen aan burgemeester en wethouders.

2. Indien sprake is van een wijziging, die van invloed is op de toegekende bekostiging, vervalt de bekostiging en kennen burgemeester en wethouders al dan niet opnieuw bekostiging van de vervoerskosten toe.

3. Indien de ouders niet voldoen aan het bepaalde in het eerste lid, en burgemeester en wethouders een wijziging als bedoeld in het tweede lid, vaststellen, waardoor blijkt dat ten onrechte bekostiging is genoten, vervalt de bekostiging van de vervoerskosten terstond en kennen burgemeester en wethouders al dan niet opnieuw bekostiging van de vervoerskosten toe.

Burgemeester en wethouders delen hun besluit schriftelijk mede aan de ouders.

4. Een ten onrechte genoten bekostiging kan van de ouders worden teruggevorderd, dan wel worden verrekend bij een eventuele nieuwe toekenning van bekostiging.

Artikel 7 Peildatum leeftijd leerling

Voor de toekenning van een bekostiging op basis van artikel 12 is bepalend de leeftijd van de leerling op 1 augustus van het schooljaar waarop de bekostiging betrekking heeft.

Artikel 8 Andere bekostigingen

Bekostiging ingevolge Hoofdstuk III wordt verminderd met de aanspraak op een toelage, voor zover die voor de betreffende leerling betrekking heeft op de reiskosten.

 

Hoofdstuk 2 BEPALINGEN OMTRENT HET VERVOER VAN DE LEERLINGEN VAN SCHOLEN VOOR PRIMAIR ONDERWIJS

Artikel 9 Bekostiging naar de dichtstbijzijnde toegankelijke speciale school voor basisonderwijs in het samenwerkingsverband

Met inachtneming van het bepaalde in artikel 3 worden de kosten vergoed van het vervoer over de afstand tussen de woning dan wel de opstapplaats en

a. de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke speciale school voor basisonderwijs in het samenwerkingsverband van de basisschool waarvan de leerling afkomstig is, of

b. een andere speciale school voor basisonderwijs in het onder a. bedoelde samenwerkingsverband, indien het vervoer naar die school voor de gemeente minder kosten met zich mee zou brengen dan het vervoer naar de speciale school voor basisonderwijs, bedoeld onder a.

 

Artikel 10 Permanente commissie leerlingenzorg

1. Burgemeester en wethouders nemen bij de beoordeling van de aanvraag voor leerlingenvervoer de beslissing in acht van de permanente commissie leerlingenzorg over de toelating van de leerling op een speciale school voor basisonderwijs. 

2. Burgemeester en wethouders betrekken bij de beoordeling van de aanvraag voor leerlingenvervoer eventuele adviezen van de permanente commissie leerlingenzorg die voor de beoordeling van die aanvraag van belang zijn. 

 

Artikel 11 Bekostiging van de kosten van openbaar vervoer en vervoer per fiets

1. Burgemeester en wethouders verstrekken aan de ouders van de leerling die een school voor basisonderwijs of een speciale school voor basisonderwijs bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer, indien de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde voor hem toegankelijke school meer dan zes kilometer bedraagt. 

2. In afwijking van het eerste lid verstrekken burgemeester en wethouders de ouders een bekostiging op basis van de kosten van het vervoer per fiets, indien de leerling naar het oordeel van burgemeester en wethouders, al dan niet onder begeleiding, gebruik kan maken van het vervoer per fiets. 

 

Artikel 12 Bekostiging van de kosten van vervoer ten behoeve van een begeleider

1. Indien aanspraak bestaat op een in artikel 11, bedoelde bekostiging, vergoeden burgemeester en wethouders tevens de daarin bedoelde kosten ten behoeve van een begeleider, Indien de leerling jonger dan 9 jaar is en door de ouders ten behoeve van burgemeester en wethouders genoegzaam wordt aangetoond dat de leerling niet in staat is zelfstandig van het openbaar vervoer gebruik te maken.

2. Indien een begeleider meer dan één leerling tegelijk begeleidt, komen slechts de kosten van het vervoer ten behoeve van één begeleider voor bekostiging in aanmerking.

 

Artikel 13 Bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer

Burgemeester en wethouders verstrekken een bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een school voor basisonderwijs bezoekt, indien voldaan wordt aan het afstandscriterium van artikel 11, en 

a. de leerling met gebruikmaking van openbaar vervoer naar school of terug, meer dan anderhalf uur onderweg is en de reistijd met aangepast vervoer tot 50 % of minder van de reistijd per openbaar vervoer kan worden teruggebracht, of; 

b. openbaar vervoer ontbreekt, tenzij de leerling naar het oordeel van burgemeester en wethouders al dan niet onder begeleiding gebruik kan maken van het vervoer per fiets. 

 

Artikel 14 Bekostiging op basis van de kosten van eigen vervoer

1. Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten kunnen burgemeester en wethouders de ouders op aanvraag toestaan één of meer leerlingen zelf te vervoeren of te laten vervoeren. 

2. Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend vergoeden burgemeester en wethouders aan de ouders die één leerling zelf vervoeren, dan wel laten vervoeren: 

a. een bedrag op basis van de kosten van het openbaar vervoer, indien aanspraak zou bestaan op een bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer, behoudens het bepaalde in het vijfde lid; 

b. een bedrag op basis van een kilometer-bekostiging voor de auto, afgeleid van de Reisregeling Binnenland, indien aanspraak zou bestaan op bekostiging van de kosten van aangepast vervoer, behoudens het bepaalde in het vierde lid. 

3. Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend vergoeden burgemeester en wethouders aan de ouders die meer dan één leerling tegelijk zelf vervoeren dan wel laten vervoeren een bedrag op basis van een kilometerbekostiging voor de auto, afgeleid van de Reisregeling Binnenland, behoudens het bepaalde in het vierde lid. 

4. Aan de ouders die één of meer leerlingen laten vervoeren door andere ouders die van gemeentewege voor het vervoer van één of meer leerlingen een bekostiging ontvangen afgeleid van de Reisregeling Binnenland, wordt door burgemeester en wethouders geen bekostiging verleend. 

5. Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten en burgemeester en wethouders desgewenst toestaan, dan wel van oordeel zijn, dat de leerling gebruik kan maken van het vervoer per fiets, vergoeden burgemeester en wethouders aan de ouders een bedrag op basis van een kilometerbekostiging voor de fiets, afgeleid van de Reisregeling Binnenland. 

 

Hoofdstuk 3 BEPALINGEN OMTRENT HET VERVOER VAN DE LEERLINGEN VAN SCHOLEN VOOR (VOORTGEZET) SPECIAAL ONDERWIJS

Artikel 15 Bekostiging van de kosten van openbaar vervoer en vervoer per fiets

1. Burgemeester en wethouders verstrekken aan de ouders van de leerling die een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs bezoekt bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer, indien de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school meer dan zes kilometer bedraagt. 

2. In afwijking van het eerste lid verstrekken burgemeester en wethouders de ouders bekostiging op basis van de kosten van het vervoer per fiets, indien de leerling naar het oordeel van burgemeester en wethouders, al dan niet onder begeleiding, gebruik kan maken van het vervoer per fiets. 

 

Artikel 16 Commissie voor de begeleiding

Indien het college de gevraagde voorziening ten behoeve van een leerling op een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs niet of slechts gedeeltelijk toekent, dient het bij de beschikking het advies van de commissie voor de begeleiding of het advies van andere deskundigen te betrekken.

Artikel 17 Bekostiging van de kosten van openbaar vervoer ten behoeve van een begeleider

1. Indien aanspraak bestaat op in artikel 15 bedoelde bekostiging, vergoeden burgemeester en wethouders tevens de daarin bedoelde kosten ten behoeve van een begeleider, indien door de ouders ten behoeve van burgemeester en wethouders genoegzaam wordt aangetoond dat de leerling, gelet op zijn geestelijke, zintuiglijke of lichamelijke handicap of leeftijd, niet in staat is zelfstandig van het openbaar vervoer of de fiets gebruik te maken.

2. Indien burgemeester en wethouders de in het vorige lid bedoelde aanvraag niet of slechts gedeeltelijk toekennen, dienen zij bij de beschikking het advies van de commissie voor de begeleiding of het advies van andere deskundigen te betrekken.

3. Indien een begeleider meer dan één leerling tegelijk begeleidt, komen slechts de kosten van het openbaar vervoer ten behoeve van één begeleider voor bekostiging in aanmerking.

Artikel 18 Bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer

1. Burgemeester en wethouders verstrekken bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs bezoekt, indien voldaan wordt aan het afstandscriterium van artikel 15 en

a. de leerling, naar het oordeel van burgemeester en wethouders, gelet op zijn geestelijke, zintuiglijke of lichamelijke handicap niet in staat is, ook niet onder begeleiding, van het openbaar vervoer gebruik te maken;

b. de leerling met gebruikmaking van openbaar vervoer naar school of terug, meer dan anderhalf uur onderweg is en de reistijd met aangepast vervoer tot 50 % of minder van de reistijd per openbaar vervoer kan worden teruggebracht;

c. openbaar vervoer ontbreekt, tenzij de leerling naar het oordeel van burgemeester en wethouders al dan niet onder begeleiding gebruik kan maken van het vervoer per fiets dan wel zelfstandig gebruik kan maken van het vervoer per bromfiets.

2. Indien burgemeester en wethouders de in het vorige lid bedoelde aanvraag niet of slechts gedeeltelijk toekennen, dienen zij bij de beschikking het advies van de commissie voor de begeleiding of het advies van andere deskundigen te betrekken.

Artikel 19 Bekostiging op basis van de kosten van eigen vervoer

1. Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten kunnen burgemeester en wethouders de ouders op aanvraag toestaan een of meer leerlingen zelf te vervoeren of te laten vervoeren. 

2. Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend bekostigen burgemeester en wethouders aan de ouders die een leerling zelf vervoeren, dan wel laten vervoeren: 

a. een bedrag op basis van de kosten van het openbaar vervoer, indien aanspraak zou bestaan op een bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer, behoudens het bepaalde in het vijfde lid; 

b. een bedrag op basis van een kilometerbekostiging voor de auto, afgeleid van de Reisregeling Binnenland, indien aanspraak zou bestaan op een bekostiging van de kosten van aangepast vervoer, behoudens het bepaalde in het vierde lid. 

3. Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend bekostigen burgemeester en wethouders aan de ouders die meer dan één leerling tegelijk zelf vervoeren dan wel laten vervoeren een bedrag op basis van een kilometerbekostiging voor de auto, afgeleid van de Reisregeling Binnenland, behoudens het bepaalde in het vierde lid. 

4. Aan de ouders die één of meer leerlingen laten vervoeren door andere ouders die van gemeentewege voor het vervoer van één of meer leerlingen bekostiging ontvangen afgeleid van de Reisregeling Binnenland, wordt door burgemeester en wethouders geen bekostiging verleend. 

5. Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten en burgemeester en wethouders desgewenst toestaan, dan wel van oordeel zijn, dat de leerling gebruik kan maken van het vervoer per fiets of bromfiets, bekostigen burgemeester en wethouders aan de ouders een bedrag op basis van een kilometerbekostiging voor de fiets dan wel bromfiets, afgeleid van de Reisregeling Binnenland. 

 

Artikel 20 Bekostiging vervoerskosten

1. Burgemeester en wethouders verstrekken eveneens bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs bezoekt, in het geval de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke school minder bedraagt dan is bepaald in artikel 15, indien burgemeester en wethouders van oordeel zijn dat de lichamelijke handicap van de leerling dat vereist.

2. Indien burgemeester en wethouders de in het vorige lid bedoelde aanvraag niet of slechts gedeeltelijk toekennen, dienen zij bij de beschikking het advies van de commissie voor de  begeleiding of het advies van andere deskundigen te betrekken.

Hoofdstuk 4 BEPALINGEN OMTRENT WEEKEINDE EN VAKANTIEVERVOER

Artikel 21 Bekostiging van de kosten van het weekeinde en vakantievervoer aan de in de gemeente wonende ouders

Burgemeester en wethouders bekostigen desgewenst de kosten van het weekeinde en vakantievervoer aan de in de gemeente wonende ouders van de leerling die, met het oog op het volgen van voor hem passend (voortgezet) speciaal onderwijs, speciaal voortgezet onderwijs of praktijkonderwijs in een internaat of pleeggezin verblijft, volgens het bepaalde in dit Hoofdstuk.

Artikel 22 Bekostiging kosten weekeinde en vakantievervoer

1. Burgemeester en wethouders bekostigen aan de ouders de kosten van het weekeindevervoer van de leerling voor de, eenmaal per weekeinde gemaakte reis van het internaat of het pleeggezin waar de leerling verblijft, naar de woning van de ouders en terug, voorzover de weekeinden niet vallen binnen de in het tweede lid, bedoelde schoolvakanties.

2. Burgemeester en wethouders bekostigen de kosten van het vakantievervoer van de leerling voor de, eenmaal per schoolvakantie van twee dagen of meer, gemaakte reis van het internaat of het pleeggezin waar de leerling verblijft, naar de woning van de ouders en terug, voor zover de vakantie voorkomt in het activiteitenplan van de school die de leerling bezoekt.

3. Hoofdstuk III. van deze verordening is van overeenkomstige toepassing, met uitzondering van artikel 16, tweede lid, artikel 17, eerste lid onder b,

artikel 17, tweede lid, en artikel 19.

Hoofdstuk 5 BEPALINGEN OMTRENT HET VERVOER VAN GEHANDICAPTE LEERLINGEN VAN SCHOLEN VOOR PRIMAIR ONDERWIJS EN VOORTGEZET ONDERWIJS

Artikel 23 Bekostiging op basis van de kosten van openbaar vervoer met begeleiding

1. Burgemeester en wethouders verstrekken bekostiging op basis van de kosten van openbaar vervoer met begeleiding aan de ouders van de leerling die een basisschool, speciale school voor basisonderwijs of een school voor voortgezet onderwijs bezoekt en vanwege een lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap niet zelfstandig van het openbaar vervoer gebruik kan maken.

Ten aanzien van een leerling van een speciale school voor basisonderwijs nemen burgemeester en wethouders artikel 9 in acht.

2. Indien burgemeester en wethouders de in het vorige lid bedoelde aanvraag niet of slechts gedeeltelijk toekennen dient het bij de beschikking het advies van de permanente commissie leerlingenzorg, de ambulante begeleider of het advies van andere deskundigen te betrekken.

3. Indien een begeleider meer dan een leerling tegelijk begeleidt, komen slechts de kosten van het openbaar vervoer ten behoeve van een begeleider voor bekostiging in aanmerking.

4. In afwijking van het eerste lid verstrekken burgemeester en wethouders de ouders  bekostiging op basis van de kosten van het vervoer per fiets dan wel bromfiets, indien de leerling naar het oordeel van burgemeester en wethouders, al dan niet onder begeleiding, gebruik kan maken van het vervoer per fiets, dan wel zelfstandig gebruik kan maken van het vervoer per bromfiets.

Artikel 24 Bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer

1. Burgemeester en wethouders verstrekken bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een basisschool, speciale school voor basisonderwijs of een school voor voortgezet onderwijs bezoekt, indien

a. de leerling naar het oordeel van burgemeester en wethouders, gelet op zijn lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap niet in staat is - ook niet onder begeleiding - van openbaar vervoer gebruik te maken.

Ten aanzien van een leerling van een speciale school voor basisonderwijs nemen burgemeester en wethouders artikel 9 in acht.  of:

b. aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in artikel 23 en de leerling met

gebruikmaking van openbaar vervoer naar school of terug, meer dan anderhalf uur

onderweg is en de reistijd met aangepast vervoer tot 50% of minder van de reistijd per

openbaar vervoer kan worden teruggebracht, of:

c. aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in artikel 23 en openbaar vervoer ontbreekt, tenzij de leerling naar het oordeel van burgemeester en wethouders al dan niet onder begeleiding gebruik kan maken van het vervoer per fiets, dan wel zelfstandig gebruik kan maken van het vervoer per bromfiets.

2. Indien burgemeester en wethouders de in het vorige lid bedoelde aanvraag niet of slechts gedeeltelijk toekennen, dienen deze bij de beschikking het advies van de permanente commissie leerlingenzorg, de ambulante begeleider of het advies van andere deskundigen te betrekken.

Artikel 25 Bekostiging op basis van de kosten van eigen vervoer

Bekostiging op basis van de kosten van eigen vervoer

1. Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten, kunnen burgemeester en wethouders de ouders op aanvraag toestaan een of meer leerlingen zelf te vervoeren of te laten vervoeren.

2. Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, vergoeden burgemeester en wethouders aan de ouders die een leerling zelf vervoeren of laten vervoeren:

a. een bedrag op basis van de kosten van het openbaar vervoer indien aanspraak zou

bestaan op bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer, behoudens het

bepaalde in het vijfde lid;

b. een bedrag op basis van een kilometerbekostiging voor de auto, afgeleid van de

Reisregeling binnenland, indien aanspraak zou bestaan op bekostiging van de kosten van

aangepast vervoer, behoudens het bepaalde in het vierde lid.

3. Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, verstrekken burgemeester en wethouders aan de ouders die meer dan een leerling tegelijk zelf vervoeren of laten vervoeren, bekostiging van een bedrag op basis van een kilometerbekostiging voor de auto, afgeleid van de Reisregeling binnenland, behoudens het bepaalde in het vierde lid.

4. Aan de ouders die een of meer leerlingen laten vervoeren door andere ouders die van

gemeentewege voor het vervoer van een of meer leerlingen bekostiging ontvangen afgeleid

van de Reisregeling binnenland, wordt door burgemeester en wethouders geen bekostiging verstrekt.

5. Indien aanspraak bestaat op bekostiging van de vervoerskosten en burgemeester en wethouders desgewenst toestaan dan wel van oordeel zijn dat de leerling gebruik kan maken van het vervoer per fiets of bromfiets, verstrekken burgemeester en wethouders aan de ouders een bekostiging op basis van een kilometerbekostiging voor de fiets of bromfiets, afgeleid van de Reisregeling Binnenland.

Hoofdstuk 6 EIGEN BIJDRAGE EN BEKOSTIGING NAAR FINANCIËLE DRAAGKRACHT

Artikel 26 Drempelbedrag

1. Aan de ouders van een leerling die een school voor basisonderwijs of een speciale school voor basisonderwijs bezoekt, van wie het inkomen tezamen meer bedraagt dan

€ 17.700,--, wordt slechts bekostiging verstrekt voorzover de kosten van het vervoer van die leerling de kosten van het openbaar vervoer over de in artikel 11 dan wel artikel 15 bepaalde afstand te boven gaan.

2. In geval burgemeester en wethouders in plaats van bekostiging in geld toe te kennen het vervoer zelf verzorgen dan wel doen verzorgen, betalen de ouders van een leerling die een school voor basisonderwijs of een speciale school voor basisonderwijs bezoekt, per leerling per schooljaar een eigen bijdrage die gelijk is aan de kosten van het openbaar vervoer over de in artikel 11 bepaalde afstand, indien het inkomen van de ouders meer bedraagt dan

€ 17.700,--

 3. De kosten voor openbaar vervoer, genoemd in het eerste en tweede lid, betreffen de kosten van openbaar vervoer die op grond van de zone-indeling in de regeling die is gebaseerd op artikel 30, eerste lid, van de Wet personenvervoer, voor de afstand redelijkerwijs zouden worden gemaakt, ongeacht de aanwezigheid van openbaar vervoer of het daadwerkelijk gebruik ervan, met dien verstande dat bij de berekening van ten hoogste één zone openbaar vervoer wordt uitgegaan.

4. Het bedrag van € 17.700,-- genoemd in het eerste en tweede lid, wordt met ingang van

1 januari 1999 jaarlijks aangepast aan de wijziging die het indexcijfer van de regelingslonen van volwassen werknemers heeft ondergaan ten opzichte van het voorafgaande jaar en afgerond op een veelvoud van € 450,--.

Het aangepaste bedrag treedt in plaats van het in het eerste en tweede lid genoemde bedrag van € 17.700,--.

Artikel 27 Financiële draagkracht

1. Indien de afstand van de woning van de leerling naar de dichtstbijzijnde voor hem toegankelijke school voor basisonderwijs meer bedraagt dan 20 kilometer, wordt de vastgestelde bekostiging verminderd met een van de financiële draagkracht van de ouders afhankelijk bedrag.

2. Ingeval burgemeester en wethouders in plaats van een bekostiging in geld toe te kennen het vervoer zelf verzorgen dan wel doen verzorgen, en de afstand van de woning van de leerling naar de dichtstbijzijnde voor hem toegankelijke school voor basisonderwijs meer bedraagt dan 20 kilometer, betalen de ouders een financiële draagkracht afhankelijke bijdrage tot ten hoogste het bedrag van de kosten van het vervoer.

3. De hoogte van het bedrag als bedoeld in het eerste lid en de bijdrage als bedoeld in het tweede lid zijn afhankelijk van de hoogte van het verzamelinkomen van de ouders in de zin van de Wet op de inkomstenbelasting  2001 en bedragen:

INKOMENS IN EURO’S EIGEN BIJDRAGE IN EURO’S

0 – 28.500                   NIHIL

28.500 - 34.0000     115 

34.000 – 40.000     470

40.000 – 45.500     885

45.500 – 52.000  1.290

52.000 - 57.000  1.705

57.000 en verder  Voor elke extra € 4.500: 415 erbij

 

4. De inkomensbedragen, genoemd in het derde lid, worden met ingang van 1 januari 1998 jaarlijks aangepast aan de wijzigingen die het indexcijfer van de CAO-lonen van volwassen werknemers per maand heeft ondergaan ten opzichte van 1 januari van het voorafgaande jaar en rekenkundig afgerond op een veelvoud van € 500,--

5. De bedragen van de eigen bijdrage, bedoeld in het derde lid, worden met ingang van

1 januari 1998 jaarlijks aangepast aan de wijziging die het consumentenprijsindexcijfer van de reeks alle huishoudens op het onderdeel vervoersdiensten heeft ondergaan ten opzichte van 1 januari van het voorafgaande jaar, en rekenkundig afgerond op een veelvoud van

€ 5,--.

6. Deze bepaling is niet van toepassing op de leerling voor wie ingevolge Hoofdstuk V een vervoersvoorziening is verstrekt.

Hoofdstuk 7 SLOTBEPALINGEN

Artikel 28 Beslissing burgemeester en wethouders in gevallen waarin de regeling niet voorziet

In gevallen, de uitvoering van het leerlingenvervoer betreffende, waarin deze verordening niet voorziet, beslissen burgemeester en wethouders.

Artikel 29 Afwijken van bepalingen

Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen ten gunste van de ouders afwijken van de bepalingen in deze verordening, zonodig na advies te hebben gevraagd aan de permanente commissie leerlingenzorg, de commissie voor de begeleiding, de regionale verwijzingscommissie of andere deskundigen.

Artikel 30 Overgangsregeling

De verordening is van overeenkomstige toepassing op leerlingen die leerwegondersteunend onderwijs volgen of verwezen zijn naar een opdc en aan wie in het voorgaande schooljaar, met toepassing van de bepalingen in hoofdstuk 3 of hoofdstuk 4, een vervoersvoorziening naar een school voor speciaal voortgezet onderwijs, een afdeling voor leerwegondersteunend onderwijs of een opdc is toegekend.

Artikel 31 Citeertitel, inwerkingtreding

1. Deze verordening treedt in werking op 1 augustus 2007.

2. Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening leerlingenvervoer gemeente Losser 2000".

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Losser in zijn openbare vergadering van 24 februari 2000, gewijzigd 9 november 2000, gewijzigd 25 september 2003, laatstelijk
gewijzigd 3 juli 2007. Voorzitter,
Griffier,